Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2018
Naar aanleiding van de discussie over de aanslag in Salisbury tijdens de Europese
Raad op 22 maart jongstleden, informeert het kabinet uw Kamer hierbij over de nadere
maatregelen waartoe het kabinet heeft besloten in het licht van de ernst van de aanslag.
De Europese Raad van 22 maart jongstleden heeft de aanslag in Salisbury in de sterkst
mogelijke bewoordingen veroordeeld en heeft geconcludeerd dat hij het eens is met
de analyse van het Verenigd Koninkrijk dat het zeer waarschijnlijk is dat Rusland
verantwoordelijk is en dat er geen geloofwaardige alternatieve verklaring is. De Europese
Raad heeft verder zijn volledige solidariteit betuigd met het Verenigd Koninkrijk.
De Europese Raad heeft verder gesteld dat het gebruik van chemische wapens, inclusief
het gebruik van toxische stoffen als wapen, onacceptabel is. Het gebruik ervan dient
in alle gevallen ten strengste te worden veroordeeld en vormt een veiligheidsdreiging
voor alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Raad concludeerde tevens dat
lidstaten onderling zullen overleggen over consequenties naar aanleiding van deze
aanslag. De Europese Unie zal deze kwestie en de implicaties ervan nauwgezet blijven
volgen.
Op 26 maart heeft een speciaal ingelaste EU-vergadering in Brussel plaatsgevonden
waar is gesproken over de opvolging van de Europese Raad van 22 maart. De voorzitter
van de Europese Raad geeft op 26 maart een verklaring af over dit vraagstuk.
In het licht van de conclusies van de Europese Raad heeft het kabinet in nauw overleg
met bondgenoten en partners besloten dat het op korte termijn twee Russische inlichtingenmedewerkers
die in Nederland werkzaam zijn, zal uitzetten. Zij zullen Nederland binnen twee weken
moeten verlaten. Het kabinet zal de Russische Federatie hierover op 26 maart informeren.
Andere bondgenoten en EU-lidstaten hebben gelijksoortige maatregelen genomen of zullen
dat op korte termijn doen. Nederland zal de komende dagen en weken in voortdurend
overleg met bondgenoten en partners de kwestie en de implicaties ervan nauwgezet blijven
volgen en uw Kamer hierover blijven informeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren