Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2018
Tijdens het debat over de Voorjaarsnota met de Minister van Financiën d.d. 4 juli
jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 102, items 4, 6 en 9) heeft het lid Azarkan verzocht
om in te gaan op de beweegreden voor het samenvoegen van het Ministerie van Economische
Zaken (EZ) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in 2010
en de ontvlechting van het Ministerie van Economische Zaken in 2017. In deze brief
reageer ik, zoals destijds door mijn collega toegezegd, op het verzoek.
In 2010 is in het regeerakkoord «Vrijheid en verantwoordelijkheid» (Kamerstuk 32 417, nr. 15) opgenomen de Ministeries van LNV en EZ samen te voegen tot het Ministerie van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie. Dit is een afweging en de uitkomst van een formatieproces
geweest van het kabinet dat destijds aantrad. In het regeerakkoord van dat kabinet
was opgenomen dat landbouw een belangrijke sector is die zwaar moet meewegen in het
economisch beleid.
Bij het aantreden van het kabinet Rutte-III is het Ministerie van Economische Zaken
ontvlecht en zijn het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ontstaan. Dit kabinet ziet op het terrein
van landbouw, natuur en voedselkwaliteit grote maatschappelijke uitdagingen en heeft
daarom bij de kabinetsformatie besloten om deze thema’s vanuit een zelfstandig ministerie
te coördineren. De Nederlandse tuinbouw, landbouw en visserij zijn internationaal
toongevend en met een zelfstandig ministerie kan het kabinet zich sterker positioneren
in het agro- en natuurdomein, zowel in Nederland als in het buitenland. Met de instelling
van een nieuw Ministerie van LNV wordt tegelijk een stevige ambitie neergezet. Dit
wordt onderstreept met de visie op de toekomst van de Nederlandse landbouw, natuur
en voedsel die het kabinet recent heeft gepresenteerd (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5). LNV zal als zelfstandig ministerie aan de slag gaan met het realiseren van deze
visie, in het bijzonder met de noodzakelijke omslag naar kringlooplandbouw.
Voor een onderbouwing van de kosten van de ontvlechting van het Ministerie van Economische
Zaken, verwijs ik u naar de op 28 mei jl. verstuurde Kamerbrief betreffende de oprichting
van het Ministerie van LNV en de herinrichting van het Ministerie van EZK (Kamerstuk
34 775 XIII, nr. 138).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten