De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat levensbeschouwing integraal onderdeel uitmaakt van de publieke
mediaopdracht;
constaterende, dat aandacht voor levensbeschouwing mede invulling geeft aan de opdracht
van de publieke omroep om de pluriformiteit van onze samenleving adequaat te weerspiegelen;
overwegende, dat bij de opheffing van de kleine levensbeschouwelijke omroeporganisaties
(2.42 omroepen) een bedrag van minimaal 12 miljoen euro per jaar is geoormerkt voor
levensbeschouwelijke programmering die deze omroepen eerder verzorgden;
overwegende, dat daarnaast alle erkende omroepverenigingen recht hadden en houden
op budget om programma's te maken vanuit hun eigen identiteit, ook waar deze van levensbeschouwelijke
aard is;
overwegende, dat erkende omroepverenigingen ook in de toekomst financiële ruimte moeten
houden om aanbod te kunnen maken vanuit hun levensbeschouwelijke identiteit en daarnaast
vanuit het geoormerkte budget invulling zullen moeten geven aan programmering die
eerder verzorgd werd door de 2.42 omroepen;
verzoekt de regering om in de prestatieovereenkomst tussen de regering en de NPO op
te nemen dat het bedrag van minimaal 12 miljoen euro per jaar toekomt aan programmering
die voorheen verzorgd werd door de 2.42-omroepen;
verzoekt de regering om voorts te bevestigen dat de NPO daarnaast ruimte en budget
vrij blijft maken voor brede levensbeschouwelijke programmering en dit vast te leggen
in de prestatieovereenkomst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bikker
Sent
Lintmeijer
Schnabel
Krikke
Schalk