34 775 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2018

Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2018

Naar aanleiding van een bij mijn ministerie ingediend WOB-verzoek van de Volkskrant ben ik zeer recentelijk op de hoogte gebracht van een niet goed verlopen aanbesteding van Rijkswaterstaat van een viertal Rigid Hull Inflatable Boats (RHIB’s) voor de Rijksrederij. Uw Kamer wil ik daar per ommegaande over informeren.

Helaas heb ik moeten constateren dat bij de aanbesteding voor twee van de vier RHIB’s een fout is gemaakt en dat ik daar te laat over ben geïnformeerd. Omdat de fout is gemaakt in de specificaties van Rijkswaterstaat en de RHIB’s wel conform eisen zijn opgeleverd, kunnen de hiermee gemoeide kosten (circa € 1 miljoen, inclusief voorbereidings- en begeleidingskosten) niet worden verhaald op derden.

In deze brief licht ik de aanbesteding en het verloop daarvan toe en beschrijf ik de maatregelen die zijn en worden genomen bij Rijkswaterstaat om te borgen dat zowel het aanbestedingsproces als de informatievoorziening op orde is. Tot slot informeer ik u over mogelijke inzet van de twee nieuwe RHIB's.

Aanleiding van de aanbesteding

De RHIB is een kleine, wendbare en snelle motorboot. De RHIB’s worden voor een groot aantal taken ingezet. Met name als bijboot van grote schepen en «boardings» op zee, zoals het aan boord gaan van andere schepen voor bijvoorbeeld controle of inspectie. De vier RHIB’s voor de schepen Barend Biesheuvel, de Zeearend en de Visarend waren verouderd en toe aan vervanging. Gezien de financiële omvang is de opdracht tot het leveren van RHIB’s aanbestedingsplichtig. Er is bij de aanbesteding van de opdracht tot het bouwen van de vier nieuwe RHIB’s gekozen voor twee afzonderlijke percelen van elk twee RHIB’s; deze opzet had als doel een zo groot mogelijke spreiding van de markt. De opdracht van het ene perceel, met de twee RHIB’s voor de Barend Biesheuvel, is gegund aan het Italiaanse bedrijf Arimar. De andere opdracht, met de twee RHIB’s voor de Zeearend en de Visarend, is gegund aan het Nederlandse bedrijf Work Ribs. De aanbesteding van de twee RHIB’s voor de Zeearend en Visarend is wel goed verlopen. In beide aanbestedingen is de uitvraag van de opdracht voor de twee RHIB’s functioneel gespecificeerd. Vanwege de afwijkende operationele inzet van de genoemde schepen verschilden de eisen aan de RHIB’s voor de Zeearend en de Visarend van de eisen aan de RHIB’s voor de Barend Biesheuvel. Zo zijn er bijvoorbeeld andere eisen gesteld aan de inzet, de rompvorm, het aantal motoren (één in plaats van twee), de vaarsnelheden en de windkrachten waarbij op de Noordzee nog veilig moest kunnen worden gevaren. De RHIB’s voor de Zeearend en de Visarend zijn opgeleverd in november 2015; ze worden inmiddels al tweeënhalf jaar naar tevredenheid gebruikt.

De aanbesteding van de twee RHIB’s voor de Barend Biesheuvel

In januari 2015 is de aanbesteding voor de RHIB’s van de Barend Biesheuvel gestart. In de uitvraag is met betrekking tot RHIB’s voor het eerst gewerkt met functioneel gespecificeerde eisen, waarbij wel eisen worden gesteld aan wat een RHIB moet kunnen, maar waarbij de opdrachtnemer vrij is in het ontwerp van de RHIB’s, zolang wordt voldaan aan de gestelde functionele eisen.

De complexiteit van het functioneel aanbesteden van RHIB’s is onderschat. Rijkswaterstaat heeft functionele eisen gesteld aan de omstandigheden waaronder de RHIB’s moeten kunnen opereren. De eis dat de RHIB’s veilig op de Noordzee moeten kunnen functioneren bij steile hoge golven, is onterecht alleen gekoppeld aan de kruissnelheid van de RHIB’s en niet aan de hoge vaarsnelheden.

Tijdens de eerste testvaarten, van maart tot en met juni 2016, ontstonden er bij de Rijksrederij twijfels over het vaargedrag en de rompvorm. Naar aanleiding van deze twijfels zijn er door Arimar nieuwe rompen voor de RHIB’s gebouwd. Arimar heeft de RHIB’s afgebouwd en in juli/augustus 2017 opgeleverd. De oplevering is geaccepteerd op respectievelijk 27 juli 2017 en 10 augustus 2017. Met deze acceptatie komt tot uitdrukking dat de opdracht door Arimar overeenkomstig het functioneel programma van eisen is uitgevoerd.

Daarop heeft de Rijksrederij besloten de RHIB’s verder te laten testen alvorens ze operationeel in te zetten. Maritime Research Institute Netherlands (Marin) heeft deze testen uitgevoerd. Marin heeft daarbij vastgesteld dat het risico bestaat dat de RHIB’s bij een combinatie van hoge vaarsnelheid en hoge, steile golven (zoals deze voorkomen op de Noordzee) achterover zouden kunnen slaan. Omdat, zoals gezegd, in de functionele eisen die zijn uitgevraagd slechts een koppeling is gelegd tussen het veilig kunnen functioneren op de Noordzee bij hoge, steile golven en de kruissnelheid van 6 knopen (en een koppeling met hogere vaarsnelheden ontbreekt), is het niet mogelijk om Arimar hierop aan te spreken.

Uiteindelijk is 18 december 2017 vastgesteld dat het een onoplosbaar manco is, en vanwege dit veiligheidsrisico is door de Rijksrederij besloten de RHIB’s niet in te zetten voor de Barend Biesheuvel. Van dit besluit is de Kustwacht op de hoogte gebracht.

Hoe verder met de RHIB’s

Omdat de RHIB’s niet konden worden ingezet voor de Barend Biesheuvel, is gekeken naar de inzetbaarheid van deze RHIB’s bij andere taakuitvoering door de Rijksrederij:

op de Noordzee of op ruime kustwateren zoals bijvoorbeeld de Westerschelde zijn de RHIB’s niet inzetbaar vanwege de eerder genoemde beperkingen;

binnenwateren: de Rijksrederij gebruikt RHIB’s op de binnenwateren in hoofdzaak voor patrouille. Daarvoor zijn deze specifieke RHIB’s niet inzetbaar. Zo zijn ze bijvoorbeeld te groot om aan boord van de bestaande vloot mee te nemen, en zijn ze qua vorm en ontwerp niet geschikt voor het boarden van kleinere vaartuigen.

Vervolgens heeft Rijkswaterstaat besloten om de RHIB’s, door tussenkomst van de Dienst der Domeinen, te verkopen. De gestelde termijn voor de veiling is inmiddels afgelopen en de RHIB’s zijn niet verkocht. Ik heb, zodra ik afgelopen week kennis kreeg van dit dossier door het WOB-verzoek van de Volkskrant, uitleg gevraagd aan Rijkswaterstaat over deze aanbesteding en de poging tot verkoop van de twee RHIB’s door Dienst der Domeinen. Daarop heb ik Rijkswaterstaat de opdracht gegeven om te onderzoeken of de RHIB’s op een andere plek inzetbaar zijn. Mogelijkheden die nu worden bekeken omvatten onder meer inzet in de Caraïben. Er is inmiddels een nieuw aanbestedingstraject gestart voor de levering van twee RHIB’s voor de Barend Biesheuvel.

Verbeteringen bij Rijkswaterstaat

Ik heb de directeur-generaal van Rijkswaterstaat opdracht gegeven om de Auditdienst Rijk te verzoeken onderzoek te doen hoe in dit dossier de besluitvorming en informatievoorziening binnen Rijkswaterstaat is verlopen en hoe dit in de toekomst beter kan.

Vooruitlopend op het onderzoek van de Auditdienst heeft Rijkswaterstaat wel al de volgende verbeterpunten doorgevoerd voor nieuwe aanbestedingen:

de bij de aanbesteding betrokken marktpartijen worden vooraf betrokken bij taakuitvoering van het vaartuig.

gebruik maken van bewezen technieken: bij de aanbesteding van de RHIB’s wordt als uitgangspunt genomen een RHIB die op het moment van aanbesteding reeds beschikbaar is op de markt (in plaats van een aanbesteding waar ontwerp en bouw wordt uitgevraagd);

bij het formuleren van de contracteisen wordt meer expertise ingezet, en op basis daarvan zullen specifieke, duidelijke en objectief geformuleerde eisen worden opgenomen met betrekking tot de vaareigenschappen. Daarbij wordt samengewerkt met Marin en worden deskundigen van de Politie en Defensie worden betrokken bij de aanbesteding van de RHIB’s.

de RHIB’s die beschikbaar zijn bij de bij de aanbesteding betrokken marktpartijen, plus de ontwerpen, zullen worden getest en bij deze tests zal Marin worden betrokken. Deze tests worden opgenomen als onderdeel van de gunningscriteria bij de aanbesteding.

Tot slot

Ik zal uw Kamer informeren zodra het rapport van de Auditdienst is opgeleverd. En uiteraard ook indien er meer informatie bekend is over de nieuwe aanbesteding en een eventuele oplossing om de twee ongebruikte RHIB’s in te zetten.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven