35 084 Wijziging van enige wetten en het treffen van voorzieningen in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (Verzamelwet Brexit)

Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 14 januari 2019

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel I wordt «de EU» telkens vervangen door «de Europese Unie».

2.

In artikel II wordt in artikel 186b «de Wegenverkeerswet 1994» vervangen door «deze wet».

3.

Het opschrift van hoofdstuk 3 komt te luiden:

HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

4.

In artikel VII, eerste lid, wordt na «de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,» ingevoegd «de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,».

5.

Artikel X komt te luiden:

ARTIKEL X REGELGEVENDE BEVOEGDHEDEN TEN BEHOEVE VAN OVERGANGSSITUATIES

1. Bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling van Onze Minister die het aangaat kunnen tot een jaar na de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, voorzieningen worden getroffen met het oog op een goed verloop van deze terugtrekking.

2. Bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de wet, voor zover dit nodig is voor een goede tenuitvoerlegging van een bindende EU-rechtshandeling met betrekking tot de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk, of ter voorkoming van onaanvaardbare en onomkeerbare gevolgen daarvan.

3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

4. Indien een voorziening als bedoeld in het tweede lid een structurele afwijking van de wet betreft, wordt zo spoedig mogelijk een voorstel van wet ingediend dat ertoe strekt de wet zodanig te wijzigen dat de voorziening niet langer noodzakelijk is.

5. Indien het derde lid geen toepassing vindt ten aanzien van een algemene maatregel van bestuur waarbij wordt afgeweken van de wet, wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen acht weken na het tot stand komen van de algemene maatregel van bestuur een voorstel van wet tot goedkeuring van de algemene maatregel van bestuur bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingediend.

6. Indien een voorstel als bedoeld in het derde of vierde lid wordt ingetrokken of indien een van de Kamers der Staten-Generaal tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken.

7. Indien dit noodzakelijk is in verband met de spoedeisendheid van een voorziening als bedoeld in het tweede lid wordt de voorziening getroffen bij ministeriële regeling van Onze Minister die het aangaat.

8. Na de plaatsing in de Staatscourant van een krachtens het zevende lid vastgestelde ministeriële regeling wordt deze onverwijld aan beide kamers van de Staten-Generaal gezonden. Indien een van beide kamers der Staten-Generaal bezwaar maakt tegen het voorstel, wordt de ministeriële regeling onverwijld ingetrokken.

9. Het vierde tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een ministeriële regeling als bedoeld in het zevende lid. Indien de voorziening die bij deze ministeriële regeling is getroffen een structurele afwijking van een algemene maatregel van bestuur betreft, wordt zo spoedig mogelijk een ontwerpbesluit in procedure gebracht dat ertoe strekt de algemene maatregel van bestuur zodanig te wijzigen dat de voorziening bij ministeriële regeling niet langer noodzakelijk is.

6.

In het slotformulier wordt «ministers» vervangen door «ministeries».

Toelichting

Met deze nota van wijziging worden enkele taalkundige en wetstechnische verbeteringen doorgevoerd in de hoofdstukken 1, 2 en 5, alsmede het slotformulier die geen inhoudelijke wijzigingen ten gevolge hebben. Ook worden in de opsomming van socialezekerheidswetten in artikel VII, eerste lid, van het wetsvoorstel nog drie wetten toegevoegd, die abusievelijk nog ontbraken.

Verder wordt artikel X aldus gewijzigd dat daarin voorzien wordt in verdergaande parlementaire betrokkenheid bij de totstandbrenging van algemene maatregelen van bestuur of ministeriële regelingen die een afwijking van de wet behelzen. Dit wordt nader toegelicht in de nota naar aanleiding van het verslag.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S. Blok

Naar boven