35 000 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2019

35 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019

35 000 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2019

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2019

Met deze brief informeer ik u mede namens de Staatssecretaris over de voornaamste budgettaire verplichtingenmutaties binnen de begrotingen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (HXII), het Infrastructuurfonds en het Deltafonds sinds de tweede suppletoire begroting 2018.

De genoemde mutaties zullen worden verwerkt in de Slotwet en in het Jaarverslag 2018.

Hoofdstuk XII artikel 26 Bijdrage investeringsfondsen

In de huidige systematiek vindt de verantwoording van bepaalde uitgaven voor de uitvoering van het programma Beter Benutten en het programma ERTMS plaats op de begroting Hoofdstuk XII. De middelen hiervoor zijn vrijgemaakt op het Infrastructuurfonds en worden steeds overgeheveld naar de begroting van Hoofdstuk XII, zodat aldaar de uitgaven gedaan kunnen worden. Op de naar de begroting van Hoofdstuk XII overgehevelde budgetten doen zich in 2018 lagere uitgaven voor dan van tevoren gepland. Voor de hiervoor genoemde posten geldt dat de dit jaar niet-bestede middelen (€ 3,7 miljoen) nu (tijdelijk) worden teruggeboekt naar het Infrastructuurfonds.

Infrastructuurfonds artikel 13 Spoorwegen

Met de Provincie en de gemeente zijn in het kader van het PHS-project Meteren-Boxtel afspraken gemaakt over de bijdragen aan de verdiepte ligging Vught. Gepland was om deze bijdragen nog in 2018 te ontvangen. Het is echter niet gelukt om deze ontvangsten (€ 127 miljoen) nog in 2018 te realiseren waardoor deze doorschuiven naar 2019.

Deltafonds artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

Ten laste van dit artikel is € 11,2 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan dan bij de tweede suppletoire wet werd voorzien. Dit komt doordat eerder dit jaar kas- en verplichtingenbudgetten zijn overgeheveld naar diverse artikelen binnen het Deltafonds waardoor op artikel 5.03 programmaruimte abusievelijk bij de tweede suppletoire begroting een negatief verplichtingenbudget is ontstaan. Daar de verplichtingenrealisatie op dit artikelonderdeel 0 is, hetgeen hoger is dan het negatieve budget, is er sprake van een overschrijding van artikel 5.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven