Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2015
In de Kamerbrief «omgang met geprivilegieerden» van 23 april 2014 (Kamerstuk 33 750 V, nr. 70) heeft het Kabinet een plan van aanpak aan uw Kamer gepresenteerd met maatregelen
om scherper op te treden tegen personen met een diplomatieke immuniteit die de Nederlandse
wet hebben overtreden. Het lid Sjoerdsma (D66) heeft Kamervragen gesteld over het
bericht dat Nederland gepoogd zou hebben de immuniteit van Saoedi-Arabische ambassadeurs
op te heffen (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 3358). In dat kader wordt ook gevraagd welke maatregelen uit de Kamerbrief reeds zijn
gerealiseerd. Door twee onvoorziene omstandigheden kan de in de brief aangekondigde
aanpak echter niet op de destijds toegezegde wijze worden geïmplementeerd. Met onderhavige
brief willen wij uw Kamer informeren over de stand van zaken.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden deed op 26 september 2014 uitspraak in hoger beroep
inzake een verkeersboete opgelegd aan een persoon die diplomatieke immuniteit geniet1. In de uitspraak oordeelt het Gerechtshof dat aan personen die diplomatieke immuniteit
genieten geen administratieve sancties kunnen worden opgelegd. Het Gerechtshof baseert
zich hierbij op het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer, dat stelt dat de
immuniteit van rechtsmacht van diplomaten geldt ten aanzien van zowel strafzaken als
civielrechtelijke en administratiefrechtelijke zaken.
Het Openbaar Ministerie heeft laten weten dat, gezien de uitspraak, gestopt moet worden
met het opleggen van verkeersboetes aan personen of organisaties die diplomatieke
immuniteit genieten. Dat is per 3 februari 2015 gebeurd.
Daarmee is een uitermate complexe situatie ontstaan. Het kabinet acht het onwenselijk
dat personen die verkeersovertredingen begaan daar niet op kunnen worden aangesproken.
De uitspraak van het Gerechtshof laat immers onverlet dat ook personen met diplomatieke
immuniteit zich volgens genoemd Verdrag van Wenen dienen te houden aan de wetten en
regels van de ontvangende staat, ook al ontbreekt de mogelijkheid van het opleggen
van sancties.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Veiligheid en Justitie
werken daarom met spoed aan een gedegen alternatieve methode om personen met diplomatieke
immuniteit aan te spreken wanneer zij de Nederlandse wet overtreden. Een alternatief
systeem dient verenigbaar te zijn met de Nederlandse verplichtingen onder het Verdrag
van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer. Aangezien diplomaten niet meer kunnen worden
gesanctioneerd, wordt onderzocht of het mogelijk is diplomaten een notificatie te
sturen waarin wordt uitgelegd dat zij de wet hebben overtreden.
Op dit moment wordt in kaart gebracht welke instantie een dergelijke brief kan versturen
en wat de consequenties van het uitvoeren van deze optie zijn. Waarschijnlijk is hiervoor
een aanpassing van het wettelijk kader vereist. Ook de kosten die gepaard gaan met
een alternatieve opzet moeten in ogenschouw worden genomen.
Een tweede ontwikkeling die het implementeren van de in voornoemde brief toegezegde
aanpak moeilijk maakt, is het ontbreken van een gemeenschappelijke standaard, waardoor
de koppeling van de gegevens van de bij het proces betrokken organisaties (waaronder
Belastingdienst en Dienst Wegverkeer) onvoldoende kon worden gewaarborgd. Hierdoor
is in een onbekend aantal gevallen de tenaamstelling van een verkeersboete niet juist,
waardoor niet alle boetes de overtreders hebben bereikt. Er is geconstateerd dat het
helaas niet mogelijk is om in alle gevallen foutieve basisgegevens van nog openstaande
boetes uit het verleden bij te stellen. Met de introductie van het BSN in de onderliggende
systemen zal er op korte termijn een accurate registratie zijn.
Gezien de uitspraak van het Gerechtshof en de geconstateerde problemen bij de juistheid
van gehanteerde gegevens, kunnen wij de aanpak van onbetaalde verkeersboetes door
personen die diplomatieke immuniteit genieten momenteel niet voortzetten. Zo spoedig
mogelijk, maar in ieder geval voor het eind van het jaar, zullen wij uw Kamer nader
informeren over de wijze waarop het Kabinet de kwestie van (verkeers)overtredingen
door personen met diplomatieke immuniteit wil benaderen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur