34 275 Vaststelling van een algemene kinderbijslagvoorziening voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Wet kinderbijslagvoorziening BES)

Nr. 9 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 november 2015

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Na hoofdstuk 4 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 4a. TOEZICHT

Artikel 24a. Toezicht

1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn de daartoe bij regeling van Onze Minister aangewezen functionarissen belast.

2. Titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing, met uitzondering van de artikelen 5:18 en 5:19.

2

In artikel 27 wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

In artikel 24, derde lid, wordt «USD 1.522» vervangen door «USD 761» en wordt «USD 3.044» vervangen door: USD 1.522.

3

Na artikel 27 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 27a. Wijziging van de Wet inkomstenbelasting BES

Indien artikel 25 van de Wet inkomstenbelasting BES bij het begin van het kalenderjaar 2016 wordt toegepast, worden, met overeenkomstige toepassing van dat artikel, de in artikel 27, onderdeel Aa, opgenomen bedragen eerst bij ministeriële regeling vervangen door andere bedragen.

Toelichting

Deze tweede nota van wijziging bevat een voorstel voor een terugvaloptie, mocht het onverhoopt niet meer mogelijk zijn om de maatregelen uit voorliggend wetsvoorstel op 1 januari 2016 in werking te laten treden. Mede gezien de beoogde behandeling in zowel Tweede als Eerste Kamer is er geen zekerheid dat de maatregelen uit dit wetsvoorstel nog op 1 januari 2016 in werking kunnen treden. Om te voorkomen dat de inwerkingtreding van de maatregelen uit voorliggend wetsvoorstel pas op 1 januari 2017 zal plaatsvinden, voorziet deze nota van wijziging in de terugvaloptie van inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2016. De fiscale kindertoeslag blijft dan tot 1 juli 2016 in stand. Vanaf dat tijdstip eindigt de fiscale kindertoeslag en ontstaat de kinderbijslagvoorziening.

Zonder deze nota van wijziging zou – indien de maatregelen uit voorliggend voorstel niet met ingang van 1 januari 2016 in werking kunnen treden – inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2016 betekenen dat voor de fiscale kindertoeslag in 2016 nog het huidige jaarbedrag (afgezien van de indexatie) blijft gelden, terwijl er daarnaast vanaf 1 juli 2016 kinderbijslag wordt uitgekeerd. Dat zou voor de groep die de fiscale korting kan verzilveren een bevoordeling betekenen boven andere groepen.

Het bedrag van de fiscale kindertoeslag wordt elk jaar gecorrigeerd voor inflatie. Omdat de inflatiecorrectie op dit moment nog niet bekend is, wordt via onderdeel 3 geregeld dat ook de in artikel 27, onderdeel Aa, op te nemen bedragen aan kindertoeslag dienovereenkomstig bij ministeriële regeling worden gecorrigeerd voor inflatie.

Bovenstaand gedeelte van deze nota van wijziging moet strikt gezien worden als een terugvaloptie. Indien de maatregelen van voorliggend voorstel wel op 1 januari 2016 in werking (kunnen) treden, zullen de desbetreffende onderdelen van deze nota van wijziging niet in werking treden.

Tevens voorziet deze nota van wijziging door middel van onderdeel 1 in het invoegen van een nieuw hoofdstuk 4. Dit onderdeel wordt uit oogpunt van uniformiteit voorgesteld, waardoor wordt aangesloten bij de bestaande systematiek op de openbare lichamen wat betreft het toezicht op de socialezekerheidswetgeving. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verkrijgt de bevoegdheid om toezichthouders aan te wijzen (zoals voor het overgrote gedeelte van de socialezekerheidswetten is gebeurd in de Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren SZW-regelgeving BES). Een toezichthouder als bedoeld in Titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mag op grond van zijn aanstelling plaatsen betreden (met uitzondering van woningen zonder toestemming van de bewoner), inlichtingen vorderen, personen vorderen inzage te geven in hun identiteitsbewijs en heeft recht op inzage in gegevens en bescheiden en het nemen van afschriften daarvan. Bovendien kan de toezichthouder op grond van artikel 5:20 Awb een ieder verplichten medewerking te verlenen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden als deze redelijkerwijs gevorderd kan worden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven