Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2022
Op 29 juni 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 94, item 23) heeft uw Kamer de motie van het lid Peter de Groot c.s. aangenomen1. Deze motie verzoekt om een onderzoek naar de mogelijke effecten op de A28 en de
A37 tussen Amersfoort en de Duitse grens, als gevolg van de verbreding van de Duitse
E233. Dit onderzoek heb ik inmiddels laten uitvoeren door een onafhankelijk ingenieursbureau.
Door middel van deze brief informeer ik u over de uitkomsten en stuur ik u het onderzoek
toe2.
MIRT-Onderzoek A28 Amersfoort-Hoogeveen
In het MIRT-Onderzoek A28 Amersfoort–Hoogeveen, dat begin 2020 is opgeleverd, zijn
reeds de effecten van de verbreding van de Duitse E233 in kaart gebracht op de A28/A37.
In dit onderzoek werd ten aanzien van de E233 geconcludeerd dat «wanneer de E233 volledig verbreed is de corridor E233-A37/A28 een sterk verbeterde
concurrentiepositie ten opzichte van de A1 (concurrerende corridor voor internationaal
vrachtverkeer) krijgt. Al met al betekent dit dat met name het internationaal vrachtverkeer
toeneemt. Binnen de totale toename van verkeer op de A28 is het aandeel E233 verkeer
echter relatief beperkt».
In het nieuw uitgevoerde onderzoek zijn de gegevens uit het eerdere MIRT-Onderzoek
geactualiseerd. Dit heeft tot de volgende conclusies geleid.
Conclusies geactualiseerd onderzoek
Ten eerste nuanceert het onderzoek de eerdere conclusie uit het MIRT-Onderzoek A28
dat de route via de A28/A37/E233 aantrekkelijker wordt voor (vracht)verkeer t.o.v.
de route over de A1/A30/A1. Uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de reistijden op de
A28-corridor en de A1-corridor in de toekomstige situatie zonder verbreding al redelijk
dicht bij elkaar liggen, waardoor ook zonder een verbrede E233 kan worden verwacht
dat de route via de A28/A37 gebruikt zal worden door het (vracht)verkeer wanneer deze
route beter aansluit bij de bestemming. Een verbrede E233 biedt echter wel enige reistijdswinst,
circa 18 minuten. Maar dit zorgt slechts voor een geringe hoeveelheid (vracht) verkeer
dat straks in plaats van de route via de A1 voor de route via de verbrede E233 kiest.
De reistijd is uiteindelijk niet de enige factor die de routekeuze beïnvloedt. Andere
factoren zijn ook of de route goed aansluit bij de eindbestemming, de faciliteiten
langs de weg en de bekendheid met de route. Zeker bij lange afstandstrajecten zijn
kleine reistijdverschillen niet per se een doorslaggevende factor.
Ten tweede wordt de conclusie uit het MIRT-Onderzoek bevestigd omtrent de verwachte
toename van het verkeer. Uit de gebruikte verkeersmodellen blijkt dat in zowel het
hoge als het lage groeiscenario een toename van de hoeveelheid (vracht)verkeer wordt
verwacht op de A28 en de A37. Dit is conform het beeld dat ook de Integrale Mobiliteitsanalyse
2021 (IMA) (Kamerstukken 31 305 en 29 984, nr. 328) laat zien voor het gehele Rijkswegennet: zowel de economie als de demografie groeien,
waardoor ook de mobiliteit in de toekomst blijft groeien. Het gedeelte verkeer dat
echter door de verbrede E233 wordt aangetrokken op de route A28/A37 is (zeer) beperkt
ten opzichte van de autonome toename van het verkeer op deze route. Kortom, de verbreding
van de E233 zal maar een gering effect hebben op de beschikbare wegcapaciteit van
de A28 en de A37.
Tot slot
In de Bestuurlijke Overleggen MIRT van 2019 en 2020 zijn met de betrokken provincies
Gelderland, Overijssel en Drenthe afspraken gemaakt over het traject A28 Amersfoort–Hoogeveen.
Zo zal het Rijk de komende jaren diverse gerichte infrastructurele maatregelen op
dit traject realiseren om zo de verkeersveiligheid te verbeteren en de doorstroming
op peil te houden. De regionale partijen investeren de komende jaren in mobiliteitsmaatregelen
langs deze corridor. Ook zal het traject A28 Amersfoort–Hoogeveen jaarlijks gemonitord
worden. De uitkomsten van dit huidige onderzoek vormen voor mij nu geen aanleiding
om verdere vervolgstappen te nemen. Hiermee beschouw ik de motie dan ook als afgedaan.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers