34 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

Nr. 157 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2016

Tijdens de begrotingsbehandeling dd. 5 november 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 21, items 3 en 7) heb ik u toegezegd actuele cijfers van het Zorginstituut met betrekking tot de uitgaven wijkverpleging in 2015 aan uw kamer te zenden.

In onderstaande tabel zijn de meest actuele cijfers opgenomen. De cijfers van het Zorginstituut zijn gebaseerd op opgaven van zorgverzekeraars. Dit is voornamelijk gebaseerd op realisatiecijfers, namelijk een groot deel van de in 2015 door aanbieders van wijkverpleging gedeclareerde zorg. Daarnaast hebben verzekeraars een inschatting gemaakt van de aanvullende schadelast over 2015. In de in onderstaande tabel opgenomen schadelast zijn ook de uitgaven voor experimenten ketenzorg dementie verwerkt. Deze worden geraamd op € 6,4 miljoen.

Tabel 1 – Voorlopige schadelast 2015 en beschikbaar kader

(bedragen in € miljoen)

Ontvangen en gedeclareerde zorg

Totaal te verwachten schadelast (inclusief balanspost)

Kader wijkverpleging

Verwachte overschrijding

2.831,4

3.205,0

3.167,2

37,7

Uit deze cijfers blijkt vooralsnog een overschrijding ten opzichte van het actuele beschikbare kader 2015 voor wijkverpleging (zoals opgenomen in de VWS-begroting 2016, Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 2, blz. 198). In de loop van 2016 zal meer zicht ontstaan op de daadwerkelijke realisatie van de uitgaven voor wijkverpleging in 2015.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven