Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2014
Op verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 22 september jl. geef ik u hierbij
mijn reactie op de brief van de gemeente Emmen inzake de voorgenomen beëindiging van
de samenwerking van Defensie met het Drenthe College. Deze beëindiging vloeit voort
uit een wijziging in de opzet van de samenwerking van Defensie met de Regionale Opleidingscentra
(ROC’s), die ik in deze brief in algemene zin zal toelichten. Voor de overige punten
die de gemeente opbrengt, verwijs ik u naar mijn antwoordbrief aan de gemeente, waarvan
een afschrift als bijlage is gevoegd1.
Sinds 1995 werkt Defensie samen met de ROC’s ten behoeve van de opleiding Veiligheid
en Vakmanschap (VeVa). Deze samenwerking is succesvol en zal ook in de toekomst van
groot belang zijn voor de instroom van defensiepersoneel. In mijn brief over de agenda
van de toekomst van het personeelsbeleid van 28 oktober jl. (Kamerstuk 34 000 X, nr. 32) heb ik aangekondigd dit concept, dat nu alleen gericht is op instroomopleidingen,
in de toekomst door te ontwikkelen en uit te breiden naar doorstroomopleidingen. Om
deze intensivering mogelijk te maken, is het nodig om de bestaande samenwerking doelmatiger
in te richten. Het aantal ROC’s waarmee wordt samengewerkt, zal derhalve worden verminderd.
Op basis van door de ROC’s ingediende informatie, heeft Defensie aan de hand van vooraf
bekend gestelde criteria de ROC’s geselecteerd waarmee de samenwerking wordt voortgezet.
Relevante criteria zijn onder meer het bestaande aanbod van opleidingen, de landelijke
en regionale spreiding van ROC’s en de groeipotentie voor intensivering van de samenwerking
met Defensie. Op dit moment wordt er met 30 ROC’s samengewerkt. Met 19 hiervan zal
de samenwerking worden geïntensiveerd, met de resterende 11 zal de samenwerking vanaf
het schooljaar 2015–2016 worden beëindigd, zie bijlage2. Met de MBO Raad is afgesproken dat dit besluit nader zal worden toegelicht aan de
ROC’s. Een aantal gesprekken heeft al plaatsgehad.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert