Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2016
U heeft de Onderwijsraad gevraagd advies uit te brengen over de aansluiting tussen
het middelbaar beroepsonderwijs enerzijds en het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt
anderzijds1. U heeft de raad verzocht in dat advies aandacht te besteden aan zowel de initiële
opleidingen als aan een leven lang leren.
Middelbaar opgeleiden zijn in toenemende mate kwetsbaar als het gaat om hun arbeidsmarktpositie
en scholings-deelname in het kader van een leven lang leren. Daarom heeft de raad
ervoor gekozen om zich alleen te richten op het middelbaar beroepsonderwijs. De raad
is van mening dat hoogwaardig vakmanschap voortdurend op peil moet worden gehouden;
voltooiing van de initiële opleiding is daarvoor niet langer voldoende. Voor middelbaar
opgeleiden is een leven lang leren van belang en de aanzet daartoe moet al ín de initiële
opleiding worden gegeven. Daartoe dient volgens de raad de inspanningsverplichting
voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het middelbaar beroepsonderwijs op termijn
verzwaard te worden tot een resultaatverplichting voor de student.
Bij een leven lang leren is volgens de raad aandacht nodig voor persoonlijke ontwikkelingsdoelen
en voor werk-gerelateerde doelen. Hoewel persoonlijke ontwikkeling ook een doel op
zich is, hanteert de raad in dit advies de insteek dat het persoonlijke ontwikkelingsdoel
de werkgerelateerde doelen versterkt. Door beide doelstellingen in combinatie na te
streven, leren mensen hoe ze hun leven vorm kunnen geven en hun sociale netwerken
kunnen opbouwen, maar ook hoe ze hun kennis en vaardigheden kunnen uitbreiden en kunnen
participeren op de arbeidsmarkt. Om deze brede doelstelling van een leven lang leren
goed vorm te kunnen geven, pleit de raad voor meer (regionale) samenhang in de aanpak
én voor betrokkenheid van alle partijen: middelbaar opgeleiden zelf, werkgevers, onderwijsinstellingen
en overheid.
De raad adviseert regioregie meer te benutten, omdat dan beter kan worden ingespeeld
op de specifieke behoeften van werknemers en de arbeidsmarkt in het kader van een
leven lang leren. Dit voorkomt versnippering in aanbod, organisatie en financiering
van onderwijs. Daarnaast identificeert de raad knelpunten in de huidige financieringsbronnen
van een leven lang leren. De raad pleit voor het hervormen van de Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen
en het instellen van een persoonlijk postinitieel scholingsbudget. Volgens hem verbetert
het instellen van een persoonlijk, individueel budget de toegankelijkheid, kwaliteit
en efficiëntie van scholing na het initiële onderwijs.
Met beleefde groet,
H. Maassen van den Brink Voorzitter
A. van der Rest Secretaris