Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 juni 2016
Bij deze informeer ik u conform mijn recente toezegging in het AO Spoor van 19 mei
jongstleden over de financiële ontwikkelingen bij het project Spoorzone Delft.
Ik heb uw Kamer de afgelopen periode geïnformeerd (Kamerstuk 34 300 XII, nrs. 65 en 66) over de ontwikkelingen bij het project Spoorzone Delft, onder meer betreffende de
luchtdrukproblematiek en het compenseren van tegenvallende rente-inkomsten. Ik informeer
u, zoals aangekondigd, nu over de uitkomsten van de externe audit om de te verwachten
totale investeringskosten van het project te valideren.
Het onderzoek is recent afgerond. De conclusie is dat aanvullend op de eerder vermelde
extra kosten een verhoging van het projectbudget nodig is van € 39,3 mln (incl. BTW)
op het spoorse deel. De belangrijkste oorzaak hiervan is het harder stijgen van de
prijzen in de markt ten opzichte van gebruikelijke prijsindexatie (IBOI) die het Ministerie
van IenM jaarlijks ontvangt en verstrekt aan ProRail (ca. € 30,2 mln). Het projectbudget
is in dit geval niet meegegroeid met de (exogene) prijsstijgingen. Deze onvoorziene
kostenstijging kan niet worden opgevangen binnen het projectbudget. Daarnaast adviseren
de auditors om ook nog een beperkte additionele risicoreservering in het projectbudget
op te nemen (€ 9,1 mln). Op basis van deze audit kies ik er voor om in de begroting
2017 een bijstelling op te nemen naar de genoemde € 39,3 mln. Dit wordt gedekt uit
vrije investeringsruimte binnen het spoorbudget in het infrastructuurfonds.
Het project Spoorzone Delft is een complex binnenstedelijk project met een totaal
investeringsvolume van circa € 750 mln (exclusief BTW). De bereikbaarheid van de stad
en toegankelijkheid door vele bouwfaseringen moet continu gegarandeerd worden; tegelijk
is de scope uitgebreid van 2 naar 4 sporen. Het financiële risico voor de bouw van
de Spoortunnel is na bespreking met uw Kamer (Kamerstuk 31 200 A, nrs. 72 en nr. 93), in 2008 door het Rijk overgenomen van de gemeente Delft. Met de risico-overname
in 2008 is de uitvoering van dit belangrijke project voor Delft en de regio zekergesteld.
In deze periode is tevens de scope uitgebreid naar een toekomstvaste voorbereiding
voor een viersporige tunnel, waardoor op termijn veel hogere kosten zijn bespaard.
De keerzijde van deze beslissingen is een hoger risicoprofiel dan bij reguliere spoorprojecten.
Binnen het totale investeringsprogramma dat ProRail in uitvoering heeft treden er
overigens ook meevallers op die in de begroting worden verwerkt. Zo is op dit moment
de verwachting dat bij het project OV SAAL korte termijn een meevaller kan worden
gerealiseerd. Net als bij het melden van een eventuele tegenvaller wil ik ook voorzichtig
zijn met het melden van meevallers en dit bij voorkeur doen in het kader van de begrotingscyclus
wanneer de omvang gehard is.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma