34 654 Wijziging van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector naar aanleiding van de wetsevaluatie (Evaluatiewet WNT)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben,dat het wenselijk is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector op enkele punten te verbeteren naar aanleiding van de eerste evaluatie van die wet, inzake ondermeer de administratieve lasten voor rechtspersonen en instellingen die onder de reikwijdte van de wet vallen, de normering van ontslagvergoedingen, het tegengaan van wetsontwijking en de instrumenten voor monitoring en evaluatie van de wet;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel b wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 6°. degene die een functie als bedoeld onder 1° tot en met 5° voor een periode van ten minste twaalf kalendermaanden heeft vervuld en daarna bij dezelfde rechtspersoon of instelling een dienstverband behoudt, voor een periode van vier jaar vanaf het tijdstip dat niet langer de functie als bedoeld onder 1° tot en met 5° wordt vervuld, met uitzondering van bij regeling van Onze Minister aan te wijzen functies;

2. Onderdeel c komt te luiden:

c. partijen:

de rechtspersoon waartoe de verantwoordelijke behoort en de topfunctionaris die een bezoldiging zijn overeengekomen als tegenprestatie voor de uitvoering van de aan de topfunctionaris opgedragen taken en, ingeval een topfunctionaris de opgedragen taken vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking, tevens de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de topfunctionaris ter beschikking stelt.

3. In onderdeel i wordt «een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift» vervangen door: een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst of van een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden, of uit een wettelijk voorschrift.

4. Onderdeel k, onder 2°, komt te luiden:

  • 2°. ingeval een topfunctionaris de opgedragen taken vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking, aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de topfunctionaris ter beschikking stelt, of

5. Onderdeel m wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan de aanhef wordt de volgende zinsnede toegevoegd: , waarop niet reeds op grond van een andere bepaling van deze wet paragrafen 2, 3 of 4 van toepassing zijn

b. In onder 2°, wordt «invloed» vervangen door: invloed van betekenis.

B

In artikel 1.2, tweede lid, wordt na «van toepassing op» een zinsnede toegevoegd, luidende: de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, en.

C

Artikel 1.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt «invloed» vervangen door «invloed van betekenis».

2. In onderdeel c wordt «waaraan voor een periode van ten minste drie achtereenvolgende kalenderjaren een of meer subsidies zijn verleend» vervangen door «die voor een periode van drie achtereenvolgende kalenderjaren een of meer subsidies hebben ontvangen» en «inkomsten» vervangen door: opbrengsten.

D

Na artikel 1.5 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1.5a

Deze wet is niet van toepassing op het deel van de werkzaamheden als arts, tandarts of apotheker als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, de werkzaamheden in een specialisme van die beroepen als bedoeld bij of krachtens artikel 14 van die wet alsmede de werkzaamheden als klinisch chemicus of als klinisch fysicus van degene die bij of krachtens artikel 34 van die wet gerechtigd is die titel te voeren.

E

Artikel 1.6, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Indien een onverschuldigde betaling niet ongedaan is gemaakt voor 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarin de onverschuldigde betaling heeft plaatsgevonden, wordt over de onverschuldigde betaling rente in rekening gebracht. Deze rente is gelijk aan de ingevolge artikel 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijke Wetboek bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wettelijke rente, bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van dat wetboek, met dien verstande dat die ten minste vier procent bedraagt. Deze rente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt op 1 januari van het jaar nadat de onverschuldigde betaling heeft plaatsgevonden en eindigt op de dag voorafgaand aan die van ongedaanmaking.

F

Na artikel 1.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.6a

  • 1. Indien een topfunctionaris met verschillende rechtspersonen of instellingen waarop paragraaf 2 of 3 van toepassing is een dienstbetrekking aangaat als topfunctionaris, niet zijnde als lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste toezichthoudende organen van die rechtspersonen of instellingen, bedraagt de som van de bezoldigingen niet meer dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, dan wel een voor een van de dienstbetrekkingen van toepassing zijnd hogere bezoldigingsmaximum.

  • 2. Voor zover partijen een hogere bezoldiging overeenkomen dan op grond van het eerste lid is toegestaan, is het deel van de betalingen dat dit maximum overschrijdt ten aanzien van de meest recent overeengekomen bezoldiging onverschuldigd betaald.

  • 3. Indien het eerste lid van toepassing is informeert de topfunctionaris onverwijld de rechtspersoon of instelling waarbij hij reeds een dienstbetrekking heeft, alsmede de rechtspersoon of instelling met waarmee hij een dienstbetrekking aangaat.

G

Artikel 1.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «op grond van deze wet» vervangend door «bij of krachtens deze wet» en wordt na «Wetboek» ingevoegd: , tenzij bij regeling van Onze minister anders is bepaald.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

H

In artikel 1.9, tweede lid, wordt «Onverminderd de artikelen 2.11 en 3.8 kunnen bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur kunnen.

I

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede «Een topfunctionaris die tevens werkzaam is» wordt vervangen door: Een topfunctionaris die een dienstverband heeft of die werkzaam is.

b. Er wordt aan het eind een zin toegevoegd, luidende: Een topfunctionaris die bij dezelfde rechtspersoon een ander dienstverband heeft of werkzaamheden verricht in een functie anders dan bedoeld in artikel 1.1, onderdeel b, en de verantwoordelijke komen geen bezoldiging overeen die meer bedraagt dan de maximale bezoldiging bedoeld in artikel 2.3.

2. In het zesde lid wordt «artikel 2.4, 2.6 of 2.7» vervangen door: artikel 2.4, 2.5, 2.6 of 2.7.

J

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «Artikel 2.1, derde en vierde lid, eerste volzin» vervangen door: Artikel 2.1, derde lid.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien de functie van lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste toezichthoudende organen wordt vervuld anders dan op grond van een dienstbetrekking.

K

In artikel 2.3, tweede lid, wordt «aangepast» vervangen door «gewijzigd» en wordt «afgerond» vervangen door: naar boven afgerond.

L

Artikel 2.4 komt te luiden:

Artikel 2.4

  • 1. Onze Minister wie het aangaat en Onze Minister kunnen in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad gezamenlijk besluiten dat partijen een bij dat besluit vast te stellen bezoldiging mogen overeenkomen die hoger is dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3.

  • 2. Een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend bij Onze Minister wie het aangaat.

  • 3. Onze Minister wie het aangaat kan zelfstandig besluiten tot afwijzing van een verzoek als bedoeld in het tweede lid.

  • 4. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

M

In artikel 2.5 wordt «de maximumbezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, zoals dit artikel luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT» vervangen door: 130 procent van de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid.

N

In artikel 2.6, eerste lid, wordt «gehoord Onze Minister» vervangen door «in overeenstemming met Onze Minister» en wordt voor «in de maand november» ingevoegd: uiterlijk.

O

Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Bij ministeriële regeling van Onze Minister wie het aangaat» vervangen door: Bij regeling van Onze Minister wie het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister,.

2. In het tweede lid wordt «gehoord Onze Minister» vervangen door «in overeenstemming met Onze Minister» en wordt voor «in de maand november» ingevoegd: uiterlijk.

P

Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

2. In het derde lid, wordt «dienstverband beëindigt» vervangen door: dienstverband is geëindigd.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing indien de topfunctionaris, in de periode vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband, geen taken meer vervult op grond van een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst, een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden, of een wettelijk voorschrift.

  • 5. In afwijking van het eerste lid komen partijen met betrekking tot leden, onderscheidenlijk voorzitters, van de hoogst toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen f, g en h, en artikel 1.3 geen uitkeringen wegens beëindiging van een dienstverband overeen die meer bedragen dan tien, onderscheidenlijk vijftien procent van de op grond van het eerste lid geldende maximale uitkeringen.

Q

Artikel 2.11 vervalt.

R

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede «Een topfunctionaris die tevens werkzaam is» wordt vervangen door: Een topfunctionaris die een dienstverband heeft of die werkzaam is.

b. Er wordt aan het eind een zin toegevoegd, luidende: Een topfunctionaris die bij dezelfde op de bijlage bij artikel 1.4, eerste lid, genoemde rechtspersoon een ander dienstverband heeft of werkzaamheden verricht in een functie anders dan bedoeld in artikel 1.1, onderdeel b, en de verantwoordelijke komen geen bezoldiging overeen die meer bedraagt dan het voor die rechtspersoon geldende bedrag, bedoeld in artikel 3.3 of artikel 3.4, tweede lid.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het tweede tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien voor partijen op grond van artikel 3.4 een van artikel 3.1 afwijkend bedrag is vastgesteld.

S

Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 3.1, eerste lid» vervangen door «artikel 3.1, eerste lid,» en wordt «, artikel 3.4 of artikel 3.5» vervangen door: of artikel 3.4.

2. In het tweede lid wordt «Artikel 3.1, vierde en vijfde lid, eerste volzin» vervangen door: Artikel 3.1, vierde lid.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien de functie van lid, onderscheidenlijk voorzitter van de hoogste toezichthoudende organen wordt vervuld anders dan op grond van een dienstbetrekking.

T

In de artikel 3.3 wordt «gehoord Onze Minister» vervangen door «in overeenstemming met Onze Minister» en wordt voor «in de maand november» ingevoegd: uiterlijk.

U

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Bij ministeriële regeling van Onze Minister wie aangaat» vervangen door: Bij regeling van Onze Minister wie het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister,

2. In het tweede lid, wordt «gehoord Onze Minister» vervangen door: «in overeenstemming met Onze Minister.

V

Artikel 3.7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «Bij algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

2. In het derde lid wordt «dienstverband beëindigt» vervangen door: dienstverband is geëindigd.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing indien de topfunctionaris, in de periode vooruitlopend op de beëindiging van het dienstverband, geen taken meer vervult op grond van een algemene bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst, van een van toepassing zijnde collectieve regeling die is overeengekomen met verenigingen van werknemers of ambtenaren die bevoegd zijn afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden, of een wettelijk voorschrift.

  • 5. In afwijking van het eerste lid komen partijen met betrekking tot leden, onderscheidenlijk voorzitters, van de hoogst toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen f, g en h, en artikel 1.3 geen uitkeringen wegens beëindiging van een dienstverband overeen die meer bedragen dan tien, onderscheidenlijk vijftien procent van de op grond van het eerste lid geldende maximale uitkeringen.

W

Artikel 3.8 vervalt.

X

Paragraaf 4 komt te luiden:

§ 4 Openbaarmaking

Artikel 4.1

  • 1. In het financieel verslaggevingsdocument worden van iedere topfunctionaris de bij regeling van Onze Minister vast te stellen gegevens inzake bezoldiging of uitkering wegens beëindiging van het dienstverband vermeld. De gegevens over een topfunctionaris bevatten in ieder geval diens naam.

  • 2. In het financieel verslaggevingsdocument worden ten aanzien van een ieder in dienstbetrekking, anders dan degenen bedoeld in het eerste lid, en van wie de bezoldiging van diens functie of functies de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, te boven is gegaan de bij regeling van Onze Minister vast te stellen gegevens vermeld, waarbij artikel 2.1, tweede lid, van overeenkomstige toepassing is.

  • 3. Met het oog op het beperken van de informatieverplichtingen op grond van deze wet kunnen bij regeling van Onze Minister nadere regels worden gesteld ten aanzien van het eerste en tweede lid, alsmede kan worden voorzien in een beperking of vrijstelling van de in het eerste en tweede lid bedoelde openbaarmakingsplicht.

  • 4. Het in het eerste en tweede lid genoemde financieel verslaggevingsdocument wordt openbaar gemaakt. Bij regeling van Onze Minister worden hiertoe nadere regels gesteld.

  • 5. Bij ministeriële regeling van Onze Minister wie het aangaat kan worden bepaald dat de verantwoordelijke tevens langs elektronische weg uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het boekjaar de gegevens bedoeld in het eerste en tweede lid aan Onze Minister wie het aangaat verstrekt.

Artikel 4.2

Rechtspersonen en instellingen die de op grond van artikel 4.1, eerste en tweede lid, vastgestelde gegevens inzake bezoldiging of uitkering wegens beëindiging van het dienstverband in het financieel verslaggevingsdocument opnemen, kunnen afzien van het opnemen in dat document van de verantwoording van bezoldigingsinformatie op grond van de artikel 383, eerste lid, en artikel 383c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voor zover op hen van toepassing. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld.

Y

Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De aanhef komt te luiden:

De accountant, bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, meldt een onverschuldigde betaling aan Onze Minister indien een vordering uit onverschuldigde betaling op een topfunctionaris, en in de gevallen waarin een topfunctionaris de opgedragen taken vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking, op de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de topfunctionaris ter beschikking stelt:.

b. In onderdeel b vervalt de zinsnede «, gewezen topfunctionaris,» en wordt «, bedoeld in de artikelen 2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde lid» vervangen door: waarin een topfunctionaris de opgedragen taken vervult anders dan op grond van een dienstbetrekking.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Indien het financieel verslaggevingsdocument bedoeld in artikel 4.1, niet de juiste voorgeschreven gegevens bevat, meldt de accountant de ontbrekende gegevens aan Onze Minister.

Z

In artikel 5.3 wordt «Belastingdienst» vervangen door: «Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, de Kamer van Koophandel» en vervalt de zinsnede: ten behoeve van een topfunctionaris.

AA

In artikel 5.4 wordt «de paragrafen 2 en 3» vervangen door: deze wet.

AB

Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid komt «of de gewezen topfunctionaris» telkens te vervallen.

2. In het tweede lid wordt «, bedoeld in de artikelen 2.1, vierde lid, en 3.1, vijfde lid,» vervangen door: waarin een topfunctionaris de opgedragen taken uitvoert anders dan op grond van een dienstbetrekking.

AC

In artikel 5.6, eerste lid, wordt «op grond van de artikelen 4.1 en 4.2» vervangen door: op grond van artikel 4.1.

AD

Paragraaf 6 vervalt.

AE

Artikel 7.1 komt te luiden:

Artikel 7.1

  • 1. Onze Minister zendt jaarlijks voor 31 december aan de Staten-Generaal een overzicht van de geconstateerde overtredingen en de getroffen handhavingsmaatregelen.

  • 2. Ten behoeve van het overzicht, bedoeld in het eerste lid, verstrekken Onze Ministers wie het aangaan aan Onze Minister alle gegevens van de geconstateerde overtredingen en de getroffen handhavingsmaatregelen.

AF

Artikel 7.2 komt te luiden:

Artikel 7.2

Onze Minister zendt in 2020, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

AG

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zevende lid vervalt onder vernummering van het achtste tot en met elfde lid tot zevende tot en met tiende lid.

2. In het zevende lid (nieuw) vervalt de zinsnede: onderscheidenlijk artikel 3.1.

AH

In artikel 7.3a, eerste en tweede lid, wordt «artikel 7.3, negende lid» telkens vervangen door: artikel 7.3, achtste lid.

AI

Na artikel 7.3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.3b

  • 1. Artikel 1.1, onderdeel b, onder 6°, is niet van toepassing op de functionaris met een dienstverband als topfunctionaris dat is aangegaan voor inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT.

  • 2. Indien een dienstverband waarop dit artikel van toepassing is wordt verlengd, blijft dit artikel na de verlenging buiten verdere toepassing.

AJ

Artikel 7.4 komt te luiden:

Artikel 7.4

  • 1. Indien op enig moment de bezoldiging van een minister ten minste € 500 hoger is dan het bedrag genoemd in artikel 2.3, eerste lid, kan dat bedrag bij regeling van Onze Minister worden gewijzigd in het bedrag van de bezoldiging van een minister, en wordt naar boven afgerond op een duizendvoud in euro’s.

  • 2. De ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de verhoging van de bezoldiging van een minister in werking is getreden. Indien de verhoging van de bezoldiging van een minister in enig jaar van kracht is geworden voor 1 december, wordt terugwerkende kracht verleend aan deze ministeriële regeling tot 1 januari van het desbetreffende jaar.

AK

Artikel 7.5 komt te luiden:

Artikel 7.5

Een verzoek tot het nemen van een besluit als bedoeld in de artikelen 2.4, eerste lid, 2.6, tweede lid, 2.7, derde en vierde lid, en 3.4, derde en vierde lid, wordt genomen binnen zestien weken na ontvangst van het verzoek.

AL

De artikelen 7.6 tot en met 7.8 vervallen.

AM

In artikel 7.10 wordt «Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector» vervangen door: Wet normering topinkomens.

AN

In de opschriften bij bijlage 1, 2, en 4 wordt «Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector» telkens vervangen door: Wet normering topinkomens

AO

Bijlage 1 bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder het opschrift Ministerie van Veiligheid en Justitie wordt in onderdeel 4 «behoudens behoudens» vervangen door: behoudens.

2. Onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 14. Het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

3. Onder het opschrift Ministerie van Buitenlandse Zaken komen de onderdelen te luiden:

  • 1. In Nederland gevestigde rechtspersonen die een subsidie ontvangen krachtens de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken die in een kalenderjaar meer bedraagt dan € 500.000 en die tezamen met een andere vanwege de centrale overheid verstrekte subsidie meer dan 50% van de jaarlijkse opbrengsten van de rechtspersoon in dat kalenderjaar.

  • 2. De Stichting Radio Nederland Wereldomroep, bedoeld in artikel 2.72 van de Mediawet 2008.

AP

Bijlage 3 bij artikel 1.4, eerste lid, komt te luiden:

Bijlage 3. bij artikel 1.4, eerste lid, van de Wet normering topinkomens

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • 1. De zorgverzekeraars, bedoeld in de Zorgverzekeringswet.

  • 2. In afwijking van artikel 1.3, eerste lid, onderdeel a, de Wlz-uitvoerders, bedoeld in de Wet langdurige zorg.

AQ

In bijlage 4 bij artikel 1.5, eerste lid, vervalt de aanduiding «1».

AR

De tabel «Oud Nieuw» na bijlage 4 vervalt.

ARTIKEL II

  • 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt Artikel I, onderdeel I, onder 2, en onderdeel R, onder 2, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

  • 3. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel X, in werking op 1 januari van het jaar na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst. De verantwoordelijke is bevoegd de bij en krachtens paragraaf 4 van de Wet normering topinkomens gestelde regels toe te passen op financieel verslaggevingsdocumenten die worden opgesteld over boekjaren die zijn aangevangen vóór die datum.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Evaluatiewet WNT.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven