34 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2016

Nr. 27 MOTIE VAN HET LID DUISENBERG C.S.

Voorgesteld 29 oktober 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Nederlandse funderend onderwijs publiek bekostigd wordt op basis van lumpsum en scholen daardoor zelf mogen bepalen hoe ze publieke middelen besteden;

overwegende dat de lumpsum het onderwijs een belangrijke mate van vrijheid geeft en de administratieve lasten beperkt;

overwegende dat er in de afgelopen jaren extra middelen beschikbaar zijn gesteld voor onder andere het taal- en rekenonderwijs, jonge docenten en de professionalisering van docenten;

constaterende dat het niet duidelijk is of de extra middelen ook daadwerkelijk voor de betreffende doelstellingen zijn besteed en tot welke resultaten deze extra middelen hebben geleid;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer een monitor heeft ontwikkeld waarmee de Kamer inzicht geboden wordt in mate waarin onderwijsdoelen op koers liggen;

verzoekt de regering, meerdere alternatieven voor of naast de lumpsum te ontwikkelen waarbij publieke middelen, in het bijzonder middelen die een specifiek doel beogen, heldere doelstellingen krijgen en de voortgang inzichtelijk wordt;

en gaat over tot de orde van de dag.

Duisenberg

Rog

Van Meenen

Jasper van Dijk

Naar boven