34 550 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2017

Nr. 48 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2016

In de aangenomen motie van de leden Ypma en Straus constateert uw Kamer dat er in het land verschillende initiatieven zijn voor alle kinderen tussen de 0–18 jaar met een doorgaande leerlijn en een rijk onderwijsaanbod, die soms moeilijk van de grond komen. De Promise Academy Charlois in Rotterdam is daarvan een voorbeeld. In de motie wordt verzocht om met de betrokken partners van dit initiatief in gesprek te gaan om te kijken hoe het financiële gat kan worden gedicht om dit initiatief mogelijk te maken.1 In deze brief informeer ik uw Kamer over de manier waarop deze motie is ingevuld en de uitkomsten van de gesprekken die hierover zijn gevoerd.

In de afgelopen periode hebben gesprekken plaatsgevonden met de betrokkenen bij het PAC (het schoolbestuur, de directeuren van de betrokken PO- en VO-school en de gemeente Rotterdam/Nationaal Programma Rotterdam Zuid). In de gesprekken zijn meerdere opties verkend om dit initiatief een stap verder te brengen. Daarbij zijn financiële mogelijkheden verkend op landelijk niveau (lerarenontwikkelfonds, jeugdeducatiefonds), vanuit de gemeente (gemeentelijke onderwijsachterstandsmiddelen), vanuit het bestuur (eigen middelen vanuit BOOR) en private fondsen. BOOR is de afgelopen periode verder gegaan met de uitwerking van het PAC. Dat vliegen zij pragmatisch aan: zij kijken wat er te realiseren is met de beschikbare en mogelijk nog extra aan te boren middelen. De betrokkenen bij het PAC hebben aangegeven dat zij met de huidige middelen eerste stappen kunnen zetten, dat zij concrete aanknopingspunten hebben voor verschillende kanalen waarmee zij mogelijk extra middelen kunnen aanboren en dat zij op dit moment vooral behoefte hebben aan denkkracht vanuit soortgelijke initiatieven en zo nodig vanuit OCW.

Vervolgens is tevens verkend waar inhoudelijke ondersteuningsmogelijkheden zijn. Dit heeft ertoe geleid dat het PAC zich heeft aangesloten bij het netwerk van «tienercolleges». 2 De betrokkenen bij het PAC zijn hier enthousiast over, onder meer omdat zij kunnen leren van het denkwerk en de ervaringen van soortgelijke initiatieven. Tevens verkent BOOR momenteel of zij wil aanhaken bij de Gelijke Kansen Alliantie. De betrokkenen bij het PAC waren in het laatste gesprek positief over de gemaakte afspraken en gaven aan dat zij op basis hiervan volgende stappen kunnen zetten.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 34 300 VIII, nr. 35.

X Noot
2

«Tienercolleges» is een verzamelnaam voor allerlei varianten waarin onderwijs anders wordt georganiseerd (bijvoorbeeld wensen t.a.v. een aanbod voor 0 – 20 jarigen, kopklassen op de basisschool of aparte gebouwen met groep 7 en 8 samen met klas 1 en 2). Er bestaat een netwerk van 20 tot 30 scholen met soortgelijke initiatieven, die onderling kennis en ervaringen uitwisselen.

Naar boven