Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2022
De Europese Commissie heeft op 19 juli 2022 een voorstel gepubliceerd voor een Raadsbesluit
over het standpunt dat de Unie zal innemen in het Gemengd Comité inzake wederzijdse
erkenning van beroepskwalificaties (MRA-comité) onder het handelsakkoord tussen de
EU en Canada (CETA). Het door het MRA-comité te nemen besluit betreft de vaststelling
in het MRA-comité van een overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties
voor architecten.1 Na publicatie van het concept-Raadsbesluit is het voorstel eerst op ambtelijk niveau
besproken in het Comité handelspolitiek diensten en investeringen. Naar verwachting
zal het besluit op korte termijn worden doorgeleid met het oog op aanname door de
Raad.
Hoofdstuk 11 van CETA voorziet in een kader voor de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties
tussen de EU en Canada en stelt algemene voorwaarden voor onderhandelingen hierover.
Op 22 mei 2018 hebben de Raad van architecten van Europa (ACE) en de Canadian Architectural
Licensing Authorities (CALA) (Canadese autoriteiten voor de verlening van architectenvergunningen,
thans ROAC) een gezamenlijke aanbeveling voor een overeenkomst inzake de wederzijdse
erkenning (ofwel een Mutual Recognition Agreement – MRA) van beroepskwalificaties voor architecten ingediend bij het MRA-comité. Het
MRA-comité heeft beoordeeld dat deze aanbeveling voldoet aan de eisen zoals vastgelegd
in CETA, waarna onderhandelingen tussen de EU en Canada zijn gestart. Na 9 onderhandelingsrondes
hebben de EU en Canada op 10 maart jl. een akkoord bereikt.2 Dit is de eerste keer dat een MRA via het kader van een handelsakkoord tot stand
is gekomen.
De ontwerp-MRA voorziet in de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties voor
architecten onder enkele strikte voorwaarden. Zo moet een aanvrager uit Canada of
de EU beschikken over ten minste twaalf jaar onderwijs, opleiding en beroepservaring
als architect. In de ontwerp-MRA worden de in Canada afgegeven opleidingstitels die
toegang geven tot het beroep van architect gespecificeerd. Ook moeten Canadese aanvragers
een geldige inschrijving in het Canadese beroepsregister hebben of beroepsvergunning
als architect van een bevoegde autoriteit in Canada bezitten.
De EU en Canada expliciteren in de ontwerphandeling bij de MRA dat niets in dit besluit
partijen belet om maatregelen te blijven nemen ter regulering van de toelating van
natuurlijke personen of hun tijdelijke verblijf, zolang dit op non-discriminatoire
wijze gebeurt in lijn met de afspraken over tijdelijke toelating en tijdelijk verblijf
van natuurlijke personen voor zakelijke doeleinden in CETA. Ook herbevestigen de EU
en Canada hun recht om regelgeving vast te stellen en nieuwe regels in te voeren die
economische activiteiten in het algemeen belang reguleren. De overeenkomst heeft geen
gevolgen voor EU-wetgeving inzake beroepskwalificaties, omdat deze niet van toepassing
is op onderdanen van derde landen.
Internationale handel in diensten is van groot belang voor een open economie als die
van Nederland. Wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties, op basis van strikte
voorwaarden en met behoud van hoge onderwijs- en praktijkopleidingsnormen, helpt om
internationale dienstverlening te faciliteren. Het kabinet steunt dan ook het bereikte
resultaat en is voornemens in te stemmen met het voorliggende Raadsbesluit. Naar verwachting
zal de overeenkomst in de lente van 2023 van kracht worden.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher