Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34389 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 34389 nr. 12 |
Ontvangen 6 oktober 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt «overheveling van de rechtsmacht van de Centrale Raad van Beroep naar de gewone rechterlijke macht en de rechtsmacht van het College van Beroep voor het bedrijfsleven naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: overheveling van de rechtsmacht van de Centrale Raad van Beroep en van het College van Beroep voor het bedrijfsleven naar de gewone rechterlijke macht.
II
Artikel IV, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 2 komt te luiden:
2. In artikel 2 wordt in de zinsnede met betrekking tot de Zorgverzekeringswet in onderdeel c «College zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut Nederland.
2. Na onderdeel 5 worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
5a. In hoofdstuk 2 wordt na artikel 5 een artikel ingevoegd, waarvan het opschrift en de eerste volzin luiden:
5b. In artikel 5a (nieuw) worden na de eerste volzin ingevoegd de in artikel 4 (oud) opgenomen zinsneden vanaf «Een besluit van de Sociaal-economische Raad», met dien verstande dat aan de zinsnede met betrekking tot de Wet wegvervoer goederen wordt toegevoegd: , met uitzondering van een beschikking van de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie inhoudende het verlies van de betrouwbaarheid als bedoeld in artikel 2.8a, derde en vierde lid, indien de ingevolge artikel 2.8a, vijfde lid, vereiste toestemming van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu ontbreekt.
5c. In de alfabetische rangschikking van artikel 5a (nieuw) wordt ingevoegd:
Beroepsverordening voor het wegvervoer, bedoeld in artikel 1 van de Wet wegvervoer goederen
Marktverordening voor het wegvervoer, bedoeld in artikel 1 van de Wet wegvervoer goederen
3. Na onderdeel 9 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
9a. In het opschrift en in de eerste volzin van artikel 11 wordt «het College van Beroep voor het bedrijfsleven» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
4. Onderdeel 10 komt te luiden:
10. Artikel 12 vervalt.
III
In artikel IX wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
IV
Artikel X wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
2. In onderdeel 2 wordt «De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door «het gerechtshof Den Haag» en «de Afdeling» door: dat gerechtshof.
3. In onderdeel 3 wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
V
In artikel XII wordt «artikel 2» vervangen door «artikel 5a» en wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
VI
In artikel XV wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
VII
In artikel XVI, onderdeel A, komt onderdeel e te luiden:
het gerechtshof Den Haag;.
VIII
In artikel XVI, onderdeel B, wordt «de Afdeling» vervangen door: het gerechtshof.
IX
In artikel XVI, onderdeel C, wordt «De Afdeling» vervangen door: Het gerechtshof.
X
In artikel XVI vervalt onderdeel D.
XI
In artikel XVI vervalt onderdeel E.
XII
In artikel XVII, onderdeel A, wordt «de Afdeling: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;» vervangen door: het gerechtshof: het gerechtshof Den Haag;.
XIII
In artikel XVII, onderdeel B, wordt «de Afdeling» vervangen door: het gerechtshof.
XIV
In artikel XVII, onderdeel C, wordt «De Afdeling» vervangen door: Het gerechtshof.
XV
In artikel XVII vervalt onderdeel D.
XVI
In artikel XVII vervalt onderdeel E.
XVII
In artikel XVIII, onderdeel A, wordt na «55a, derde lid,» ingevoegd «55c, tweede lid,» en wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
XVIII
In artikel XVII, onderdeel B, wordt «De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: Het gerechtshof Den Haag.
XIX
In artikel XVIII, onderdeel C, wordt «de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: de president van het gerechtshof Den Haag.
XX
In artikel XIX, onderdeel A, komt onderdeel l te luiden:
l. het gerechtshof: het gerechtshof Den Haag.
XXI
In artikel XIX, onderdeel B, wordt «de Afdeling» vervangen door: het gerechtshof.
XXII
In artikel XIX, onderdeel C, wordt onderdeel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «worden twee onderdelen» vervangen: wordt een onderdeel.
2. Onderdeel c komt te luiden:
c. onder «het College» telkens moet worden verstaan: het gerechtshof Den Haag.
3. Onderdeel d vervalt.
XXIII
In artikel XXIX, eerste en derde lid, wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
XXIV
In artikel XXXI wordt «de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State» vervangen door: het gerechtshof Den Haag.
Dit amendement strekt ertoe de zaken van het op te heffen College van Beroep voor het bedrijfsleven niet bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) onder te brengen, maar te concentreren bij het gerechtshof Den Haag en daarmee onder te brengen bij de rechterlijke macht. Automatisch komt hierdoor ook beroep in cassatie open te staan bij de Hoge Raad tegen alle uitspraken van het gerechtshof Den Haag in deze zaken (zie het reeds in het wetsvoorstel opgenomen artikel 8:118a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)).
Verschillende betrokken rechterlijke instanties hebben zich uitgesproken tegen de samenvoeging van het CBb en de ABRvS. Onder andere de Raad voor de rechtspraak heeft aangegeven dat het onder meer voor de slagvaardigheid van het openbaar bestuur, de ontwikkeling van het bestuursrecht, de kwaliteit van de bestuursrechtspraak en vanwege de verwevenheid van recht, beleid en feiten in het bestuursrecht de voorkeur heeft om de bestuursrechtspraak op het niveau van de hoogste feitelijke instantie zoveel mogelijk te concentreren. Indieners komen hieraan met dit amendement zoveel mogelijk tegemoet door te regelen dat het CBb, net als de Centrale Raad van Beroep (CRvB), wordt ondergebracht bij de rechterlijke macht. Door de concentratie bij één gerechtshof zal de zeer gespecialiseerde kennis van het CBb niet uit de reguliere rechtspraak verdwijnen.
Een andere reden waarom het onderbrengen van het CBb onder de rechterlijke macht de voorkeur heeft is om alle mogelijke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. De bestuursrechter wordt immers geconfronteerd met geschillen waarin een spanningsveld bestaat tussen de bevoegdheden en belangen van bestuursorganen als uitvoerende macht, de door de wetgever geformuleerde bepalingen en de rechten en belagen van burgers. Om die reden is het van groot belang de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de bestuursrechter institutioneel zichtbaar te doen zijn.
De deskundigheid en uitgebreide ervaring van het CBb en daarmee de kwaliteit van de geschilbeslechting blijft met dit amendement volledig behouden. Hiermee is de overgang van deskundigheid en uiteindelijk ook de rechtspositie van alle medewerkers van het CBb gewaarborgd, dit in tegenstelling tot wat het huidige wetsvoorstel 34 389 beoogt. Het CBb functioneert immers uitstekend en er zijn geen klachten. 91% van de rechtzoekenden was in 2014 tevreden over het CBb tegenover 84% van de rechtbanken en 79% van de gerechtshoven (bron: «Zorg over bestuursrechtspraak bedrijfsleven, Staatscourant, nummer 10, dinsdag 31 mei 2016).
Van Nispen Swinkels Van Tongeren
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34389-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.