34 773 Gevolgen van de orkaan Irma

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2017

Op 6 september heeft orkaan Irma een spoor van verwoesting getrokken door het Caribisch gebied. Ook het Koninkrijk der Nederlanden is zwaar getroffen op de Bovenwindse eilanden, in het land Sint Maarten en de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius. De eerste rapportages die ons bereiken zijn zeer zorgwekkend, ondanks dat het beeld van de impact van de orkaan op de eilanden nog niet compleet is.

Het voorlopig beeld is dat op Sint Maarten tijdens de orkaan zeker één dodelijk slachtoffer en enkele gewonden te betreuren zijn. Zeker is dat de materiële schade enorm is en dat dit grote gevolgen heeft voor de bereikbaarheid van het eiland en de beschikking over basisvoorzieningen voor de bewoners, waaronder huisvesting, water en elektriciteit. De komende dagen wordt het Caribisch gebied opnieuw getroffen door de op de Atlantische oceaan actieve orkaan Jose. De impact daarvan voor de Bovenwindse eilanden is onzeker. Een tweede orkaan/tropische storm, los van zijn omvang, zal echter opnieuw een zware klap voor de eilanden betekenen. Ook de opgestarte hulpverlening wordt hierdoor ernstig bemoeilijkt.

In deze brief geef ik namens het kabinet een korte schets van de situatie en de opgestarte noodhulp. Het kabinet staat, zover als mogelijk is door de moeizame communicatieverbindingen, in contact met de lokale autoriteiten en leeft intens mee met de bewoners van de getroffen eilanden. De regering heeft de afgelopen dagen benadrukt dat Nederland de inwoners van zowel Sint Maarten als Saba en Sint Eustatius niet in de steek zal laten; Nederland zal hen bijstaan in onmiddellijke hulp en bijstand, en bij herstel- en wederopbouw. Ook de regeringen van Aruba en van Curaçao hebben hun hulp en bijstand ruimhartig aangeboden.

Namens de Nederlandse regering heb ik de afgelopen dagen, zo goed en kwaad als dat kon, overleg gehad met de gouverneur en Minister-President van Sint Maarten, alsmede diens gevolmachtigd Minister, en de gezaghebbers van Saba en Sint Eustatius. Er is voordurend contact met het coördinerend crisisteam op Curaçao en met het crisisteam van de Rijksvertegenwoordiger voor Caribisch Nederland.

Namens de regering herhaal ik de grote waardering voor de inzet van de militaire en politiediensten in de regio en vanuit Nederland en voor andere diensten en ministeries die zich onvermoeibaar inzetten.

Korte situatieschets

Sint Maarten

Op Sint Maarten is sprake van grootschalige verwoesting van infrastructuur, van huizen en bedrijven. Veel bewoners zijn dakloos geworden. Er liggen forse uitdagingen in de noodhulp door beperkte toegang tot het eiland. Ook de ondersteuning van het lokaal bestuur wordt hierdoor bemoeilijkt. Basisvoorzieningen zijn beperkt voorradig. Er is geen stroom, geen benzine, geen stromend water en een moeizame communicatievoorziening. Ook is er sprake van plunderingen en andere openbare ordeverstoringen. Prioriteit ligt momenteel bij voorzien in water en voedsel, bijstand voor de openbare orde handhaving, en het herstel van de infrastructuur die benodigd is voor het aanleveren van hulpgoederen. Ook wordt alles op alles gezet om patiënten die in kritieke toestand verkeren met spoed van Sint Maarten op te halen. Hiervoor worden vliegtuigen van Defensie en ambulance helikopters vanaf Sint Eustatius ingezet.

Saba

Op Saba zijn geen dodelijke slachtoffers of ernstige gewonden te betreuren. De gezaghebber van Saba, de heer Johnson, heeft te kennen gegeven dat de infrastructuur (wegen, lucht- en zeehaven) op orde lijkt, maar dat er aan de huizen de nodige materiële schade is ontstaan. Militairen die aanwezig zijn op het eiland helpen momenteel de bevolking van Saba die zelf met man en macht aan de slag zijn, met de eerste herstelwerkzaamheden.

Sint Eustatius

Informatie van de waarnemend gezaghebber van Sint Eustatius, de heer Woodley, bevestigt dat ook op Sint Eustatius geen dodelijke slachtoffers of ernstig gewonden zijn. Er is vooral veel schade ontstaan aan de natuur en huizen. De elektriciteitsvoorziening die is geraakt wordt momenteel weer opgebouwd. De zee- en luchthaven zijn operationeel maar vooralsnog beperkt beschikbaar.

Voor zowel Saba als Sint Eustatius zal de behoefte aan noodhulp de komende periode met name bestaan in herstelwerkzaamheden en aanvulling van de water- en voedselvoorraad, waarvan deze twee eilanden afhankelijk zijn van Sint Maarten. Voor de gezondheidszorg wordt gezocht naar mogelijkheden om de noodzakelijke medische zorg die normaal gesproken op Sint Maarten plaatsvindt elders doorgang te laten vinden.

Opgestarte noodhulp

Na het verzoek om militaire bijstand zijn, in de aanloop naar Irma, circa 100 militairen vanuit Curaçao en Aruba gestationeerd op de drie Bovenwindse eilanden, bovenop de permanent aanwezige circa 35 man. Dit met het doel om direct na de passage de lokale autoriteiten te kunnen ondersteunen en noodhulp te kunnen verlenen. Een aanvullende inzet van circa 100 man is voorbereid en onderweg. Primaire taken zijn het redden van levens en het in kaart brengen van het schadebeeld zodat hulpverlening gericht op gang kan komen. De militairen worden tevens ingezet voor het handhaven van de openbare orde en assisteren bij de beveiliging van het vliegveld en diverse belangrijke checkpoints op het eiland. Direct na de passage zijn in Nederland beschikbare noodrantsoenen en drinkwater, alsmede specialistisch personeel en materieel verzameld. 24 uur na de storm is vanuit Eindhoven een KDC-10 strategisch militair transportvliegtuig vertrokken naar Curaçao. Een Hercules transportvliegtuig is naar het gebied afgereisd om een luchtverbinding tussen de Beneden- en Bovenwinden te starten. Vanuit Curaçao zijn de marineschepen Zr. Ms. Zeeland en Pelikaan naar Sint Maarten gevaren met aan boord zwaarder materieel en extra militairen. De KDC-10 zal mogelijk een tweede vlucht vanuit Nederland maken en tevens is een vlucht met een C-17 transportvliegtuig gepland voor 8 september.

De commandant der zeemacht in het Caribisch gebied leidt militaire noodhulp vanaf Curaçao, die zich concentreert op Sint Maarten, maar ook op de eilanden Sint Eustatius en Saba. Curaçao functioneert als tussenstation voor de vluchten met materieel en personeel, in ieder geval zolang de luchthaven van Sint Maarten niet toegankelijk is. De volgende prioriteitstelling geldt voor de militaire bijstand ter plaatse: het redden van levens, het ondersteunen van het lokale gezag bij het handhaven van de openbare orde, het in kaart brengen van het schadebeeld en het herstellen van vitale infrastructuur.

Samenwerking met Frankrijk en andere partners

Het Koninkrijk en Frankrijk trekken samen op en bepalen gezamenlijk hoe de bevolking op Sint Maarten het beste kan worden ondersteund zodra er meer duidelijkheid is over de gevolgen en de schade. Op operationeel, diplomatiek en politiek niveau is er continu contact en samenwerking, en worden mensen vanuit Defensie en Buitenlandse Zaken ingezet om de eerste hulp vorm te geven.

In overleg met Sint Maarten en samen met Frankrijk en andere partners zal ook in Europees verband een mechanisme van noodhulp worden geactiveerd.

Ondertussen hebben ook diverse andere landen in de regio, zoals de Verenigde Staten, zich bereid getoond waar nodig assistentie te verlenen. Ook met het Verenigd Koninkrijk wordt hierover goed contact onderhouden.

Internationale hulp en samenwerking

Ook eilanden die niet onder het Koninkrijk vallen zijn zwaar getroffen. Onder andere Antigua en Barbuda ondervinden de gevolgen van Irma. Op veel plekken is nog niet duidelijk wat de exacte schade is. Dat wordt momenteel in kaart gebracht. De VN heeft drie teams naar het gebied gebracht. Zij houden zich bezig met assessments, analyses en informatie management. Ook de EU stuurt een team van experts naar het gebied. Tegelijkertijd is het Rode Kruis op veel eilanden direct in actie gekomen met het leveren van noodhulp.

Nederland legt de focus van de noodhulp op de eilanden van het Koninkrijk der Nederlanden. Het vergeet de andere landen in het Caribisch gebied echter niet. Zo heeft Nederland een expert met het EU-team meegestuurd.

Tot slot

De komende periode ligt de nadruk en focus op de noodhulp aan onze Koninkrijksgenoten. Nadat de basisvoorzieningen op orde zijn, ligt ook een lange periode van wederopbouw voor ons. Met name op Sint Maarten vraagt dat een grote inspanning van het land en zijn bewoners, en ook voor Saba en Sint Eustatius is het nodige te doen. Ook dan zal Nederland, net als in het verleden, ondersteuning bieden. Over de aanzetten daartoe zal ik u binnenkort informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven