34 083 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in verband met de versnelling van de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd

Nr. 15 MOTIE VAN HET LID KLEIN

Voorgesteld 26 maart 2015

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel mensen een inkomensgat zullen ervaren door de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd;

constaterende dat het nu niet mogelijk is om met een flexibele AOW de AOW alsnog eerder te laten ingaan, waardoor mensen op dit inkomensgat niet in alle gevallen kunnen anticiperen;

overwegende dat veel mensen vrijwilligerswerk doen en daarbij nu een maximale fiscale vrijstelling kennen van € 1.500 per jaar voor de vrijwilligersvergoeding;

verzoekt de regering, de fiscale vrijstelling voor de vrijwilligersvergoeding voor mensen geboren in de jaren 1951–1955 die door de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd een inkomensgat krijgen, te verhogen naar € 2.500 per jaar en de daaruit voortkomende lasten te dekken uit de opbrengsten van de versnelde verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Klein

Naar boven