Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2016
Een snelle integratie begint bij het leren van de Nederlandse taal. Het kabinet vindt
het belangrijk dat kansrijke asielzoekers daar zo snel mogelijk mee aan de slag kunnen
gaan. De Tweede Kamer heeft meermaals haar wens geuit dat er meer en eerder wordt
geïnvesteerd om het leren van de Nederlandse taal aan asielzoekers mogelijk te maken1. Middels deze brief wordt hier invulling aan gegeven.
Samen met COA is afgesproken om de taalles die nu in de AZC’s wordt gegeven in het
kader van de voorinburgering, naar voren te halen voor kansrijke asielzoekers. Met
«kansrijk» worden vastgestelde nationaliteiten bedoeld met een hoge kans op vergunningverlening,
dat zijn op dit moment met name Syriërs en Eritreeërs. Het wordt voor verreweg de
meeste kansrijke asielzoekers vanaf komend voorjaar mogelijk om deel te nemen aan
NT2 taallessen uit de voorinburgering op een AZC bij hen in de buurt2.
Tot op heden werd er na vergunningverlening zo snel mogelijk gestart met taalonderwijs
en werd voorinburgering aangeboden aan vergunninghouders die nog in een AZC verblijven.
Een belangrijk onderdeel van deze voorinburgering zijn de NT2 taallessen. Door de
hoge instroom van asielzoekers waren de doorlooptijden van de asielprocedure in 2015
opgelopen. Dit heeft ertoe geleid dat asielzoekers destijds lang hebben moeten wachten
op vergunningverlening en dus later konden starten met de NT2 taalles in het kader
van voorinburgering. Ook werd er tot september 2016 gebruik gemaakt van noodopvanglocaties.
Dit waren veelal locaties zonder faciliteiten voor een aanbod op voorinburgering.
Wel werd in de noodopvanglocaties gebruik gemaakt van de inzet van vrijwilligers die
asielzoekers en vergunninghouders hebben ondersteund bij het leren van de Nederlandse
taal.
Inmiddels zijn de noodopvanglocaties gesloten en zijn doorlooptijden in de asielprocedure
fors teruggelopen naar gemiddeld 8 weken. Asielzoekers verblijven in eerste instantie
in een zogenaamde proces-opvanglocatie (POL’s). Na vergunningverlening worden zij
over het algemeen overgeplaatst naar een regulier AZC, waar men deel kan nemen aan
de voorinburgering.
Het kabinet vindt het, gegeven de teruggelopen doorlooptijden, niet doelmatig om deze
proces-opvanglocaties in te richten voor taalonderwijs.
Daarom is er gekozen voor een oplossing waardoor kansrijke asielzoekers die nog in
deze proces-opvanglocaties verblijven toch snel kunnen starten met de voorinburgering
op een AZC bij hen in de buurt. Met het COA wordt bezien hoe het vervoer naar het
AZC ingericht kan worden. COA zal de administratie bijhouden van het aantal asielzoekers
dat gebruik maakt van dit aanbod. Dit heeft als voordeel dat wanneer asielzoekers
verplaatst worden naar een AZC voordat het taaltraject is afgelopen, zij hun taalles
op het AZC kunnen voortzetten.
Door het naar voren halen van de NT2 taalles uit de voorinburgering kan deze groep
asielzoekers eerder beginnen met het leren van de Nederlandse taal en een eerste stap
zetten in het integratieproces. Uiteraard kan de asielzoeker daarnaast investeren
in zijn taalniveau door middel van (online) zelfstudiemethodes en taalvrijwilligers.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher