Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34139 nr. 17 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34139 nr. 17 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2016
Zoals aangekondigd in mijn brief van 30 mei jl. informeer ik u hierbij over recente ontwikkelingen in het kader van Europese Agenda Stad.1 Dit biedt mij ook de gelegenheid u te informeren over de voortgang van Agenda Stad. Daaraan voorafgaand wil ik kort stilstaan bij de aanleiding voor beide interbestuurlijke initiatieven.
Aanleiding
Stedelijke regio's maken, wereldwijd en in ons land, steeds meer het verschil. Zowel menselijk (kennis)kapitaal, ondernemerschap, innovatie en economische groei als sociale en fysieke leefbaarheidsvraagstukken (onder andere met betrekking tot sociale achterstanden/tweedeling en integratie, congestie, vervuiling en druk op de woningmarkt) concentreren zich in toenemende mate in steden. Tegelijkertijd dienen stedelijke regio's in te spelen op ingrijpende transitie- en transformatie-opgaven, zoals op het gebied van economie, digitalisering, mobiliteit, klimaat, energie, voedsel, gezondheid, demografie, huisvesting, sociale samenhang, veiligheid en bestuur.
De internationale uitgangspositie van de Nederlandse stedelijke regio's is in algemene zin sterk maar, onder invloed van de steeds heftiger internationale concurrentie, ook steeds minder vanzelfsprekend. Dit komt onder meer naar voren in de bijgevoegde publicatie «Cities in Europe, Cities in the Netherlands»2, die op mijn verzoek door het Planbureau voor de Leefomgeving is gemaakt. Tegen deze achtergrond is bovenal van belang dat de Nederlandse stedelijke regio's zich met innovatieve en duurzame oplossingen opnieuw uitvinden en dat de rijksoverheid en de Europese Unie hiervoor ruimte, kaders en generieke condities creëren. In veel gevallen en op veel terreinen gaat dit goed. Vooral waar het gaat om de genoemde transitie- en transformatie-opgaven blijken echter, door bestaande verhoudingen, praktijken en regels, beloftevolle oplossingen niet tot stand te komen. Teneinde economische groei, innovatie en leefbaarheid in ons land te bevorderen, hebben het kabinet en stedelijke regio's -onder de noemers Agenda Stad en Europese Agenda Stad- het initiatief genomen met name deze opgaven gezamenlijk nader te verkennen en (ruimte te creëren om) beloftevolle oplossingen hiervoor te beproeven.
Europese Agenda Stad
Op 30 mei 2016 hebben de Europese Ministers verantwoordelijk voor stedelijk beleid, onder Nederlands Voorzitterschap, tijdens hun bijeenkomst in Amsterdam overeenstemming bereikt over de «Urban Agenda for the EU», Europese Agenda Stad, zoals vastgelegd in het «Pact van Amsterdam» (Kamerstuk 34 139, nr. 14). Hierin zijn de doelen, de thema’s en concrete acties van de Europese Agenda Stad beschreven. Het Pact geeft het startschot voor betere verticale en horizontale samenwerking tussen steden, lidstaten, Europese Commissie, Europese instellingen en experts, gericht op het «urbanproof» maken van EU-beleid.
Teneinde EU-beleid beter te laten aansluiten op de stedelijke praktijk richt de Europese Agenda Stad zich op:
1. Betere regelgeving: meer invloed van steden op EU-regelgeving en een meer proportionele, effectieve en eenduidige inzet van Europese regels.
2. Betere financiering: effectiever benutting door en betere toegankelijkheid van Europese fondsen voor steden.
3. Betere kennisdeling; bredere Europese kennisbasis met betrekking tot stedelijke ontwikkeling en uitwisseling van goede voorbeelden van innovatieve stedelijke oplossingen.
Het gaat hierbij niet om nieuwe regelgeving of om nieuwe financieringstromen maar om het beter afstemmen van bestaande regelgeving, financiering en kennisdeling op de praktijk van stedelijke regio’s. Hier wordt vaak wel over gepraat maar steden zijn in onvoldoende mate expliciet aan de gespreks- en besluitvormingstafels vertegenwoordigd.
Om de Europese Agenda Stad inhoudelijke focus te geven zijn de belangrijkste uitdagingen voor Europese stedelijke gebieden vertaald in twaalf prioritaire thema’s, die van vitaal belang zijn voor het realiseren van duurzame inclusieve groei: inclusie van migranten en vluchtelingen, luchtkwaliteit, stedelijke armoede, huisvesting, circulaire economie, lokale werkgelegenheid, klimaatadaptatie, energietransitie, duurzaam gebruik van land en op natuur gebaseerde oplossingen, stedelijke mobiliteit, digitale transitie en innovatief en verantwoord aanbesteden door de overheid. Bijvoorbeeld bij het programma «Urban Innovative Actions» (€ 370 miljoen), waarmee de Europese Commissie direct stedelijke projecten financiert, zullen deze thema’s leidend zijn. In het Pact wordt overigens de mogelijkheid geboden om op termijn thema’s aan de lijst toe te voegen.
Voor de uitwerking van de geselecteerde thema’s worden partnerschappen gevormd van steeds circa 5 Europese stedelijke regio's, 5 lidstaten, de Europese Commissie, Europese instellingen (zoals de Europese Investeringsbank) en andere betrokkenen – waaronder Europese kennisprogramma’s, stedelijke organisaties en experts. Nieuw aan deze Partnerschappen is dat voor het eerst steden, lidstaten, Europese Commissie met relevante stakeholders aan één tafel zitten om samen te werken aan EU-beleid dat steden beter ondersteunt bij de aanpak van hun uitdagingen. De partnerschappen stellen vast wat er op het gebied van bestaande Europese wet- en regelgeving, toegang tot fondsen en kennisuitwisseling beter moet en kan, met het oog op de groei, leefbaarheid en innovatie in Europese stedelijke regio's. Ze zullen binnen twee à drie jaar concrete aanbevelingen aan de Europese Commissie aanbieden.
Tijdens het Nederlandse Voorzitterschap zijn vooruitlopend op het Pact van Amsterdam vier (pilot) partnerschappen gestart. Het betreft:
1. Stedelijke armoede, gecoördineerd door Frankrijk en België;
2. Huisvesting, gecoördineerd door Slowakije en Wenen; Nederland (BZK) is een van de partners;
3. Luchtkwaliteit, gecoördineerd door Nederland (IenM); Utrecht is een van de stedelijke partners; 3
4. Inclusie van migranten en vluchtelingen, gecoördineerd door de Amsterdam en de Europese Commissie (DG Home).
Bij deze 4 partnerschappen zijn inmiddels circa twintig Europese steden, vier Nederlandse steden en elf directoraten-generaal (DG’s) van de Europese Commissie betrokken. Verwacht wordt dat de vier pilot partnerschappen voor het eind van 2016 actieplannen gereed hebben.4 Mede met het oog op een voortvarende start van deze partnerschappen heeft het Kenniscentrum «Europa decentraal» in het kader van betere regelgeving en in opdracht van het Ministerie van BZK, inmiddels al in kaart gebracht hoe en in welke mate Europese regelgeving mogelijk belemmerend werkt op het beleid van steden en waar kansen voor verbetering liggen.5 Het onderzoek dient daarmee zowel als input voor de thematische Partnerschappen als voor de «Better Regulation»-agenda van Eurocommissaris Timmermans.6 Een in dit verband belangrijk winstpunt is overigens dat de Commissie in de aanloop naar de totstandkoming van de Europese Agenda Stad onlangs besloten heeft tot het opzetten van één digitaal loket waar steden terecht kunnen voor vragen over Europese regelgeving, fondsen en kennis.
Om de betrokkenheid van lidstaten en de Europese Commissie bij de Europese Agenda Stad te formaliseren zijn er onder Nederlands voorzitterschap Raadsconclusies aangenomen op 24 juni jl. Hierin zijn de belangrijkste elementen van het Pact van Amsterdam bevestigd. De Raadsconclusies verankeren de betrokkenheid van de lidstaten en involveren de Europese Commissie, andere Europese instellingen en stedelijke organisaties bij de Europese Agenda Stad. Daarmee wordt bewerkstelligd dat de uitkomsten van de partnerschappen daadwerkelijk tot aanpassing van EU-beleid zullen leiden. 7
Er is breed draagvlak verworven in Nederland en Europa voor de Europese Agenda Stad. In de aanloop naar de totstandkoming van het Pact van Amsterdam is overleg gevoerd met alle lidstaten en de relevante Europese organisaties (zoals de Commissie, het Parlement, het Comité van de Regio’s, het Europees Economisch en Sociaal Comité, de Europese Investeringsbank. Voorts zijn stedenkoepels zoals EUROCITIES en de Council for European Municipalities and Regions (CEMR), en Europese kennisprogramma’s als Urbact en ESPON nauw betrokken. In Nederland zijn de VNG, IPO, G32 en G4 nauw betrokken bij de totstandkoming van het Pact. Uit hun reacties tijdens het opstellen van het Pact blijkt brede steun onder Nederlandse steden voor het Pact.
Het Comité van de Regio’s organiseerde op 30 mei een Europese conferentie voor lokale en regionale bestuurders over de Europese Agenda Stad, waar de verschillende thema’s van de Europese Agenda Stad aan bod zijn gekomen. De burgemeesters van de Europese hoofdsteden hebben tijdens hun jaarlijkse bijeenkomst met de Europese Commissie in april jl. in Amsterdam in een gezamenlijke verklaring hun steun uitgesproken voor de Europese Agenda Stad. Daarnaast roepen de burgemeesters de Europese Commissie op om de Europese Agenda Stad tot een prioriteit te maken van haar werkprogramma. Op 30 mei vond de «City Makers Summit» plaats. Hierin wisselden burgers uit heel Europa, die met eigen projecten de leefbaarheid in hun steden proberen te stimuleren, kennis uit over stedelijke ontwikkeling. Deze Europese «stadmakers» hebben een «City Makers Agenda» opgesteld ter ondersteuning van de Europese Agenda Stad.8
Agenda Stad
Het interbestuurlijke initiatief Agenda Stad is gericht op de versterking van de groei, innovatie en leefbaarheid in Nederlandse stedelijke regio’s. Met het oog hierop worden zogenoemde City Deals gesloten en uitgevoerd. In deze deals leggen publiek-private coalities van overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke initiatieven hun ambitie vast om gezamenlijke complexe stedelijke transitie- en transformatie-opgaven aan te pakken. Samenwerking tussen stedelijke regio’s is daarbij cruciaal om de agglomeratie- en netwerkkracht van steden te versterken. Hiermee wordt in het kader van Agenda Stad gemikt op een innovatieve, op doorbraken gerichte aanpak, die ook internationaal uitventbare resultaten kan opleveren.
Eind 2014 is een oproep gedaan aan de stedelijke regio’s om voorstellen voor wezenlijke transitiethema’s te agenderen. In overleg tussen stedelijke regio’s en de rijksoverheid is daaruit een pakket van stedelijke vraagstukken en bijhorende coalities van stedelijke en landelijke actoren ontstaan. Deze coalities vormen het startpunt van de City Deals die vanaf de herfst van 2015 verder zijn geconcretiseerd en aangevuld.
Bij City Deals gaat het enerzijds om het realiseren van inhoudelijke resultaten, het oplossen van thematische, dan wel regiospecifieke vraagstukken waarvoor men zich gesteld ziet. Anderzijds gaat het erom te leren van de manier waarop partijen samenwerken binnen City Deals. Wat werkt daarin goed en wat minder? De inzet van het Ministerie van BZK is mede gericht op het op gang krijgen en houden van dit proces, het stroomlijnen van de verschillende city deal trajecten, de globale bewaking van de voortgang en het ophalen en verder brengen van de geleerde lessen rond de nieuwe manier van werken.
Inmiddels zijn negen City Deals getekend die zich nu in de uitvoeringsfase bevinden. Daarnaast zijn er nog zeven City Deals die thans concreet verkend worden. Meer informatie over deze Deals treft u aan in de bijlage9 en op de www.AgendaStad.nl. De ondertekenaars van de City Deals geven aan dat de doorlooptijd van de afgesloten City Deals een tot twee jaar bedraagt. In kader van Agenda Stad zet het Ministerie van IenM overigens met steden living labs op. Hierin worden innovatieve oplossingen in een concreet gebied ontwikkeld en getest. Inmiddels zijn het Living Lab Klimaatadaptatie (Overijssel) en het Living Lab Slimme en Gezonde Utrecht van start gegaan.
City Deal in uitvoering / thema |
Inhoud |
Steden |
Departementen |
Overige partijen |
---|---|---|---|---|
Roadmap next economy / next economy |
Regionale ontwikkelstrategie voor een toekomstbestendige economie van MRDH nodig vanwege klimaatverandering, grondstoffenschaarste, verstedelijking en technologische innovatie. |
MRDH (Rotterdam, Den Haag, 21 omliggende gemeenten) |
EZ, BZK |
Provincie Zuid-Holland, EPZ |
Klimaatadaptieve stad / klimaat- adaptatie |
Betere benutting van kansen die klimaatverandering biedt |
Zwolle, Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Gouda |
IenM |
Unie van Waterschappen en 3 individuele waterschappen |
De Inclusieve Stad / sociale arrangementen |
Huishoudens vanuit de arrangementen op de domeinen van werk, inkomen, schulden en zorg beter bedienen door het perspectief van het huishouden als uitgangspunt te nemen |
Zaanstad, Leeuwarden, Enschede, Utrecht, Eindhoven |
SZW, VWS, BZK |
|
Eurolab / grensoverschrijdende economie en arbeidsmarkt |
Totstandkoming grensoverschrijdend stedelijk netwerk versnellen via economie en arbeidsmarkt |
Maastricht, Sittard/Geleen, Heerlen |
BZK, EZ, SZW, OCW |
Prov. Zuid-Limburg, st. LED, RU Maastricht |
Stedelijke veiligheid / data-infrastructuur |
Samenhangende en innovatieve aanpak van complexe stedelijke veiligheidsuitdagingen, met als doel het behalen van maatschappelijk (veiligheid) en economisch rendement |
Den Haag, Eindhoven, Tilburg, Enschede, Zoetermeer, Delft |
EZ, V&J, OCW |
3 regionale veiligheidsclusters |
Binnenstedelijk Bouwen / stedelijke transformatie |
Nieuwe allianties en business cases om binnenstedelijk bouwen een impuls te geven |
Zuid vleugel (Leiden, Rotterdam, Den Haag, Gouda, Dordrecht, Schiedam, Alphen aan den Rijn) |
BZK, IenM |
Bouwend Nederland, Vastgoed Belang, Vereniging Deltametropool, Neprom, IVBN, Watertorenberaad en BNG Bank |
Warm welkom voor talent |
Deze City Deal beoogt elke hoogwaardige ondernemer die in Nederland wil starten ruim baan te bieden |
Amsterdam, Eindhoven, Den Haag, Groningen. |
EZ, SZW, V&J, OCW |
Expatcenter Amsterdam Area, Startup Amsterdam, Startup Delta, VNO-NCW, ONL, KvK, MKB Nederland, UWV, RVO, IND, NFIA e.a. 1 |
Health Hub / campussen en innovatiemilieus |
Een meer samenhangende en innovatieve aanpak van complexe, stedelijke gezondheidsvraagstukken. |
Utrecht e.o. (De Bilt, Zeist, Nieuwegein, Woerden) |
EZ, VWS, OCW, IenM |
Utrecht Science Park partners, Economic Board Utrecht, UtrechtZorg, European Center for Selfmanagement |
Waarden van groen en blauw in de stad |
Uitrollen stadtool «The Economics of Ecosystems end Biodiversity» (TEEB) en nature based solutions |
Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Haarlem Apeldoorn, Amersfoort |
EZ, IenM |
VHG(branche ondernemers in ‘t groen), RUG, HVA, RIVM |
Bij de City Deals zijn steeds wisselende coalities van steden betrokken. Gemiddeld zijn 5 steden bij een deal betrokken. Bij de inmiddels negen afgesloten City Deals zijn ruim dertig steden betrokken; betrekken we hierbij ook de City Deals die in ontwikkeling zijn dan zijn 40 steden betrokken. Ongeveer 40 procent van de betrokken steden participeert in meer dan één City Deal. Van de G32 inclusief G4 participeert driekwart in een City Deal. De kring van betrokken departementen breidt zich uit: gemiddeld nemen 2 departementen deel aan een City Deal. Inmiddels zijn de Ministeries EZ, IenM, SZW, V&J, VWS en OCW betrokken.
Grosso modo tekenen zich twee soorten City Deals af. Allereerst de City Deal die een thematische samenwerking verankert en tussen steden verspreid door Nederland, bijvoorbeeld Inclusieve Stad of Stedelijke veiligheid, de netwerkkracht en complementariteit in optrekken van de steden vergroot. Hiernaast zijn er deals die zich toespitsen op één stedelijke agglomeratie. Het is in die gevallen nadrukkelijk de bedoeling ervaringen die in een stad worden opgedaan met City Deals te benutten in andere stedelijke regio’s.
Een eerste werkwijze bij City Deals is experimenteren met nieuwe concepten in een proeftuin zoals dat gebeurt met het testen van innovatieve veiligheidsoplossingen, het ontwikkelen van nieuwe vervoersmodaliteiten of het bijeen brengen van nieuwe technologieën. Een tweede werkwijze is het integreren van nieuwe opgaven in stedelijk beleid, zoals de uitvoering van klimaatadaptieve maatregelen in stedelijke gebiedsontwikkeling, of het bepalen van economische en maatschappelijke waarde van natuur en water in de stad. In de meeste City Deals, waarin deze werkwijze wordt gevolgd, wordt daarbij aan de hand van concrete casussen gewerkt. Een derde werkwijze bij City Deals is een klantenreis, waarbij een lid van de doelgroep (de «klant») wordt gevolgd bij zijn streven naar het starten van een onderneming, het vinden van werk of het veranderen van de bestemming van een gebouw. Deze klantoriëntatie helpt om de omslag te maken vanuit afzonderlijke regels die elkaar soms tegenwerken en leiden tot dure oplossingen, lange procedures en oplopende kosten. Daarvoor moeten natuurlijk wel bestaande schotten worden doorbroken.
Agenda Stad heeft inmiddels als belangrijke opbrengst dat steden elkaar meer dan voorheen weten te vinden. De steden zijn bovendien in toenemende mate gelijkwaardige partners bij de aanpak van complexe stedelijke opgaven. De agenda’s en ambities van steden worden daarbij via City Deals goed en in onderlinge samenwerking zichtbaar. De samenhang en complementariteit in optreden wordt gezocht in plaats van het benadrukken van de onderlinge concurrentie. Ook de betrokkenheid van maatschappelijke partners en het bedrijfsleven in de City Deals komt op gang. Dit past in een bredere beweging waarin overheden oplossingen voor maatschappelijke opgaven in cocreatie met relevante partijen ontwikkelen.
Vooruitblik
Met het aannemen van het Pact van Amsterdam door de Raad van Ministers staan we aan het begin van de Europese Agenda Stad. De volgende EU-voorzitters Slowakije en Malta hebben bevestigd de Europese Agenda Stad tijdens hun voorzitterschap verder te brengen. Nederland zal daaraan een actieve bijdrage blijven leveren, in het bijzonder in de periode van de komende twaalf maanden van het trio programma, waarin Nederland samen met de eerstvolgende twee voorzittende landen Slowakije en Malta een bijzondere verantwoordelijkheid draagt. Inhoudelijk gaat het hierbij om de uitbouw van de reeds bestaande partnerschappen en het realiseren van inhoudelijke resultaten daarvan. Ook is de komende tijd aandacht nodig voor het opstarten van nieuwe partnerschappen voor de overige acht in het Pact van Amsterdam centraal gestelde thema’s. Het Ministerie van BZK zal daarbij de Nederlandse stedelijke regio’s actief ondersteunen met het oog op een goede positionering van deze regio’s. Daarvoor wordt bij de verdere invulling van de partnerschappen de inzet van de «Dutch urban envoy» tot medio volgend jaar gecontinueerd.
In het kader van Agenda Stad worden de negen afgesloten City Deals thans uitgevoerd. Daarnaast worden City Deals verkend zoals over digitalisering van de woonomgeving en rond particulier vakantieverhuur. De verwachting is dat er in 2016 nog enkele worden ondertekend. Tegelijkertijd moet er worden geleerd van deze wijze van werken. Daarmee kan zicht worden verkregen op de meerwaarde van het instrument City Deal. Uiteraard zullen daarbij ook de lessen uit de green deal evaluatie worden benut.11 Deze leerervaringen kunnen vervolgens in reeds gestarte en nieuwe trajecten toegepast worden. City Deals en de Partnerschappen kunnen als instrument ook een goede oplossing zijn voor knelpunten in het besturen van (stedelijke) regio’s omdat ze uitgaan van samenwerking in plaats van conflict tussen overheden en er betrokkenheid wordt beoogd van de gekozen organen. City Deals spelen daarmee ook in op de zorgen die door de Eerste Kamer zijn geuit in de motie Meijer en op het advies van de Studiegroep Openbaar Bestuur.12 13
Indien City Deals en Partnerschappen succesvol zijn, ligt het voor de hand om deze manier van samenwerking tussen steden, andere overheden en maatschappelijke partners verder door te ontwikkelen en (elementen ervan) te verankeren in bestaande beleidspraktijk. Daarbij kunnen ook nieuwe bestuurlijke arrangementen worden verkend, bijvoorbeeld in het licht van de vereenvoudiging van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr) waardoor ook lichte, niet-vrijblijvende vormen van samenwerking mogelijk worden. Inhoudelijk kunnen City Deals zich doorontwikkelen als proeftuinen voor landelijke beleidsveranderingen.
Zodra de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, informeer ik u graag opnieuw over de voortgang van de Europese en Nederlandse Agenda Stad.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, S.A. Blok
Dit partnerschap heeft een directe relatie met het living lab Gezonde Stad van de Agenda Stad.
Het partnerschap Luchtkwaliteit heeft inmiddels een actieplan opgesteld waarin de acties van het partnerschap voor de komende 2,5 jaar zijn opgenomen. De overige partnerschappen zijn nog in de verkennende fase.
«Bridge, betere EU-regelgeving voor lokale en regionale overheden». Een uitgave van Europa decentraal in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zie https://www.europadecentraal.nl/bridge/.
De «Better Regulation»-agenda heeft als doel heeft onnodige Europese bureaucratie te verminderen en Europese regels efficiënter en effectiever te laten werken, ook op lokaal en regionaal niveau. Dit doel sluit daarmee aan op de doelen van de Europese Agenda Stad.
http://www.consilium.europa.eu/en/press/press-releases/2016/06/24-conclusions-eu-urban-agenda/.
Kamerstuk 33 659, J, hiermee beschouw ik mijn toezegging afgedaan om in de Agenda Stad ook de in de motie genoemde knelpunten mee te nemen.
«Maak verschil – Krachtig inspelen op regionaal-economische ontwikkelingen» (bijlage bij Kamerstuk 31 490, nr. 198).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34139-17.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.