34 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2015

Tijdens het AO wijkverpleging dd. 15 oktober heb ik toegezegd de onlangs van het Zorginstituut ontvangen halfjaarcijfers met betrekking tot de uitgaven wijkverpleging in 2015 aan uw Kamer te zenden.

In onderstaande tabel zijn deze cijfers opgenomen. De cijfers van het Zorginstituut zijn gebaseerd op opgaven van zorgverzekeraars. Ze betreffen deels realisatiecijfers, namelijk een groot deel van de over de eerste twee kwartalen van 2015 door aanbieders van wijkverpleging gedeclareerde zorg, en deels een inschatting door verzekeraars van de aanvullende schadelast over 2015.

Tabel 1 – Voorlopige schadelast 2015 en beschikbaar kader

(bedragen in € mln)

Ontvangen en gedeclareerde zorg

Totaal te verwachten schadelast

Kader wijkverpleging 2015 in VWS-begroting 2016

Ruimte binnen het kader

1.162,6

3.152,2

3.167,2

15,0

Uit deze cijfers blijkt vooralsnog een onderschrijding ten opzichte van het actuele beschikbare kader 2015 voor wijkverpleging (zoals opgenomen in de VWS-begroting 2016 (Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 2), pagina 198). Zoals ik echter in het debat al heb aangegeven betreft dit zeer voorlopige cijfers op basis van inschattingen over een half jaar. Pas in het voorjaar van 2016 zal meer zicht ontstaan op de daadwerkelijke realisatie van de uitgaven voor wijkverpleging in 2015.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven