De Kamer,
gehoord de beraadslagingen,
overwegende, dat Slachtofferhulp Nederland en het Landelijk Advocaten Netwerk Gewelds-
en Zeden Slachtoffers (LANGSZ) al jarenlang pleiten voor betere bescherming van de
privacy van slachtoffers;
overwegende, dat de identiteitsbescherming van slachtoffers niet identiek is aan die
van verdachten of veroordeelden in dier voege dat deze laatste groep in de media enkel
wordt aangeduid met de eerste letter van hun achternaam en een balkje voor de ogen,
terwijl veelal – zonder uitdrukkelijk gegeven toestemming – persoonlijke gegevens
van het slachtoffer zoals naam, adresgegevens of foto’s in de media verschijnen;
overwegende, dat slachtoffers op z’n minst dezelfde rechten op identiteitsbescherming
in de media zouden moeten hebben als verdachten en/of veroordeelden;
constaterende, dat veel slachtoffers vaak niet op de hoogte worden gebracht van al
bestaande regels en rechten voor slachtoffers ten aanzien van hun privacy, waardoor
onnodig persoonlijke gegevens en details van het slachtoffer ter kennisneming van
derden kunnen komen;
verzoekt de regering om zorg te dragen voor betere voorlichting aan slachtoffers omtrent
bestaande privacyrechten, zodat zij zich daarop kunnen beroepen;
verzoekt de regering tevens bij de Nederlandse Vereniging van Journalisten en het
Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren erop aan te dringen om naar analogie van
het «gentlemen’s agreement» dat de media hanteert ter identiteitsbescherming van verdachten
deze ook onverkort te hanteren voor slachtoffers, tenzij slachtoffers zelf uitdrukkelijk
toestemming verlenen tot publicatie van hun privacygegevens,
en gaat over tot de orde van de dag.
Baay-Timmerman
Backer
Otten
Veldhoen
Nicolaï
Rombouts
Janssen
De Blécourt-Wouterse