Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek naar de evaluatie
uitstapprogramma’s prostitutie, Deelrapport Landelijke dekking en toekomstige financiële
regeling. In het regeerakkoord is structureel geld beschikbaar gesteld voor een landelijk
dekkend netwerk van uitstapprogramma’s voor mensen die de prostitutie willen verlaten
(bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34). Teneinde te komen tot een evenwichtige verdeling van de beschikbaar gestelde financiële
middelen (jaarlijks drie miljoen euro), is de Regeling Uitstapprogramma’s Prostituees
II (RUPS II, periode 2014 tot en met 1 juli 2018) geëvalueerd in opdracht van het
WODC. De evaluatie bestaat uit twee onderdelen: het nu opgeleverd onderzoek naar de
landelijke dekking en de financieringssystematiek en een eindrapport dat in het voorjaar
gereed zal zijn en tevens kijkt naar de effecten van de uitstapprogramma’s die onder
RUPS II zijn uitgevoerd. Het deelrapport wordt met deze brief meegezonden1.
WODC onderzoek evaluatie uitstapprogramma’s prostitutie
Doel van dit onderzoek is een evaluatie van de landelijke dekkingsgraad en een verkenning
van de verdeling en het beheer van de toekomstige structurele gelden voor uitstapprogramma’s.
Medewerkers bij gemeenten en medewerkers van RUPS-programma’s hebben meegewerkt aan
het onderzoek. De onderzoekers constateren dat vanaf 2014 in grote delen van het land
uitstapaanbod beschikbaar is gekomen met behulp van RUPS II-gelden, echter op dit
moment is nog geen volledig landelijk dekkend netwerk gerealiseerd. Om tot een landelijk
dekkend netwerk te komen is aandacht nodig om in de regio’s waar wel aanbod beschikbaar
is, alle delen van de regio voldoende te gaan bedienen en daarbij te zorgen voor voldoende
bereik van alle doelgroepen, waaronder ook moeilijker bereikbare doelgroepen zoals
mannelijke sekswerkers, illegale sekswerkers, thuiswerkers, transgender sekswerkers
en slachtoffers van seksuele uitbuiting. Het stimuleren van organisaties met expertise
is belangrijk om ook in nieuwe regio’s uitstapprogramma’s te (helpen) ontwikkelen.
Het verdelen van de beschikbare gelden door middel van een subsidieregeling wordt
op dit moment gezien als de meest wenselijke financieringssystematiek. De resultaten
van het onderzoek dienen als input voor een dit voorjaar op te stellen structurele
regeling waarbij gericht wordt op drie beoogde effecten: een landelijk dekkend netwerk,
passende hulp voor de doelgroep en minimale administratieve lasten voor betrokken
partijen.
Reactie
Het eindrapport van de evaluatie wordt in het voorjaar van 2019 afgerond. Het eindrapport
van de evaluatie levert ook informatie op over de effecten die de uitstapprogramma’s
hebben behaald.
Na afronding van de gehele evaluatie informeer ik u over de resultaten van het onderzoek
en de wijze waarop de structurele financiële middelen voor uitstapprogramma’s zullen
worden verdeeld.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers