Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 november 2016
Bij de behandeling van de begroting voor 2016 van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken aanvaardde uw Kamer een door de leden Servaes en Ten Broeke ingediende motie
(Kamerstuk 34 300 V, nr. 26) over het instellen van het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP).
Zoals het kabinet u in de brief van 8 januari jl. (Kamerstuk 34 300 V, nr. 51) liet weten is dit fonds inmiddels ingesteld en bestaat het voor de Europese regio
uit het Matra-programma en voor de Arabische regio uit het Nederlands-Arabisch Partnerschap
«Shiraka».
In de motie werd ook gevraagd om extra middelen voor het NFRP, oplopend tot EUR 40
mln. in 2018. In de begroting voor 2016 werd het budget voor het NFRP door aanvaarding
door uw Kamer van het amendement Servaes/Ten Broeke (Kamerstuk 34 300 V, nr. 14) met EUR 3,2 mln. verhoogd, naar EUR 29,7 mln. in totaal.
Zoals gevraagd in de motie Servaes/Ten Broeke, alsmede de eerste ervaringen met de
nieuwe insteek, de behoeften in de doellanden en de gebleken toereikende absorptiecapaciteit
zal het kabinet de stijgende lijn in de begroting voor het NFRP voortzetten.
Voor 2017 wil het kabinet daarom als eerste stap het budget voor het NFRP onder beleidsartikel
2 (veiligheid en stabiliteit) op de BZ-begroting verhogen met EUR 4,5 mln. ten opzichte
van het thans in de begroting voor 2017 opgenomen bedrag. In de dekking wordt voorzien
door een verlaging van beleidsartikel 2 (veiligheid en stabiliteit) met EUR 4,5 miljoen.
Over de budgettaire verwerking zal uw Kamer bij eerstvolgend begrotingsmoment (Voorjaarsnota)
worden ingelicht.
Met de ophoging van EUR 4,5 mln. volgend jaar komt de inzet op het NFRP in 2017 in
totaal op EUR 31,3 miljoen. Dit bedrag betreft de middelen beschikbaar voor het NFRP
op de begrotingen van BZ beleidsartikel 2 (NFRP & diplomatentrainingen), BHOS beleidsartikel
1.3 (afronding PSI-programma voor de Arabische regio) en BZK beleidsartikel 1.2 (Politieke
Partij Programma’s van Matra en Shiraka).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders