Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2019
In aanloop naar het Wetgevingsoverleg Jaarverslag Koninkrijksrelaties 2018 van 20 juni
a.s. informeer ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, over de invulling
van mijn toezegging bij het Wetgevingsoverleg Jaarverslag Koninkrijksrelaties 2017
van 21 juni 2018 (Kamerstuk 34 950 IV, nr. 8). Het betreft de toezegging in reactie op vragen van het lid Bosman (VVD) om samen
met mijn collega van Justitie en Veiligheid (JenV) te bekijken of het mogelijk is
een nulmeting uit te voeren, dan wel indicatoren op te stellen die het mogelijk maken
de effecten van de Nederlandse inzet in de rechtshandhavingsketen in de Caribische
landen van het Koninkrijk te meten.
Om opvolging te geven aan deze toezegging is uitvoerig gesproken met een groot aantal
ketenpartners, departementen en deskundigen. Partijen delen de wens om meer inzicht
te krijgen in de effectiviteit van de Nederlandse inzet, maar benadrukken tegelijkertijd
dat het niet goed mogelijk is om te meten welke effecten precies vallen toe te schrijven
aan de Nederlandse bijdrage aan de Caribische rechtshandhavingsketen. Dit wordt met
name bemoeilijkt, omdat Nederland niet de enige partij is die gelden aanwendt voor
de versterking van de rechtshandhavingsketen. De rechtshandhavingsketen is een landsaangelegenheid
en onderdelen daarvan, zoals de douane, het gevangeniswezen, de reclassering en de
lokale politiekorpsen worden gefinancierd uit de zelfstandige begrotingen van de landen.
Deze zijn geen onderdeel van de beleidsinzet van artikel 1 «versterken rechtsstaat»
van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties, maar vormen voor het bereiken van
de beleidsdoelstellingen wel een cruciale schakel.
Hoewel het vaststellen van indicatoren voor het meten van de effectiviteit van de
Nederlandse inzet op de gehele rechtshandhavingsketen van de afzonderlijke landen
praktisch ondoenlijk wordt geacht, biedt het in januari 2019 gewijzigde Protocol recherchesamenwerking
tussen de landen in het Koninkrijk de mogelijkheid u voortaan jaarlijks gericht te
informeren. Vanaf 2020 hebben de Minister van Justitie en Veiligheid en ik jaarlijks
overleg met de ministers van Justitie van de landen over een programmatisch overzicht
van de te behalen resultaten van het recherchesamenwerkingsteam mede op basis van
een analyse van het regionaal criminaliteitsbeeld van de landen. Ik ben daarom voornemens
om samen met mijn collega van JenV u jaarlijks hierover te informeren.
Daarnaast zal ik u nader informeren over de geleverde inzet en de resultaten van de
ondermijningsaanpak van het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) sinds 2016, zo mogelijk
voor de behandeling in uw Kamer van het begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops