Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2017
Per brief van 23 november jl. heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn
en Sport mij gevraagd om uw Kamer te informeren over hoe het nieuwe kabinet wil omgaan
met de (onderhandelingen over) nieuwe zorgakkoorden. Met de onderhavige brief kom
ik aan deze vraag van de vaste commissie tegemoet. Ik verstuur deze brief mede namens
de Minister en Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Referentie zorgakkoorden in Regeerakkoord 2017–2021
In het Regeerakkoord 2017–2021 «Vertrouwen in de toekomst» (Kamerstuk 34 700, nr. 34) is opgenomen dat er opnieuw hoofdlijnenakkoorden worden gesloten over medisch-specialistische
zorg, geestelijke gezondheidszorg, huisartsen- en multidisciplinaire zorg en wijkverpleging
met een totale opbrengst die oploopt tot 1,9 miljard euro per jaar vanaf 2021. Aanvullend
vermeldt het Regeerakkoord dat er een nationaal preventieakkoord wordt gesloten met
patiënten organisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, sportverenigingen
en -bonden, bedrijven en maatschappelijke organisatie. De focus van het nationaal
preventieakkoord moet liggen op de aanpak van roken en overgewicht.
Ik ga ervan uit dat uw vraag over de omgang met de zorgakkoorden zich richt op bovengenoemde
akkoorden in de curatieve zorg en het nationaal preventieakkoord.
Vormgeving zorgakkoorden
Op dit moment beraden wij ons over de manier waarop we de zorgakkoorden vorm willen
geven: Staatssecretaris Blokhuis voor het nationaal preventieakkoord en het hoofdlijnenakkoord
GGZ, Minister de Jonge voor het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging en ik voor de hoofdlijnenakkoorden
medisch-specialistische zorg en huisartsen- en multidisciplinaire zorg. Daarnaast
streef ik er naar om in het verlengde van de afspraken die eerder dit jaar zijn gemaakt
voor 2017 en 2018 ook een meerjarig akkoord te sluiten met partijen uit de paramedische
zorg.
Het streven is om in de hoofdlijnenakkoorden in de curatieve zorg zorginhoudelijke
afspraken te koppelen aan een financiële besparing. Aangezien de financiële kaders
sectoraal zijn vormgegeven liggen sectorale hoofdlijnakkoorden voor de hand, net als
bij eerdere akkoorden. Het is nadrukkelijk onze ambitie om de totstandkoming hiervan
in samenhang tot stand te brengen en ook overkoepelende afspraken te maken. Zoals
in het regeerakkoord is verwoord is ons uitgangspunt dat goede zorg voor iedereen
op de juiste plek op het juiste moment, moet worden geleverd. Hiervoor is samenwerking
tussen eerstelijnszorgverleners, de medisch specialistische zorg, langdurige zorg
en het sociaal domein belangrijk. De invulling en realisatie hiervan zal zeker onderwerp
van gesprek zijn met alle partijen voor de inzet van de hoofdlijnakkoorden. Ten aanzien
van een domeinoverstijgende benadering hebben we ook arbeidsmarktvraagstukken en de
aanpak van administratieve lasten in de zorg in het vizier.
Het streven is om met sectorale hoofdlijnenakkoorden in de curatieve zorg een bijdrage
te leveren aan de beheersing van de budgettaire ontwikkeling in de zorg om ook de
zorg in de toekomst financieel houdbaar en van hoge kwaliteit te laten zijn. Dit levert
een structurele besparing op die oploopt tot € 1,9 miljard vanaf 2021. Overigens blijft
er dan in deze kabinetsperiode nog steeds een groei van de uitgaven in de ZVW over
van ca € 8 miljard. Om dit te realiseren zijn wij voornemens om met partijen zorginhoudelijke
afspraken te maken gekoppeld aan een beperking van de groei van de uitgaven. Wij denken
hierbij in aanvulling op de domeinoverstijgende vraagstukken als zorg op de juiste
plek aan afspraken rondom thema’s als kwaliteit van zorg, transparantie van zorguitkomsten,
toegankelijkheid en veiligheid van geneesmiddelen en gepast gebruik. Voor de hoofdlijnenakkoorden
geldt dat er momenteel oriënterende gesprekken plaatsvinden met partijen in het veld,
waarna «onderhandelingen» zullen volgen. Het proces is hiermee op soortgelijke wijze
vormgegeven als tijdens de onderhandelingen over hoofdlijnenakkoorden in de afgelopen
periode. Het streven is om de hoofdlijnenakkoorden in het voorjaar van 2018 te sluiten.
Ten aanzien van het nationaal preventieakkoord verkent Staatssecretaris Blokhuis momenteel
in een vijftal rondetafelgesprekken met vertegenwoordigers van diverse koepels en
organisaties de scope van een te sluiten Nationaal Preventieakkoord. Besproken wordt
met welke invulling een akkoord tot meerwaarde kan leiden ten opzichte van de programma’s
en initiatieven die reeds lopen. Op basis van deze gesprekken wordt vervolgens het
verdere proces met partijen ingericht. Het streven is om het nationaal preventieakkoord
voor de zomer van 2018 te sluiten.
De Minister voor Medische Zorg, B.J Bruins