Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1.
In artikel I wordt «de EU» telkens vervangen door «de Europese Unie».
2.
In artikel II wordt in artikel 186b «de Wegenverkeerswet 1994» vervangen door «deze
wet».
3.
Het opschrift van hoofdstuk 3 komt te luiden:
HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
4.
In artikel VII, eerste lid, wordt na «de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,»
ingevoegd «de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,».
5.
Artikel X komt te luiden:
ARTIKEL X REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN TEN BEHOEVE VAN OVERGANGSSITUATIES
1. Bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling van Onze Minister
die het aangaat kunnen tot een jaar na de datum van terugtrekking van het Verenigd
Koninkrijk uit de Europese Unie, voorzieningen worden getroffen met het oog op een
goed verloop van deze terugtrekking.
2. Bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid kan worden
afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de wet, voor zover dit nodig is voor een
goede tenuitvoerlegging van een bindende EU-rechtshandeling met betrekking tot de
terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, of ter voorkoming van onaanvaardbare en
onomkeerbare gevolgen daarvan.
3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel
van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd.
4. Indien een voorziening als bedoeld in het tweede lid een structurele afwijking
van de wet betreft, wordt zo spoedig mogelijk een voorstel van wet ingediend dat ertoe
strekt de wet zodanig te wijzigen dat de voorziening niet langer noodzakelijk is.
5. Indien het derde lid geen toepassing vindt ten aanzien van een algemene maatregel
van bestuur waarbij wordt afgeweken van de wet, wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk
binnen acht weken na het tot stand komen van de algemene maatregel van bestuur een
voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur bij de Tweede
Kamer der Staten-Generaal ingediend.
6. Indien een voorstel als bedoeld in het derde of vierde lid wordt ingetrokken of
indien een van de Kamers der Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel
besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken.
7. Indien dit noodzakelijk is in verband met de spoedeisendheid van een voorziening
als bedoeld in het tweede lid wordt de voorziening getroffen bij ministeriële regeling
van Onze Minister die het aangaat.
8. Na de plaatsing in de Staatscourant van een krachtens het zevende lid vastgestelde
ministeriële regeling wordt deze onverwijld aan beide kamers van de Staten-Generaal
gezonden. Indien een van beide kamers der Staten-Generaal bezwaar maakt tegen het
voorstel, wordt de ministeriële regeling onverwijld ingetrokken.
9. Het vierde tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een ministeriële
regeling als bedoeld in het zevende lid. Indien de voorziening die bij deze ministeriële
regeling is getroffen een structurele afwijking van een algemene maatregel van bestuur
betreft, wordt zo spoedig mogelijk een ontwerpbesluit in procedure gebracht dat ertoe
strekt de algemene maatregel van bestuur zodanig te wijzigen dat de voorziening bij
ministeriële regeling niet langer noodzakelijk is.
6.
In het slotformulier wordt «ministers» vervangen door «ministeries».
Toelichting
Met deze nota van wijziging worden enkele taalkundige en wetstechnische verbeteringen
doorgevoerd in de hoofdstukken 1, 2 en 5, alsmede het slotformulier die geen inhoudelijke
wijzigingen ten gevolge hebben. Ook worden in de opsomming van socialezekerheidswetten
in artikel VII, eerste lid, van het wetsvoorstel nog drie wetten toegevoegd, die abusievelijk
nog ontbraken.
Verder wordt artikel X aldus gewijzigd dat daarin voorzien wordt in verdergaande parlementaire
betrokkenheid bij de totstandbrenging van algemene maatregelen van bestuur of ministeriële
regelingen die een afwijking van de wet behelzen. Dit wordt nader toegelicht in de
nota naar aanleiding van het verslag.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S. Blok