Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2015
De motie Van Meenen c.s. (Kamerstuk 34 300, nr. 91) verzoekt de regering om voorbereidingen te treffen voor de overheveling van het
groen onderwijs naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In
aanvulling hierop heeft de vaste Kamercommissie voor OCW aan de Minister van OCW gevraagd
om een brief met een beschrijving van een tijdpad en (proces)stappen die worden genomen
om tot uitvoering van deze motie te komen. In deze brief informeren wij u op welke
wijze het kabinet gevolg geeft aan deze aangenomen motie.
De Kamer spreekt in de motie uit dat de verworvenheden van het groene onderwijs behouden
moeten blijven en als inspiratie dienen voor het hele onderwijs. Net als uw Kamer
hecht het kabinet aan de verworvenheden en kwaliteiten van het groene onderwijs, zoals
opgebouwd binnen de zogeheten gouden driehoek, de samenwerking tussen overheid, onderwijs
en bedrijfsleven. Tegelijkertijd liggen er kansen in cross-sectorale samenwerking
met andere sectoren.
Het groen onderwijs is kleinschalig georganiseerd en sterk praktijkgericht, met leren
en werken in actuele bedrijfssituaties. Het groen onderwijs is bovendien sterk internationaal
gericht en betekenisvol voor en veelal koploper in het bevorderen van scholing en
kennis over duurzaamheid.
Het kabinet zal onderzoeken aan welke voorwaarden voldaan moet worden om deze verworvenheden
en kwaliteiten van het groen onderwijs bij een overheveling naar OCW te behouden,
en om kansen te verzilveren. Tevens zal in kaart worden gebracht op welke wijze overheveling
mogelijk is opdat aan deze voorwaarden wordt voldaan.
Tegelijkertijd richt het kabinet zich op een strategische meerjarige ontwikkelagenda
voor het groen onderwijs voor de komende tien jaar. Het gaat hierbij om noodzakelijke
vernieuwing en een nog betere aansluiting op de vraag uit de arbeidsmarkt, meer samenwerking
met het overig onderwijs en meer doelmatigheid in het opleidingsaanbod. Daarmee wil
het kabinet tevens de regeerakkoordtaakstelling voor het groen onderwijs van 33 miljoen
euro vanaf 2016 verder invullen (Kamerstuk 34 284, nr. 1). De Staatssecretaris van Economische Zaken zal daarover op korte termijn overleg
voeren met de onderwijsinstellingen van het groen onderwijs en het bedrijfsleven.
Het kabinet zal uw Kamer na de zomer van 2016 over de uitkomsten van dit onderzoek
informeren, zodat deze kunnen worden betrokken bij de formatie van een nieuw kabinet.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M. Bussemaker