34 000 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2015

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2014

In een uitzending van Dossier EenVandaag, te weten op 20 oktober jl., zijn het gebruik van het wapenonderhoudsmiddel PX-10 en de gevolgen daarvan opnieuw aan de orde gesteld. In de periode 2009–2011 heeft Defensie deze gevolgen uitvoerig laten onderzoeken door het RIVM. De Kamer is hierover uitgebreid geïnformeerd (zie bijlage)1.

In de uitzending is één buitenlandse expert met kritiek op de RIVM-beoordeling van PX-10 geïnterviewd. Het RIVM-onderzoek richtte zich op de mogelijke gezondheidseffecten van PX-10 waaruit benzeen vrijkomt. De buitenlandse expert richtte zich met name op de beoordeling van de schadelijkheid van benzeen. Het RIVM is niet in staat gesteld o m in de uitzending op de aantijgingen te reageren. Wel heeft het RIVM een schriftelijke reactie kunnen aanleveren. Die reactie is gepubliceerd op de website van Dossier EenVandaag2. Het RIVM stelt hierin onder meer dat het onderzoek is uitgevoerd door twee gerenommeerde en internationaal hoog aangeschreven onderzoeksinstituten. Ook zijn de onderzoeksresultaten onderworpen aan een externe review door twee internationale experts. Het RIVM heeft inmiddels laten weten – in lijn met de door het RIVM gehanteerde zorgvuldigheidseisen – de expert die in genoemde uitzending van Dossier EenVandaag het woord voert, uit te nodigen voor een dialoog samen met andere experts. Het RIVM zal mij informeren over de uitkomsten van dat gesprek.

In de uitzending werd voorts verwezen naar een brief uit 1984. Hieruit zou blijken dat Defensie toen bewust besloten heeft om door te gaan met het gebruik van PX-10. Het feit dat PX-10 in de periode 1981–1996 stapsgewijs is uitgefaseerd, na advies van onder meer de Inspecteur Geneeskundige Dienst der Zeemacht eind 1980, is reeds bij de beantwoording van Kamervragen in 2008 gemeld3. In de uitzending werd echter niet duidelijk gemaakt dat in diezelfde brief ook is vermeld welke acties in gang waren gezet om het gebruik van PX-10 te verminderen en welke voorzorgsmaatregelen (waaronder beschermende middelen) in acht moesten worden genomen.

Ten slotte werd in de uitzending gesuggereerd dat Defensie contra-expertise door universiteiten en onderzoeksinstituten zou tegenwerken. Een dergelijk suggestie wijs ik met klem af.

Ik betreur in hoge mate de onrust die nu opnieuw dreigt te ontstaan onder het (voormalige) Defensiepersoneel. Medewerkers die zich zorgen maken, kunnen zich wenden tot het ABP Zorgloket (voormalig personeel) of de bedrijfsarts (actief dienend personeel). Ook is informatie over PX-10 terug te vinden op de daarvoor ingerichte internetpagina van Defensie4.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen 2008–2009, nr. 1780, antwoord op vragen 2 t/m 7

Naar boven