Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2018
Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek naar de maatschappelijke
positie van sekswerkers1 en het onderzoek naar geweld tegen sekswerkers. Beide onderzoeken zijn mede gedaan
ter uitvoering van de motie2 van de toenmalige leden Van Tongeren (GroenLinks) en Swinkels (D66) over de versterking
van de maatschappelijke positie van sekswerkers. Het WODC onderzoek naar de maatschappelijke
positie van sekswerkers is een verdieping van het deelonderzoek «sociale positie prostituees»
dat onderdeel uitmaakt van de nulmeting Wetsvoorstel Regulering Prostitutie en bestrijding
misstanden seksbranche.3 Daaruit bleek dat de positie van sekswerkers was verbeterd ten opzichte van de meting
in 2006, maar achterbleef bij het gemiddelde van de Nederlandse bevolking. Het onderzoek
van Stichting SOA Aids Nederland over «geweld tegen sekswerkers» is met subsidie van
het Ministerie van Justitie en Veiligheid tot stand gekomen. De onderzoeken zijn bij
deze brief aangehecht4.
WODC onderzoek Maatschappelijke positie van sekswerkers
Doel van dit onderzoek is inzicht te bieden in de hulpvragen en behoeften van sekswerkers
met betrekking tot hun maatschappelijke positie en werkomstandigheden en in een eventuele
noodzaak om de rechtspositie van sekswerkers te versterken. De sekswerkers die hebben
meegewerkt aan het onderzoek hebben 18 casussen aangeleverd. De onderzoekers constateren
dat een algemene behoefte die naar voren komt is dat sekswerkers op een respectvolle
wijze en op dezelfde wijze als anderen bejegend willen worden door medewerkers van
instanties. Het zou volgens sekswerkers helpen wanneer het stigma dat op sekswerk
ligt en dat zij in hun contacten met instanties regelmatig ervaren, zou kunnen worden
verminderd.
Onderzoek Geweld tegen sekswerkers
In totaal deden meer dan 300 sekswerkers mee aan het onderzoek dat is uitgevoerd door
Stichting SOA Aids Nederland.Het grootste deel van de ondervraagde sekswerkers is
overwegend tevreden over zijn of haar baan. 93% van de sekswerkers heeft ooit minimaal
een keer te maken gehad met emotioneel geweld in de vorm van ongewenste vragen, vernederingen,
privacy schending en/of stalken. Ruim driekwart ervaart seksueel geweld; van intimidatie,
ongewenste seksuele diensten tot aanranding en verkrachting. Fysiek geweld, van aan
de haren trekken tot slaan en schoppen en zware mishandeling, heeft 60% van de sekswerkers
ooit minimaal een keer meegemaakt. Financieel economisch geweld, zoals diefstal, afpersing,
uitbuiting of het weigeren aan een sekswerkers door een bank van een zakelijke bankrekening,
is aan de orde bij meer dan de helft van de ondervraagde sekswerkers.
Reactie
Het verbeteren van de maatschappelijke positie van sekswerkers is onderdeel van het
beleid om misstanden in de prostitutiebranche aan te pakken. De lijnen waarlangs aan
deze verbetering wordt gewerkt zijn in de brief van 23 juni 2014 uiteengezet.5 In de brief van 6 juni 2017 bent u over de voortgang geïnformeerd.6
Ik zet dit beleid, samen met de Minister van SZW, voort. Bij de vraagstukken waarbij
inzet van het rijk noodzakelijk is, zal ik- in samenspraak met sekswerkers en andere
partners- een bijdrage leveren om deze op te lossen.
De uitkomsten en aanbevelingen van beide rapporten zullen worden besproken in het
landelijk platform prostitutiebeleid. Dit platform bestaat uit beleidsmakers op landelijke
niveau en verschillende (belangengroepen) van sekswerkers en komt jaarlijks bijeen.
Ook zullen de uitkomsten en aanbevelingen worden besproken met andere relevante partners.
Daarnaast wordt aan de hand van het rapport bezien of er aanvullende maatregelen nodig
zijn om sekswerkers beter tegen geweld te beschermen en hun positie te versterken.
Vanzelfsprekend zal ik uw Kamer informeren over het vervolg.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers