De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de introductie van meertalig onderwijs in het basisonderwijs kinderen
extra kansen en uitdagingen kan bieden en positieve betekenis kan hebben voor Nederland
als land met een sterke internationale oriëntatie;
van mening, dat meertalig onderwijs kinderen ook op achterstand kan zetten, als zij
op de basisschoolleeftijd (nog) niet in staat zijn om te participeren in onderwijs
in een andere voertaal dan het Nederlands;
voorts constaterende, dat meertalig onderwijs ongewenste negatieve effecten kan hebben
op de toegankelijkheid van het basisonderwijs, als het aanbieden van tweetalig onderwijs
gepaard gaat met een hogere ouderbijdrage en die hogere ouderbijdrage door ouders
als een drempel wordt ervaren of voor hen niet op te brengen is;
van mening dat dit soort effecten ongewenst is, omdat (verkapte) selectie aan de poort
van het basisonderwijs gelijke kansen voor alle kinderen in Nederland op goed onderwijs
belemmert;
verzoekt de regering de effecten van de introductie van meertalig onderwijs met name
te monitoren op het vóórkomen van negatieve effecten op de toegankelijkheid van het
basisonderwijs in het algemeen voor kwetsbare kinderen, en in het bijzonder voor kinderen
met een taalachterstand en/of leermoeilijkheden, op de scholen die tweetalig onderwijs
geven, en de Kamer daar uiterlijk voor 1 januari 2018 over te berichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Nooren
Pijlman
Ganzevoort
Bruijn
Ten Hoeve