34 120 Beleidsdoorlichting Wonen en Rijksdienst

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2015

Op 29 september heeft u mij per brief verzocht antwoord te geven op een aantal vragen die u heeft bij het onderzoeksvoorstel met betrekking tot de beleidsdoorlichting van artikel 2.2 van de begroting van het ministerie voor Wonen en Rijksdienst. Met deze brief doe ik u deze antwoorden toekomen.

1. Op welke wijze gaat u de met het beleid samenhangende uitgaven betrekken in het onderzoek?

Onderdeel van de doorlichting zal in ieder geval een uitgebreide desktop-studie zijn, waarin de beleidsinzet en de daarmee samenhangende inzet van (financiële) middelen in hun werking, doeltreffendheid en doelmatigheid worden beschreven. De beleidsdoorlichting zal met ondersteuning van een extern onderzoeksbureau worden uitgevoerd. In overleg met het nog te selecteren onderzoeksbureau wordt bezien op welke wijze de doorlichting, met de verschillende onderdelen van dit artikelonderdeel, verder zal worden uitgevoerd. Hierbij zal mede gebruik worden gemaakt van reeds aanwezige evaluatieonderzoeken en beschikbare jaarverslagen van de expertteams waarover de Kamer recent is geïnformeerd1.

2. Hoe komt u tot een oordeel over doelmatigheid?

Het oordeel over doelmatigheid komt tot stand op basis van de uitkomsten van de desktop-studie, de bevindingen van het ingeschakelde onderzoeksbureau aangevuld met de uitkomsten van een interviewronde bij stakeholders. Gemeenten die gebruik maken van de Expertteams zijn een voorbeeld van deze stakeholders.

3. Kunt u aangeven op welke wijze u vorm gaat geven aan de in de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) voorgeschreven eis om een beschouwing op te nemen van maatregelen ter verdere verhoging van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het beleid?

De wijze waarop daaraan vorm wordt gegeven is uiteraard afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en het hiervoor ingezette instrumentarium. Omdat deze beleidsdoorlichting nog moet worden uitgevoerd kan nog niet worden aangegeven hoe de uitkomsten van deze analyse zullen worden vertaald in verbeteringsmaatregelen.

4. Is de expertise van de onafhankelijke deskundige ook benut bij de totstandkoming van het onderzoeksvoorstel? Welke rol gaat de onafhankelijke deskundige precies spelen tijdens het onderzoek?

De onafhankelijke deskundige is betrokken bij de formulering van het (concept)onderzoekvoorstel. De inzet van de onafhankelijke deskundige tijdens het onderzoek is primair gericht op de beoordeling van de uitkomsten van het onderzoek en de voorgestelde follow-up. Daarnaast, mede om te voorkomen dat er bij dat oordeel verrassingen ontstaan, wordt de onafhankelijk deskundige betrokken bij het formuleren van de onderzoeksopdracht aan en de selectie van het onderzoeksbureau en zal zij periodiek meekijken bij de oplevering van de tussentijdse resultaten.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 32 847, nr. 201, bijlage

Naar boven