34 120 Beleidsdoorlichting Wonen en Rijksdienst

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2015

Hierbij bied ik u de beleidsdoorlichting artikel 1 Woningmarkt van de begroting Wonen en Rijksdienst aan1. De beleidsdoorlichting is conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE)2 opgesteld en uitgevoerd door medewerkers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Prof. dr. C.L.J. Caminada, hoogleraar Empirische analyse van fiscale en sociale regelgeving, van de Universiteit van Leiden, heeft als externe deskundige een onafhankelijk oordeel gegeven over de beleidsdoorlichting artikel 1.

Belangrijkste conclusies van de beleidsdoorlichting

De beleidsdoorlichting laat zien dat het karakter van het beleid op de woningmarkt over de tijd is veranderd. Mede door het beleid van de afgelopen decennia zijn er geen grootschalige kwantitatieve en kwalitatieve tekorten meer op de woningmarkt. Het huidige beleid is, naast het oplossen van knelpunten als gevolg van de actuele migratiestroom, nu meer gericht op bescherming van de huurder en de betaalbaarheid van het wonen voor de doelgroep van beleid, gegeven de hoge kwaliteit van de Nederlandse woningvoorraad.

Het beleid gericht op betaalbaarheid van het wonen spitst zich toe op de gereguleerde sector, waar het huurprijsbeleid geldt. Daarbinnen richt de huurtoeslag zich op de meest kwetsbare groepen. Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat de huurtoeslag een sterk effect heeft op het verlagen van de huurlasten. De gemiddelde huurquote van alle huurders is vrijwel gelijk aan de gemiddelde huurquote van huurtoeslagontvangers. Door de huurtoeslag is bereikt dat, ondanks het lagere inkomen van huurtoeslagontvangers, de woonlasten niet een groter onderdeel van het inkomen uitmaken.

Zonder overheidsingrijpen zou de hoogte van de huren voor een deel van de huishoudens de toegang tot de woningmarkt belemmeren. Daar staat tegenover dat het overheidsingrijpen kan leiden tot onbedoelde neveneffecten, effecten van de huurtoeslag die losstaan van het beoogde doel. In deze beleidsdoorlichting worden diverse beleidsopties aangedragen om deze neveneffecten te verminderen. Tevens zijn er, conform de door de RPE gestelde eisen, een aantal besparingsopties meegenomen.

Onafhankelijk oordeel prof. dr. C.L.J. Caminada

De extern deskundige, prof. dr. C.L.J. Caminada heeft een onafhankelijk oordeel gegeven over de beleidsdoorlichting, waarin hij toelicht dat naar zijn oordeel de beleidsdoorlichting op een adequate en zorgvuldige wijze is uitgevoerd. Wel geeft prof. Caminada enkele punten van kritiek en aanbevelingen mee, zowel ten aanzien van de beleidsdoorlichting zelf als ten aanzien van het door de RPE opgelegde kader. Volgens prof. Caminada is het ondoenlijk om conclusies over het gevoerde beleid te trekken en beleidsopties te verkennen die de effectiviteit zouden verhogen, omdat het beschikbare onderzoeksmateriaal geen uitspraken toelaat over de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de huurtoeslag. Hiervoor ontbreken duidelijke en kwantitatieve doelstellingen die toetsbaar zijn.

Vervolgstappen beleidsdoorlichting en relatie IBO sociale huur

Met het ontbreken van conclusies over doeltreffendheid en doelmatigheid staat deze beleidsdoorlichting niet op zichzelf. Dit heeft de aandacht van het kabinet. Voor het kabinet staat het buiten kijf dat inzicht in de effectiviteit en doelmatigheid van beleid van groot belang is. Het kabinet heeft reeds aangekondigd om in 2016 een beleidsdoorlichting over het begrotingsbeleid aan de Tweede Kamer te sturen. Hierin zal onder meer een analyse worden gemaakt over het inzicht in effectiviteit en doelmatigheid en de rol van beleidsdoorlichtingen daar in.

In de Miljoenennota is besloten tot het uitvoeren van een interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) sociale huur. De uitkomsten van de voorliggende beleidsdoorlichting bieden een goede input voor dit IBO sociale huur, dat uiterlijk in juni 2016 wordt afgerond. Aangezien dit IBO deels voort zal borduren op de voorliggende beleidsdoorlichting zal ik met een verdere inhoudelijke reactie op de beleidsdoorlichting wachten tot het IBO is afgerond. Er zal dan een integrale kabinetsreactie komen op de beleidsdoorlichting en het IBO sociale huur.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Regeling van de Minister van Financiën van 15 augustus 2014 houdende regels over periodiek evaluatieonderzoek.

Naar boven