Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2018
De GRECO (Groupe d’Etats contre la corruption; ressorterend onder de Raad van Europa)
heeft op 21 juni 2013 haar rapport over Nederland in de vierde evaluatieronde vastgesteld.1De vierde ronde had betrekking op Corruption prevention in respect of members of parliament, judges and prosecutors.De GRECO beveelt onder meer aan om wettelijk te regelen dat het ambt van rechter en
van Kamerlid (beide Kamers) niet tegelijkertijd kan worden vervuld.
In de gezamenlijke brief van 13 juni 2018 van de Minister van Justitie en Veiligheid
en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan uw Kamer bent u op
de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken van de implementatie van de aanbevelingen
van de GRECO aan Nederland ter preventie van corruptie en het bevorderen van integer
gedrag bij het parlement, de rechtspraak en het Openbaar Ministerie.2
In die brief is ook aangegeven dat ten aanzien van de aanbeveling over de rechterlijke
macht (aanbeveling v.), waarin de GRECO adviseert tot invoering van een wettelijk
verbod op het gelijktijdig uitoefenen van de functie van rechter en het lidmaatschap
van het parlement, een advies van de Raad voor de rechtspraak werd verwacht. Dit advies
hebben de Raad voor de rechtspraak, het Presidenten Raad Overleg (PRO) en de Nederlandse
Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) bij brief van 18 juni 2018 gezamenlijk uitgebracht.
Hierbij stuur ik u dit advies, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
toe3. Volgens het advies is zowel binnen de rechtspraak zelf, als in nationaal en internationaal
perspectief het inzicht gegroeid dat een striktere scheiding van de staatsmachten
wenselijk dan wel noodzakelijk is. Zij concluderen dat het voorstelbaar is dat de
Minister het initiatief neemt tot wetgeving gelet op een verschuiving in het denken
over de incompatibiliteit en het standpunt van de leden van de rechterlijke macht
(inhoudende dat zij zich kunnen vinden in het onverenigbaar verklaren van het ambt
van rechter met een lidmaatschap van de Eerste en Tweede Kamer).
Ik onderschrijf de aanbeveling van de GRECO en het standpunt van de rechtspraak. Een
wettelijk verbod op de functiecombinatie van rechter en het lidmaatschap van het parlement
onderstreept het belang van een onafhankelijke rechtspraak en doet recht aan een,
zowel binnen de rechtspraak als internationaal gezien, breed gedeelde overtuiging
dat deze functiecombinatie niet mogelijk zou moeten zijn. Met een wettelijk verbod
wordt het juridisch kader in overeenstemming gebracht met de Leidraad onpartijdigheid
en nevenfuncties en de NVvR-Rechterscode, waarin deze functiecombinatie respectievelijk
wordt ontraden en als niet-aanvaardbaar wordt aangemerkt.
Ik ben daarom voornemens met inachtneming van het advies van de rechtspraak regelgeving
voor te bereiden met het oog op het invoeren van een verbod op het gelijktijdig uitoefenen
van de functie van rechter en het lidmaatschap van het parlement. Hiermee wordt voldaan
aan de aanbeveling van de GRECO.
Een gelijkluidende brief is aan de voorzitter van de Eerste Kamer gestuurd.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker