Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 34352 nr. 166 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 34352 nr. 166 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2019
Inleiding
Met deze brief informeer ik u over de resultaten van de banenafspraak tot en met eind 2018. De banenafspraak uit het Sociaal Akkoord van 2013 heeft tot doel om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen bij reguliere werkgevers. De afspraak houdt in dat werkgevers in de sectoren markt en overheid eind 2025 125.000 extra banen voor de doelgroep banenafspraak gerealiseerd moeten hebben ten opzichte van de nulmeting eind 2012. In het Sociaal Akkoord is verder afgesproken dat het kabinet jaarlijks monitort of werkgevers de afgesproken aantallen banen hebben gerealiseerd. De uitwerking van de afspraak is wettelijk verankerd in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (vanaf nu: Wet banenafspraak) van 2015.
De resultaten over 2018
De opgave voor markt en overheid tot en met 2018 was om 43.500 extra banen te realiseren ten opzichte van de nulmeting; 31.000 in de sector markt en 12.500 in de sector overheid. De doelstelling van 43.500 banen1 is met 51.956 extra banen ruim gehaald. In totaal, inclusief de 75.179 banen ten tijde van de nulmeting, zijn er eind 2018 127.135 banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak.
Voor de meting over 2018 is het aantal banen bij reguliere werkgevers eind 2018 afgezet tegen het aantal banen van de nulmeting eind 2012. Het onderscheid per sector (markt of overheid) is weergeven in tabel 1. De marktwerkgevers zijn er, net als in de voorgaande jaren, in geslaagd om in 2018 een groot aantal extra banen te realiseren voor de mensen uit de doelgroep. Met 44.017 extra banen ten opzichte van de nulmeting hebben ze de doelstelling voor de sector markt met 13.017 banen ruim overtroffen. Ik vind dat een groot compliment waard.
Overheidswerkgevers hebben de doelstelling dit jaar niet gehaald. De doelstelling over 2018 voor de overheid was 12.500 banen. Over 2018 hebben de overheidswerkgevers 7.940 extra banen gerealiseerd.
Toename aantal banen markt |
Toename aantal banen overheid |
Totale toename aantal banen |
|
---|---|---|---|
Formele dienstverbanden |
37.519 |
2.465 |
39.984 |
Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen) |
6.497 |
5.475 |
11.972 |
Totaal |
44.017 |
7.940 |
51.956 |
Doelstelling Sociaal Akkoord |
(31.000) |
(12.500) |
(43.500) |
Het is teleurstellend maar niet onverwacht dat de overheidssector in 2018 is achtergebleven. Tegelijkertijd constateer ik dat de overheidswerkgevers zijn begonnen met een inhaalslag. Deze meting komt nog te vroeg om dit in de aantallen gerealiseerde banen te zien, maar ik merk in mijn gesprekken met werkgevers dat het voorstel om de banenafspraak te vereenvoudigen en samenwerking mogelijk te maken nieuw elan en nieuwe energie heeft gegenereerd. Dat heeft bijvoorbeeld zijn weerslag al gevonden in het bestuursakkoord dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en ik hebben afgesloten met alle overheidssectoren.2
Formele dienstverbanden
Van de 51.956 extra banen bij reguliere werkgevers zijn er 39.984 banen (77 procent) via formele dienstverbanden gerealiseerd. Werkgevers in de sector markt hebben 37.519 banen via formele dienstverbanden gerealiseerd en werkgevers in de sector overheid 2.465.
Inleenverbanden
Werkgevers kunnen niet alleen via formele dienstverbanden, maar ook via inleenverbanden banen realiseren. Inleenverbanden zijn zowel uitzendrelaties als Wsw-detacheringen. De banen via inleenverbanden tellen mee bij de sector waar de werknemer daadwerkelijk werkt. De ingeleende mensen uit de doelgroep worden bij iedere meting opnieuw toegedeeld aan de sectoren op basis van de verdeelsleutel inleenverbanden. Deze wordt vastgesteld op basis van objectief, representatief onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek. In de begeleidingscommissie zijn alle betrokken partijen, waaronder werkgeversorganisaties, uitzendbedrijven en Cedris vertegenwoordigd.
Tijdens de nulmeting waren er 36.206 banen via inleenverbanden. 76,0 procent van deze inleenverbanden waren gerelateerd aan de markt als inlenende sector en 24,0 procent aan de overheid. Eind 2018 waren er 48.178 banen via inleenverbanden. Uit het onderzoek van SEO3 blijkt dat van deze inleenverbanden 70,6 procent gerelateerd is aan de markt als inlenende sector en 29,4 procent aan de sector overheid. Deze verdeelsleutel is toegepast op het totaal aantal verloonde uren4 van banen via inleenverbanden eind 2018.
In totaal zijn er ten opzichte van de nulmeting 11.972 extra banen via inleenverbanden gerealiseerd. Werkgevers in de sector markt hebben 6.497 extra banen via inleenverbanden gerealiseerd en werkgevers in de sector overheid 5.475.
Ontwikkelingen van de banenafspraak tussen 2015 en 2018
De resultaten voor de sector markt zijn samengevat in tabel 2. In 2018 zijn er door marktwerkgevers 13.584 extra banen gerealiseerd. Met name het aantal formele dienstverbanden is toegenomen, namelijk met 12.212 banen. Het aantal banen via inleenverbanden is in 2018 met 1.372 toegenomen.
Het totaal aantal extra banen dat marktwerkgevers gerealiseerd hebben sinds het begin van de banenafspraak komt hiermee uit op 44.017. Dit is een positief resultaat voor de marktsector.
Nulmeting |
Één-meting |
Twee-meting |
Drie-meting |
Vier-meting |
|
---|---|---|---|---|---|
Formele dienstverbanden |
33.840 |
+ 9.764 |
+ 13.186 |
+ 25.307 |
+ 37.519 |
Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen) |
27.516 |
+ 5.840 |
+ 5.772 |
+ 5.126 |
+ 6.497 |
Totaal |
61.356 |
+ 15.604 |
+ 18.957 |
+ 30.432 |
+ 44.017 |
Doelstelling Sociaal Akkoord |
– |
(+ 6.000) |
(+ 14.000) |
(+ 23.000) |
(+ 31.000) |
De resultaten voor de sector overheid zijn samengevat in tabel 3. In 2018 zijn er door overheidswerkgevers 1.468 extra banen gerealiseerd. Het aantal banen via formele dienstverbanden is met 1.969 toegenomen in het afgelopen jaar. Het aantal banen via inleenverbanden is met 501 afgenomen.
Het totaal aantal extra banen dat overheidswerkgevers gerealiseerd hebben sinds het begin van de banenafspraak komt hiermee op 7.940. De doelstelling uit het Sociaal Akkoord is daarmee niet bereikt voor 2018. Overheidswerkgevers moeten daarom ook in de komende jaren alles op alles blijven zetten om meer banen te realiseren.
Nulmeting |
Één-meting |
Twee-meting |
Drie-meting |
Vier-meting |
|
---|---|---|---|---|---|
Formele dienstverbanden |
5.134 |
– 984 |
– 531 |
+ 496 |
+ 2.465 |
Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen) |
8.689 |
+ 6.437 |
+ 4.128 |
+ 5.976 |
+ 5.475 |
Totaal |
13.823 |
+ 5.453 |
+ 3.597 |
+ 6.471 |
+ 7.940 |
Doelstelling Sociaal Akkoord |
– |
(+ 3.000) |
(+ 6.500) |
(+ 10.000) |
(+ 12.500) |
Aantal extra personen met een baan
Uit de vier-meting blijkt niet alleen hoeveel banen bij een reguliere werkgever er zijn voor mensen uit de doelgroep. Onderdeel van de monitoring is ook het aantal mensen uit de doelgroep dat aan het werk is gegaan. Het aantal mensen uit de doelgroep dat rechtstreeks of gedetacheerd werkt, is gestegen met 45.416 personen, van 66.328 (nulmeting) naar 111.744 werkende mensen uit de doelgroep eind 2018.
Het aantal werkende mensen is lager dan het aantal banen, omdat op het moment van de vier-meting het gemiddeld aantal verloonde uren per werknemer hoger lag dan 25,5 uur per week (de omvang van één baan voor de banenafspraak). Aangezien de banenafspraak gaat over het realiseren van het aantal banen bij reguliere werkgevers, tellen we de aantallen banen, en niet de aantallen mensen.
De resultaten van deze meting en de toekomst van het systeem
Uit de meting 2018 blijkt dat de overheidswerkgevers de afgesproken aantallen over 2018 voor de banenafspraak niet hebben gehaald. Het resultaat van de sector overheid over 2018 geeft dus geen aanleiding om de quotumregeling te deactiveren. Het vorige kabinet heeft u echter met zijn brief van 8 september 20175 geïnformeerd dat het heeft besloten dat de overheidswerkgevers in 2018 een jaar extra krijgen om de aantallen van de banenafspraak te realiseren. De resultaten over 2018 zouden vanwege dit uitsteljaar niet hebben geleid tot het opleggen van de quotumheffing.
Zoals u weet ben ik van plan om de Wet banenafspraak te vereenvoudigen. In verschillende brieven heb ik u geïnformeerd over dit voornemen. Tegelijkertijd met deze brief heb ik u de brief met de uitwerking van de vereenvoudiging van het stelsel gestuurd. In deze brief ga ik uitgebreid in op de achtergrond en het doel van deze vereenvoudiging van de Wet banenafspraak. Om ervoor te zorgen dat werkgevers ook in de toekomst voldoende banen kunnen realiseren, moet een aantal zaken in de banenafspraak veranderen. Belangrijk uitgangspunt voor de vereenvoudiging is dat die ervoor zorgt dat de energie niet langer gaat zitten in waar de baan meetelt, maar dat de baan er komt. Onderdeel daarvan is dat de focus verschuift van bij welke werkgever of sector een baan telt, naar het benutten van alle mogelijkheden om banen te realiseren, juist ook in samenwerking tussen werkgevers en sectoren.
Uw Kamer heeft mij om deze reden via de motie Nijkerken-De Haan c.s.6 gevraagd om het onderscheid tussen overheid en markt op te heffen. Ook is via de motie gevraagd om in de transitie van het huidige naar het vereenvoudigde systeem geen onomkeerbare stappen te nemen en/of geen kosten te maken in het huidige systeem. Om uitvoering te geven aan deze motie was het nodig om al in de transitieperiode een aantal maatregelen te nemen. Een van deze maatregelen is dat de heffing zoals deze op grond van de huidige Wet banenafspraak zou moeten worden toegepast in geval van achterblijvende resultaten over 2019, wordt opgeschort tot uiterlijk 1 januari 2022 of tot aan de eerdere datum waarop het nieuwe systeem voor de banenafspraak operationeel is. Deze opschorting is op dit moment relevant voor de overheidssector maar zou in principe ook kunnen gelden voor de marktsector indien deze de afgesproken aantallen niet haalt. Op 22 januari 2019 heeft uw Kamer het wetsvoorstel (nummer 34 956) aangenomen waarin onder andere deze opschorting van de heffing is opgenomen. Dit wetsvoorstel ligt momenteel in de Eerste Kamer. Ik heb UWV en de Belastingdienst verzocht te anticiperen op de nieuwe wetswijziging.
Het mogelijk maken van samenwerking tussen werkgevers en sectoren heeft gevolgen voor de manier waarop de banenafspraak wordt gemonitord. In mijn brief over de uitwerking van vereenvoudiging licht ik toe dat de monitoring van de aantallen alleen nog maar plaats vindt op basis van de macro-afspraak leidende tot 125.000 extra banen. Het is namelijk onmogelijk om als een baan in samenwerking is gerealiseerd, dit op globaal niveau toe te rekenen aan een specifieke werkgever.
Desalniettemin vind ik het evenals de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) belangrijk een vinger aan de pols te blijven houden bij de overheidssector. Met haar zal ik de mogelijkheden bezien om dat te doen. Bovendien publiceert het Ministerie van BZK jaarlijks de resultaten van de rijksoverheid en doet het Ministerie van BZK verslag van de werkplannen en resultaten van de verschillende overheidssectoren.
Tot slot
De landelijke resultaten van de banenafspraak zijn nu voor de vierde keer op rij een succes. Het aandeel van de werkgevers in de marktsector is daarin groot. Ik waardeer de inspanningen die zij in de afgelopen jaren hebben verricht.
Het doel van de banenafspraak is om mensen die tot nu weinig kansen kregen op een reguliere baan, deze kansen wel te bieden. Daarvoor blijven van alle betrokkenen, werknemers, werkgevers en uitvoerders inspanningen nodig.
Ik verwacht dat alle betrokkenen deze inspanningen zullen blijven leveren. Dat geldt ook voor het kabinet. Ik heb u daarom in verschillende brieven geïnformeerd over de maatregelen die ik voor het Breed Offensief neem. Het doel van de maatregelen is om het voor alle betrokkenen eenvoudiger te maken om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen en aan het werk te houden. Dat geldt ook voor de Wet banenafspraak. Tegelijk met deze brief heb ik u de uitwerking van het vereenvoudigingsvoorstel voor de Wet banenafspraak toegestuurd. Het pakket van het nieuwe stelsel en de flankerende maatregelen zal eraan bijdragen dat werkgevers ook op termijn de 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking kunnen blijven realiseren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark
Toename aantal banen markt |
Toename aantal banen overheid |
Totale toename aantal banen |
|
---|---|---|---|
Formele dienstverbanden |
37.519 |
2.465 |
39.984 |
Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen) |
6.497 |
5.475 |
11.972 |
Totaal |
44.017 |
7.940 |
51.956 |
Doelstelling Sociaal Akkoord |
(31.000) |
(12.500) |
(43.500) |
Aantal banen markt |
Aantal banen overheid |
Totaal aantal banen |
|
---|---|---|---|
Formele dienstverbanden |
33.840 |
5.134 |
38.973 |
Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen) |
27.516 |
8.689 |
36.206 |
Totaal |
61.356 |
13.823 |
75.179 |
Aantal banen markt |
Aantal banen overheid |
Totaal aantal banen |
|
---|---|---|---|
Formele dienstverbanden |
71.359 |
7.598 |
78.957 |
Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen) |
34.014 |
14.164 |
48.178 |
Totaal |
105.373 |
21.763 |
127.135 |
Toename aantal personen met een baan |
Toename aantal banen |
|
---|---|---|
Doelgroep Participatiewet |
27.624 |
29.157 |
Wajong1 |
12.050 |
15.325 |
Wsw2 |
– 1.287 |
– 1.095 |
WIW/ID |
– 2.643 |
– 3.496 |
Werken met voorziening (quotumgroep) |
83 |
92 |
Totaal formele dienstverbanden |
35.827 |
39.984 |
Inleenverbanden |
8.055 |
8.362 |
Wsw-detacheringen3 |
2.440 |
3.610 |
Totaal inclusief inleenverbanden |
45.4164 |
51.956 |
Onder het begrip «Wajong» in deze tabel vallen de groepen mensen uit de «oWajong», «Studieregeling nWajong», «Werkregeling nWajong» en «Wajong (o en nWajong) én Wsw begeleid werk».
Onder het begrip «Wsw» in deze tabel vallen de groepen «Wsw-indicatie», «Wsw-begeleid werk en «Wsw-wachtlijst».
Onder Wsw-detacheringen vallen ook mensen waarvoor samenloop bestaat met Wajong en/of Wiw/ID.
Het aantal van 45.416 personen betreft het unieke aantal extra personen met een baan uit de doelgroep. De totalen in deze kolom tellen op tot 46.322 personen. Dit komt doordat er personen zijn die zowel werkzaam zijn bij een formele werkgever als werkzaam zijn op basis van een inleenverband/detachering. Voor het aantal extra personen met een baan uit de doelgroep, is deze dubbeling eruit gehaald.
UWV heeft bij de resultaten over 2018 geanticipeerd op twee voorgenomen wetswijzigingen. Het wetsvoorstel voor deze wijzigingen ligt in de Eerste Kamer. Het gaat om het weer toevoegen aan het doelgroepregister van mensen met een arbeidsbeperking die eerder op grond van de «t+2-regel» waren uitgeschreven en het gelijkschakelen van de quotumgroep met de doelgroep banenafspraak. Deze maatregelen hebben invloed op de resultaten over 2018.
Weer toevoegen aan het doelgroepregister van arbeidsbeperkten die eerder waren uitgeschreven
De «t+2-regel» zorgde ervoor dat mensen na twee jaar uit het doelgroepregister banenafspraak werden verwijderd, indien zij niet langer aan de doelgroepcriteria voldeden. Deze regel is met ingang van 30 december 2017 opgeschort tot en met 31 december 2028. Naar verwachting zal de «t+2-regel» definitief afgeschaft worden met ingang van 1 januari 2020.7 Dit geeft werknemers en werkgevers meer zekerheid en draagt bij aan de duurzaamheid van banen.
Vóór de opschorting van de «t+2-regel» zijn er banen voor de resultaten over 2016 en 2017 niet meegeteld. Het kabinet wil echter dat alle banen van de mensen uit de doelgroep banenafspraak blijven meetellen. Dat geldt ook voor de banen die op grond van de oude «t+2-regel» niet meer meetelden. Daarom zijn de mensen die in 2016 en 2017 uit het doelgroepregister zijn verwijderd, vanaf december 2018 weer teruggeplaatst. Hierdoor tellen de banen van deze mensen mee voor de resultaten over 2018. In totaal gaat het in de meting over 2018 om 3.300 mensen die weer toegevoegd zijn aan het doelgroepregister die eerder waren uitgeschreven die op 2.200 banen werkten.
Gelijkschakelen van de quotumgroep met de doelgroep banenafspraak
Met ingang van december 2018 is de quotumgroep gelijkgeschakeld met de doelgroep banenafspraak. Omdat de quotumregeling al vanaf 1 januari 2018 voor de sector overheid was geactiveerd, heeft deze gelijkschakeling alleen geleid tot een effect op het aantal banen in de marktsector. Eind 2018 gaat het om in totaal 81 extra banen bij de marktsector. De overige personen die onder de quotumgroep vallen, telden al mee omdat ze in de sector overheid werkten of omdat deze mensen al op basis van een andere grondslag voor de banenafspraak in het doelgroepregister waren opgenomen. Bijvoorbeeld doordat iemand ook onder de groep vso/pro of Wajong valt.
Als één baan voor de banenafspraak wordt een baan van 25,5 uur per week geteld. Dit is de gemiddelde omvang van een baan van iemand uit de doelgroep die werkte tijdens de nulmeting van 2012.
In dit akkoord committeren overheidswerkgevers zich nogmaals aan hun aandeel in het aantal te realiseren banen, en spreken de sectoren af werkagenda’s te ontwikkelen met concrete acties en plannen om banen te realiseren.
Een baan is gedefinieerd in verloonde uren. Dit staat gelijk aan 110,92 uur per maand en 1.331 uur per jaar.
Voor het terugplaatsen van mensen in het doelgroepregister is een wetswijziging nodig. Dit wetsvoorstel ligt in de EK. UWV anticipeert op dit wetsvoorstel, waarop UWV vanaf december 2018 mag anticiperen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34352-166.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.