Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de voorziening van een
nationaal raadgevend referendum af te schaffen en daartoe de Wet raadgevend referendum
in te trekken;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet raadgevend referendum wordt ingetrokken.
ARTIKEL II
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 8:4, vierde lid, vervalt onderdeel c, onder vervanging van de komma aan
het slot van onderdeel b door een punt.
B
In bijlage 1 (Regeling rechtstreeks beroep) vervalt de zinsnede met betrekking tot
de Wet raadgevend referendum.
C
In artikel 2 van bijlage 2 (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak) vervalt de zinsnede
met betrekking tot de Wet raadgevend referendum.
ARTIKEL III
De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 2, eerste lid, aanhef, vervalt «of een referendum als bedoeld in de Wet
raadgevend referendum».
B
In artikel 3, eerste lid, vervalt «dan wel de Wet raadgevend referendum».
C
In artikel 3, tweede lid, onderdeel a, vervalt «en de artikelen 24 tot en met 27 van
de Wet raadgevend referendum».
D
In artikel 3, tweede lid, onderdeel b, vervalt «en de artikelen 58 en 62 van de Wet
raadgevend referendum».
E
In artikel 3, tweede lid, onderdeel c, vervalt «en de artikelen 56, tweede lid, en
59 en de hoofdstukken 9 en 10 van de Wet raadgevend referendum».
ARTIKEL IV
De Wet raadgevend referendum, de Algemene wet bestuursrecht en de Tijdelijke experimentenwet
stembiljetten en centrale stemopneming zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand
aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing op wetten
en stilzwijgende goedkeuringen van verdragen ten aanzien waarvan voorafgaand aan de
dag waarop deze wet in werking is getreden de termijn voor het afleggen van ondersteuningsverklaringen
ten behoeve van het definitieve verzoek tot het houden van een referendum, is verlopen.
ARTIKEL V
Op deze wet is de Wet raadgevend referendum niet van toepassing.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met het tijdstip van
de bekrachtiging van het voorstel van deze wet.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,