Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34977 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 34977 nr. 2 |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wijzigingen aan te brengen in de wetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en enkele andere ministeries;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7a, tweede lid, onderdeel a, wordt na «dat kalenderjaar» ingevoegd «, dan wel een gedeelte daarvan,».
B
In artikel 13, tweede, derde en achtste lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
C
Aan artikel 14 worden twee leden toegevoegd, luidende:
5. In afwijking van het eerste lid, tweede zin, wordt de aanvraag om het extra bedrag aan kinderbijslag voor het kalenderjaar 2017 ingediend voor 1 december 2019.
6. Het vijfde en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2022.
Artikel 2 van de Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
2. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Met ingang van 1 januari 2019 tot 1 januari 2022 wordt het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 1,875 procentpunt. Met ingang van 1 januari 2022 wordt het in het eerste lid, onderdeel b, genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 2,5 procentpunt. Het gewijzigde percentage en de dag waarop de wijziging ingaat wordt door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant. Dit lid vervalt op het moment dat het percentage van 100 is bereikt.
In de artikelen 7a, tweede lid, en 9, zevende lid, van de Algemene Ouderdomswet wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
Aan artikel 24 van de Arbeidsomstandighedenwet worden twee leden toegevoegd, luidende:
10. Gelet op artikel 9, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene verordening gegevensbescherming, is het verbod om gegevens over gezondheid te verwerken niet van toepassing indien de verwerking geschiedt door de toezichthouder, voor zover de verwerking noodzakelijk is voor het onderzoek naar arbeidsongevallen die leiden tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname als bedoeld in artikel 9, eerste lid.
11. Indien toepassing wordt gegeven aan het tiende lid worden de gegevens over gezondheid alleen verwerkt door personen die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel krachtens een overeenkomst tot geheimhouding zijn verplicht.
Aan artikel 2031, eerste lid, van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek wordt toegevoegd «, met uitzondering van de termijnen gesteld in artikel 686a, lid 4, van Boek 7».
De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, eerste lid, onderdeel a, vervalt «, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria».
B
In artikel 31, tweede lid, onderdeel w, vervalt «, 3:44, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten».
C
Artikel 37, vierde lid, komt te luiden:
4. Met ingang van 1 januari 2019 tot 1 januari 2022 wordt het in het tweede lid genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 1,875 procentpunt. Met ingang van 1 januari 2022 wordt het in het tweede lid genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 2,5 procentpunt. Het gewijzigde percentage wordt door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant. Dit lid vervalt op het moment dat het percentage van 100 is bereikt.
D
In artikel 38, zesde lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
E
In artikel 39, tweede lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
De Remigratiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel d wordt «onder b» vervangen door «onderdeel b».
2. In onderdeel e wordt «onder c of d» telkens vervangen door «onderdeel c of d».
B
In artikel 2, onderdeel a, wordt «onder e» vervangen door «eerste lid, onderdeel e».
C
Artikel 2b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel h, wordt «onder a tot en met e dan wel l», vervangen door «onderdeel a tot en met e of l» en wordt «onder a, b, d, e, dan wel l» vervangen door «onderdeel a, b, d, e of l».
2. In het eerste lid, onderdeel i, wordt:
a. in onderdeel 6° «De» vervangen door «de»;
b. in onderdeel 9° «, of» vervangen door «of het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;»;
c. aan onderdeel 10° toegevoegd «; of»;
d. na onderdeel 10° een onderdeel ingevoegd, luidende:
11°. de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;.
3. In het tweede lid wordt «onder d, e en f» vervangen door «onderdelen d, e en f».
4. In het zevende lid wordt na «eerste lid» een komma geplaatst.
D
In artikel 5, eerste lid, wordt «hij ophoudt met deze persoon een gezamenlijke huishouding te voeren,» vervangen door «zij ophouden met elkaar een gezamenlijke huishouding te voeren en, indien zij zijn gehuwd of geregistreerde partners zijn, duurzaam gescheiden gaan leven,».
De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 9, tweede lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
B
Artikel 37 vervalt.
In artikel XXXII, onderdeel C, onder 2, van de Verzamelwet SZW 2017 wordt in de aanhef van het nieuwe tiende lid, «wordt verlengd» vervangen door «wordt ten aanzien van een verzekerde als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b of c, die laatstelijk in dienstbetrekking stond tot een eigenrisicodrager, verlengd».
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1b, achtste lid, komt te luiden:
8. Door of namens Onze Minister wordt in de Staatscourant medegedeeld met ingang van welke dag en met welk percentage een herziening als bedoeld in het zevende lid plaatsvindt.
B
In artikel 6, eerste lid, onderdeel e, wordt «€ 150 per maand en € 1.500 per kalenderjaar» vervangen door «de in dat artikellid genoemde bedragen per maand en per kalenderjaar».
C
In artikel 37, onderdeel a, vervalt «en wordt die uitkering of toeslag verminderd met het door de overheidswerknemer of gewezen overheidswerknemer verschuldigde deel van de premie op grond van dat lid».
D
Artikel 76 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde en vierde lid vervallen.
2. In het tweede lid vervalt «als bedoeld in het eerste en derde lid».
E
Artikel 127 vervalt.
De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7a, derde lid, onderdeel b, wordt «artikel 248» vervangen door «artikel 149».
B
In artikel 12, derde lid, wordt «van de kennisgeving op grond van artikel 37, eerste lid,» vervangen door «van de beschikking».
D
Artikel 37 komt te luiden:
1. De bekendmaking van een beschikking die verband houdt met het recht op en de uitbetaling van pensioen of uitkering of kerstuitkering geschiedt door toezending of uitreiking aan de belanghebbende.
2. Indien de bekendmaking van de beschikking niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze.
3. De beschikking vermeldt de dagtekening van de beslissing, de gronden waarop deze berust, alsmede waar beroep kan worden ingesteld.
4. Het in de vorige leden bepaalde is ten aanzien van een beschikking inzake het recht op kerstuitkering slechts van toepassing, indien de belanghebbende zulks verzoekt.
E
Na artikel 37 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De belanghebbende kan tegen een beschikking op grond van deze wet beroep instellen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES.
2. Op een beschikking op grond van de artikelen 7a, derde lid, onderdeel f, en 7c zijn artikel 23, eerste lid, laatste zin, en hoofdstuk 4 van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.
3. Met betrekking tot een beschikking op grond van de artikelen 7a, derde lid, onderdeel f, en 7c, kan het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 23 van de Wet administratieve rechtspraak BES, daaruit de gevolgtrekking maken die hem geraden voorkomt.
F
Artikel 39, eerste lid, komt te luiden:
1. Voor zover bij of krachtens deze wet niet anders is bepaald en in afwijking van artikel 38 zijn ten aanzien van het bepaalde in hoofdstuk 4 de voor de heffing van de inkomstenbelasting geldende bepalingen betreffende de rechtsmiddelen van overeenkomstige toepassing.
H
In hoofdstuk VIIA wordt na artikel 43a een artikel toegevoegd, luidende:
Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in:
a. artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking»;
b. artikel 3:7, tweede lid, in plaats van «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» wordt gelezen «Artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES».
I
In artikel 55, tweede lid, wordt «lid 1 onder a» vervangen door «het eerste lid, onderdeel a,».
De Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 38 komt te luiden:
1. De bekendmaking van een beschikking die verband houdt met het recht op en de uitbetaling van pensioen of uitkering geschiedt door toezending of uitreiking aan de belanghebbende.
2. Indien de bekendmaking van de beschikking niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze.
3. De beschikking vermeldt de dagtekening van de beslissing, de gronden waarop deze berust, alsmede, behalve in het geval van een beslissing op grond van artikel 21, waar beroep kan worden ingesteld en de termijn voor het instellen van beroep.
C
Na artikel 38 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De belanghebbende kan tegen een beschikking op grond van deze wet beroep instellen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES, behalve in het geval van een beslissing op grond van artikel 21.
2. Op een beschikking op grond van de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d, en 10a zijn artikel 23, eerste lid, laatste zin, en hoofdstuk 4 van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.
3. Met betrekking tot een beschikking op grond van artikelen 8, eerste lid, onderdeel d, en 10a, kan het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 23 van de Wet administratieve rechtspraak BES, daaruit de gevolgtrekking maken die hem geraden voorkomt.
D
Artikel 40, eerste lid, komt te luiden:
1. Voor zover bij of op grond van deze wet niet anders is bepaald en in afwijking van artikel 39 zijn ten aanzien van het bepaalde in hoofdstuk 4 de voor de heffing van de inkomstenbelasting geldende bepalingen betreffende de rechtsmiddelen van overeenkomstige toepassing.
F
In hoofdstuk VIIA wordt na artikel 42a een artikel toegevoegd, luidende:
Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in:
a. artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking»;
b. artikel 3:7, tweede lid, in plaats van «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» wordt gelezen «Artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES».
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 67i, derde lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
B
Artikel 95 komt te luiden:
Indien in verband met het geven van een beschikking een in het buitenland wonende persoon is opgeroepen en om die reden de beschikking niet binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, gegeven kan worden, wordt die termijn verlengd met ten hoogste zes maanden en wordt de aanvrager van deze verlenging schriftelijk in kennis gesteld.
C
In artikel 95a, tweede lid, vervalt «om andere dan de in het tweede lid bedoelde redenen».
A
In artikel 1:4, eerste lid, onderdeel a, wordt na «die studiefinanciering» ingevoegd «, niet zijnde het levenlanglerenkrediet,».
B
In artikel 1a:12, eerste lid, onderdeel d, wordt «de artikelen 3:40, 3:43 en 3:44» vervangen door «de artikelen 3:40 en 3:43».
C
Artikel 2:43, eerste en tweede lid, komt als volgt te luiden:
1. In afwijking van de artikelen 2:40, 2:41 en 2:42 ontvangt de jonggehandicapte die recht heeft op arbeidsondersteuning, inkomensondersteuning als bedoeld in artikel 2:44:
a. indien hij studiefinanciering, niet zijnde het levenlanglerenkrediet, op grond van de Wet studiefinanciering 2000 ontvangt;
b. indien hij een financiële voorziening ontvangt als bedoeld in artikel 7.51, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
c. indien hij een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten ontvangt; of
d. indien de verzekerde in de zin van de Algemene Kinderbijslagwet voor hem kinderbijslag op grond van artikel 7, tweede lid, onderdeel a of onderdeel b, van die wet ontvangt.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien de jonggehandicapte door zijn handelen of nalaten geen studiefinanciering, voorziening of tegemoetkoming ontvangt als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, dan wel door handelen of nalaten van de jonggehandicapte of verzekerde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, deze verzekerde geen kinderbijslag ontvangt als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.
D
In artikel 2:60 vervalt het derde lid.
E
In artikel 2:69, dertiende lid, wordt «De artikelen 3.43 en 3.44a» vervangen door «De artikelen 3:43 en 3:44a».
F
In artikel 3:75, derde lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
G
In artikel 5:3, eerste lid, onderdeel f, wordt «de artikelen 2.29, 3:49 en 8:4» vervangen door «de artikelen 2:29 en 3:49».
H
Artikel 8:4 vervalt.
I
In artikel 8:10, zesde lid, vervalt «en de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria» en wordt «zijn» vervangen door «is».
In artikel 4, zevende lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie wordt «bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door «bij of krachtens algemene maatregel van bestuur».
De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 17, tweede lid, eerste zin, komt te luiden:
Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, eerste zin, wordt herleid en vastgesteld voor andere loontijdvakken waarin loon als bedoeld in artikel 16 wordt genoten.
B
In artikel 24, eerste lid, vervalt «op overheidswerknemers en».
C
Aan artikel 38g wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Ingeval de periode waarin een werknemer arbeidsbeperkte is, in de loop van een aangiftetijdvak voor de loonbelasting begint of eindigt, worden bij de berekening van het quotumtekort tevens de verloonde uren in aanmerking genomen bij die werkgever in het buiten die periode vallende deel van het aangiftetijdvak waarin die periode begint of eindigt.
D
In artikel 59, achtste lid, wordt «artikel 13bis, vijftiende en negentiende lid» telkens vervangen door ««artikel 13bis, elfde en vijftiende lid».
E
Artikel 99, onderdeel a, komt te luiden:
a. de premies op grond van de artikelen 27, 28, derde lid, en 74;.
F
In artikel 103, eerste lid, onderdeel a, vervalt «, en de premie op grond van artikel 74, voor zover deze de premie op grond van artikel 28, tweede lid, niet overschrijdt».
G
In artikel 104, eerste lid, onderdeel a, wordt «werknemer, «vervangen door «werknemer, met uitzondering van de uitkering op grond van hoofdstuk III van de Werkloosheidswet,».
H
In artikel 114, onderdeel a, komt te luiden:
a. de premies op grond van de artikelen 36, 75, 76, en 76a;.
I
In artikel 115, eerste lid, onderdeel r, wordt «bedoeld in artikel 117b, eerste lid, onderdelen a en b» vervangen door «bedoeld in artikel 117b, eerste lid, onderdeel a».
J
In artikel 117a, onderdeel a, vervalt «, en de premie op grond van artikel 76a, voor zover deze de gedifferentieerde premie op grond van artikel 38, tweede lid, niet overschrijdt».
K
Artikel 117b wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. uitvoeringskosten die betrekking hebben op de uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma wordt aan het derde lid een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. het een WGA-uitkering als bedoeld in paragraaf 2.2 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen betreft.
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:
2. Onder bloedverwant in de eerste graad als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt mede verstaan een meerderjarig aangehuwd kind of een meerderjarig voormalig pleegkind van de werkloze werknemer.
B
In de artikelen 5, tiende lid, en 8, vierde, zesde en achtste lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
In de artikelen 5, negende lid en 8, dertiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
Artikel 41 van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen vervalt.
De Wet kinderbijslagvoorziening BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift en het eerste lid wordt «besluit» vervangen door «beschikking».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan Onze Minister geheel of gedeeltelijk van herziening of intrekking afzien.
B
Na hoofdstuk 3 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
1. De bekendmaking van een beschikking geschiedt door toezending of uitreiking aan de belanghebbende.
2. Indien de bekendmaking van de beschikking niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze.
3. De beschikking vermeldt de dagtekening van de beslissing, de gronden waarop deze berust, alsmede waar beroep kan worden ingesteld.
1. De belanghebbende kan tegen een beschikking op grond van deze wet beroep instellen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES.
2. Op een beschikking op grond van de artikelen 5, vijfde lid, en 13, eerste lid, onderdeel d, zijn artikel 23, eerste lid, laatste zin, en hoofdstuk 4 van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.
3. Met betrekking tot een beschikking op grond van de artikelen 5, vijfde lid, en 13, eerste lid, onderdeel d, kan het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 23 van de Wet administratieve rechtspraak BES, daaruit de gevolgtrekking maken die hem geraden voorkomt.
D
In hoofdstuk 5 wordt na artikel 26 een artikel toegevoegd luidende:
Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in:
a. artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking»;
b. artikel 3:7, tweede lid, in plaats van «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» wordt gelezen «Artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES».
De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.50, vijfde lid, komt te luiden:
5. Een houder of voorgenomen houder kan een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, indienen na zijn inschrijving en inschrijving van de in het derde lid, onderdeel e, bedoelde personen in het personenregister kinderopvang. De verklaring omtrent het gedrag van de houder of voorgenomen houder is op het moment van de aanvraag niet ouder dan 2 maanden indien het een voorgenomen houder betreft en niet ouder dan 2 jaar indien het een houder betreft.
B
Artikel 1.56b, vierde lid, komt te luiden:
4. Na inschrijving van een voorgenomen gastouder en de personen, bedoeld in het derde lid, in het personenregister kinderopvang, bedoeld in artikel 1.48d, dient de houder van het gastouderbureau een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, in.
In artikel 13a, vierde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt «na 1 juli» vervangen door «na juni».
De Wet ongevallenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 8a wordt na «Voor zover (...) niet anders is bepaald» ingevoegd «en in afwijking van artikel 14c».
B
Na artikel 14a worden drie artikelen met opschrift ingevoegd, luidende:
Bekendmaking beschikkingen
1. De bekendmaking van een beschikking geschiedt door toezending of uitreiking aan de belanghebbende.
2. Indien de bekendmaking van de beschikking niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze.
3. De beschikking vermeldt de dagtekening van de beslissing, de gronden waarop deze berust, alsmede waar beroep kan worden ingesteld.
Bezwaar en beroep
1. De belanghebbende kan tegen een beschikking op grond van deze wet beroep instellen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES.
2. Op een beschikking op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, zijn artikel 23, eerste lid, laatste zin, en hoofdstuk 4 van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.
3. Met betrekking tot een beschikking op grond van artikel 7, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, kan het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 23 van de Wet administratieve rechtspraak BES, daaruit de gevolgtrekking maken die hem geraden voorkomt.
Advisering
Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in:
a. artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «besluit» wordt gelezen «beschikking»;
b. artikel 3:7, tweede lid, in plaats van «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» wordt gelezen «Artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES».
C
Het opschrift boven artikel 16 komt te luiden: Citeertitel.
De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, eerste lid, onderdeel e, wordt «€ 150 per maand en € 1 500 per kalenderjaar» vervangen door «de in dat artikellid genoemde bedragen per maand en per kalenderjaar».
B
Artikel 15, tweede lid, komt te luiden:
2. Door of namens Onze Minister wordt in de Staatscourant medegedeeld met ingang van welke dag en met welk percentage een herziening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt.
C
In artikel 65l, derde lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
D
Artikel 86b komt te luiden:
Indien in verband met het geven van een beschikking een in het buitenland wonende persoon is opgeroepen en om die reden de beschikking niet binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, gegeven kan worden, wordt die termijn verlengd met ten hoogste zes maanden en wordt de aanvrager van deze verlenging schriftelijk in kennis gesteld.
E
In artikel 87, tweede lid, vervalt «om andere dan de in het tweede lid bedoelde redenen».
In de artikelen 10a, tiende lid, en 12a, vierde lid, onderdeel c, van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt «Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen» vervangen door «Wet kinderopvang».
De Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 10, eerste en tweede lid, wordt «gegevens worden verstrekt» vervangen door «gegevens worden verwerkt» en wordt na «de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs» ingevoegd «, de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie».
B
Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt na «verkregen zijn van andere lidstaten» ingevoegd «, of die worden verwerkt door de door Onze Minister aangewezen ambtenaren op grond van artikel 4, tweede lid, van die wet en in verband met het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 5 van die wet,».
2. In het vierde lid wordt na «verkregen zijn van andere lidstaten,» ingevoegd «of die worden verwerkt door de door Onze Minister aangewezen ambtenaren op grond van artikel 4, tweede lid, van die wet en in verband met het toezicht op de naleving, bedoeld in artikel 5 van die wet,».
In artikel 3, eerste lid, van de Wet op het kindgebonden budget wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
Aan artikel 19a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet overige OCW-subsidies wordt na «jonggehandicapten» toegevoegd «, met dien verstande dat een jonggehandicapte als bedoeld in de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten die een levenlanglerenkrediet ontvangt als bedoeld in de Wet studiefinanciering 2000 voor de toepassing van deze wet eveneens als studerende wordt aangemerkt».
De Wet studiefinanciering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 8.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De bekendmaking van een beschikking geschiedt door toezending of uitreiking aan de belanghebbende.
2. Indien de bekendmaking van de beschikking niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze.
3. De beschikking vermeldt de dagtekening van de beslissing, de gronden waarop deze berust, alsmede waar beroep kan worden ingesteld.
B
Artikel 8.4 wordt als volgt gewijzigd:
2. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
3. Na het eerste lid (nieuw) worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Op een beschikking op grond van artikel 2.10a zijn artikel 23, eerste lid, laatste zin, en hoofdstuk 4 van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.
4. Met betrekking tot een beschikking op grond van artikel 2.10a, kan het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 23 van de Wet administratieve rechtspraak BES, daaruit de gevolgtrekking maken die hem geraden voorkomt.
C
Na artikel 8.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op een beschikking op grond van artikel 2.10a, met dien verstande dat in:
a. artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «besluit» wordt gelezen «de beschikking»;
b. artikel 3:7, tweede lid, in plaats van «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» wordt gelezen «Artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES».
De Wet tegemoetkomingen loondomein wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.6, tweede lid, aanhef, wordt «na afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 24 van die wet of artikel 25, negende lid, van die wet» vervangen door «na afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 24 of 25, negende lid, van die wet of na afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 629, elfde lid, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel van het tijdvak, bedoeld in artikel 76a, zesde lid, onderdeel a, van de Ziektewet».
B
Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, onder 1°, wordt «47,5» vervangen door «48,75» en wordt «55» vervangen door «57,5».
2. In het eerste lid, onderdeel b, onder 2°, wordt «55» vervangen door «57,5» en «70» door «75».
3. In het eerste lid, onderdeel b, onder 3°, wordt «70» vervangen door «75» en «85» door «92,5».
4. In het eerste lid, onderdeel b, onder 4°, wordt «85» vervangen door «92,5».
5. Aan het tweede lid wordt na «de verloonde uren» toegevoegd «en bedraagt niet meer dan het laagste gemiddelde uurloon, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°».
C
Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «0,15» vervangen door «0,13» en «312,–» door «270,40».
2. In onderdeel b wordt «0,19» vervangen door «0,16» en «395,20» door «332,80».
3. In onderdeel c wordt «0,68» vervangen door «0,59» en «1.414,40» door «1.227,20».
4. In onderdeel d wordt «1,05» vervangen door «0,91» en «2.184,–» door «1.892,80».
D
In artikel 4.5, tweede lid, wordt «als bedoeld in artikel 2.1 en artikel 3.1» vervangen door «als bedoeld in de artikelen 2.1, 3.1 en 3.3».
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:
2. Door of namens Onze Minister wordt in de Staatscourant medegedeeld met ingang van welke dag en met welk percentage een herziening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt.
B
In artikel 43 wordt na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. het nog niet geëindigd zijn van de periode waarin geen ziekengeld wordt uitgekeerd op grond van artikel 29, elfde lid, van de Ziektewet;.
C
In artikel 63a, derde lid, wordt «bekend gemaakt» vervangen door «medegedeeld».
D
Artikel 85 vervalt.
E
Artikel 101 komt te luiden:
Indien in verband met het geven van een beschikking een in het buitenland wonende persoon is opgeroepen en om die reden de beschikking niet binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, gegeven kan worden, wordt die termijn verlengd met ten hoogste zes maanden en wordt de aanvrager van deze verlenging schriftelijk in kennis gesteld.
De Wet ziekteverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 8a wordt na «Voor zover (...) niet anders is bepaald» ingevoegd «en in afwijking van artikel 14c».
B
Na artikel 14a worden drie artikelen met opschrift ingevoegd, luidende:
Bekendmaking beschikkingen
1. De bekendmaking van een beschikking geschiedt door toezending of uitreiking aan de belanghebbende.
2. Indien de bekendmaking van de beschikking niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze.
3. De beschikking vermeldt de dagtekening van de beslissing, de gronden waarop deze berust, alsmede waar beroep kan worden ingesteld.
Bezwaar en beroep
1. De belanghebbende kan tegen een beschikking op grond van deze wet beroep instellen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES.
2. Op een beschikking op grond van artikel 7, aanhef en onderdeel i, zijn artikel 23, eerste lid, laatste zin, en hoofdstuk 4 van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.
3. Met betrekking tot een beschikking op grond van artikel 7, aanhef en onderdeel i, kan het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet administratieve rechtspraak BES, indien het bestuursorgaan niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 23 van de Wet administratieve rechtspraak BES, daaruit de gevolgtrekking maken die hem geraden voorkomt.
Advisering
Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing met dien verstande dat in:
a. artikel 3:5, eerste lid, in plaats van «besluiten» wordt gelezen «beschikkingen» en in de artikelen 3:6, tweede lid, 3:8 en 3:9 in plaats van «het besluit» wordt gelezen «de beschikking»;
b. artikel 3:7, tweede lid, in plaats van «Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur» wordt gelezen «Artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES».
C
Het opschrift boven artikel 16 komt te luiden: Citeertitel.
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, eerste lid, onderdeel e, wordt «€ 150 per maand en € 1.500 per kalenderjaar» vervangen door «de in dat artikellid genoemde bedragen per maand en per kalenderjaar».
B
Artikel 16, tweede lid, komt te luiden:
2. Door of namens Onze Minister wordt in de Staatscourant medegedeeld met ingang van welke dag en met welk percentage een herziening als bedoeld in het eerste lid plaatsvindt.
C
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid wordt «artikel 47, eerste lid, onderdeel b, van de Werkloosheidswet» vervangen door «de artikelen 47, eerste lid, onderdeel b, en 47a van de Werkloosheidswet» en wordt «als bedoeld in artikel 47» vervangen door «als bedoeld in artikel 47 respectievelijk artikel 47a».
2. Onder vernummering van het elfde tot en met dertiende lid tot het twaalfde tot en met veertiende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
11. Geen ziekengeld wordt uitgekeerd over de periode, gedurende welke de verzekerde, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, zonder deugdelijke grond zijn aanvraag om een uitkering als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen later indient dan in dat artikel is voorgeschreven.
D
In artikel 29b, eerste lid, onderdeel b, wordt in de aanhef «het tijdvak, bedoeld in artikel 24 of artikel 25, negende lid van die wet» vervangen door «het tijdvak, bedoeld in artikel 24 of 25, negende lid, van die wet of na afloop van het tijdvak, bedoeld in artikel 629, elfde lid, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel van het tijdvak, bedoeld in artikel 76a, zesde lid, onderdeel a,».
E
Artikel 72b vervalt.
F
Na artikel 86d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 29, zevende lid, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van artikel XXXIII, onderdeel C, onder 1, van de Verzamelwet SZW 2019, blijft van toepassing op ZW-uitkeringen waar reeds inkomen uit of in verband met opleiding of scholing op de uitkering in mindering wordt gebracht, voor zover het inkomen meer bedraagt dan de vergoeding, bedoeld in artikel 1 van de Regeling vrijlating vergoedingen scholing Werkloosheidswet.
Artikel 42, derde lid, van de Zorgverzekeringswet komt te luiden:
3. Het bedrag, bedoeld in het tweede lid, wordt herleid en vastgesteld voor andere loontijdvakken waarin loon als bedoeld in het eerste lid wordt genoten.
Het recht op de remigratievoorzieningen van de remigrant die op grond van artikel 5, eerste lid, van de Remigratiewet een recht op de remigratievoorzieningen heeft verkregen als ware hij een alleenstaande remigrant, wordt op de dag van inwerkingtreding van deze wet omgezet in een recht op de remigratievoorzieningen als ware hij een remigrant met een partner, indien:
a. het recht van de partner op de voorzieningen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Remigratiewet, op grond van artikel 6, tweede lid, van de Remigratiewet is beëindigd; en
b. de remigrant en de partner op de datum van inwerkingtreding van deze wet niet duurzaam gescheiden leven.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, waarbij de artikelen I, onderdeel A, VII, onderdeel C, onder 2, onderdelen c en d, en XVII, onderdeel A, kunnen terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34977-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.