35 925 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022

Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID SJOERDSMA C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 101

Ontvangen 18 november 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 2 Veiligheid en stabiliteit worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1.000 (x € 1.000).

II

In artikel 7 Apparaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x € 1.000).

Toelichting

De laatste jaren zijn sancties relatief gezien een steeds groter en essentieel onderdeel geworden van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de EU. De EU heeft in reactie op schendingen van het internationaal recht en/of ernstige mensenrechtenschendingen inmiddels meer dan 40 actieve sanctieregimes, waarvan er de afgelopen jaren verschillende zijn ingesteld, onder meer Cyber, Chemische Wapens, Mensenrechten, Venezuela en Myanmar. De meest voorkomende EU-sancties betreffen een tegoedenbevriezing en een inreisverbod tegen personen en bedrijven. Daarnaast worden er ook wapenembargo’s ingesteld en economische maatregelen getroffen. Nederland levert in de EU aan veel nieuwe sanctievoorstellen een aanzienlijke bijdrage. Het werk hiervoor wordt voor het overgrote gedeelte door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gedaan. Op het Ministerie van Buitenlandse Zaken is voor het voorstellen van nieuwe sancties geen reguliere capaciteit aanwezig maar moet veelal ad hoc een beroep worden gedaan op de directies waar landenbeleid wordt gemaakt. Waar nodig, met name bij financiële en sectorale economische sancties, gebeurt dit in afstemming met het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en andere departementen. De beperkte capaciteit leidt ertoe dat Nederland op dit moment niet altijd een proactieve rol kan vervullen bij het voordragen van listings. Dit terwijl er met het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU juist meer behoefte is ontstaan aan sanctiecapaciteit binnen de EU. Daarom is een grotere rol van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO), de Europese Commissie en EU-lidstaten essentieel voor het versterken van het EU-sanctiebeleid. Om de komende jaren de actieve rol van Nederland in de EU op sanctieterrein te kunnen behouden is extra Rijksbrede inzet vereist, met daarbij een aanjagende rol voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit amendement beoogt om ten behoeve van het onderzoekswerk voor sanctievoorstellen de sanctiecapaciteit bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken structureel te versterken. Hoewel het geld enkel ten goede zal komen aan capaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, hebben indieners de nadrukkelijke wens dat ook het Ministerie van Financiën de benodigde financiële expertise vrij zal maken om deze eenheid tot een succes te maken.

De dekking wordt gevonden door artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband (VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties) te verlagen met € 1 miljoen. De verhoging komt ten goed aan artikel 7 apparaat. De middelen dienen meerjarig bestemd te worden.

Sjoerdsma Brekelmans Agnes Mulder Ceder Van der Lee Piri


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening.

Naar boven