Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 34298 nr. 31 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 34298 nr. 31 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2020
Hierbij bieden wij uw Kamer twee rapporten aan. De «Monitor Brede Welvaart & Sustainable Development Goals 20201» van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Vierde SDG-rapportage; «Nederland Ontwikkelt Duurzaam»2. De Monitor van het CBS meet hoe Nederland er anno 2019 voor staat vanuit het perspectief van brede welvaart en het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in 2030. De SDG-rapportage beschrijft de Nederlandse SDG-inzet vanuit een breed spectrum van organisaties. Met deze brief informeert het kabinet uw Kamer en reageert op beide publicaties.
Brede welvaart, SDG’s behalen en COVID-19
Wat betekent welvaart in deze uitzonderlijke tijden van de coronacrisis? De afgelopen maanden zijn we de strijd tegen het coronavirus aangegaan. Het normale, sociale leven is voor een groot deel stilgevallen om verdere besmettingen te voorkomen. De volksgezondheid is onze prioriteit. Daarnaast is het van belang dat de nadelige financiële en economische effecten zo beperkt mogelijk zijn, zodat bedrijven en burgers hun rekeningen kunnen blijven betalen. Ook wil het kabinet de nadelige sociale effecten, zoals eenzaamheid, beperken.
De huidige Monitor beschrijft de situatie van 2019: de brede welvaart en SDG-voortgang vóórdat de coronacrisis ons land bereikte. Sindsdien is er veel veranderd, maar onze uitgangspositie is medebepalend voor hoe we deze crisis doorstaan en hoe we ervan herstellen. De Monitor toont een uitgangspositie waarin ons welvaartsniveau hoog is, waarin het vertrouwen in elkaar groot is, waarin de overheidsfinanciën op orde zijn, waarin veel Nederlanders regelmatig sociale contacten met vrienden en familie hebben, en waarin we een zeer goede toegang tot het internet hebben wat digitaal onderwijs en thuiswerken mogelijk maakt. Deze uitgangspositie, samen met een uitstekend zorgsysteem en de kennis van experts bij de GGD en het RIVM, maken dat we deze crisis aan kunnen. Welvaart in tijden van corona is veerkracht en gezondheid, voor iedereen.
Monitor Brede Welvaart & Sustainable Development Goals 2020 (CBS)
De publicatie van de eerste Monitor (Kamerstuk 34 298, nr. 23) op Verantwoordingsdag 2018 vormde een belangrijke stap naar een betere meting van de brede welvaart. De Monitor is bedoeld als objectieve informatiebron voor het politieke debat. Sinds 2019 presenteert het CBS, op verzoek van het kabinet, de brede welvaart in samenhang met de SDG-meting (die vanaf 2016 wordt gedaan) in één rapport. De thematiek en indicatoren voor brede welvaart en de SDG’s kennen overlap en vullen elkaar aan.
Brede welvaart definiëren we als de kwaliteit van leven in het «Hier en Nu» en de mate waarin deze effect heeft op die van latere generaties («Later») of die van mensen elders in de wereld («Elders»). Het gaat hierbij zowel om uitkomsten als om percepties. Het kabinet onderstreept dat het bij het maken van beleid belangrijk is om deze drie dimensies gezamenlijk te overwegen en rekening te houden met mogelijke afruilen tussen verschillende welvaartsaspecten. Het is daarbij ook van belang om naar de verdeling van brede welvaart te kijken. Onder de gemiddelde scores voor Nederland kunnen aanzienlijke verschillen tussen bevolkingsgroepen schuilgaan.
Door de meting van de SDG’s te integreren met de indicatoren uit de Monitor Brede Welvaart, wordt de samenhang tussen de SDG’s en brede welvaart onderstreept en de relevantie voor de Nederlandse context vergroot. De SDG’s bieden een concretisering van het begrip brede welvaart, met aanvullende informatie over het handelingsperspectief van de overheid en maatschappij. De SDG’s zijn in internationaal verband geformuleerd als doelen en geven richting aan een duurzame ontwikkeling van de economie, waarmee de brede welvaart verhoogd kan worden. Ook Nederland heeft zich gecommitteerd aan het behalen van de SDG’s op nationaal niveau en draagt op mondiaal niveau bij aan het behalen van de doelen door handel, ontwikkelingssamenwerking en het betrachten van beleidscoherentie.
Gepresenteerde cijfers
De Monitor presenteert in vier hoofdstukken de stand en ontwikkeling van de brede welvaart in Nederland. In hoofdstuk 1 wordt een samenvatting gegeven. In hoofdstuk 2 wordt het beeld op hoofdlijnen getoond met behulp van de systematiek «hier en nu», «later» en «elders». Dit zijn indicatoren die iets zeggen over de uitkomsten en de beleving van welvaart en welzijn door Nederlanders. In hoofdstuk 3 wordt gekeken naar de verdeling van brede welvaart naar verschillende groepskenmerken (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, migratieachtergrond). In hoofdstuk 4 wordt in meer detail naar de verschillende aspecten van brede welvaart gekeken en worden waar mogelijk links gelegd met de middelen om de brede welvaart te verhogen. Hiervoor wordt de systematiek van de SDG’s gebruikt, waarmee met internationaal afgesproken indicatoren gekeken wordt of landen een duurzame ontwikkeling doormaken. In de Monitor zijn de SDG-indicatoren aangevuld met SDG+ indicatoren die relevant zijn voor Nederland.
Brede welvaart op hoofdlijnen
Uit hoofdstuk 2 van de Monitor blijkt dat Nederland in vergelijking met andere Europese landen in 2019 een hoge welvaart heeft in het «hier en nu». Dit blijkt o.a. uit hoge scores voor de kwaliteit van het leven: 87,3% van de Nederlanders geeft het leven een 7 of hoger in 2019. Op het gebied van materiële welvaart (besteedbaar inkomen en consumptie) zijn hoge scores en stijgende trends te zien. Ook heeft Nederland een relatief hoge netto arbeidsparticipatie, een hoogopgeleide bevolking, is 77,9% van de bevolking (zeer) tevreden met hun werk, en is 74,2% tevreden met hun vrije tijd. Op het gebied van de samenleving zijn hoge scores te zien voor alle indicatoren en zien we stijgende trends voor vertrouwen in instituties en in mensen. Het contact met familie, vrienden of buren is relatief hoog, maar daalt in de afgelopen jaren, net als het aantal mensen dat vrijwilligerswerk doet. Op het gebied van gezondheid is het beeld minder goed, met een relatief lage gezonde levensverwachting van vrouwen en een trendmatige stijging van het aantal mensen met overgewicht. Net als bij de andere cijfers zijn ook in de gezondheidscijfers vanzelfsprekend nog geen effecten opgenomen van de huidige coronacrisis. Op het gebied van milieu zijn positieve en negatieve ontwikkelingen te zien. Nederlanders ervaren relatief vaak milieuproblemen (zoals vervuiling of stank) en de biodiversiteit (zoals de fauna van zoetwater en moeras) verslechtert trendmatig. Tegelijk zien we de stedelijke blootstelling aan fijnstof en de kwaliteit van de binnenwateren verbeteren. Op het gebied van wonen en veiligheid scoort Nederland gemiddeld in Europa, waarbij op het gebied van veiligheid positieve trends te zien zijn.
De brede welvaart «later» vertoont een gemengd beeld voor Nederland. Op het gebied van economisch kapitaal heeft Nederland relatief veel kenniskapitaal, maar de fysieke kapitaalgoederenvoorraad daalt trendmatig. Op het gebied van natuurlijk kapitaal zijn grote uitdagingen voor Nederland te zien. Nederland heeft in vergelijking met andere Europese landen op dit moment relatief weinig hernieuwbare elektriciteit, hoge CO2-emissies en een stikstofoverschot. Wel kunnen we op deze gebieden nu spreken van voorzichtig positieve trends. De fossiele energiereserves en biodiversiteit in zoetwater verminderen trendmatig. Op het gebied van menselijk kapitaal zien we overwegend gemiddelde scores in vergelijking met andere landen, maar het aantal gewerkte uren per persoon stijgt en steeds meer mensen zijn hoogopgeleid. Het vertrouwen in mensen en instituties is hoog in Nederland, wat bijdraagt aan het sociaal kapitaal.
De brede welvaart «elders» toont enkele grensoverschrijdende invloeden van Nederlandse economische activiteiten. Te zien is dat Nederland relatief veel handelt met het buitenland, waaronder ontwikkelingslanden, en relatief veel ontwikkelingshulp en overdrachten biedt. Dit draagt bij aan de materiële welvaart en werkgelegenheid in andere landen. Daar staat tegenover dat Nederland relatief veel fossiele energiedragers en andere grondstoffen, zoals metalen en biomassa, importeert, wat negatieve milieueffecten heeft in andere landen. Positief is dat de import van fossiele energiedragers uit ontwikkelingslanden en de broeikasgasvoetafdruk van Nederland een dalende trend vertoont.
Verdeling
Hoofdstuk 3 van de Monitor kijkt naar de verdeling van brede welvaart door groepen in te delen naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en migratieachtergrond en te kijken hoe deze groepen scoren op verschillende aspecten van brede welvaart ten opzichte van het nationaal gemiddelde.
Uit de analyse blijkt, net als vorig jaar, dat brede welvaart sterk samenhangt met opleidingsniveau: de groep hoogopgeleiden scoort op veel aspecten bovengemiddeld, terwijl de groep laagopgeleiden veelal lager dan gemiddeld scoort. Na opleidingsniveau is leeftijd het meest onderscheidend, gevolgd door migratieachtergrond en tot slot geslacht.
Brede welvaart geconcretiseerd met de SDG’s
In hoofdstuk 4 van de Monitor vinden we een verdieping van de verschillende aspecten van brede welvaart, aan de hand van de 17 SDG’s. In Hoofdstuk 2 zagen we dat Nederland over het algemeen een hoge materiële welvaart kent. In SDG 8 (waardig werk en economische groei) vinden we aanvullende economische indicatoren die een positief beeld schetsen voor Nederland, zoals een relatief hoge arbeidsproductiviteit en een lage werkloosheid. Hoewel we het in den brede goed doen op het uitbannen van armoede (SDG 1), laat de extra verdiepende informatie onder SDG 1 zien dat er desondanks kwetsbare groepen in de samenleving zijn. Het aantal daklozen vertoont een stijgende trend, net als de armoedekloof en het percentage huishoudens met een langdurig laag inkomen.
Zoals eerder beschreven, scoort Nederland in Europees perspectief gemiddeld op de indicatoren voor menselijk kapitaal: gezonde levensverwachting, opleidingsniveau en werktijd. Voor wat betreft gezondheid zien we in SDG 3 (goede gezondheid en welzijn) een aantal negatieve trends, zoals dat wachttijden van specialistische zorg zijn gestegen en dat de ervaren gezondheid daalt. Op het gebied van gedrag zien we twee positieve ontwikkelingen: er wordt minder gerookt en het alcoholgebruik daalt. Een negatieve ontwikkeling is de stijging van het percentage mensen met overgewicht. SDG 4 (kwaliteitsonderwijs) geeft aanvullende informatie over het onderwijs in Nederland. Hier zien we dat Nederlanders relatief hoge reken-, taal- en digitale vaardigheden hebben3. Het percentage voortijdige schoolverlaters daalt en meer werkende mensen volgden onderwijs (leven lang ontwikkelen). Het is ook positief om te zien dat het percentage mensen dat tevreden is met de opleidingskansen trendmatig stijgt (82,4% in 2019). SDG 5 (gendergelijkheid) biedt aanvullende informatie over het benutten van het potentieel van vrouwen. Te zien is dat het percentage hoogopgeleide vrouwen stijgt, dat het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen daalt en dat de economische zelfstandigheid van vrouwen stijgt. Daarnaast daalt het aantal vrouwen dat te maken heeft gehad met fysiek geweld door haar (ex-)partner. Dit zijn positieve ontwikkelingen, hoewel daarmee niet is gezegd dat Nederland op koers ligt om volledige gendergelijkheid in 2030 te hebben behaald. Een ander aandachtspunt blijft het lage aandeel vrouwen in managementposities en in het nationale parlement.
In hoofdstuk 2 zagen we uitdagingen voor Nederland op het gebied van milieu en natuurlijk kapitaal. SDG 7 (betaalbare en duurzame energie) biedt aanvullende informatie over onze energievoorziening. Daar zien we dat bij de landen met het laagste percentage hernieuwbare energie van Europa horen, maar dat de investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparingen stijgen. Het totale energieverbruik en de energie-intensiteit van de economie dalen. SDG 12 (verantwoorde consumptie en productie) toont informatie over ons materialengebruik en afval. Te zien is dat de hoeveelheid gemeentelijk afval daalt en dat recycling van dit afval toeneemt. Onder SDG 13 (klimaatactie) vinden we aanvullende informatie over de broeikasgasemissies (in CO2-equivalenten). Te zien is dat de broeikasgasintensiteit van de economie daalt, net als de broeikasgasemissies per inwoner. Dit is voorzichtig goed nieuws, al is de reductie van broeikasgasemissies in 19 andere EU-landen groter. SDG 14 (leven in de zee) en SDG 15 (leven op het land) tonen voornamelijk negatieve ontwikkelingen op het gebied van de ecosystemen en biodiversiteit. Het stikstofoverschot in natuurgebieden draagt hier aan bij.
Als we meer willen weten over de kwaliteit van de leefomgeving van mensen, kunnen we kijken naar thema’s als wonen, infrastructuur, veiligheid en de betrouwbaarheid van instituties. Onder SDG 11 (duurzame steden en gemeenschappen) zien we dat meer mensen een huis hebben gekocht in de afgelopen jaren, maar ook dat de prijzen van woningen zijn gestegen en dat de woonlasten desondanks door 90% van de mensen niet als erg zwaar ervaren worden. De tevredenheid met de woning en de woonomgeving is hoog (87,5% respectievelijk 85,9%). Mensen in Nederland ervaren echter relatief vaak (20,2% van de huishoudens) onaangenaamheden in de buurt (zoals geluidsoverlast van buren, vandalisme, criminaliteit of geweld, vervuiling of andere milieuproblemen). We zien dat slachtofferschap van misdaad daalt en dat minder mensen zich onveilig voelen in de buurt. Onder SDG 16 (vrede, justitie en sterke publieke diensten) vinden we aanvullende informatie over veiligheid. Hier zien we dat overheidsuitgaven aan openbare orde en landsverdediging gemiddeld zijn in Nederland in vergelijking met andere Europese landen. Het aantal politiebeambten daalt, maar ook het aantal geregistreerde misdrijven en het aantal gedetineerden. Op het gebied van instituties scoort Nederland goed in vergelijking met andere Europese landen, met een hoge score voor de kwaliteit van overheidsregelgeving en effectiviteit van overheidsbestuur. Wat betreft inspraak en verantwoordingsplicht en de corruptie perceptie index behoort Nederland tot de beste landen van Europa. Onder SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur) zien we dat de netdichtheid van openbare wegen stijgt en dat Nederlanders relatief veel met de trein reizen. De tevredenheid met de reistijd woon-werkverkeer is gedaald, mogelijk doordat het tijdverlies door files en vertraging stijgt in tijden van hoogconjunctuur.
Doorontwikkeling van de Monitor
Het CBS heeft in de afgelopen jaren gewerkt aan het verbeteren van de Monitor: de cijfers en de presentatie daarvan. Het afgelopen jaar is onder andere gewerkt aan de verbetering van de webpublicatie van de Monitor. Een webpublicatie maakt het, in tegenstelling tot een papierenvorm, mogelijk om meer «cijfers achter de cijfers» toe te voegen, meer toelichting en duiding te geven bij de cijfers, en langere tijdseries te tonen voor Nederland en vergelijkbare landen (voor alle indicatoren in hoofdstuk 2 vanaf 1995).
In het afgelopen jaar heeft het CBS ook gewerkt aan een verdere verbetering van de tijdigheid van de gepresenteerde cijfers4. Voor een relevant debat over brede welvaart is het van belang om zo recent mogelijke cijfers te hebben. Om de beschikbaarheid van cijfers te versnellen, wordt nu voor sommige indicatoren gewerkt met «now-casting». Now-casting is een methode om met behulp van andere data meer te weten te komen over de huidige stand van zaken en ontwikkeling van een indicator.
Voor wat betreft indicatoren over natuurlijk kapitaal komen in de loop van 2020 via de Natuurlijk Kapitaal Rekeningen van het CBS verbeterde indicatoren en recentere data beschikbaar over de staat van de natuur en de bijdrage van natuur aan de welvaart, waarmee tevens actuele trends kunnen worden bepaald. In de huidige Monitor was deze informatie nog niet van voldoende kwaliteit om toe te voegen, maar hopelijk wel in de volgende editie.
In het kader van de Regio Deals werken CBS en Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op verzoek van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan de kennisontwikkeling over brede welvaart in de regio. Het CBS heeft in 2019 een conceptueel kader5voor het meten van brede welvaart in de regio ontwikkeld. Voorts heeft PBL in het kader van het onderzoeksprogramma6een tool7 ontwikkeld die informatie bevat over de kwaliteit van leven in het «hier en nu» voor alle gemeenten van Nederland. In opdracht van het Ministerie van LNV zal het CBS in het vierde kwartaal van 2020 een proeve «regionale monitoring van brede welvaart» opleveren («hier en nu», «later» en «elders»).
Kabinetsreactie op de Monitor
De Monitor informeert jaarlijks het Verantwoordingsdebat over de stand van de brede welvaart en de SDG-voortgang in Nederland. Begin dit jaar is de situatie echter flink veranderd, door de uitbraak van het coronavirus. Dit betekent dat de vandaag gepubliceerde cijfers niet de huidige situatie beschrijven, maar de positie in 2019. Deze uitgangspositie is relevant en het is zinvol om ook nu naar de brede ontwikkelingen in de samenleving te blijven kijken en de lange termijn niet uit het oog te verliezen.
Het geschetste beeld in de huidige Monitor is op veel aspecten onveranderd ten opzichte van vorig jaar. Het kabinet herkent de relatief hoge kwaliteit van leven in Nederland en de uitdagingen op het gebied van natuurlijk kapitaal. Ook herkent het kabinet dat er kwetsbare groepen zijn in de samenleving. Dit toont aan dat het belangrijk is om economische, ecologische en sociale ontwikkelingen in samenhang te bekijken bij het maken van beleid.
Het kabinet ziet de goede scores in de Monitor op het gebied van economie, overheidsfinanciën en samenleving als zeer belangrijk voor de manier waarop we met de coronacrisis om kunnen gaan. Sinds de financiële crisis van 2008 is de economie langzaam steeds beter gaan draaien; de werkgelegenheid nam toe en de belastinginkomsten stegen. Dit heeft bijgedragen aan een verbetering van veel aspecten van brede welvaart. De overheidsschuld is in 2019 gedaald naar minder dan 50% van het bruto binnenlands product (bbp), wat ruimte biedt om, nu het nodig is, bedrijven en mensen te ondersteunen die getroffen worden door de coronacrisis.
Op het gebied van natuurlijk kapitaal, zijn net als in de voorgaande edities van de Monitor, minder goede scores te zien, zoals relatief hoge broeikasgasemissies en grondstoffengebruik en de achteruitgang van de biodiversiteit. Het kabinet is zich hiervan bewust en heeft de afgelopen jaren ingezet op een verduurzaming van de economie. Het klimaatbeleid heeft als doel om de broeikasgasemissies in Nederland terug te dringen, in lijn met het Parijsakkoord. In de Toekomstvisie op de industrie beschrijft het kabinet hoe de basisindustrie hier aan bij kan dragen. Met het Rijksbrede programma circulaire economie en de transitieagenda’s uit het Grondstoffenakkoord wordt ingezet op de verduurzaming van productie en consumptie. Met de LNV-visie Waardevol en verbonden heeft dit kabinet voor de landbouw de omslag ingezet van voortdurende verlaging van de kostprijs van producten naar voortdurende verlaging van het gebruik van grondstoffen en zorgvuldige omgang met natuurlijke hulpbronnen door een efficiëntere benutting in kringlopen. De uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) heeft de noodzaak om de vervuiling van de natuur te verminderen op scherp gezet. Ook in de Monitor komt het stikstofoverschot naar voren als uitdaging voor Nederland. Het kabinet heeft daarom de maximumsnelheid op rijkswegen waar en wanneer relevant verlaagd en werkt aan bredere maatregelen om de stikstofdepositie in de natuur te verlagen, bijvoorbeeld door het verder verduurzamen van de veehouderij in lijn met haar visie op kringlooplandbouw. Ook investeert het kabinet fors in maatregelen om het natuurbeleid te versterken en intensiveren. Zoals vermeld in de brief over de Voortgang van de Stikstofproblematiek van 24 april 2020 betreft dit voor de periode van 2021–2030 een bedrag oplopend tot € 300 miljoen per jaar.
Het Deltaplan Biodiversiteitsherstel is een maatschappelijk initiatief van vooral niet-overheidspartijen om de biodiversiteit in Nederland te herstellen. In het programma Versterking Biodiversiteit worden daarnaast de overheidsinspanningen voor biodiversiteit via verschillende beleidsthema’s meer gebundeld voor een effectievere inzet voor de biodiversiteitsdoelen van Nederland. Met het Schone Lucht Akkoord werkt het kabinet aan een permanente verbetering van de luchtkwaliteit om zo te komen tot een vermindering van gezondheidsrisico’s door luchtverontreiniging.
De kwaliteit van onze leefomgeving is van invloed op een groot aantal aspecten van brede welvaart. In Nederland staan we op dat gebied voor een aantal urgente opgaven, die zowel lokaal, nationaal als wereldwijd spelen. Denk aan de uitdagingen op het gebied van klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid, woningbouw en biodiversiteit. Met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) geeft het Rijk een langetermijnvisie op de toekomst en de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland.
Het kabinet werkt samen met regionale partners aan Regio Deals om de brede welvaart in de regio’s te versterken. Het doel is een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke opgaven die specifiek zijn voor een bepaalde regio en direct verbonden met de dagelijkse leefomgeving van de bewoners. Met de Regio Deals wordt ingezet op het verzilveren van groeipotenties, het verbeteren van de kwaliteit van leven of de kwaliteit van de leefomgeving en het bieden van nieuwe perspectieven voor bewoners en bedrijven in een bepaalde regio. In 2019 zijn de 12 Regio Deals uit de tweede tranche gesloten. Begin 2020 maakte de Minister van LNV bekend in de derde tranche Regio Deals met 14 nieuwe voorstellen aan de slag te gaan om deze samen met de regio’s uit te werken tot Regio Deals8. Het streven is deze derde tranche Regio Deals in de zomer van 2020 te sluiten.
Naast deze regiodeals is het Rijk op 5 oktober 2018 in overleg met de regio het Nationaal Programma Groningen overeengekomen. Met dit programma werkt het Rijk samen met de regio de komende tien jaar aan de toekomst van de Groningers door ideeën te bundelen van bewoners, organisaties, bedrijven en overheden. Ook bij het Nationaal Programma Groningen zijn doelstellingen geformuleerd op basis van brede welvaart, die jaarlijks gemonitord zullen worden.
Op EU-niveau draagt Nederland bij aan duurzame steden en gemeenschappen (SDG 11) door deelname aan de Urban Agenda for the EU (UAEU). In thematische Partnerschappen werken steden samen met nationale overheden, Europese instellingen, experts en elkaar aan onder meer digitalisering, migratie, mobiliteit, energietransitie en luchtkwaliteit. Dit doen we ook met Nederlandse steden in de Agenda Stad door het sluiten van City Deals op thema’s als klimaatadaptatie, leefbaarheid en veiligheid. In de huidige 20 City Deals werken, experimenteren en leren steden samen met ministeries, bedrijfsleven en maatschappelijke partners, om bestaande praktijken te vernieuwen. Zo wordt innovatie op stedelijke transitieopgaven gestimuleerd en gebouwd aan duurzame steden.
Met de groeistrategie zet het kabinet in op een hoger verdienvermogen in Nederland, met als einddoel een hogere brede welvaart. Het is de bedoeling dat het verdienvermogen in Nederland stijgt, in balans met andere welvaartsaspecten. Dit draagt bij aan de duurzame ontwikkeling van de economie. De middelen om dit te bereiken zijn onder meer: investeren in beter onderwijs, in innovatie en infrastructuur, en in een hogere arbeidsparticipatie van mensen die meer willen en kunnen werken. In dit kader wordt er ook gewerkt aan de contouren van een nationaal groeifonds om incidentele investeringen in het verdienvermogen van Nederland op lange termijn te bekostigen.
Er wordt gewerkt aan actualisatie van het curriculum voor het funderend onderwijs. De basisvaardigheden taalbeheersing en rekenvaardigheid blijven onverminderd van belang, hiernaast moeten onder andere digitale geletterdheid maar ook burgerschap een passende plek krijgen. De kennis en vaardigheden die we de komende generatie meegeven zijn van groot belang voor ons toekomstig verdienvermogen.
De brede welvaart elders toont een gemengd beeld voor Nederland: we hebben een positief effect op brede welvaart in andere landen via hulp, handel en overdrachten, maar er zijn negatieve milieueffecten. Vooral arme landen zijn kwetsbaar en kennen uitdagingen als het gaat om het bereiken van de SDG’s. Om op systematische wijze de coherentie te bevorderen tussen de verschillende beleidsonderdelen die van invloed zijn op ontwikkeling, werkt het kabinet aan een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling9. Voor een overzicht van de behaalde resultaten in het afgelopen jaar, zie de jaarrapportage beleidscoherentie voor ontwikkeling 2019–202010.
Integratie brede welvaart & SDG’s in beleidscyclus
In het Verantwoordingsdebat van 2019 kwam ook de betekenis van de Monitor voor de beleidscyclus aan bod. Naar aanleiding van deze discussie heeft het kabinet een verkenning gedaan naar de mogelijkheden om de Monitor te integreren in de besluitvorming. Deze verkenning, gedaan in samenwerking met experts van andere organisaties (de Algemene Rekenkamer, de Raad van State, de WRR, de SER, de planbureaus en het CBS), is gepresenteerd in een kamerbrief op 6 december11. Uit de verkenning is gebleken dat de Monitor een nuttig instrument is om terug te kijken: het laat een zo recent mogelijk beeld zien van de brede welvaart in Nederland en geeft inzicht in de trends over tijd. Voor het evalueren of voorspellen van beleidseffecten op brede welvaart en het behalen van de SDG’s is echter aanvullende informatie nodig over de relaties tussen verschillende aspecten van welvaart. Het kabinet is daarom in gesprek met de drie planbureaus: het Sociaal en Cultureel Planbureau, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Planbureau. De planbureaus werken dit jaar aan een plan van aanpak hierover, dat zij voor het eind van het jaar zullen presenteren. Een ander inzicht uit de verkenning is dat een nieuw regeerakkoord kansen biedt om brede welvaart en het behalen van SDG’s goed te verankeren. Het is daarbij mogelijk om beleid explicieter te linken aan bepaalde beleidsdoelen en indicatoren in de Monitor. Hierbij kan worden gekeken naar de drie dimensies van brede welvaart en de 17 SDG’s.
Vierde Nationale SDG-Rapportage: «Nederland Ontwikkelt Duurzaam»
De nationale SDG-rapportage beschrijft jaarlijks de Nederlandse inzet en visie richting het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) vanuit alle sectoren. Naast de rijksoverheid zijn dit; de decentrale overheden, het bedrijfsleven en de financiële instellingen, de maatschappelijke organisaties, de kennisinstellingen, jongeren en het College voor de Rechten van de Mens. Het onderdeel door de rijksoverheid is dit jaar toegespitst op drie onderwerpen waarin verschillende SDG’s bij elkaar komen, zogenoemde dwarsverbanden, te weten: (1) leven lang ontwikkelen en de toekomst van werk; (2) duurzame mobiliteit; en (3) duurzame verstedelijking. Dit geeft een beeld van hoe de rijksoverheid gezamenlijk en geïntegreerd optrekt om antwoorden te formuleren op complexe uitdagingen. Veel van deze initiatieven dragen direct bij aan het behalen van de SDG’s, hoewel dit nog niet standaard benoemd wordt. De rijksoverheid heeft daarom het voornemen om bij toekomstig relevant beleid expliciet inzichtelijk te maken aan welke SDG’s het bijdraagt, conform de motie van het lid Van den Hul c.s.12
Tot slot
We leven in uitzonderlijke tijden. De huidige coronacrisis heeft grote effecten op veel aspecten van ons leven en laat zien dat we in een wereld leven waarin de onderlinge verbondenheid groot is. Het laat ook zien dat welzijn en welvaart afhangen van veel verschillende zaken zoals gezondheid, werk en inkomen, leefomgeving en natuur, sociale contacten en onderwijs. De uitdaging is om beleid zo in te richten dat een goede balans wordt gevonden tussen al die dimensies. Het kabinet werkt daarom, samen met experts, aan intelligente oplossingen om de volksgezondheid te beschermen en de negatieve effecten op andere terreinen zoveel mogelijk te beperken. Op deze manier borgt het kabinet breed de welvaart.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
De trend voor leesvaardigheid in PISA is tot 2015 redelijk stabiel. In PISA 2018 is ten opzichte van 2015 wel sprake van een sterke en significante daling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34298-31.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.