Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 34000-A nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 34000-A nr. 2 |
A. |
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN |
2 |
Wetsartikel 1 |
2 |
|
B. |
BEGROTINGSTOELICHTING |
3 |
1. |
Leeswijzer |
3 |
2. |
De Infrastructuuragenda |
7 |
3. |
De Productartikelen |
13 |
4. |
Bijlagen: |
84 |
1. |
Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel |
84 |
2. |
Verdiepingsbijlage |
86 |
3. |
Overzichtsconstructie Kustwacht |
113 |
4. |
Begroting beheer, onderhoud, vervanging en renovatie RWS |
115 |
5. |
Toelichting artikel 13 Spoorwegen |
124 |
6. |
Lijst van afkortingen |
126 |
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Begroting hoofdstuk XII) op van de Rijksbegroting, de begroting van het Infrastructuurfonds en de begroting van het Deltafonds.
Voor u ligt de begroting van het Infrastructuurfonds.
Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen – in tegenstelling tot de beleidsbegroting van IenM – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.
Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de begroting van IenM (artikelonderdeel 26.02). Daarnaast worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.
De begroting bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Leeswijzer.
2. Infrastructuuragenda, waarin de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma worden gepresenteerd.
3. Productartikelen, waarin per investeringsdomein de begrotingcijfers worden gepresenteerd. Hierin zijn ook de projectoverzichten opgenomen.
– Mutaties in de projectsfeer worden in deze begroting toegelicht als deze financieel groter zijn dan tien procent van het projectbudget of in absolute zin meer bedragen dan € 10 miljoen;
– Een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten is te vinden in het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Projectenboek 2015.
4. Bijlagen; de volgende bijlagen zijn opgenomen in deze begroting:
1. Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel
2. Verdiepingsbijlage
3. Overzichtsconstructie Kustwacht
4. Begroting beheer, onderhoud, vervanging en renovatie RWS
5. Toelichting artikel 13 Spoorwegen
6. Lijst van afkortingen
Verantwoord Begroten
Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstukken II, 2010/11, 31 865, nr. 26). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie. Als uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden via het Infrastructuurfonds ook onderdelen van het apparaat van RWS bekostigd. In de agentschapsparagraaf RWS – onderdeel van de beleidsbegroting van IenM (Begroting hoofdstuk XII) – worden alle apparaatskosten van RWS inzichtelijk gemaakt.
Kolom «vorig»
In de tabellen projectoverzichten bij de verschillende artikelen is de kolom «vorig» opgenomen. In deze kolom is de laatste stand van de projectbudgetten opgenomen, i.c. de stand na de voorjaarsnota 2014.
Groeiparagraaf: wat is nieuw in deze begroting
Minregel rentevrijval
Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.
Overprogrammering
In de Begroting 2014 is de inzet van het instrument overprogrammering toegelicht. Het doel van dit instrument is om zorg te dragen dat projectvertragingen in enig jaar niet onmiddellijk onderbesteding tot gevolg hebben. Een resultaat is dat gedurende het uitvoeringsjaar 2013 de budgetten op het Infrastructuurfonds volledig uitgeput zijn (overbesteding € 12 miljoen). De overprogrammering wordt uitsluitend gedurende de begrotingsperiode (de begroting tot en met het jaar 2019) toegepast op de artikelen voor aanleg. In de totale periode tot en met 2028 is het volledige programma altijd gedekt. Hoofdzakelijk is de overprogrammering geplaatst op de artikelen voor verkenning- en planuitwerking. In deze projectfases is de onzekerheid rondom de planningen – en daarmee het risico op vertraging – namelijk het hoogst. In de onderstaande tabel is de omvang van deze overprogrammering weergegeven.
t/m 2019 |
Vanaf 2019 |
Totaal |
|
---|---|---|---|
Aanlegprogramma |
18,8 |
18,2 |
36,9 |
Aanlegbudget |
17,0 |
19,9 |
36,9 |
Overprogrammering (–) |
– 1,8 |
1,8 |
0,0 |
Op de artikelen voor realisatie is er in de eerste jaren sprake van een beperktere overprogrammering. Zowel de omvang als het ritme hiervan is inzichtelijk gemaakt in de projecttabellen bij de realisatieartikelen van de modaliteiten. Over de begrotingsperiode (de begroting tot en met het jaar 2019) genomen is het volledige programma gedekt op de artikelen voor realisatie; de overprogrammering is dus per saldo nul.
Prijsbijstelling tranche 2014
Aan de Tweede Kamer is toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 XII nr.14) dat de Kamer uiterlijk bij ontwerpbegroting 2015 wordt geïnformeerd over de effecten van de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 voor de IenM begrotingen. Als gevolg van deze korting zijn de projecten en programma’s op de fondsen geïndexeerd uit de resterende investeringsruimte bij de modaliteiten. Daarbij is kritisch bezien bij welke projecten en programma’s indexatie dit jaar noodzakelijk was (bijvoorbeeld vanuit juridische en/of bestuurlijke verplichtingen). Bij de Voorjaarsnota is het restant van de aanvullende post prijsbijstelling tranche 2014 daarnaast toegevoegd aan de IenM begrotingen.
Infrastructuurfonds |
€ 387mln |
|
waarvan |
Hoofdwegen |
€ 303 mln |
Spoorwegen 1 |
– |
|
Regionaal/Lokale Infrastructuur |
€ 11 mln |
|
Hoofdvaarwegen |
€ 73 mln |
|
Deltafonds |
€ 79 mln |
|
Hoofdstuk XII |
– |
|
Totaal effect op de IenM begrotingen |
€ 466 mln |
De besluitvorming over indexatie van de budgetten voor Beheer, Onderhoud en Vervanging van Spoorwegen is aangehouden tot de begroting 2016.
De bedragen uit de tabel zijn ten laste van de investeringsruimte op de fondsen gebracht. Evenals vorig jaar resteert er op de fondsen een kasprobleem. Technisch is dit kasprobleem verwerkt via een minregel op de investeringsruimte van de modaliteiten. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd. IenM lost de minregel uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma.
Intertemporele aanpassingen Fondsen
Investeringen in aanleg, beheer en onderhoud zijn gebaat bij continuïteit en een kasbeeld met beperkte schommelingen. In de Infrastructuurfondsbegroting was er in 2016 echter sprake van een forse terugloop van de totale beschikbare middelen ten opzichte van het jaar 2014. Bij het realiseren van meerjarige infrastructuurprojecten is dit een onwenselijke situatie. Het is immers niet zonder meer mogelijk om projecten gedurende 2014 in uitvoering te nemen indien de daarvoor beschikbare kasmiddelen in het uitvoeringsjaar 2016 zeer schaars zijn.
Het verloop van de budgetten vergde daarom een oplossing om het programma zo veel mogelijk volgens planning in uitvoering te blijven nemen. Deze oplossing is gevonden in twee kasschuiven op het Infrastructuurfonds ten gunste van het jaar 2016. Eén via het generale beeld (€ 250 miljoen uit 2014 naar 2016 en 2017) en één via het Deltafonds (€ 150 miljoen uit 2018 en 2019 naar 2016). Met deze laatste schuif is tevens een bijdrage geleverd aan een evenwichtiger kasbeeld op het Deltafonds. Op dit fonds was juist in 2016 sprake van een budgettaire piek en een terugloop in 2018 en 2019. Beide kasschuiven zijn reeds verwerkt en aan de Tweede Kamer gemeld bij Voorjaarsnota 2014. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de beschreven dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt bij Miljoenennota voorgesteld om aanvullend € 40 miljoen te versnellen van 2017 naar 2016.
Raming modaliteiten
De ambitie is om – op termijn – alle uitgaven per modaliteit te ramen op de desbetreffende artikelen, opdat alle uitgaven die verband houden met een modaliteit op de betreffende artikelen zijn geraamd. Hiertoe is in deze begroting een eerste aanzet gedaan.
Ter voorbereiding op de af te sluiten Service Level Agreements 2017–2020 (tussen RWS en opdrachtgevers) zijn de budgetten voor de landelijke taken geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten (dit betreffen de activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd). Deze middelen werden tot en met de vorige begroting integraal geraamd onder verkeersmanagement / watermanagement en beheer en onderhoud. De verdeling van de budgetten voor de landelijke taken naar verkeersmanagement en beheer en onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting. Het betreft hier een technische, beleidsneutrale mutatie.
In de ontwerpbegroting 2016 zullen aanvullende mutaties worden doorgevoerd om het eindbeeld te bereiken. Dit betreft onder meer het toedelen van de middelen op artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en vervanging», waarop in deze begroting middelen zijn geraamd, welke nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.
De infrastructuuragenda beperkt zich tot het presenteren van de agenda op projectniveau, met aandacht voor de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2015 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2015 begint.
Mijlpalen en resultaten 2015
Beheer, onderhoud en vervanging
In 2015 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:
Mijlpaal |
Project |
---|---|
Hoofdwegen |
– Verkeersmanagement waaronder inzet weginspecteurs bij incidenten, het op alle bemeten wegvakken inwinnen van betrouwbare reis en route-informatie. Deze informatie tijdig aan de NDW te leveren, het realiseren van benuttingsmaatregelen en connecting mobility. |
– Beheer en onderhoud waaronder verhardingsonderhoud, onderhoud aan kunstwerken en onderhoud aan Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) systemen. |
|
– Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder het programma Stalen Bruggen. |
|
Spoorwegen |
– Verkeersleiding en capaciteitsmanagement |
– Regulier beheer en onderhoud, waaronder het inspecteren en schouwen van de infrastructuur, functieherstel bij verstoringen, het saneren van geluidsschermen en het onderhouden en schoonmaken van stations. |
|
– Groot onderhoud, waaronder het slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden van de sporen. |
|
– Het vervangen van spoorstaven (circa 100 kilometer), dwarsliggers (circa 40 kilometer) en wissels (circa 200) en de vervanging van andere systemen, zoals energie, transfer en treinbeheersing. |
|
Hoofdvaarwegen |
– Verkeersmanagement waaronder activiteiten in het kader van verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering. |
– Beheer en onderhoud maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven en maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen blijvend te laten functioneren. |
|
– Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder NoMo achterstallig onderhoud vaarwegen programma «NoMo AOV» en het resterend deel uit het plan van aanpak Beheer en Onderhoud (impuls). |
Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2015.
Aanleg
Hieronder volgen de mijlpalen die IenM in 2015 wil halen per modaliteit.
Mijlpaal |
Project |
---|---|
Oplevering |
– A4 Delft-Schiedam |
– A4 Dinteloord-Bergen op Zoom |
|
– A7/A8 Purmerend-Coentunnel (Beter Benutten) |
|
– A15 Maasvlakte-Vaanplein (incl. A29 Knooppunt Vaanplein-aansluiting Barendrecht) |
|
– A50 Ewijk-Valburg |
|
– N61 Hoek-Schoondijke |
|
Start realisatie |
– A6/A7 Knooppunt Joure |
– A7 Zuidelijke Ringweg Groningen |
|
– SAA Deelproject A9 Gaasperdammerweg |
|
– A7/A8 Purmerend-Coentunnel (Beter benutten) |
|
– A1 Bunschoten-Hoevelaken |
Mijlpaal |
Project |
---|---|
Oplevering |
– Station Barneveld Zuid |
– Zutphen-Winterswijk: snelheidsverhoging Zutphen-Vorden |
|
– Fietsenstalling Amsterdam; Noordwest stalling |
|
– Page: emplacementen Delfzijl |
|
– Rijswijk-Delft: indienststelling 2-sporige tunnel |
|
– Toegankelijkheid: diverse projecten |
|
– Programmma Fietsparkeren: diverse projecten |
|
– Programma Kleine functiewijzigingen: diverse projecten |
|
– NaNov 2e fase: Zutphen Nieuwstad |
|
– Programma Ontsnippering (kleine faunavoorzieningen); diverse projecten |
|
– Uitvoeringsprogramma Geluid: geluidschermen (Almelo, Hengelo Onnen en Zutphen) en gevelisolatie (Zwolle en Dordrecht) |
|
– Uitvoeringsprogramma Geluid: geluidschermen (Almelo, Hengelo Onnen en Zutphen) |
|
– Programma PVVO; diverse projecten |
|
– NSP Arnhem: 2e fase OV-terminal |
|
Start realisatie |
– Fietsenstalling Amsterdam; Noordwest stalling en Zuidoost stalling |
– Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO); diverse projecten |
|
– Groningen-Leeuwarden; partiële uitbreiding |
|
– Amsterdam Cuyperhal Oosttunnel |
|
– Waalhaven Zuid; herinrichting emplacement |
|
– Valleilijn; Robuustheid vergrotende maatregelen |
|
– Programma Toegankelijkheid: diverse projecten |
|
– Programma Fietsparkeren: diverse projecten |
|
– Programma Kleine functiewijzigingen: diverse projecten |
|
– Programma Ontsnippering (kleine faunavoorzieningen); diverse projecten |
|
– Programma PVVO; diverse projecten |
Mijlpaal |
Project |
---|---|
Oplevering |
– Dynamisch Verkeersmanagement (een aantal maatregelen loopt nog door) |
– Diverse projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens |
|
– Amsterdam-Rijnkanaal (keersluis Zeeburg) |
|
– Wilhelminasluis (Zaan) |
|
– Zuid-Willemsvaart, omleggen en opwaarderen (Maas-Veghel) |
|
– 4e sluiskolk Ternaaien |
|
Start realisatie |
– Vaarweg Eemshaven-Noordzee |
– Ligplaatsen Rijn-Scheldeverbinding |
|
– Quick winmaatregel Volkeraksluizen |
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2015.
Regionale/lokale infrastructuur (> € 112,5 miljoen / > € 225 miljoen)
Voor de grote regionale en lokale infrastructuurprojecten (kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger dan € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen) ligt de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, aanleg, beheer en onderhoud en exploitatie bij de betreffende regionale of lokale overheid. IenM is dus niet zelf verantwoordelijk, maar kan een bijdrage leveren in de aanlegkosten van een dergelijk project als nut en noodzaak zijn aangetoond en het project van (boven)regionaal belang is. In artikelonderdeel 14.01 van het Infrastructuurfonds van de Rijksbegroting zijn de grote regionale/lokale projecten nader aangeduid.
Begroting op hoofdlijnen
De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2014. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in bijlage 2: Verdiepingsbijlage.
art |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2014 |
6.594.555 |
5.888.540 |
5.621.479 |
6.262.137 |
5.874.966 |
6.103.917 |
||
Mutaties 1e suppletoire wet 2014 |
– 327.580 |
56.037 |
199.408 |
88.289 |
– 61.274 |
– 109.960 |
||
Stand Voorjaarsnota 2014 |
6.266.975 |
5.944.576 |
5.820.887 |
6.350.426 |
5.813.692 |
5.993.956 |
||
Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds |
– 118.001 |
218.500 |
90.138 |
– 283 |
34.125 |
65.384 |
||
Kader-relevante mutaties IF |
||||||||
1 |
Index 2014 |
Div. |
8.065 |
4.068 |
2.943 |
3.398 |
2.144 |
2.877 |
2 |
Desalderingen |
12/13 |
24.199 |
143.541 |
– 3.322 |
– 2.471 |
– 1.679 |
– 746 |
3 |
Kasritme regiobijdragen |
Div. |
– 61.858 |
30.316 |
24.275 |
2.346 |
0 |
6.554 |
4 |
Waddenveren |
14 |
– 9.000 |
|||||
5 |
Cyber security |
12/15 |
15.254 |
|||||
6 |
Loonbijstelling |
Div. |
1.040 |
1.032 |
953 |
918 |
891 |
884 |
7 |
Overboekingen RSP |
14 |
– 93.703 |
|||||
8 |
Diverse overboekingen met HXII |
Div. |
– 1.998 |
651 |
1.177 |
248 |
407 |
– 109 |
9 |
Generale kasschuif |
12/15 |
40.000 |
– 40.000 |
||||
Belangrijkste mutaties binnen kader IF |
||||||||
10 |
Conversie ZuidasDok (incl. bijdragen derden) |
12/13/17 |
0 |
38.892 |
24.112 |
35.279 |
32.363 |
55.924 |
Stand ontwerp-begroting 2014 |
6.148.974 |
6.163.077 |
5.911.024 |
6.350.144 |
5.847.817 |
6.059.340 |
Ad. 1 Net als in de vorige begroting, dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
Ad 2. De belangrijkste desalderingen (uitgaven/ontvangstenboekingen) betreffen.
– A2 Holendrecht: In 2008 zijn bestuursakkoorden gesloten tussen Rijk en provincies. Hierbij is afgesproken dat de provincie Utrecht € 20 miljoen bijdraagt aan het project A2 Holendrecht – Oudenrijn. De rijksbijdrage aan het project is hiermee destijds niet verlaagd.
– Sluiskil: Conform het advies van de commissie van wijzen ontvangt IenM vanuit Vlaanderen € 15,7 miljoen. De bijdrage wordt door Vlaanderen aan de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) overgemaakt en dan door de VNSC aan IenM.
– A1 Apeldoorn – Azelo: Met de provincies Overijssel en Gelderland, en de regio Twente is afgesproken, dat zij in een bijdrage leveren van € 142 miljoen aan dit project. Dit is vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Een bedrag van € 28,5 miljoen wordt in 2024 terugbetaald aan provincie Overijssel en Gelderland.
– SAA: Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten voor het deeltraject 5 Amstelveen (€ -60 miljoen).
– A28/A1 Knooppunt Hoevelaken: Dit betreft de bijdrage van de regio (€ 28,3 miljoen).
– Spoor: Een afboeking op het saldo van de bijdragen van derden voor aanlegprojecten uit het verleden (€ 13,2 miljoen). Met uitzondering van de bijdragen van provincies voor de decentrale lijnen zijn alle bijdragen van derden tot en met 2013 ontvangen en resteert er feitelijk geen saldo meer.
– Verwerking van de opgelegde boete NS.
– Bijstelling naar aanleiding van afrekening 2012 voor HSA en indexering contract naar prijspeil 2014 (€ 13,5 miljoen).
– Diverse kleinere bijstellingen, met name de afrekening van aanlegprojecten.
Ad 3. Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de regionale bijdragen. Het gaat met name om de bijdragen bij de projecten A4 Dinteloord- Bergen op Zoom, A4/A9 Badhoevedorp, decentrale lijnen en overige aanlegontvangsten HVWN.
Ad 4. Een betaling aan de Waddenveren (9 miljoen). De concurrentiestrijd tussen TSM Doeksen en Eigen Veerdienst Terschelling (EVT) is beslecht. Doeksen neemt de veerdienst over van Eigen Veerdienst Terschelling. EVT stopt met varen. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld.
Ad 5. Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 op het IF (€ 15 miljoen) en DF (€ 6 miljoen) noodzakelijk zijn.
Ad 6. Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
Ad 7. Dit betreft overboekingen naar Provincie- en Gemeentefonds ten behoeve van het RSP. Voor het project FlorijnAs, een concreet project binnen het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, vervult de gemeente Assen de rol van contracterende partij. Om deze rol te kunnen vervullen, stort IenM, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van het taakstellende budget in het Gemeentefonds. Het regiodeel van het Ruimtelijk Economisch Programma, onderdeel binnen het RSP, is indertijd geparkeerd op de begroting van IenM. IenM stort, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van dit budget in het Provinciefonds.
Ad 8. Het gaat hier om een aantal overboekingen tussen de Begroting hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds. De mutaties zijn bij de individuele artikelen in het Infrastructuurfonds (en in de Begroting hoofdstuk XII) toegelicht.
Ad 9. Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.
Ad 10. De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan een efficiënte projectadministratie, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu ook verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Het betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, GIV/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
Artikel 12 Hoofdwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.698.213 |
3.215.774 |
2.211.002 |
3.584.239 |
2.857.164 |
2.166.259 |
2.937.554 |
Uitgaven |
2.481.852 |
2.419.368 |
2.293.979 |
1.935.634 |
2.421.527 |
2.152.256 |
2.745.942 |
Waarvan juridisch verplicht: |
95% |
||||||
12.01 Verkeersmanagement |
21.794 |
19.421 |
4.038 |
3.617 |
3.617 |
3.617 |
3.618 |
12.02 Beheer, onderhoud en vervanging |
544.354 |
669.806 |
658.195 |
605.451 |
543.436 |
528.116 |
501.659 |
12.02.01 Beheer en onderhoud |
456.913 |
530.986 |
427.979 |
486.602 |
478.752 |
472.217 |
478.659 |
12.02.04 Vervanging |
87.441 |
138.820 |
230.216 |
118.849 |
64.684 |
55.899 |
23.000 |
12.03 Aanleg |
1.065.903 |
788.866 |
723.322 |
440.657 |
935.060 |
862.100 |
1.548.085 |
12.03.01 Realisatie |
1.060.444 |
772.868 |
612.938 |
383.284 |
556.211 |
329.793 |
710.724 |
12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen |
5.459 |
15.998 |
110.384 |
57.373 |
378.849 |
532.307 |
837.361 |
12.04 GIV/PPS |
412.956 |
601.717 |
545.431 |
527.315 |
585.329 |
395.843 |
333.259 |
12.06 Netwerkgebonden kosten HWN |
436.844 |
407.957 |
424.674 |
419.242 |
414.248 |
411.795 |
411.554 |
12.06.01 Apparaatskosten RWS |
381.576 |
355.573 |
338.633 |
333.150 |
328.106 |
325.660 |
325.411 |
12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten |
55.268 |
52.384 |
86.041 |
86.092 |
86.142 |
86.135 |
86.143 |
12.07 Investeringsruimte |
0 |
– 68.399 |
– 61.681 |
– 60.648 |
– 60.163 |
– 49.215 |
– 52.233 |
Van totale uitgaven |
|||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS |
952.479 |
970.902 |
911.978 |
961.364 |
942.847 |
934.326 |
931.125 |
– Restant |
1.529.372 |
1.448.466 |
1.382.001 |
974.270 |
1.478.680 |
1.217.930 |
1.814.817 |
12.09 Ontvangsten |
150.887 |
141.028 |
533.670 |
87.200 |
66.346 |
28.414 |
38.276 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenningen en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 |
Hoofdwegen |
uitgaven |
2.293.979 |
1.935.634 |
2.421.527 |
2.152.256 |
2.745.942 |
3.291.954 |
2.316.420 |
12.01 |
Verkeersmanagement |
4.038 |
3.617 |
3.617 |
3.617 |
3.618 |
3.617 |
3.614 |
|
12.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
658.195 |
605.451 |
543.436 |
528.116 |
501.659 |
483.547 |
454.157 |
|
12.03 |
Aanleg |
723.322 |
440.657 |
935.060 |
862.100 |
1.548.085 |
2.163.221 |
1.082.928 |
|
12.04 |
GIV/PPS |
545.431 |
527.315 |
585.329 |
395.843 |
333.259 |
280.398 |
276.481 |
|
12.06 |
Netwerkgebonden kosten HWN |
424.674 |
419.242 |
414.248 |
411.795 |
411.554 |
411.479 |
411.342 |
|
12.07 |
Investeringsruimte |
– 61.681 |
– 60.648 |
– 60.163 |
– 49.215 |
– 52.233 |
– 50.308 |
87.898 |
|
12.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
533.670 |
87.200 |
66.346 |
28.414 |
38.276 |
226.716 |
719 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 |
Hoofdwegen |
uitgaven |
2.633.602 |
2.421.370 |
2.382.186 |
2.205.849 |
2.085.084 |
2.024.863 |
2.122.256 |
12.01 |
Verkeersmanagement |
3.611 |
3.610 |
3.609 |
3.607 |
3.607 |
3.607 |
3.615 |
|
12.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
454.074 |
454.031 |
454.152 |
454.451 |
427.976 |
682.668 |
430.267 |
|
12.03 |
Aanleg |
1.512.989 |
1.362.607 |
1.290.724 |
1.095.693 |
931.751 |
395.032 |
350.524 |
|
12.04 |
GIV/PPS |
246.065 |
239.753 |
220.928 |
245.892 |
327.917 |
176.833 |
253.595 |
|
12.06 |
Netwerkgebonden kosten HWN |
411.863 |
412.072 |
412.768 |
413.173 |
413.163 |
413.199 |
411.927 |
|
12.07 |
Investeringsruimte |
5.000 |
– 50.703 |
5 |
– 6.967 |
– 19.330 |
353.524 |
672.328 |
|
12.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
64.019 |
719 |
719 |
719 |
719 |
0 |
0 |
Motivering
Met verkeersmanagement streeft IenM naar optimaal gebruik van informatie over de beschikbare infrastructuur en draagt IenM bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.
Verkeersmanagement
Producten
Bij verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt in de volgende maatregelcategorieën:
– Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief crisissituaties (onder andere weeralarm).
– Hulpverlening voor doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).
– Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van bumperkleven en het negeren van rode kruizen.
– Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.
Verkeersmanagementmaatregelen betreffen onder andere de inzet van weginspecteurs bij incidenten, toeritdosering, gebruik van spitsstroken, maar ook verkeersinformatie op panelen boven de weg. De meeste van deze maatregelen worden ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking. Dit krijgt ook vorm in het programma Beter Benutten. Hierin wordt samen met andere infrabeheerders, vervoersorganisaties en bedrijfsleven gewerkt aan regionale maatregelen om bestaande weg-, vaarweg-, spoor- en OV-verbindingen beter te benutten. Hetzelfde geldt ook voor de Praktijkproef Amsterdam, waarbij door gecoördineerd en netwerkbreed inzetten van maatregelen een bijdrage wordt geleverd aan de beleidsdoelen zoals verbeteren van de reistijd en bereikbaarheid in de regio Amsterdam. In deze proef zullen zowel wegkantsystemen als dynamische navigatiesystemen worden ingezet op het hoofd- en onderliggend wegennet in de regio Amsterdam.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
In 2013 is het actieprogramma «Beter geïnformeerd op weg» gestart om in samenwerking met marktpartijen een gezamenlijke koers en een concrete agenda voor ontwikkeling en innovatie van verkeersmanagement voor de komende jaren te formuleren. Het actieprogramma bestaat uit een publiekprivate routekaart over Reisinformatie & Verkeersmanagement, waarin de strategische lijnen voor de beoogde ontwikkelingen worden beschreven. Deze routekaart is in november 2013 naar de Tweede Kamer gestuurd. De routekaart wordt concreet uitgewerkt in een uitvoeringsagenda voor de overheden en het bedrijfsleven onder de naam «Connecting Mobility». Het actieprogramma biedt een meerjarig richtsnoer (2013–2023) dat de basis legt voor publieke en private investeringen in reisinformatie en verkeersmanagement.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving |
Eenheid |
2013 |
2014 |
2015 |
---|---|---|---|---|
Verkeerssignalering |
km op rijbaan |
2.647 |
2.634 |
2.662 |
Verkeerscentrales |
aantal |
6 |
6 |
6 |
Spits- en plusstroken |
km |
338 |
319 |
336 |
Toelichting:
De verwachte toename van verkeerssignalering op rijbanen is de resultante van enerzijds uitbreiding (A4 Delft-Schiedam in 2015) en anderzijds vermindering van de verkeerssignalering in 2014 door versoberingsmaatregelen (onder andere A18L, A12, A2). De versobering van de signalering A7, gepland voor 2014, is vervallen. Zie ook de begroting van het Infrastructuurfonds over 2013, bijlage 5 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A).
De verwachte toename van het aantal kilometer spits- en plusstroken eind 2015, is de resultante van enerzijds permanente openstelling van een aantal plusstroken in 2014 (onder andere A12 Woerden – Gouda) en anderzijds realisatie in 2015 van onder andere extra spitsstroken op A7/A8 Purmerend – Zaandam – Coenplein (Beter Benutten) en op de A15 Maasvlakte-Vaanplein bij Rozenburg.
Eenheid |
Streefwaarde 2015 |
|
---|---|---|
Beschikbaarheid data voor derden (compleet en tijdig beschikbaar) |
% van bemeten rij baanlengte |
89% |
Toelichting:
De indicator kent twee aspecten, namelijk de mate van beschikbaarheid van de RWS meetlocaties en de mate waarin meetgegevens tijdig verstuurd zijn naar de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW). In combinatie met de verkeersgegevens van andere wegbeheerders kan dit aan serviceproviders beschikbaar worden gesteld.
Motivering
Het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot en veilig vervoer van personen en goederen. Daarbij gelden randvoorwaarden voor milieu (natuur, lucht, geluid en duurzaamheid).
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken zoals bruggen, tunnels en viaducten, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement zoals signalering en verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren »60 van de vorige eeuw zijn kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
Voor de volledigheid wordt verwezen naar artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en vervanging», waaronder middelen voor vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.
In bijlage 4 is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot beheer en onderhoud en vervanging.
Voor een optimaal gebruik van het wegennet zet IenM in op een zo groot mogelijke beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.
De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:
– Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan.
– Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken.
– Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales.
– Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.
– Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) door naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, kunstwerken (bruggen en viaducten), DVM, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een langjarig gemiddelde.
Eenheid |
2013 |
2014 |
2015 |
||
---|---|---|---|---|---|
Rijbaanlengte |
Hoofdrijbaan |
km |
5.721 |
5.768 |
5.819 |
Rijbaanlengte |
Verbindingswegen en op- en afritten |
km |
1.526 |
1.544 |
1.613 |
Areaal asfalt |
Hoofdrijbaan |
km2 |
75 |
76 |
76 |
Areaal asfalt |
Verbindingswegen en op- en afritten |
km2 |
13 |
13 |
13 |
Groen areaal |
km2 |
197 |
197 |
197 |
Toelichting:
– De toename van de rijbaanlengte (hoofdrijbaan) van 5.768 km in 2014 naar 5.819 km in 2015 wordt verklaard door de realisatie van verschillende projecten, waaronder de A4 Dinteloord-Bergen op Zoom, de A4 Delft-Schiedam en de N61 Hoek-Schoondijke.
– De toename van de rijbaanlengte (verbindingswegen en op- en afritten) van 1.544 km in 2014 naar 1.613 km in 2015 wordt verklaard door de realisatie van verschillende projecten, waaronder de A4 Dinteloord-Bergen op Zoom, de A4 Delft-Schiedam en de A15 Maasvlakte-Vaanplein.
Areaal |
Eenheid |
Omvang 2015 |
Budget x € 1.000 2015 |
|
---|---|---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling |
Oppervlakte wegdek 1 |
km2 |
90 |
427.979 |
streefwaarde 2015 |
|
---|---|
De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud t.o.v. totale verstoringen. |
10% |
Tijdsduur (%) van het jaar dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rijstroken zijn afgesloten door aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, door falen infra of falen verkeersmanagement. |
90% |
Voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en gladheidbestrijding en neemt tijdig, na constatering, maatregelen bij het (tijdelijk) niet voldoen van de norm bij wegen, viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels (eenheid: % van de gevallen). |
98% |
De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren «60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt.
Op dit artikel staan de budgetten die reeds zijn toegewezen in het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurd in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd.
Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HWN 2014–2019 (inclusief programma Stalen Bruggen) bedraagt daarmee circa € 631 miljoen. De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Wegnr. |
Objecten |
Gereed |
---|---|---|
A50 |
Brug tussen de knooppunten Valburg en Ewijk |
2015 |
A58 |
Kreekrakbrug tussen knooppunt Markiezaat en afslag Rilland |
2015 |
A12 |
Galecopperbrug tussen de knooppunten Oudenrijn en Lunetten |
2015 |
N3 |
Wantijbrug tussen Papendrecht en Dordrecht |
2018 |
N15 |
Suurhoffbrug tussen Europoort en Oostvoorne |
2018 |
A16 |
Brienenoordbrug tussen de knooppunten Ridderkerk en Terbregseplein |
2018 |
A44 |
Kunstwerken A44/zuidelijke en noordelijke Kaagbruggen/Hoofdvaart/Lisserweg |
2016 |
A15 |
Viaduct Wilhelminakanaal/Hardinxveld-Giessendam |
2014 |
A15 |
Viaduct Veerdijk/Papendrecht |
2015 |
A59 |
Brug Drongelens kanaal en Viaduct Hoogeinde/Drunen |
2017 |
A22 |
Velsertunnel |
2016 |
A6 |
Lelystad Noord-Ketelbrug, vervanging wegfundering |
2020 |
N3 |
Dordrecht Zuid-Papendrecht, vervanging wegfundering |
2019 |
N200 |
Rijnlandse Boezemwaterbruggen |
2018 |
div. |
Tunneltechnische Installatie tunnels in Zuid- en Noord- Holland |
2016 |
A76 |
Zuidelijk viaduct Daelderweg/Nuth |
2020 |
A27 |
Renovatie A27 Stichtse brug-Knooppunt Almere |
2016 |
Motivering
Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.
Dynamisch Verkeersmanagement
Producten
Afgelopen jaren is onder andere via het programma Mobiliteitsaanpak € 200 miljoen geïnvesteerd in verkeersmanagement maatregelen die zijn gericht op het verbeteren van de verkeerssituatie van trajecten uit de file top-50. Het betreft onder andere betere benutting van de bestaande infrastructuur en verbeteren van aansluitingen tussen de snelweg en regionale wegen. De laatste resterende werkzaamheden zullen in 2014 worden afgerond. Een deel van het programma Mobiliteitsaanpak vindt inhoudelijk opvolging in het programma Beter Benutten.
Mijlpalen Realisatieprojecten
In 2015 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal |
Project |
---|---|
Oplevering |
A4 Delft–Schiedam |
A4 Dinteloord–Bergen op Zoom |
|
A7/A8 Purmerend–Coentunnel (Beter Benutten) |
|
A15 Maasvlakte–Vaanplein (incl. A29 Knooppunt Vaanplein-aansluiting Barendrecht) |
|
A50 Ewijk–Valburg |
|
N61 Hoek–Schoondijke |
|
Start realisatie |
A6/A7 Knooppunt Joure |
A7 Zuidelijke Ringweg Groningen |
|
SAA deelproject A9 Gaasperdammerweg |
|
A7/A8 Purmerend–Coentunnel (Beter benutten) |
|
A1 Bunschoten–Hoevelaken |
Overige maatregelen
Meer veilig-2
Met dit pakket wordt een bijdrage geleverd aan het verder terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers veroorzaakt door incidenten op het rijkswegennet. Het totale programma bestaat uit 121 maatregelen. Deze zijn grotendeels ultimo 2014 gerealiseerd. Naar verwachting worden circa 5 maatregelen opgeleverd in 2015.
Meer veilig-3
In 2015 wordt gestart met de uitvoering van het pakket Meer veilig-3 (uitvoeringsperiode 2015–2018). Het pakket bevat naast kosteneffectieve maatregelen voor het oplossen van verkeersonveilige locaties ook maatregelen voor het oplossen van significante onveilige situaties op routes. De totale omvang van het programma is € 40 miljoen, waarvan € 5 miljoen bestemd is voor verbetering op de N35 Wijthmen-Nijverdal, conform motie Elias/Kuiken (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 55). In 2015 wordt gestart met de voorbereiding van de realisatie van de eerste tranche maatregelen. Het gaat om 51 maatregelen met een financiële omvang van € 26,2 miljoen. In 2015 wordt besloten over de invulling van de tweede tranche maatregelen.
Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen
Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter-)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk ruim 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagens gecreëerd en nog eens ruim 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 35 tot 40 verzorgingsplaatsen. Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen.
Meer Kwaliteit Leefomgeving
Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering. De geplande werkzaamheden binnen het programma lopen door tot 2018. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel. Hierdoor worden twee gescheiden natuurgebieden met elkaar verbonden. In de afgelopen jaren zijn diverse ecoducten gereedgekomen zoals die over de A27 (Zwaluwenberg), over de A28 (Sterrenberg en Leusderheide) en over de A12 (Rumelaar en Mollenbos). In 2015 komt het ecoduct Laarderhoogt gereed als één van de laatste verbindingsstukjes in het herstel van een doorlopende Utrechtse Heuvelrug. Over de A67 komt ecoduct Kempengrens op de grens van Nederland en Vlaanderen gereed. Dit ecoduct wordt betaald door beide landen. Dit MJPO-knelpunt is in goede samenwerking met België in productie genomen.
Belangrijkste budgettaire aanpassingen
– Dynamisch verkeersmanagement: Verlaging budget van € 30 miljoen als gevolg van een meevaller bij diverse maatregelpakketten uit de mobiliteitsaanpak. De maatregelen zijn vrijwel afgerond.
– A1/A6/A9 SAA: Betreft de indexering IBOI 2014 (+ € 20 miljoen).
– N2 Meerenakkerweg (A2 zone): Betreft een meevaller ad € 4 miljoen.
– A2 Passage Maastricht: Het budget bij dit project wordt aangepast vanwege:
• het manifesteren van een indexeringsverschil waarvoor het Rijk garant staat;
• de mogelijkheid om met een totaalaanpak het toekomstig indexeringsverschil af te kopen en de kans op vertraging te verkleinen en;
• een scopewijziging die bij het TB (2010) is doorgevoerd, maar waarvoor nu budget beschikbaar is gesteld.
– A2/A76 Maatregelenpakket Limburg: Het onderdeel Aansluiting Nuth is als een apart project opgenomen in de begroting (€ 63 miljoen); verder zijn met het niet doorgaan van het onderdeel Imstenraderweg (€ 5 miljoen) middelen gereserveerd voor aanpassing aan het knooppunt A76/A73 Knooppunt Zaanderheiken en is het restant toegevoegd aan de investeringsruimte (12.07).
– A76 Aansluiting Nuth: Dit is een apart project geworden; vanuit Maatregelenpakket Limburg zijn middelen overgeboekt.
– A50 Ewijk – Valburg: € 6 miljoen betreft meevaller door een bijgestelde raming en vrijval van een deel van de post onvoorzien.
– A28 Knooppunt Hoevelaken: Het project is van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.
– A12 Ede – Grijsoord: Het project is van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.
– A1 Bunschoten – Knooppunt Hoevelaken: Het project is van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Projecten Nationaal |
||||||||||||
Dynamisch verkeersmanagement |
129 |
159 |
128 |
1 |
0 |
– |
||||||
Kleine projecten / Afronding projecten |
134 |
157 |
37 |
32 |
28 |
12 |
9 |
4 |
10 |
2 |
nvt |
nvt |
Programma 130 km |
57 |
57 |
16 |
16 |
10 |
14 |
||||||
Programma aansluitingen |
99 |
99 |
24 |
8 |
17 |
21 |
14 |
15 |
1 |
nvt |
nvt |
|
Quick Wins Wegen |
37 |
36 |
10 |
0 |
1 |
0 |
26 |
– |
||||
ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding) |
1.618 |
1.620 |
1.423 |
38 |
20 |
13 |
3 |
122 |
2016 |
2016 |
||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||||||||||
A10 Amsterdam praktijkproef FES |
50 |
50 |
10 |
6 |
12 |
12 |
10 |
2017 |
2015 |
|||
A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere |
1.658 |
1.638 |
445 |
140 |
72 |
154 |
318 |
118 |
194 |
218 |
2024 |
2024 |
A9 Badhoevedorp 1) |
339 |
336 |
43 |
48 |
48 |
36 |
20 |
8 |
0 |
136 |
2019 |
2017 |
A2 Holendrecht – Oudenrijn |
1.219 |
1.219 |
1.201 |
1 |
3 |
6 |
8 |
2012 |
2012 |
|||
A28 Utrecht – Amersfoort |
224 |
224 |
186 |
9 |
6 |
1 |
6 |
16 |
2013 |
2013 |
||
A28 Knooppunt Hoevelaken |
731 |
0 |
7 |
5 |
12 |
0 |
55 |
30 |
121 |
500 |
2022–2024 |
|
A1 Bunschoten – Knooppunt Hoevelaken |
24 |
3 |
16 |
5 |
0 |
2016 |
||||||
Projecten Zuidvleugel |
||||||||||||
A4 Burgerveen – Leiden 1) |
588 |
586 |
460 |
51 |
19 |
2 |
2 |
2 |
1 |
52 |
2015 |
2014 |
A4 Delft – Schiedam |
657 |
661 |
266 |
183 |
116 |
60 |
18 |
3 |
3 |
9 |
2015 |
2015 |
Projecten Zuidwestelijke Delta |
||||||||||||
N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid) |
10 |
10 |
0 |
1 |
2 |
3 |
3 |
1 |
nvt |
|||
N61 Hoek-Schoondijke |
118 |
117 |
67 |
17 |
28 |
5 |
0 |
1 |
2015 |
2014 |
||
Projecten Brabant |
||||||||||||
A4 Dinteloord – Bergen op Zoom |
275 |
274 |
194 |
32 |
11 |
29 |
10 |
2015 |
2015 |
|||
N2 Meerenakkerweg (A2 zone) |
7 |
11 |
2 |
4 |
1 |
2014 |
2014 |
|||||
A67 Aanpak toerit Someren |
6 |
6 |
2 |
4 |
2015 |
|||||||
Projecten Limburg |
||||||||||||
A2 Maasbracht – Geleen, 1e fase |
||||||||||||
A2 Passage Maastricht |
678 |
623 |
542 |
103 |
19 |
14 |
2016 |
2016 |
||||
A76 Aansluitng Nuth |
64 |
0 |
48 |
6 |
9 |
2017 |
||||||
Projecten Oost-Nederland |
||||||||||||
A50 Ewijk – Valburg |
270 |
276 |
263 |
1 |
10 |
– 6 |
2 |
0 |
2015 |
2015 |
||
N35 Combiplan Nijverdal |
316 |
316 |
258 |
32 |
19 |
7 |
2014 |
2014 |
||||
A12 Ede – Grijsoord |
120 |
0 |
4 |
4 |
64 |
46 |
2 |
2017 |
||||
Projecten Noord-Nederland |
||||||||||||
N31 Leeuwarden (De Haak) 1 |
194 |
193 |
120 |
49 |
24 |
1 |
2015 |
2014 |
||||
Overige maatregelen |
||||||||||||
Meer kwaliteit leefomgeving |
108 |
107 |
2 |
1 |
20 |
16 |
20 |
20 |
20 |
10 |
||
Meer veilig 2 |
27 |
27 |
27 |
|||||||||
Meer veilig 3 |
40 |
40 |
0 |
10 |
10 |
10 |
10 |
0 |
0 |
|||
Verzorgingsplaatsen |
25 |
25 |
4 |
5 |
5 |
10 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Afrondingen |
2 |
– 1 |
1 |
1 |
1 |
– 1 |
||||||
Totaal uitvoeringsprogramma |
9.995 |
|
5.892 |
792 |
645 |
454 |
539 |
230 |
351 |
1.091 |
||
Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking |
131 |
117 |
89 |
17 |
0 |
0 |
||||||
Programma Realisatie (IF 12.03.01) |
|
|
|
923 |
763 |
543 |
556 |
230 |
351 |
1.091 |
||
Budget Realisatie (IF 12.03.01) |
|
|
|
773 |
613 |
383 |
556 |
330 |
711 |
1.091 |
||
Overprogrammering (-) |
|
|
|
– 150 |
– 150 |
– 160 |
0 |
100 |
360 |
|
De openstelling van dit project vindt plaats in het kalenderjaar voor het jaar van oplevering.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
– De taakstellende budgetten zijn op prijspeil 2014 gebracht.
– De projecten A12 Ede – Grijsoord, A28/A1 Knooppunt Hoevelaken en A1 Bunschoten – knooppunt Hoevelaken zijn in realisatiefase en opgenomen bij Art. 12.03.01 Realisatie.
– Eind 2013 is besloten om af te zien van tol op de A13/A16, het volledige taakstellend budget is nu begroot op artikel 12. Dit is gedekt uit de reservering tolopgave DBFM aanbesteding Blankenburgverbinding en Via15. Zie Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 19.
– De taakstellende budgetten zijn bijgesteld als gevolg van een gewijzigde bijdragen van derden (A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere en A1 Apeldoorn – Azelo).
– Blankenburgverbinding: Bij de voorkeursbeslissing is het taakstellend budget vastgesteld op € 1.168 miljoen, waarvan € 315 miljoen door tol wordt opgebracht.
– A7/A8 Coentunnel Purmerend Noord: Naar aanleiding van de uitkomsten van het MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam is een reservering getroffen van € 300 miljoen onder de categorie gebonden.
– Beter Benutten: Betreft de terugboeking van middelen in 2016 en 2017 die vanuit Beter Benutten zijn voorgefinancierd voor de A1 Bunschoten Hoevelaken.
– A1/A6/A9 SAA, deeltraject A9 Amstelveen en A6 Almere: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie 2014 en de verlaging van het projectbudget als gevolg van een neerwaartse bijstelling van de ontvangsten met € 60 miljoen als gevolg van een bijgestelde bijdrage vanuit de gemeente Amstelveen.
– Bij het Tracébesluit (maart 2011) is gemeld dat het project SAA een flinke opgave heeft om het project te realiseren binnen het taakstellend budget. Op dit moment is één deelproject open gesteld (A10), één deelproject in het begin van de uitvoering (A1-A6), één deelproject in de aanbestedingsprocedure (A9 Gaasperdammerweg) en moet de aanbestedingsprocedure voor twee deelprojecten nog starten (A6 Almere, A9 Amstelveen). Voor het project A9 Amstelveen moet het Ontwerp Tracébesluit deels opnieuw doorlopen worden, omdat de oorspronkelijk beoogde tunnel is vervangen door een verdiepte ligging. Dit betekent dat het project nog te maken heeft met technische en bestuurlijke risico’s, waarvan op dit moment niet met zekerheid gezegd kan worden hoe deze financieel zullen uitpakken. Van de asymmetrische risicoverdeling, zoals ook bij het Tracébesluit in 2011 gemeld, is nog steeds sprake. Het project stuurt maximaal op een goede verhouding tussen geld en kwaliteit, het voorkomen van vertragingskosten en het ondervangen van gesignaleerde risico’s. Het realiseren van SAA binnen het taakstellend budget behoort daardoor nog steeds tot de mogelijkheden. Met de ervaringen en inzichten van de realisatieprojecten en de financial close van de A9 Gaasperdammerweg, zal de Kamer bij Ontwerpbegroting 2016 nader geïnformeerd worden over de ontwikkeling van de budgetspanning.
– A10 Zuidas: De middelen voor het integrale project Zuidasdok zijn overgeheveld naar IF Artikel 17.
– A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel: middelen zijn overgeboekt naar IF Artikel 17 Zuidasdok. Dit betreft een overboeking voor de voorbereidingskosten van A10 Knooppunten die onderdeel uitmaken van de uitgaven door de projectorganisatie van Zuidasdok.
– A12/A27 Ring Utrecht: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie 2014.
– A27 Houten – Hooipolder: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie en de verhoging van het taakstellend budget door de keuze voor het alternatief met het meest oplossende vermogen en hoogste baten-kostenverhouding (€ 57 miljoen).
– Stedelijke Bereikbaarheid Almere: Het taakstellend budget wordt, naast prijsindexatie 2014, verhoogd met € 2,5 miljoen naar aanleiding van de uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0.
– A12/A15 Ressen – Oudbroeken: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie 2014 en de verhoging van het taakstellend budget als gevolg van het in lijn brengen van de toltarieven met de Blankenburgverbinding.
– A1 Apeldoorn – Azelo: Het voorkeursalternatief is vastgesteld en de planuitwerking voor het project is gestart. Het taakstellend budget is vastgesteld en de regionale ontvangsten inclusief voorfinanciering (€ 142 miljoen) zijn opgenomen in de begroting. Een bedrag van € 28,5 miljoen wordt in 2024 terugbetaald aan de provincies Overijssel en Gelderland.
– A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2: Het taakstellend budget is, naast toevoeging prijsindexatie 2014, bij het OTB als gevolg van een verschil tussen raming en budget met € 49 miljoen verhoogd.
– Reservering LCC: een bedrag van € 60 miljoen is overgeboekt naar de Reservering BenO-consequenties Blankenburgverbinding en een bedrag van € 15 miljoen is overgeboekt naar Reservering BenO-consequenties A1 Apeldoorn – Azelo.
– Er is een specifieke reservering getroffen voor de extra kosten voor Beheer en Onderhoud in de begrotingsperiode na de aanleg van de Blankenburgverbinding.
– De middelen voor de verbreding van de A4 Vlietland – N14 zijn apart begroot (€ 11 miljoen). Deze middelen waren voorheen gereserveerd bij A4–44 Rijnlandroute.
– N35 Nijverdal – Wierden: Het taakstellend budget is met € 10 miljoen verhoogd als gevolg van bestuurlijke afspraken met de regio.
– Er is een specifieke reservering getroffen voor de extra kosten voor Beheer en Onderhoud in de begrotingsperiode na de aanleg van de A1 Apeldoorn-Azelo.
– De provincie Overijssel en Gelderland financieren een deel van het project A1 Apeldoorn-Azelo voor. Een bedrag van € 28 miljoen is gereserveerd voor de terugbetaling van het Rijk aan de provincies in 2024.
– Er is een reservering getroffen voor de Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad airport (€ 51 miljoen).
– Er is een reservering getroffen voor de A58 aansluiting Goes (€ 9 miljoen) naar aanleiding van afspraken met de regio.
Bedragen x € 1 mln. |
Budget |
Planning |
||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
TB |
Openstelling |
Verplicht |
||||
Realisatieuitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten |
– 355 |
– 283 |
||
Projecten Nationaal |
||||
Beter Benutten |
301 |
286 |
nvt |
|
Geluidsaneringprogramma – weg |
258 |
255 |
nvt |
|
Lucht – weg (NSL hoofdwegennet) |
235 |
235 |
nvt |
|
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen |
235 |
240 |
nvt |
|
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||
A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere, deeltraject A9 Amstelveen (deel 4) en A6 Almere (deel 5) |
992 |
1.039 |
Deel 4: 2024–2026 Deel 5: 2020–2022 |
|
A10 Zuidas |
627 |
2016 |
2028 |
|
A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel |
296 |
332 |
2016 |
2028 |
A12/A27 Ring Utrecht |
1.134 |
1.120 |
2016 |
2024–2026 |
Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht |
165 |
163 |
nvt |
2026–2028 |
A27/A1 Utrecht.N. – knp. Eemnes – asl.Bunschoten |
264 |
260 |
2014 |
2018–2020 |
A27 Houten – Hooipolder |
787 |
721 |
2017 |
2023–2025 |
Stedelijke Bereikbaarheid Almere |
28 |
25 |
nvt |
nvt |
A7/A8 Purmerend – Zaandam – Coenplein (spitsstrook) |
25 |
25 |
2015 |
2015–2017 |
Projecten Zuidvleugel |
||||
A13/A16 Rotterdam |
975 |
710 |
2016 |
2021–2023 |
A24 Blankenburgtunnel (excl. tolopgave) |
854 |
2015 |
2022–2024 |
|
A4-A44 Rijnlandroute |
550 |
555 |
Regio |
|
A4 Vlietland – N14 |
12 |
2014 |
2020–2022 |
|
Projecten Oost-Nederland |
||||
A1 Apeldoorn Zuid – Beekbergen |
36 |
36 |
2015 |
2016–2018 |
A12/A15 Ressen – Oudbroeken (excl. tolopbrengsten) (ViA15) |
553 |
542 |
2015 |
2019–2021 |
N18 Varsseveld – Enschede |
336 |
333 |
2013 |
2019–2021 |
N35 Zwolle – Wijthmen |
48 |
47 |
2015 |
2016–2018 |
A1 Apeldoorn – Azelo |
420 |
2017 |
Fase 1: 2019–2021 Fase 2: 2026–2028 |
|
Projecten Noord-Nederland |
||||
A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 1 |
608 |
551 |
2015 |
2019–2021 |
Projecten Limburg |
||||
A2 't Vonderen – Kerensheide |
256 |
254 |
2017 |
2025–2027 |
Gebonden |
||||
Projecten Nationaal |
||||
Beter Benutten |
50 |
50 |
nvt |
|
Reservering tolopgave DBFM-aanbestedingen Blankenburgverbinding en ViA15 |
47 |
301 |
nvt |
|
Reservering tegenvallende tolopbrengsten A12/A15 |
61 |
60 |
nvt |
|
Reserveringen voor LCC |
148 |
223 |
nvt |
|
Reservering BenO Blankenburgverbinding |
79 |
nvt |
||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||
A7/A8 Coentunnel – Purmerend-Noord |
300 |
|||
Projecten Zuidvleugel |
||||
A4 Haaglanden (passage en poorten & inprikkers) |
446 |
440 |
||
Projecten Brabant |
||||
A58 Eindhoven – Tilburg |
317 |
317 |
||
A58 Sint Annabosch – Galder |
116 |
116 |
||
N65 Vught – Haaren 2 |
46 |
45 |
||
Projecten Oost-Nederland |
||||
N35 Nijverdal – Wierden |
50 |
40 |
||
Reservering Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad airport |
51 |
|||
Reservering BenO A1 Apeldoorn – Azelo |
19 |
|||
Reservering Terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn – Azelo |
28 |
|||
Bestemd |
383 |
2.613 |
||
Projecten in voorbereiding |
||||
Projecten Nationaal |
||||
Reservering consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud |
||||
Reservering nalevingskosten SWUNG |
||||
Studiebudget Verkenningen |
||||
Projecten Zuidvleugel |
||||
A20 Nieuwerkerk – Gouwe |
||||
Projecten Zuidwestelijke delta |
||||
Reservering A58 aansluiting Goes |
||||
Projecten Noord-Brabant |
||||
Reservering landzijdige bereikbaarheid Eindhoven Airport |
||||
Projecten Oost-Nederland |
||||
Overige projecten in voorbereiding |
||||
Gesignaleerde Risico's |
||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning |
11.154 |
|||
Begroting 14.01.02 |
11.154 |
legenda
TB = Tracébesluit
Dit is exclusief de € 10,6 mln. die RWS heeft gereserveerd voor maatregelen op en langs de N65, conform het convenant tussen RWS en Vught van 13 juni 2007.
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.
Motivering
Infrastructuur projecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase kan sprake zijn van een gedeeltelijke betaling (de beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project.
De Brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83, bijlage 3) bevat een lijst van in totaal 20 potentiële DBFM-projecten op het hoofdwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op langere termijn.
Producten
Onderstaand een overzicht van de projecten waar reeds beschikbaarheidsbetalingen worden verstrekt danwel op korte termijn worden verwacht.
Het project A15 Maasvlakte-Vaanplein verkeert in de bouwfase en kent een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na oplevering betaald vanaf 2015 tot en met 2035.
De A12 Lunetten-Veenendaal bevindt zich in de exploitatiefase waardoor sprake is van een volledige beschikbaarheidsvergoeding.
De N33 Assen-Zuidbroek is gegund en de financial close heeft eind 2012 plaatsgevonden. Dit project kent een partiële beschikbaarheidsvergoeding. Naar verwachting wordt vanaf het najaar 2014 overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De N33 is een pilot met index linked financiering. Dit houdt in dat de beschikbaarheidsvergoeding jaarlijks wordt aangepast aan de inflatie-ontwikkeling.
Het project A1/A6 Diemen-Almere Havendreef, onderdeel van het programma Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA), is gegund en de Financial close heeft begin 2013 plaatsgevonden. Naar verwachting zal in 2020 sprake zijn van volledige beschikbaarheidsvergoeding.
Het project A12 Ede-Grijsoord is in aanbesteding en zal vanaf eind 2014 partiële beschikbaarheidsvergoedingen betalen. Volledige beschikbaarheidsvergoedingen zullen op dit artikel verantwoord worden vanaf eind 2016 na oplevering. Dit geldt ook voor de N18 Varsseveld-Enschede waarvan de aanbesteding op korte termijn zal starten.
Voor 2015 en 2016 is voorzien dat de aanbesteding zal starten van het volgende deelproject van Schiphol-Amsterdam-Almere (de A6 bij Almere), de A13/A16 Rotterdam, de Blankenburgverbinding, de A12/15 Ressen-Oudbroeken (Via15) en de A27/A1 Utrecht Noord-Knooppunt Eemnes-Bunschoten.
Het project A9 Holendrecht-Diemen (Gaasperdammerweg), onderdeel van SAA, is in aanbesteding. Verwacht wordt dat het DBFM contract eind 2014 wordt getekend en vanaf dat moment partiële beschikbaarheidsbetalingen zal kennen. Volledige beschikbaarheidsvergoedingen zullen naar verwachting gaan lopen na de oplevering in 2020.
Belangrijkste budgettaire aanpassingen
– Aflossing tunnels: Stijging van € 9 miljoen betreft de indexering IBOI 2014.
– A10 Tweede Coentunnel: Stijging van € 17 miljoen betreft de indexering IBOI 2014.
– A1/A6/A9 SAA: Betreft overheveling van A1-A6 niet-DBFM-gedeelte (€ 536 miljoen) en indexering IBOI 2014 (€ 18 miljoen)
– A12 Lunetten – Veenendaal: Betreft indexering IBOI 2014 (€ 5 miljoen) en aanvulling indexering 2012 (€ 4 miljoen)
– A15 Maasvlakte-Vaanplein: Stijging van € 22 miljoen betreft de indexering IBOI 2014.
– N31 Leeuwarden – Drachten: Betreft € 19 miljoen correctie DBFM-conversie en indexering IBOI 2014 (€ 1 miljoen).
– N33 Assen – Zuidbroek: In de vorige opgave was de realisatie t/m 2012 niet meegenomen (€ 21 miljoen). Daarnaast wordt € 4 miljoen indexering IBOI 2014 toegevoegd.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||||||||||
Aflossing tunnels |
1.234 |
1.225 |
429 |
53 |
59 |
56 |
58 |
59 |
62 |
458 |
– |
– |
A10 Tweede Coentunnel |
2.213 |
2.196 |
838 |
91 |
74 |
76 |
53 |
53 |
53 |
975 |
2013 |
2013 |
A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere |
2.017 |
1.999 |
40 |
43 |
17 |
57 |
376 |
186 |
125 |
1.173 |
2019 |
2019 |
A12 Lunetten – Veenendaal |
636 |
627 |
218 |
24 |
24 |
24 |
24 |
24 |
19 |
279 |
2012 |
2012 |
Projecten Zuidvleugel |
||||||||||||
A15 Maasvlakte – Vaanplein |
2.053 |
2.031 |
215 |
340 |
352 |
294 |
54 |
54 |
54 |
690 |
2015 |
2015 |
Projecten Brabant |
||||||||||||
A59 Rosmalen – Geffen, PPS |
288 |
288 |
266 |
1 |
1 |
1 |
1 |
18 |
2005 |
2005 |
||
Projecten Noord-Nederland |
||||||||||||
N31 Leeuwarden – Drachten |
166 |
146 |
107 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
6 |
23 |
2007 |
2007 |
N33 Assen – Zuidbroek1 |
340 |
336 |
34 |
44 |
13 |
13 |
13 |
13 |
13 |
197 |
2015 |
2015 |
Afrondingen |
0 |
1 |
– 1 |
|||||||||
Totaal |
8.947 |
|
2.147 |
602 |
545 |
527 |
585 |
396 |
333 |
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (incl. afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen,het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. De investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en de in het najaar van 2013 aangekondigde MIRT-onderzoeken (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 25).
De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 1.227 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 639 miljoen.
– Aanvullende dekking van de nalevingskosten SWUNG (€ 77 miljoen) voor de periode tot en met 2028.
– Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (onder andere Zuidelijke Ringweg Groningen, A2 Passage Maastricht, A27 Houten-Hooipolder, N35 Nijverdal – Wierden). Zie hiervoor ook de toelichting bij IF artikel 12.03.
– Voor verschillende projecten is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd (Landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport en Eindhoven Airport, Aansluiting A58 Goes).
– Verlaging van de toltarieven bij de A12/A15 Ressen – Oudbroeken (€ 12 miljoen).
– Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.
12.07 Inv.ruimte Wegen |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte |
– 0 |
1 |
– 1 |
– 1 |
2 |
– 1 |
– 1 |
145.152 |
Kaseffect verwerking index2013 |
– 42.732 |
– 38.043 |
– 41.956 |
– 39.817 |
– 32.936 |
– 31.268 |
– 24.883 |
– 29.196 |
Kaseffect verwerking index2014 |
– 25.667 |
– 23.639 |
– 18.691 |
– 20.346 |
– 16.281 |
– 20.964 |
– 25.424 |
– 28.058 |
Totaal |
– 68.399 |
– 61.681 |
– 60.648 |
– 60.163 |
– 49.215 |
– 52.233 |
– 50.308 |
87.898 |
12.07 Inv.ruimte Wegen |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte |
46.685 |
10.478 |
43.480 |
19.756 |
22.106 |
– 32.553 |
384.004 |
639.107 |
Kaseffect verwerking index2013 |
– 31.260 |
– 30.113 |
– 19.885 |
– 15.537 |
– 16.360 |
393.986 |
0 |
1 |
Kaseffect verwerking index2014 |
– 10.425 |
– 31.068 |
– 23.590 |
– 11.186 |
– 25.076 |
– 7.910 |
288.324 |
0 |
Totaal |
5.000 |
– 50.703 |
5 |
– 6.967 |
– 19.330 |
353.524 |
672.328 |
639.108 |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.
Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII over 2015 bij beleidsartikel 16 Spoor.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.727.691 |
2.221.826 |
1.733.921 |
2.242.943 |
2.382.804 |
1.751.358 |
2.027.819 |
Uitgaven |
2.384.292 |
2.390.335 |
2.387.881 |
2.464.491 |
2.238.605 |
2.207.053 |
1.933.701 |
Waarvan juridisch verplicht: |
95% |
||||||
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging |
1.346.811 |
1.333.674 |
1.240.257 |
1.319.800 |
1.167.051 |
1.110.815 |
1.185.320 |
13.03 Aanleg |
886.190 |
909.405 |
952.335 |
972.202 |
910.500 |
940.776 |
569.774 |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer |
801.687 |
803.312 |
662.580 |
700.795 |
491.121 |
363.875 |
306.494 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer |
64.829 |
78.681 |
65.436 |
64.947 |
75.336 |
72.631 |
38.196 |
13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer |
18.360 |
15.929 |
210.246 |
183.822 |
268.459 |
438.134 |
225.084 |
13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer |
1.314 |
11.483 |
14.073 |
22.638 |
75.584 |
66.136 |
0 |
13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS |
134.675 |
147.830 |
147.026 |
146.980 |
146.983 |
153.490 |
156.679 |
13.07 Rente en aflossing |
16.616 |
16.578 |
48.397 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
13.08 Investeringsruimte |
0 |
– 17.151 |
– 134 |
8.912 |
– 2.526 |
– 14.626 |
5.331 |
Van totale uitgaven |
|||||||
– Bijdrage aan agentschappen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Restant |
2.384.292 |
2.390.335 |
2.387.881 |
2.464.491 |
2.238.605 |
2.207.053 |
1.933.701 |
13.09 Ontvangsten |
202.042 |
120.869 |
232.720 |
177.161 |
193.583 |
192.830 |
204.490 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 |
Spoorwegen |
uitgaven |
2.387.881 |
2.464.491 |
2.238.605 |
2.207.053 |
1.933.701 |
1.790.138 |
1.469.637 |
13.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
1.240.257 |
1.319.800 |
1.167.051 |
1.110.815 |
1.185.320 |
1.162.653 |
1.169.571 |
|
13.03 |
Aanleg |
952.335 |
972.202 |
910.500 |
940.776 |
569.774 |
439.964 |
81.391 |
|
13.04 |
GIV/PPS |
147.026 |
146.980 |
146.983 |
153.491 |
156.679 |
163.889 |
164.821 |
|
13.07 |
Rente en aflossing |
48.397 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
|
13.08 |
Investeringsruimte |
– 134 |
8.912 |
– 2.526 |
– 14.626 |
5.331 |
7.035 |
37.257 |
|
13.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
232.720 |
177.161 |
193.583 |
192.830 |
204.490 |
202.884 |
207.681 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 |
Spoorwegen |
uitgaven |
1.359.403 |
1.613.478 |
1.783.930 |
1.787.309 |
1.853.443 |
1.906.176 |
2.008.502 |
13.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
1.174.223 |
1.177.245 |
1.197.156 |
1.196.858 |
1.197.926 |
1.165.259 |
1.147.811 |
|
13.03 |
Aanleg |
– 33.954 |
211.020 |
293.257 |
316.907 |
382.762 |
418.967 |
209.947 |
|
13.04 |
GIV/PPS |
166.200 |
167.591 |
169.444 |
170.408 |
170.479 |
169.667 |
159.427 |
|
13.07 |
Rente en aflossing |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
|
13.08 |
Investeringsruimte |
36.337 |
41.025 |
107.476 |
86.539 |
85.679 |
135.686 |
474.720 |
|
13.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
210.507 |
213.240 |
215.862 |
177.953 |
177.953 |
177.953 |
177.953 |
Motivering
Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur. Op grond van de huidige beheerconcessie voert ProRail het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2005–2015 uit. Per 1 januari 2015 treedt de nieuwe beheerconcessie aan ProRail voor een periode van tien jaar in werking.
De rijksbijdrage aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur.
Sinds 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenM moet hiermee instemmen. Per 1 januari 2015 zal de nieuwe beheerconcessie in werking treden waarin afspraken worden gemaakt over een scherpere aansturing van ProRail door de Minister van IenM. Naast het sturen op prestaties met een resultaatverplichting zal IenM met de nieuwe concessie sturen op programma’s en maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van betrouwbaarheid van de infrastructuur. IenM zal hiertoe aan de voorkant van de jaarlijkse beheerplancyclus voorstellen doen in een jaarlijkse beleidsprioriteitenbrief. De nieuwe concessie bevat daarnaast aanvullende verplichtingen voor ProRail op het gebied van samenwerking met vervoerders en andere belanghebbenden en transparantie over haar prestaties en afwegingen naar de buitenwereld. De nieuwe beheerconcessie wordt aan het einde van 2014 afgerond. Het beheerplan 2015 wordt aan het begin van 2015 aan de Tweede Kamer toegezonden en zal in het teken staan van de overgang van de oude naar de nieuwe concessie.
Producten
De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties betreffende de in de beheerconcessie vastgelegde zorgtaken van ProRail. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met spoorverkeersleiding en activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland.
ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. In de uitgaven wordt een onderscheid gemaakt tussen beheer en onderhoud, vervanging en apparaatskosten.
Vanuit de LTSa is de Herijking van de spoorbudgetten aangekondigd. In lijn hiermee worden in 2014/2015 de financiële reeksen van Prorail voor beheer, onderhoud en vervanging onderzocht mede in het licht van de door Prorail gesignaleerde druk op de meerjarige budgetten. Uiterlijk in de begroting 2016 worden de uitkomsten van het onderzoek opgenomen. In afwachting van de uitkomsten daarvan is ervoor gekozen de besluitvorming over de prijsbijstelling naar prijspeil 2014 van de budgetten voor beheer, onderhoud en vervanging aan te houden tot de begroting 2016. Dit impliceert dat het budget ten behoeve van beheer, onderhoud en vervanging in prijspeil 2013 is uitgedrukt.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Beheer en calamiteitenorganisatie |
203.473 |
204.154 |
201.911 |
200.121 |
189.609 |
189.002 |
Grootschalig onderhoud |
177.146 |
154.993 |
154.844 |
154.599 |
148.495 |
141.361 |
Kleinschalig onderhoud |
338.436 |
306.903 |
305.056 |
305.178 |
304.689 |
299.310 |
Onderhoud transfer |
80.265 |
83.984 |
86.811 |
87.009 |
87.257 |
87.491 |
Verkenning en innovatie |
4.312 |
4.312 |
4.068 |
4.068 |
4.068 |
4.068 |
Uitbesteed werk |
803.633 |
754.345 |
752.690 |
750.974 |
734.118 |
721.233 |
Bovenbouwvernieuwingen |
153.991 |
220.358 |
220.347 |
220.347 |
220.347 |
220.347 |
Vervanging overige systemen |
328.004 |
300.614 |
408.513 |
269.302 |
245.275 |
337.991 |
Vervangingsinvesteringen |
481.994 |
520.972 |
628.860 |
489.649 |
465.623 |
558.338 |
Apparaatskosten BOV |
350.347 |
338.137 |
321.682 |
313.751 |
305.786 |
305.340 |
Apparaatskosten |
350.347 |
338.137 |
321.682 |
313.751 |
305.786 |
305.340 |
Totaal uitgaven ProRail |
1.635.974 |
1.613.454 |
1.703.232 |
1.554.374 |
1.505.527 |
1.584.910 |
Doorbelaste kosten aan derde-partijen |
– 51.120 |
– 39.556 |
– 39.042 |
– 39.042 |
– 39.042 |
– 39.042 |
Gebruiksvergoeding vervoerders |
– 259.120 |
– 343.641 |
– 346.972 |
– 350.863 |
– 355.670 |
– 360.548 |
Doorbelaste uitgaven |
– 310.240 |
– 383.197 |
– 386.014 |
– 389.905 |
– 394.712 |
– 399.590 |
Rijksbijdrage aan ProRail |
1.325.734 |
1.230.257 |
1.317.218 |
1.164.469 |
1.110.815 |
1.185.320 |
Reservering uitgaven actieplan groei op het spoor |
7.940 |
10.000 |
2.582 |
2.582 |
0 |
0 |
Totaal artikel 13.02 |
1.333.674 |
1.240.257 |
1.319.800 |
1.167.051 |
1.110.815 |
1.185.320 |
Toelichting:
Uitbesteed werk
– De activiteiten die worden uitgevoerd voor beheer en de calamiteitenorganisatie vormen de basis voor de prestaties die ProRail levert. Beheeractiviteiten die hieraan bijdragen zijn incidentenregie, beheer van netwerken, camera’s en verbindingen, softwareonderhoud, energietransportcapaciteit en verzekeringen.
– Grootschalig onderhoud omvat die activiteiten die nodig zijn om de kwaliteit van de infrastructuur te handhaven en de theoretische levensduur in casu afschrijvingstermijn waar te maken. De activiteiten richten zich voornamelijk op het onderhouden en aanpassen van constructies, conserveren van objecten, slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden en maken van de sporen.
– Kleinschalig onderhoud voorziet in de activiteiten die noodzakelijk zijn om de prestaties op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid te realiseren. Het gaat zowel om cyclische als incidentele onderhoudsactiviteiten. Deze activiteiten zijn onder andere gericht op inspecties en schouw van de infrastructuur, correctie van spoorligging, vervangen van kleine componenten, functieherstel bij storingen, herstel van vermoeiingsschade van contactvlak tussen wiel en rail en sanering van geluidsschermen.
– Het onderhoud aan transfervoorzieningen (op stations) realiseert in belangrijke mate de reizigerstevredenheid op het gebied van reinheid en sociale veiligheid. Onderhoud transfer omvat op hoofdlijnen schoonmaak, onderhoud energie, verzekeringen en onroerende zaak belasting.
– Onder verkenning en innovatie vallen projecten en programma’s voor onderzoek naar verbetering van het spoorsysteem.
Vervangingsinvesteringen
– Bovenbouwvernieuwing betreft voornamelijk het vervangen van spoorstaven, dwarsliggers, ballast en wissels.
– Onder de overige systemen vallen onder andere het treinbeveiligingssysteem, treinbeheersing- en communicatiesystemen, energievoorziening, transfersystemen en kunstwerken.
Apparaatskosten
– De apparaatskosten betreffen de lonen, salarissen, overige personeelskosten, inhuur en huisvestingskosten van ProRail. De apparaatskosten die samenhangen met de investeringen (MIRT-projecten) worden via een opslag voor algemene kosten gesubsidieerd vanuit artikel 13.03.
Doorbelaste uitgaven
– Een deel van de jaarlijkse beheer-, onderhoud- en vervangingskosten wordt doorbelast aan derden, voornamelijk decentrale overheden. Het gaat dan voornamelijk om het onderhoud van de zogenaamde omgevingswerken. Derden hebben ook de mogelijkheid om het onderhoud van omgevingswerken eeuwigdurend af te kopen. Deze gelden staan bij ProRail op de balans geparkeerd als «voorziening derdenwerken» en het jaarlijkse onderhoud hieraan wordt hierop in mindering gebracht.
– Een deel van de beheer-, onderhoud- en vervangingskosten, de gebruiksafhankelijke kosten, wordt aan de vervoerders doorbelast als gebruiksvergoeding. De tarieven worden jaarlijks door ProRail vastgesteld en gepubliceerd in de Netverklaring. Bij het bepalen van de hoogte van de rijksbijdrage voor ProRail wordt de te ontvangen gebruiksvergoeding in mindering gebracht op de verwachte uitgaven.
Actieplan groei op het spoor
– Op artikel 13.02 zijn naast de uitgaven van ProRail ook middelen gereserveerd voor het actieplan groei op het spoor. Realisatie van deze uitgaven vindt plaats op Begroting hoofdstuk XII. Zodra verplichtingen zijn aangegaan, worden deze middelen overgeheveld naar de betreffende artikelen.
In bijlage 5 «Toelichting artikel 13 Spoorwegen» is nadere informatie opgenomen over de aansluiting tussen de middelen op het Infrastructuurfonds en de bestedingen door ProRail.
Prestaties ProRail
Meetbare gegevens
Op grond van de Beheerconcessie worden met ProRail afspraken gemaakt over de invulling van haar zorgplichten voor de spoorinfrastructuur. Dit gebeurt door voor de verschillende zorggebieden kernprestatie indicatoren (KPI’s) af te spreken met grenswaarden, zoals weergegeven in onderstaande tabel. In deze tabel zijn de KPI’s en grenswaarden opgenomen uit het Beheerplan 2014. Eind 2014 worden de afspraken voor 2015 gemaakt, op basis van de nieuwe beheerconcessie.
Prestaties ProRail |
Realisatie |
Afspraak |
Prognose |
---|---|---|---|
Beheerplan 2014 |
2013 |
2014 |
2015 |
Punctualiteit < 3 min. Reizigersverkeer totaal |
87,9% |
87,0% |
87,0% |
Punctualiteit < 5 min. HRN |
93,6% |
93,0% |
93,0% |
Punctualiteit < 3 min. Regionale series |
92,5% |
93,1% |
93,1% |
Punctualiteit < 3 min. Goederen |
79,6% |
82,0% |
82,0% |
Top-5 Aandachtseries |
86,2% |
84,0% |
84,0% |
Geleverde treinpaden |
98% |
98% |
98% |
Algemeen klantoordeel vervoerders |
6,8 |
6,7 |
7,0 |
IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
– door Prorail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
– voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
– uitvoering van deze projecten.
Afgesloten projecten
Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:
– Sporen in Arnhem
– Station Hengelo Gezondheidspark
– Station Groningen Europapark
– Hanzelijn
– Regionet verkorte treinopvolging Zaanlijn
– Regionet verplaatsing station Krommenie Assendelft
– Zutphen-Winterwijk verhogen vertreksnelheid
– Arnhem-Winterswijk perronverlenging
Nieuw opgenomen projecten
Beschermingsmaatregelen GSM-R interferentie (onder de post Kleine projecten)
Naar verwachting kan het steeds verder groeiende gebruik van moderne telecommunicatietechnologieën («3G» en «4G») door telecom providers leiden tot storingen in het GSM-R(ail)-netwerk van ProRail. Dit netwerk wordt onder andere gebruikt voor de communicatie tussen machinisten en verkeersleiding, voor het treinbeveiligingssysteem ERTMS (European Rail Traffic Management System), voor reisinformatiesystemen en voor monitoringsystemen van ProRail voor bijvoorbeeld de wisselverwarming en ATB-Vv. Om te voorkomen dat dergelijke storingen optreden zijn de volgende beschermingsmaatregelen in de railinfrastructuur nodig:
– Inbouw van filters in de GSM-R-ontvangers voor reisinformatiesystemen en in de monitoring-systemen voor de wisselverwarming en ATB-Vv.
– Verdichting van het GSM-R basisstations infrastructuurnetwerk van ProRail, waardoor het GSM-R-netwerk minder gevoelig wordt voor interferenties vanuit de netwerken van telecom providers.
De totale kosten van deze maatregelen worden geraamd op € 12,1 miljoen. De bijdrage van EZ aan dit project is € 4 miljoen. De resterende € 8,1 miljoen is gedekt uit de investeringsruimte (IF 13.08)
Overige Wijzigingen
PHS DSSU
Het projectbudget is opgehoogd met € 5,4 miljoen ten behoeve van de aanleg van 95 ATB Vv installaties binnen dit project. De hiervoor benodigde gelden waren geraamd binnen het planuitwerkingsbudget PHS (13.03.04) en zijn om die reden overgeboekt naar het realisatiebudget.
Reistijdverbetering Deventer Zijperron
De hogere kosten ad € 3 miljoen worden veroorzaakt doordat er sprake was van niet eerder bekende obstakels (resten van een voormalig stationsgebouw) en onbekende kabels en leidingen in de grond. Het oude stationsgebouw is onderzocht op archeologische waarde waardoor de werkwijze in de uitvoering aangepast en vertraagd is. Door de vondst van onbekende kabels en leidingen zijn de kosten voor de aanpassing van de beveiliging hoger uitgevallen. De indienststelling van het nieuwe perron is zodoende verschoven van december 2013 naar medio 2014.
Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten
Het projectbudget is verlaagd met € 10,9 miljoen. Zie toelichting Zwolle-Herfte bij 13.03.04.
Programma kleine functiewijzigingen
Het projectbudget is verlaagd met € 41 miljoen. Zie toelichting Zwolle-Herfte bij 13.03.04.
AKI-plan en veiligheidsknelpunten (PVVO)
In overleg met ProRail zijn over de pilot standaard langzaam verkeerstunnel van het programma PVVO nadere afspraken gemaakt over de toedeling van het resterende budget ad € 2,2 miljoen. Daarbij is gekozen voor overheveling van het resterende budget naar het in 2013 gestarte Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO). Dit programma geeft invulling aan het integrale overwegenbeleid van IenM en is in die zin een overkoepelend programma voor alle overwegprojecten. Naast specifieke projecten richt dit programma zich primair op meer generieke maatregelen en oplossingen. In totaal is voor het LVO programma nu € 202 miljoen beschikbaar.
Nazorg gereedgekomen lijnen en halten
Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s bleek het verantwoord het projectbudget te verlagen met € 6,1 miljoen.
Spoorwegovergang Soestdijkseweg
Het projectbudget is verlaagd met € 4,2 miljoen in verband met een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller.
NSP Den Haag Centraal
De voor de realisatie benodigde en geaccordeerde Treinvrije perioden (TVP’n), waar ook het bestek (en de Businesscase) op gebaseerd was, heeft ProRail later op verzoek van NS ingetrokken. Om het project te realiseren is in overeenstemming met partijen gekozen voor het verkorten van sporen waardoor de bouw van de OV Terminal zonder Treinvrije Perioden conform planning mogelijk bleef. Dit heeft geleid tot € 5,7 miljoen aan meerkosten. Hier staat evenwel tegenover dat gedurende de gehele realisatieperiode van de hal sprake is geweest van een continue beschikbaarheid van de sporen en toegang tot het station.
NSP Breda
Het projectbudget is opgehoogd met € 11,4 miljoen. Dit heeft voor € 9,3 miljoen betrekking op de OV-Terminal en voor € 2,1 miljoen op het geluidsscherm. Bij het opstellen van de businesscase is er onterecht van uitgegaan dat een deel van de kosten voor de OV-terminal gefinancierd zouden kunnen worden via beheer- en onderhoud. Daarnaast is het contract met de aannemer van de geluidsschermen opgezegd, wat tot meerkosten heeft geleid.
Sporendriehoek Noord Nederland
Het projectbudget is verlaagd met € 70 miljoen. Zie toelichting Zwolle-Herfte bij 13.03.04.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Projecten nationaal |
||||||||||||
Benutten |
||||||||||||
ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en ERTMS expertisecentrum 1 |
28 |
28 |
3 |
25 |
0 |
0 |
2012/ 2013/ 2014 |
2012/ 2013/ 2014 |
||||
Geluidsanering Spoorwegen |
626 |
626 |
18 |
4 |
6 |
18 |
24 |
34 |
61 |
461 |
divers |
divers |
Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE) |
29 |
29 |
8 |
5 |
9 |
4 |
4 |
divers |
divers |
|||
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer |
||||||||||||
PHS DSSU (inclusief voorinvestering) |
283 |
278 |
51 |
64 |
69 |
80 |
18 |
1 |
2015 |
2012/ 2015 |
||
Stations en stationsaanpassingen |
||||||||||||
Kleine stations |
78 |
78 |
30 |
3 |
2 |
6 |
8 |
8 |
10 |
10 |
divers |
divers |
Overige projecten/programma's /lijndelen etc. |
||||||||||||
AKI-plan en veiligheidsknelpunten |
395 |
397 |
319 |
22 |
22 |
18 |
8 |
4 |
1 |
2 |
divers |
divers |
Fietsparkeren bij stations |
221 |
221 |
15 |
12 |
14 |
14 |
14 |
14 |
14 |
124 |
divers |
divers |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten |
46 |
56 |
0 |
13 |
8 |
8 |
8 |
8 |
divers |
divers |
||
Ontsnippering |
81 |
81 |
24 |
3 |
4 |
20 |
23 |
5 |
4 |
divers |
divers |
|
Programma Kleine Functiewijzigingen |
540 |
581 |
55 |
54 |
82 |
61 |
73 |
73 |
73 |
70 |
divers |
divers |
Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten |
308 |
319 |
77 |
60 |
39 |
34 |
19 |
16 |
17 |
46 |
divers |
divers |
Reistijdverbetering |
15 |
12 |
8 |
6 |
1 |
2014 |
2013 |
|||||
Toegankelijkheid stations |
503 |
503 |
46 |
46 |
47 |
44 |
44 |
45 |
44 |
187 |
divers |
divers |
Kleine projecten personenvervoer |
14 |
0 |
0 |
4 |
0 |
4 |
4 |
1 |
divers |
divers |
||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||||||||||
Amsterdam-Almere-Lelystad |
||||||||||||
OV SAAL korte termijn |
776 |
776 |
179 |
134 |
183 |
194 |
55 |
28 |
3 |
0 |
2016 |
2016 |
Stations en stationsaanpassingen |
||||||||||||
Amsterdam CS, Cuypershal |
26 |
26 |
12 |
4 |
5 |
3 |
2 |
2014/ 2016 |
2014/ 2015/ 2016 |
|||
Amsterdam CS, Fietsenstalling |
35 |
35 |
3 |
2 |
9 |
7 |
5 |
5 |
4 |
2013/ 2018 |
2013/ 2018 |
|
Overige projecten/lijndelen etc. |
||||||||||||
Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol) |
188 |
185 |
148 |
13 |
8 |
8 |
3 |
4 |
3 |
2 |
divers |
divers |
Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS) |
956 |
956 |
676 |
60 |
36 |
54 |
42 |
28 |
6 |
53 |
2005 e.v. |
2005 e.v. |
Stations en stationsaanpassingen |
||||||||||||
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) |
346 |
346 |
193 |
79 |
34 |
30 |
10 |
2016 |
2016 |
|||
Overige projecten/lijndelen etc. |
||||||||||||
Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven |
32 |
37 |
16 |
8 |
6 |
1 |
1 |
2013/ 2015 |
2013/ 2015 |
|||
Projecten Zuidvleugel |
||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen |
||||||||||||
Den Haag CS (t.b.v. NSP) |
123 |
117 |
117 |
6 |
2014 |
2014 |
||||||
Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP) |
275 |
275 |
256 |
20 |
0 |
2013 |
2013 |
|||||
Den Haag CS perronsporen 11 en 12 |
38 |
38 |
4 |
3 |
1 |
11 |
11 |
8 |
1 |
2018 |
2018 |
|
Overige projecten/lijndelen etc. |
||||||||||||
Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft |
553 |
553 |
451 |
87 |
14 |
0 |
2015/ 2017 |
2015/ 2017 |
||||
Projecten Brabant |
||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen |
||||||||||||
Breda Centraal (t.b.v. NSP) |
75 |
64 |
32 |
17 |
12 |
10 |
4 |
2016/ 2017 |
2016/ 2017 |
|||
Projecten Oost Nederland |
||||||||||||
Utrecht-Arnhem-Zevenaar |
||||||||||||
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP) |
108 |
108 |
83 |
11 |
9 |
3 |
3 |
2011/ 2015 |
2011/ 2014 |
|||
Traject Oost uitv. convenant DMB 2 |
239 |
239 |
11 |
10 |
21 |
39 |
37 |
33 |
29 |
61 |
2020 |
2020 |
Overige projecten/lijndelen etc. |
||||||||||||
Regionale lijnen Gelderland |
14 |
14 |
3 |
1 |
3 |
5 |
1 |
1 |
divers |
divers |
||
Projecten Noord Nederland |
||||||||||||
Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden |
8 |
8 |
5 |
3 |
0 |
|||||||
Sporendriehoek Noord-Nederland |
134 |
204 |
29 |
19 |
18 |
14 |
15 |
17 |
13 |
10 |
divers |
divers |
Totaal ProRail projecten |
6.813 |
|
2.871 |
796 |
663 |
691 |
437 |
330 |
|
1.025 |
|
|
Overige (niet ProRail) projecten |
||||||||||||
Afdekking risico's spoorprogramma's |
29 |
29 |
6 |
8 |
6 |
8 |
n.v.t. |
n.v.t. |
||||
Intensivering Spoor in steden (I) |
246 |
245 |
186 |
10 |
10 |
15 |
15 |
10 |
||||
Spoorzone Ede |
42 |
42 |
2 |
3 |
6 |
24 |
7 |
|||||
Totaal overige (niet ProRail) Projecten |
316 |
|
187 |
19 |
24 |
46 |
30 |
10 |
0 |
|||
Programma Realisatie (IF 13.03.01) |
7.129 |
|
3.059 |
815 |
687 |
737 |
467 |
340 |
1.025 |
|||
Budget Realisatie (IF 13.03.01) |
803 |
663 |
701 |
491 |
364 |
1.025 |
||||||
Overprogrammering (-) |
– 12 |
– 24 |
– 36 |
24 |
24 |
24 |
|
Van het totale budget is € 6 mln aan Prorail beschikt. De overige kosten zijn voornamelijk bestemd voor ombouw materieel, opleidingskosten en de ontwikkeling van een referentiesysteem
Geen wijzigingen.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
ProRail Projecten |
||||||||||||
Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05 |
– 33 |
– 16 |
– 4 |
– 6 |
– 6 |
0 |
||||||
Projecten nationaal |
||||||||||||
PAGE risico reductie |
18 |
18 |
8 |
0 |
1 |
4 |
3 |
2 |
1 |
divers |
divers |
|
Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua 1) |
170 |
149 |
31 |
41 |
47 |
37 |
6 |
5 |
4 |
2013 e.v. |
2013 e.v. |
|
Aslasten Cluster III realisatie |
1 |
1 |
0 |
1 |
0 |
|||||||
Projecten Oost Nederland |
||||||||||||
Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) 1 |
154 |
149 |
46 |
12 |
9 |
16 |
32 |
18 |
21 |
divers |
divers |
|
Projecten Zuidwestelijke delta |
||||||||||||
Geluidmaatregelen Zeeuwselijn |
27 |
27 |
10 |
1 |
7 |
6 |
2 |
2014/ 2016 |
2014/ 2016 |
|||
Projecten Zuidvleugel |
||||||||||||
Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding1 |
217 |
210 |
45 |
29 |
6 |
7 |
30 |
48 |
12 |
39 |
2014 e.v. |
2014 e.v. |
Overige projecten |
||||||||||||
Nazorg gereedgekomen projecten |
4 |
4 |
0 |
1 |
1 |
1 |
1 |
divers |
divers |
|||
Totaal ProRail Projecten |
557 |
123 |
80 |
65 |
65 |
|||||||
Overige (niet ProRail) Projecten |
||||||||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.02) |
557 |
123 |
80 |
65 |
65 |
|||||||
Budget Realisatie (IF 13.03.02) |
79 |
65 |
65 |
75 |
73 |
38 |
39 |
|||||
Overprogrammering (-) |
|
|
|
– 1 |
0 |
0 |
1 |
Nieuw opgenomen projecten
Zwolle-Herfte
Als gevolg van extra treinen op het baanvak Zwolle-Herfte is dit baanvak in 2012 overbelast verklaard. Daarnaast bestaan ambities voor het rijden van meer treinen op de lijnen Zwolle-Groningen/Leeuwarden en Zwolle-Emmen. Om dit capaciteitsknelpunt op te lossen heeft ProRail een Alternatievenstudie uitgevoerd in nauwe samenwerking met IenM, de Noordelijke provincies, Overijssel en de vervoerders NS en Arriva. Op basis van deze studie heeft op 17 december 2013 de Staatssecretaris samen met de gedeputeerden van Noord Nederland en Overijssel gekozen voor een Alternatief waarbij 2 extra sporen zullen worden gerealiseerd tussen Zwolle en Herfte inclusief een ongelijkvloerse kruising (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 60).
Het alternatief voorziet in:
– een uitbreiding van het spoor tussen Zwolle en de aansluiting bij Herfte van twee naar vier sporen inclusief aanleg van een vrije kruising voor deze sporen zodat de treinen van Zwolle richting Leeuwarden/Groningen en van Zwolle richting Emmen geen hinder van elkaar ondervinden.
– aanpassingen aan de oostzijde van het emplacement bij Zwolle zodat ook de treinen richting Enschede en Deventer tegelijk met de trein naar Leeuwarden/Groningen kunnen vertrekken (zogenaamde gelijktijdigheden).
Voor dit alternatief is € 170 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is ervoor gekozen om taakstellend € 55 miljoen beschikbaar te stellen voor het faciliteren van de (toekomstige) behoefte aan opstel- en servicecapaciteit. De totale investering ad. € 225 miljoen wordt voor € 70 miljoen gedekt vanuit het projectbudget Sporendriehoek Noord Nederland (middelen Motie Koopmans), voor € 55 miljoen uit de investeringsruimte Regionaal /Lokaal, voor € 41 miljoen uit het programma Kleine functiewijzigingen, voor € 12,1 miljoen aan reeds gereserveerde middelen binnen het programma Beheer en Onderhoud voor het gelijktijdig vervangen van een brug, aangevuld met € 10,9 miljoen aan reeds gereserveerde middelen binnen het budget voor punctualiteits- en capaciteitsknelpunten als gevolg van het verloren gaan van opstelcapaciteit door de aanleg van het 4e perroneiland te Zwolle. Daarnaast draagt de regio € 36 miljoen bij.
Overige wijzigingen
PHS
Zie voor de verlaging van het projectbudget de toelichting onder 13.03.01 bij het project PHS
Landelijk Verbeterprogramma Overwegen
Zie voor de ophoging het projectbudget de toelichting onder 13.03.01 bij het project AKI-plan en veiligheidsknelpunten (PVVO)
OV SAAL
De actualisatie en nadere uitwerking van OV SAAL naar aanleiding van de besluitvorming over de middellange termijn resulteert in een lager benodigd budget dan tot dusverre beschikbaar. Het projectbudget is met € 30 miljoen verlaagd. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).
Amsterdam Zuidas station
Het projectbudget is opgehoogd met € 6,8 miljoen in verband met het indexeren naar prijspeil 2014.
De middelen voor het integrale project Zuidasdok zijn overgeheveld naar IF Artikel 17.
Amsterdam Zuid WTC
Het projectbudget is opgehoogd met € 3 miljoen in verband met het indexeren naar prijspeil 2014. Daarnaast is € 5,6 miljoen overgeboekt naar IF 12.03 in verband met de spoorbijdrage aan het functievrij maken voor het integrale project Zuidasdok, in het bijzonder de verwerving van een autoparkeergarage aan de Zuidas Dok en € 16,9 miljoen in verband met de planuitwerkingsopdracht ZuidasDok.
De middelen voor het integrale project Zuidasdok zijn overgeheveld naar IF Artikel 17.
ERTMS landelijke uitrol
Het projectbudget ERTMS landelijke uitrol is overgeheveld van 13.03.04 naar IF 17.07.
Projectoverzicht behorende bij 13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer
Budget |
Planning |
|||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
PB of TB |
Indienststelling |
Verplicht |
||||
Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.01 |
0 |
0 |
nvt |
|
Projecten Nationaal |
||||
Kleine projecten Personenvervoer |
5 |
5 |
nvt |
|
Reservering opbouw compensatie NS |
157 |
152 |
nvt |
|
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||
Adam Zuidas station (NSP) |
0 |
237 |
2026 |
|
Adam Zuidas WTC/4-sp |
0 |
112 |
2026 |
|
Projecten Oost-Nederland |
||||
Quick scan decentraal spoor Oost-Nederland |
19 |
18 |
2011–2016 |
|
Lenteakkoordimpuls voor 4 spoorlijnen Oost-Nederland |
25 |
25 |
2015–2018 |
|
Zwolle – Herfte 1 |
189 |
|||
Gebonden |
||||
Projecten Nationaal |
||||
Grensoverschr. Spoorvervoer |
29 |
29 |
div. |
|
Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA)) |
90 |
90 |
div. |
|
Grensoverschr. Spoorvervoer, fase 2 |
43 |
43 |
2014–2018 |
|
Progr.Hoogfreq.Spoor (PHS) |
1.320 |
1.320 |
div. |
|
Reservering Businesscase NSP |
12 |
12 |
nvt |
|
Programma overwegen |
202 |
200 |
div. |
|
Projecten Noordwest-Nederland |
||||
OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad |
448 |
472 |
2021/2022 |
|
Bestemd |
168 |
174 |
||
Projecten in voorbereding |
||||
Projecten Nationaal |
||||
Overige projecten in voorbereiding |
||||
Gesignaleerde risico's |
||||
Totaal planuitwerkingsprogramma |
2.707 |
|||
Begroting (IF 13.03.04) |
2.707 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.
Nieuw opgenomen projecten
Kleine Projecten Externe Veiligheid Drechtsteden
Aan dit projectbudget is € 12 miljoen toegevoegd vanuit de investeringruimte spoor (13.08) ter dekking van het project Externe veiligheid Drechtsteden. In het kader van Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen worden aanvullende veiligheidsmaatregelen getroffen aan het spoor in Dordrecht en Zwijndrecht om de relatief hoge toekomstige omgevingsrisico’s aldaar verder te verlagen.
Projectoverzicht behorende bij 13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer
Budget |
Planning |
|||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
PB of TB |
Indienststelling |
Verplicht |
||||
Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.02 |
17 |
17 |
||
Gebonden |
||||
Projecten Nationaal |
||||
Aslastencluster III |
div. |
|||
Projecten Zuidvleugel |
||||
Kleine project Goed |
17 |
5 |
div. |
|
Calandbrug |
157 |
157 |
2019 |
|
Bestemd |
1 |
|||
Projecten in voorbereiding |
||||
Overige projecten in voorbereiding |
||||
Gesignaleerde Risico's |
||||
Totaal planuitwerkingsprogramma |
192 |
|||
Begroting (IF 13.03.05) |
192 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), volgens de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.
Producten
Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De PPS is bij de onderdelen infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand gekomen. Eind 2001 zijn de contracten met de infraprovider en de vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw gold dat de HSL-Zuid onderdelen gefaseerd werden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering op het noordelijke deel was in december 2005. De bovenbouw van het zuidelijke deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijke deel in december 2006.
tm 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beschikbaarheidsvergoeding |
1.041.657 |
147.766 |
148.490 |
149.720 |
150.152 |
150.879 |
153.279 |
1.658.920 |
3.600.863 |
Rente- en belastingaanpassingen |
– 70.860 |
– 9.025 |
– 2.797 |
– 4.972 |
– 4.972 |
1.800 |
1.800 |
22.050 |
– 66.976 |
Werkzaamheden ex artikel 17.03 (pilot geluid) |
6.610 |
7.146 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
13.756 |
Diverse afrekeningen |
6.841 |
1.948 |
1.302 |
2.232 |
1.803 |
811 |
1.600 |
12.478 |
29.015 |
Totaal |
984.248 |
147.835 |
146.995 |
146.980 |
146.983 |
153.490 |
156.679 |
1.693.448 |
3.576.658 |
Projectoverzicht behorende bij 13.04 Infraprovider
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projecten Nationaal |
||||||||||||
Infraprovider HSL-Zuid |
2007 |
2007 |
||||||||||
Reguliere beschikbaarheidsvergoeding |
3.577 |
3.563 |
981 |
15 |
147 |
147 |
147 |
153 |
157 |
1.830 |
||
Rente- en belastingaanpassingen |
0 |
|||||||||||
Totaal |
0 |
|||||||||||
Begroting IF13.04 |
981 |
15 |
147 |
147 |
147 |
153 |
Motivering
Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is en in de toekomst gefinancierd wordt.
Bestaande leningen
Producten
In de periode 2005–2013 is voor € 1,8 miljard aan leningen bij ProRail afgelost. Het grootste deel hiervan is gefinancierd met het in 2009/2010 uitgekeerde Superdividend van de NS. Deze schuldreducties hebben geleid tot een verlaging van de rentelasten van € 130 miljoen in 2005 tot € 17 miljoen in 2014. Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2012 bedroeg nog € 313 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2017 € 166 miljoen aflossen, in 2020 € 75 miljoen en in 2027 € 72 miljoen. Nog niet is besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan. Om deze reden zijn voor deze leningen de rentekosten structureel in de begroting opgenomen (en geen aflossingen).
Nieuwe leningen
Een deel van het PHS wordt gefinancierd met een leenfaciliteit (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105) van € 875 miljoen. Rente en aflossing van de eerste € 675 miljoen van de leenfaciliteit, welke gekoppeld is aan een verlaging van het Infrastructuurfonds na 2020, zullen door het Ministerie van Financiën worden gedragen en de resterende € 200 miljoen door IenM.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Rente leningen |
16.578 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
Schuldreductie aflossing 2012 |
0 |
31.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
16.578 |
48.397 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 1.039 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 992 miljoen.
De investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en zal worden betrokken bij de herijking 1. Bij Spoor is ervoor gekozen om bij het op prijspeil 2014 brengen van de aanlegprojecten aan een relatief groot deel van die aanlegprojecten dit jaar geen indexatie uit te keren. De belasting van de investeringsruimte wordt zo beperkt met het risico op toekomstige tegenvallers als gevolg van het eventueel niet binnen de projecten in kunnen passen van de prijsstijging.
De genoemde mee- en tegenvallers op de specifieke projecten zijn eveneens toegelicht bij het betreffende artikelonderdeel van waaruit het project gefinancierd wordt.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
– Prijsbijstelling 2013/2014 Zuidas WTC en NSP station Zuidas (€ 14,8 miljoen).
– Dekking meerkosten Deventer Zijperron (€ 3 miljoen).
– Dekking meerkosten NSP Breda (€ 11,4 miljoen).
– Afboeking niet te realiseren ontvangsten 13.09 (€ 13,5 miljoen).
– Dekking project GSM-R beschermingsmaatregelen interferentie (€ 8,1 miljoen).
– Dekking meerkosten NSP Den Haag (€ 5,7 miljoen).
– Vrijval projectbudget Hanzelijn (€ 12,1 miljoen).
– Vrijval projectbudget Nazorg (€ 6 miljoen).
– Vrijval OV SAAL na besluit inzet gelden MLT (€ 30,0 miljoen).
– Vrijval planuitwerking goederenverbinding Antwerpen-Roergebied (€ 5 miljoen).
– Aanbestedingsmeevaller spoorwegovergang Soestdijkseweg (€ 4,2 miljoen).
– Afrekening 2012 HSA en indexering contract naar prijspeil 2014 (€ 13,5 miljoen).
– Vervallen garantstelling Maasvlakte (€ 6 miljoen).
– Ontvangen boete NS (€ 2,8 miljoen).
– Dekking nieuw opgenomen project Externe veiligheid Drechtsteden (13.03.05).
De genoemde mee- en tegenvallers op de specifieke projecten zijn eveneens toegelicht bij het betreffende artikelonderdeel van waaruit het project gefinancierd wordt.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte |
196 |
18.646 |
26.284 |
17.177 |
5.488 |
28.124 |
28.342 |
57.336 |
Kaseffect verwerking index 2013 |
– 20.524 |
– 20.531 |
– 18.455 |
– 20.096 |
– 20.283 |
– 18.760 |
– 21.318 |
– 19.375 |
Kaseffect verwerking index 2014 |
3.177 |
1.751 |
1.083 |
393 |
169 |
– 4.033 |
11 |
– 704 |
Totaal |
– 17.151 |
– 134 |
8.912 |
– 2.526 |
– 14.626 |
5.331 |
7.035 |
37.257 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte |
56.267 |
59.696 |
126.402 |
104.411 |
104.453 |
145.324 |
213.413 |
991.560 |
Kaseffect verwerking index 2013 |
– 19.364 |
– 19.365 |
– 19.673 |
– 18.605 |
– 19.519 |
– 19.519 |
275.387 |
0 |
Kaseffect verwerking index 2014 |
– 566 |
694 |
747 |
733 |
745 |
9.881 |
– 14.080 |
0 |
Totaal |
36.337 |
41.025 |
107.476 |
86.539 |
85.679 |
135.686 |
474.720 |
991.560 |
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde-partijen voor spooruitgaven, die rechtstreeks aan IenM worden betaald, verantwoord. De gebruiksvergoeding van vervoerders en onderhoudsbijdragen van derde-partijen worden door ProRail geïnd en worden daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikel 13.02.
Wanneer verrekeningen (subsidievaststellingen) met ProRail plaatsvinden die betrekking hebben op afgesloten jaren mogen deze niet worden gesaldeerd met de uitgaven voor het lopende jaar, maar worden gedesaldeerd opgenomen in de ontvangsten en uitgaven.
Concessievergoedingen
Producten
Deze betreffen de vergoedingen die de NS en HSA betalen voor de concessies voor het Hoofdrailnet en de HSL-Zuid. Met ingang van 2015 worden deze twee concessies geïntegreerd tot één concessie aan NS.
Projectbijdragen decentrale overheden
Deze betreffen de bijdragen van decentrale overheden aan (MIRT)projecten zoals Decentrale Lijnen en Schiedam-Rijswijk.
Afrekeningen ProRail
Deze betreffen de afrekeningen met betrekking tot aanlegprojecten van het vierde kwartaal 2013 en de afrekening over 2012 van de subsidie voor beheer, onderhoud en vervanging.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Concessie 2005–2014 HRN |
30.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Concessie 2009–2014 HSL (uitstelregeling) |
43.546 |
45.566 |
44.415 |
43.264 |
42.112 |
40.961 |
Concessie 2015–2024 |
0 |
138.480 |
140.246 |
149.840 |
158.217 |
164.475 |
Verrekening reisinformatie |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
Boete prestaties 2012 (HRN) |
2.750 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Correctieregeling energie (HSL) |
0 |
56.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Concessievergoedingen NS |
68.796 |
232.547 |
177.161 |
185.605 |
192.830 |
197.936 |
Projectbijdragen decentrale overheden |
3.397 |
173 |
0 |
7.978 |
0 |
6.554 |
Afrekeningen ProRail |
48.676 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
120.869 |
232.720 |
177.161 |
193.583 |
192.830 |
204.490 |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII 2015 bij beleidsartikel 15 OV keten.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
602.679 |
532.293 |
67.024 |
246.192 |
160.041 |
146.710 |
148.950 |
Uitgaven |
215.678 |
172.163 |
181.447 |
273.935 |
348.376 |
341.694 |
248.418 |
Waarvan juridisch verplicht: |
100% |
||||||
14.01 Grote regionaal/lokale projecten |
58.664 |
140.175 |
118.082 |
107.330 |
198.914 |
211.842 |
113.400 |
14.01.02 Planuitw. Progr. Reg/lok |
0 |
11.792 |
0 |
5.000 |
39.533 |
57.614 |
2.171 |
14.01.03 Realisatieprogr reg/lok |
58.664 |
130.793 |
115.079 |
99.046 |
158.160 |
153.001 |
108.070 |
14.01.04 Investeringsruimte |
– 2.411 |
3.003 |
3.284 |
1.221 |
1.228 |
3.160 |
|
14.02 Regionale Mob. Fondsen |
45.185 |
9.334 |
|||||
14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid |
111.829 |
22.654 |
63.365 |
166.605 |
149.462 |
129.852 |
135.018 |
14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten |
3.432 |
22.288 |
47.158 |
114.348 |
99.556 |
80.611 |
60.884 |
14.03.02 RSP – ZZL: RB mob fondsen |
108.397 |
0 |
0 |
36.050 |
33.700 |
33.034 |
57.927 |
14.03.03 RSP – ZZL: REP |
0 |
366 |
16.207 |
16.207 |
16.206 |
16.207 |
16.207 |
Van totale uitgaven |
|||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Restant |
215.678 |
172.163 |
181.447 |
273.935 |
348.376 |
341.694 |
248.418 |
14.09 Ontvangsten |
|
600 |
|
|
|
|
|
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
14 |
Regionaal, lokale infrastructuur |
uitgaven |
181.447 |
273.935 |
348.376 |
341.694 |
248.418 |
218.512 |
82.518 |
14.01 |
Grote regionaal/lokale projecten |
118.082 |
107.330 |
198.914 |
211.842 |
113.400 |
168.629 |
73.269 |
|
14.02 |
Regionale mobiliteitsfondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
9.076 |
0 |
|
14.03 |
RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid |
63.365 |
166.605 |
149.462 |
129.852 |
135.018 |
40.807 |
9.249 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
14 |
Regionaal, lokale infrastructuur |
uitgaven |
135.853 |
120.885 |
10.228 |
43.935 |
74.529 |
99.201 |
132.200 |
14.01 |
Grote regionaal/lokale projecten |
135.853 |
120.885 |
10.228 |
43.935 |
74.529 |
99.201 |
132.200 |
|
14.02 |
Regionale mobiliteitsfondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
14.03 |
RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Motivering
Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de BDU voor de ontvangers buiten de G3 en voor de G3 (respectievelijk € 112,5 miljoen en € 225 miljoen) en moet het project passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid zoals verwoord in de Begroting hoofdstuk XII 2015 en beleidsartikel 15 OV-keten en de Lange Termijn Spooragenda (LTSa).
Algemeen
Producten
Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de regionale overheid. IenM levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.
Verkenningen
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenM al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.
Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen).
Wijzigingen
Verkeersruit Eindhoven
Het projectbudget is opgehoogd met € 3,2 miljoen voor de prijsbijstelling 2014.
BTW Tramtunnel Den Haag
In de begroting 2014 was binnen de post Bestemd (IF 14.01.02), vooruitlopend op de uitkomst van het overleg met de gemeente Den Haag, € 7 miljoen gereserveerd voor de niet door de gemeente Den Haag te verrekenen BTW met de belastingdienst. Begin 2014 is na gezamenlijk overleg overeengekomen dat de gemeente Den Haag een vergoeding van € 11,2 miljoen ontvangt voor deze niet te verreken BTW. De aanvullende kosten zijn gedekt uit de Investeringsruimte Regionaal Lokaal deel OVS (14.01.04).
Bedrag x € 1 mln. |
Budget |
Planning |
||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
PB of TB |
Openstelling |
Verplicht |
||||
Projecten Brabant |
||||
Verkeersruit Eindhoven (Noordoostcorridor) |
271 |
268 |
2019–2021 |
|
Gebonden |
||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||
Ombouw Amstelveenlijn |
76 |
76 |
2020 |
|
Bestemd |
71 |
37 |
||
Projecten in voorbereiding |
||||
Projecten Noordwest-Nederland |
||||
– HOV Knoop Amstelveen |
||||
Projecten Zuidvleugel |
||||
– BTW tramtunnel Den Haag |
||||
Overige projecten in voorbereiding |
||||
Gesignaleerde risico's |
||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning |
418 |
|||
Begroting 14.01.02 |
418 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.
Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten die door regionale overheden worden aangelegd.
Wijzigingen
De projectbudgetten van de Rotterdamsebaan, A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop, RandstadRail en Noord/Zuidlijn zijn bijgesteld als gevolg van de indexatie naar prijspeil 2014.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Projecten Zuidvleugel |
||||||||||||
Rotterdamsebaan |
304 |
300 |
7 |
63 |
51 |
183 |
2020– 2022 |
2020– 2022 |
||||
A12/A20 Parallelstructuur Gouwe |
113 |
112 |
6 |
12 |
28 |
27 |
27 |
14 |
2019– 2021 |
2019– 2021 |
||
HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn-Gouwelijn) |
202 |
202 |
21 |
12 |
29 |
47 |
47 |
33 |
14 |
2018 |
2018 |
|
Randstadrail (incl. voorbereidingskosten en aanlanding RR op Den Haag HSE) |
894 |
890 |
861 |
12 |
12 |
9 |
2006/ 2016 |
2006/ 2016 |
||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||||||||||
Utrecht, Tram naar de Uithof |
110 |
110 |
37 |
4 |
40 |
29 |
2018 |
2018 |
||||
N201 |
178 |
178 |
173 |
5 |
2014 |
2014 |
||||||
Noord/Zuidlijn Noord-WTC |
1.185 |
1.182 |
985 |
53 |
64 |
45 |
37 |
1 |
2017 |
2017 |
||
Programma Realisatie (IF 14.01.03) |
2.986 |
2.025 |
140 |
115 |
114 |
158 |
153 |
84 |
197 |
|||
Budget Realisatie (IF 14.01.03) |
131 |
115 |
99 |
158 |
153 |
108 |
197 |
|||||
Overprogrammering (–) |
– 9 |
– 0 |
– 15 |
0 |
0 |
24 |
0 |
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de totale voor artikel 14 beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. De middelen zijn bestemd voor grote regionale/lokale projecten die op initiatief van de decentrale overheden worden voorbereid en uitgevoerd. De projecten moeten een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en de LTSa die voor regionale bereikbaarheid zijn geformuleerd. Het betreft zowel wegenprojecten op het niveau van het Onderliggend Wegennet als Openbaar Vervoer projecten.
De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 489 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 369 miljoen.
– Dekking spoorproject Zwolle-Herfte; zie toelichting bij IF 13.03.04 (€ 55 miljoen);
– Aanvullende BTW dekking Tramtunnel Den Haag (€ 4,2 miljoen);
– Dekking schikkingsovereenkomst Waddenveren. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld (€ 9 miljoen);
– Dekking indexatie voorgaande jaren RandstadRail (€ 3,1 miljoen);
– Dekking prijsbijstelling 2014 diverse projecten (€ 11,9 miljoen);
– Dekking toezegging elektrificatie Maaslijn (€ 30,3 miljoen); opgenomen onder 14.01.02 onder «bestemd»;
– Dekking toezegging bijdrage verknoping station BleiZo aan hoofdrailnet met regionaal vervoer (€ 3,6 miljoen); opgenomen onder 14.01.02 onder «bestemd».
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte: |
||||||||
– Weg |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
73 |
– OVS |
1 |
5.900 |
5.901 |
5.901 |
5.900 |
5.899 |
5.900 |
6.298 |
Kaseffect verwerking index2013 |
– 1.794 |
– 1.756 |
– 1.826 |
– 2.592 |
– 3.246 |
– 1.850 |
– 527 |
– 1.099 |
Kaseffect verwerking index2014 |
– 617 |
– 1.141 |
– 790 |
– 2.088 |
– 1.426 |
– 890 |
– 2.215 |
– 750 |
Totaal |
– 2.411 |
3.003 |
3.284 |
1.221 |
1.228 |
3.160 |
3.158 |
4.523 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte: |
||||||||
– Weg |
17.073 |
23.613 |
16 |
9.328 |
7.220 |
16.671 |
33.588 |
107.582 |
– Spoor |
6.083 |
6.101 |
6.153 |
9.983 |
24.302 |
67.407 |
99.856 |
261.584 |
Kaseffect verwerking index2013 |
– 1.640 |
– 1.973 |
– 803 |
– 862 |
19.968 |
0 |
0 |
1 |
Kaseffect verwerking index2014 |
2.228 |
– 326 |
4 |
18 |
31 |
9.205 |
– 1.244 |
0 |
Totaal |
23.745 |
27.416 |
5.370 |
18.467 |
51.521 |
93.283 |
132.200 |
369.167 |
Motivering
Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen (RMf) gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van de volgende impulsen:
– Bereikbaarheidsoffensief Randstad;
– Amendement Dijsselbloem;
– Amendement Van der Staaij;
– Regionale bereikbaarheid (Kwartje van Kok);
– Amendement Van Hijum;
– Quick Wins NWA eerste en tweede tranche;
– Tunnel Sluiskil.
Rijksbijdrage
Producten
De rijksmiddelen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad, de amendementen Dijsselbloem, Van der Staaij en Van Hijum, Regionale bereikbaarheid en Quick Wins NWA zijn volledig uitgekeerd. In het kader van Tunnel Sluiskil worden ook in 2014 rijksmiddelen beschikbaar gesteld.
Tunnel Sluiskil
Op 18 mei 2009 is de bestuursovereenkomst betreffende een tunnel bij Sluiskil getekend. In overleg met de provincie Zeeland is besloten om de IenM-bijdrage via het opgerichte RMf Zeeland te laten verlopen. Met een storting in het mobiliteitsfonds in 2014 is het volledig toegezegde bedrag in de bestuursovereenkomst overgemaakt (in totaal € 143 miljoen). Op dit artikel van het mobiliteitsfonds resteert nu alleen nog een reservering voor de post onvoorzien van het project.
Het Rijk stond daarnaast garant voor de Vlaamse bijdrage aan de Sluiskiltunnel. Eind 2013 heeft een Commissie van Wijzen geoordeeld dat Vlaanderen € 16 miljoen van de oorspronkelijke € 24 miljoen moet bijdragen. Omdat in 2013 de Vlaamse bijdrage is voorgeschoten vanuit het wegenartikel van het IF vloeit het bedrag van € 16 miljoen terug naar de Investeringsruimte Wegen (Artikel 12.07).
Motivering
Betreft het RSP-convenant Rijk-Regio (Kamerstukken II, 2007/08, 27 658, nr. 43). Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid in Noord-Nederland (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk-economisch programma (REP), tevens ten behoeve van Noord-Nederland.
Binnen de projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid gaat het in totaal om vijf concrete bereikbaarheidsprojecten, zie 14.03.01. De rijksbijdrage voor de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 en de N50 Ramspol-Ens zijn inmiddels overgeheveld naar Artikel 12 Hoofdwegen.
In 2009 is het RMf RSP opgericht voor Noord-Nederland. De instelling van het RMf RSP volgt uit het Convenant RSP Zuiderzeelijn d.d.23 juni 2008. Het totale budget RMf RSP is € 970 miljoen. Dit bestaat uit € 500 miljoen bijdrage van het Rijk en € 470 miljoen bijdrage van de regio. Binnen het RMf RSP is € 100 miljoen gereserveerd als bijdrage aan de concrete projecten; zie 14.03.02. Deze bijdrage vervalt, als na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is en blijft beschikbaar voor het RMF-RSP. De inzet van middelen uit het RMf RSP is een decentrale verantwoordelijkheid. Het RMF RSP is beschikbaar voor projecten, die in principe kunnen worden gerealiseerd vóór 2020.
Binnen het REP wordt onderscheid gemaakt tussen een rijksdeel en een regionaal deel. Zowel voor het rijksdeel als voor het regionaal deel is € 150 miljoen rijksbudget beschikbaar gesteld. Het rijksdeel valt onder regie van het Ministerie van Economische zaken (EZ). Het betreffende rijksbudget werd tot en met 2012 verantwoord op de EZ-begroting, nadat in 2012 het resterende deel via het Provinciefonds is gedecentraliseerd. Het regionale deel, in totaal € 250 miljoen, valt onder regie van de regio. De rijksbijdrage voor het regionale deel, € 150 miljoen, wordt verantwoord op de begroting Infrastructuurfonds; zie 14.03.03. Ook de regio heeft € 100 miljoen beschikbaar voor het regionale deel van het REP.
Voor de realisatie van het project A6/A7 Knooppunt Joure wordt € 4 miljoen overgeboekt naar het IF artikel 12.03.01. Dit bedrag was vanuit het wegenartikel tijdelijk geparkeerd op artikel 14.03.
De voorwaarden voor het RSP zijn beschreven in het op 23 juni 2008 ondertekende convenant Rijk-Regio (Kamerstukken II, 2008/09, 21 700 A, nr. 19). Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks met een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd.
Budget in € mln |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
Totaal Rijk |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
Bijdrage regio 1 |
Projecten Noord-Nederland |
||||||||||
483 |
24 |
22 |
47 |
114 |
100 |
81 |
61 |
34 |
200 |
|
14.03.02 Regionaal Mobiliteitsfonds |
534 |
373 |
36 |
34 |
33 |
58 |
370 |
|||
14.03.03 Ruimtelijk economisch programma |
98 |
0 |
16 |
16 |
16 |
16 |
16 |
16 |
100 |
|
Begroting (IF 14.03) |
1.114 |
397 |
23 |
63 |
167 |
149 |
130 |
135 |
50 |
670 |
Overige afspraken |
||||||||||
LMCA Spoor: spoordriehoek 3 |
134 |
29 |
19 |
18 |
14 |
15 |
17 |
13 |
10 |
|
Totaal rijksbijdrage Noord-Nederland |
1.248 |
426 |
42 |
81 |
181 |
164 |
147 |
148 |
60 |
Het betreft de volgende projecten: A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) fase 2; Bereikbaarheid Leeuwarden; Bereikbaarheid Assen; N50 Ramspol-Ens en Openbaar vervoer/spoor. De totale rijksbijdrage is inclusief € 200 mln. uit het MIRT t.b.v de A7 ZRG fase 2.
Uit het regionaal mobiliteitsfonds wordt een bijdrage van € 100 mln. (prijspeil 2007) geleverd aan de concrete projecten. Deze bijdrage vervalt, indien na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII over 2015 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II, 2004/05, 29 644, nr. 6).
Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
818.272 |
1.000.962 |
825.542 |
1.037.458 |
541.599 |
512.515 |
497.676 |
Uitgaven |
864.431 |
884.287 |
883.428 |
741.836 |
692.846 |
638.590 |
630.935 |
Waarvan juridisch verplicht: |
95% |
||||||
15.01 Verkeersmanagement |
13.722 |
13.986 |
7.516 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging |
304.567 |
372.198 |
394.852 |
347.047 |
254.581 |
233.719 |
199.971 |
15.02.01 Beheer en onderhoud |
183.968 |
204.039 |
175.541 |
264.861 |
204.775 |
205.490 |
198.786 |
15.02.04 Vervanging |
120.599 |
168.159 |
219.311 |
82.186 |
49.806 |
28.229 |
1.185 |
15.03 Aanleg |
290.784 |
269.940 |
251.126 |
156.212 |
197.165 |
163.631 |
193.027 |
15.03.01 Realisatie |
287.424 |
264.605 |
201.604 |
79.139 |
63.794 |
88.402 |
74.718 |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen |
3.360 |
5.335 |
49.522 |
77.073 |
133.371 |
75.229 |
118.309 |
15.04 Geintegreerde contractvormen |
|||||||
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN |
255.357 |
247.276 |
246.589 |
244.533 |
242.728 |
241.145 |
240.999 |
15.06.01 Apparaatskosten RWS |
242.391 |
233.811 |
222.769 |
220.654 |
218.740 |
217.166 |
217.009 |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten |
12.966 |
13.464 |
23.820 |
23.879 |
23.988 |
23.979 |
23.990 |
15.07 Investeringsruimte |
– 0 |
– 19.113 |
– 16.655 |
– 14.336 |
– 10.008 |
– 8.285 |
– 11.442 |
Van totale uitgaven |
|||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS |
512.843 |
558.614 |
509.982 |
542.811 |
472.532 |
456.591 |
445.099 |
– Restant |
351.587 |
325.673 |
373.446 |
199.025 |
220.314 |
181.999 |
185.836 |
15.09 Ontvangsten |
10.853 |
54.508 |
26.980 |
15.415 |
14.510 |
|
|
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15 |
Vaarwegen |
uitgaven |
883.428 |
741.836 |
692.846 |
638.590 |
630.935 |
511.941 |
779.258 |
15.01 |
Verkeersmanagement |
7.516 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
|
15.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
394.852 |
347.047 |
254.581 |
233.719 |
199.971 |
214.772 |
233.454 |
|
15.03 |
Aanleg |
251.126 |
156.212 |
197.165 |
163.631 |
193.027 |
55.501 |
309.918 |
|
15.06 |
Netwerkgebonden kosten HVWN |
246.589 |
244.533 |
242.728 |
241.145 |
240.999 |
241.087 |
243.061 |
|
15.07 |
Investeringsruimte |
– 16.655 |
– 14.336 |
– 10.008 |
– 8.285 |
– 11.442 |
– 7.799 |
– 15.555 |
|
15.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
26.980 |
15.415 |
14.510 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15 |
Vaarwegen |
uitgaven |
686.475 |
696.818 |
667.063 |
816.006 |
885.226 |
927.365 |
586.565 |
15.01 |
Verkeersmanagement |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
|
15.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
233.156 |
217.459 |
254.775 |
225.369 |
225.354 |
220.221 |
250.499 |
|
15.03 |
Aanleg |
209.457 |
235.378 |
99.489 |
306.882 |
399.141 |
391.494 |
0 |
|
15.06 |
Netwerkgebonden kosten HVWN |
243.298 |
243.400 |
243.925 |
244.179 |
244.172 |
244.192 |
243.390 |
|
15.07 |
Investeringsruimte |
– 7.816 |
– 7.799 |
60.494 |
31.196 |
8.179 |
63.078 |
84.296 |
|
15.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Motivering
De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.
Producten
Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
– Monitoring en informatieverstrekking;
– Vergunningverlening en handhaving;
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:
– Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
– Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
Na overleg met de verschillende regio’s wordt vanaf 2014 de versobering voor de bediening van sluizen en beweegbare bruggen doorgevoerd. De belangrijkste verbindingen op het internationaal kernnet goederenvervoer en de hoofdvaarwegen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), waarover de grootste volumes worden vervoerd, zijn hierbij ontzien. Het Rijk zal tevens in 2014 samen met de verschillende regio’s gestart met de uitwerking van een vergezicht voor een «robuust bediend» vaarwegennet in Nederland. De versobering zal in 2015 gemonitord worden en waar nodig en mogelijk zal bijgestuurd worden. De afspraken die vanuit het vergezicht worden opgesteld, worden in 2015 opgestart. In de periode 2014 en 2015 zal ook een begin worden gemaakt met de versobering op de verkeersbegeleiding.
Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang,waarbij rekening gehouden wordt met de sterk toegenomen beschikbaarheid van AIS (Automatic Identification System). Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenM (in plaats van strafrechtelijke handhaving door het KLPD). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving |
Eenheid |
2013 |
2014 |
2015 |
---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg |
km |
594 |
594 |
594 |
Bediende objecten |
aantal |
250 |
250 |
248 |
Toelichting:
Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn niet meegerekend. Het aantal bediende objecten zal eind 2015 iets zijn afgenomen omdat in 2015 twee beweegbare bruggen worden overgedragen (Keersluis Limmer en bij de Gekanaliseerde Dieze). Daarnaast worden drie schutssluizen overgedragen (bij Gekanaliseerde Dieze, Wilhelminakanaal Tilburg en Keersluis Limmer) en komen er in 2015 twee nieuwe schutsluizen bij in de Zuid-Willemsvaart en een hoogwaterkering bij Keersluis Limmel.
De indicator passeertijden sluizen is opgenomen in beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de Begroting hoofdstuk XII.
Motivering
Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen.
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement zoals verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie betreffen het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende zijn. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren »60 van de vorige eeuw zijn kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
Voor zover de activiteiten centraal vanuit RWS worden ingezet, worden de kosten centraal gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten.
In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud en vervanging en renovatie bij deze begroting.
Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en Vervanging», waaronder middelen voor vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.
In bijlage 4 is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot Beheer en Onderhoud en Vervanging.
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd, als de infrastructuur preventief wordt beheerd en onderhouden. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies en aan de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen). Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder Beheer en Onderhoud.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem.
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de Raad voor de Kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.
De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en helikopters. Tevens stelt het Ministerie van Defensie twee vliegtuigen ter beschikking.
De Minister van IenM is als coördinerend Minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en de begroting voor de Noordzee. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 aan deze begroting toegevoegd.
Overdracht Brokx-Nat
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 XII, nr. 17). Nog slechts enkele kleinschalige verplichtingen resteren, die op dit artikel worden geboekt.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken oevers, bodems en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Eenheid |
Omvang 2015 |
Budget x € 1.000 2015 |
|
---|---|---|---|
Vaarwegen |
km |
6.957 |
175.542 |
Toelichting:
Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen (HTA), hoofdvaarwegen (HVW) en overige vaarwegen (OVW), die voor de binnenvaart in beheer zijn bij RWS en die in totaal 3.434 kilometer meten en anderzijds het aantal kilometer zeevaartweg van in totaal 3.523 kilometer. Hierin is meegenomen dat dit areaal is gewijzigd door het in gebruik nemen in 2013 van het nieuwe verkeersscheidingsstelsel op de Noordzee. In de begroting 2014 is voor deze wijziging met een schatting gewerkt. De werkelijke lengte in 2013 bedraagt in totaal 6.954 kilometer. In 2014 en 2015 wijzigt deze lengte met in totaal ruim 3 kilometer door onder andere de overdracht van Oude Maasje tot Zuiderkanaal, Verruiming bocht bij Steijl, Omlegging Zuid-Willemsvaart en de overdracht van de Gekanaliseerde Dieze.
Indicator |
streefwaarde 2015 |
uren gestremd |
---|---|---|
Technische Beschikbaarheid (gehele areaal) |
99,0% |
n.v.t. |
Geplande stremmingen (gehele areaal) |
0,8% |
3.365 |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) |
0,2% |
711 |
Toelichting:
De technische beschikbaarheid geeft aan in welke mate het vaarwegennet beschikbaar is voor veilig gebruik. De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op deze vaarwegen. De percentages zijn berekend door de stremmingen af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. De streefwaarden voor 2015 zijn gelijk aan 2014.
De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren «60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt. De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdwegennet. De projecten in het Programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Het resterende deel van het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls) en het programma NoMo achterstallig onderhoud vaarwegen (NoMo AOV) is in het programma vervangingen en renovaties opgenomen en onderdeel van onderstaande tabel met een overzicht van objecten die worden aangepakt.
Vaarweg |
Objecten/maatregel |
gereed |
---|---|---|
Rotterdam-België/ Zeeland (MOBZ) |
IMPULS/NoMo-AOV: Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ): Rotterdam-België/ Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren (impuls) |
2019 |
Utrecht |
IMPULS/NoMo AOV: Renovatie stalen boogbruggen Amsterdam-Rijnkanaal (KARGO) |
2016 |
Zeeland |
NoMo AOV: Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland |
20171 |
Amsterdam-Rijnkanaal |
NoMo AOV: Oevers Amsterdam-Rijnkanaal (damwanden en meerplaatsen) |
2016 |
Noordzeekanaal |
NoMo AOV: Renovatie Havenhoofden IJmuiden |
2014 |
Diverse |
NoMo AOV: Achterstallig basisonderhoud diverse regio’s |
2016 |
Brabantse kanalen |
NoMo AOV: Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen |
2016 |
Zuid-Holland |
NoMo AOV: Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid Holland |
2016 |
Limburg en IJsselmeergebied |
NoMo AOV: Renovatie kunstwerken Limburg en IJsselmeergebied |
2015 |
Maasroute |
NoMo AOV: Onderhoud Oevers en bodems Maasroute |
2016 |
Noord-Holland |
NoMo AOV: Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken i.v.m. hogere belasting Noord-Holland |
2016 |
Oost-Nederland |
NoMo AOV: Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water |
2018/ 20201 |
IJsselmeergebied |
Nijkerkerbrug |
20172 |
Noord-Brabant |
Wilhelminakanaal/Dr. Deelenbrug |
2015 |
Utrecht |
RINK-maatregelen Utrecht |
2016 |
Limburg |
RINK-maatregelen Limburg |
2016 |
Noordzee |
Berging Baltic Ace |
2015 |
Zeeland |
RINK-maatregelen Zeeland |
2016 |
Toelichting:
1. NoMo AOV Zeeland en Oost-Nederland worden na 2016 opgeleverd als onderdeel van de bezuinigingen op het Infrastructuurfonds. Bij Oost-Nederland is dit gecombineerd met de koppeling met het aanlegproject Verruiming Twentekanalen fase 2.
2. Aanvankelijke renovatie van de Nijkerkerbrug (vast deel) blijkt omvangrijker dan gedacht, waardoor vervanging van de bovenbouw de voorkeur heeft. De oplevering wordt twee jaar later verwacht.
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.
Producten
In 2015 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal |
Project |
---|---|
Oplevering |
– Dynamisch Verkeersmanagement (een aantal maatregelen loopt nog door) |
– diverse projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens |
|
– Amsterdam-Rijnkanaal (keersluis Zeeburg) |
|
– Wilhelminasluis (Zaan) |
|
– Zuid-Willemsvaart, omleggen en opwaarderen (Maas-Veghel) |
|
– 4e sluiskolk Ternaaien |
|
Start realisatie |
– Vaarweg Eemshaven-Noordzee |
– Ligplaatsen Rijn-Scheldeverbinding |
|
– Quick winmaatregel Volkeraksluizen |
De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
– Maasroute, modernisering fase 2: In het verleden zijn door project Maasroute werken uitgevoerd in het kader van Beheer en Onderhoud; Maasroute heeft deze werken voorgefinancierd. Middelen komen weer terug.
– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding: Project is overgegaan naar realisatiefase.
– De projecten Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Rijnkanaal Zuid en Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl zijn overgegaan naar de realisatiefase door aanwending van budget uit het Amendement Ligplaatsen (Kamerstukken II, 2011/12, 33 000 A, nr. 10).
– De Julianasluis Gouda, Boontjes en walradar Noordzeekanaal, Zuid-Willemsvaart, vervanging sluizen 4, 5 en 6 zijn gerealiseerd en ondergebracht onder kleine/afgeronde projecten.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Projecten Nationaal |
||||||||||||
Quick Wins Binnenhavens |
80 |
82 |
54 |
1 |
6 |
20 |
2009– 2015 |
eind 2012 |
||||
Dynamisch verkeersmanagement |
99 |
99 |
50 |
41 |
8 |
2015 |
2014 |
|||||
Subsidieprogramma Zeehaveninnovatieproject voor Duurzaamheid (ZIP) |
5 |
5 |
3 |
2 |
0 |
2014 |
2014 |
|||||
Walradarsystemen |
24 |
23 |
15 |
3 |
3 |
3 |
divers |
divers |
||||
Beter Benutten |
12 |
12 |
2 |
0 |
10 |
0 |
||||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||||||||||
Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg |
14 |
14 |
3 |
7 |
0 |
0 |
4 |
2015 |
2015 |
|||
De Zaan (Wilhelminasluis) |
13 |
13 |
10 |
3 |
2015 |
2015 |
||||||
Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen |
17 |
17 |
8 |
2 |
2 |
2 |
2 |
2020 |
na 2013 |
|||
Projecten Brabant |
||||||||||||
Wilhelminakanaal Tilburg |
79 |
79 |
8 |
26 |
21 |
4 |
1 |
19 |
2016 |
2016 |
||
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel |
452 |
450 |
295 |
77 |
43 |
1 |
11 |
25 |
2015 |
2015 |
||
Projecten Zuidwestelijke Delta |
||||||||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding |
2 |
2 |
2015 |
|||||||||
Projecten Limburg |
||||||||||||
Bouw 4e sluiskolk Ternaaien |
10 |
9 |
9 |
1 |
2015 |
2015 |
||||||
Maasroute, modernisering fase 2 |
667 |
648 |
411 |
64 |
67 |
42 |
41 |
9 |
6 |
26 |
2018 |
2018 |
Projecten Oost Nederland |
||||||||||||
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) |
53 |
53 |
11 |
6 |
7 |
11 |
1 |
17 |
2017 |
2015 |
||
Projecten Noord-Nederland |
||||||||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va |
283 |
282 |
184 |
35 |
33 |
0 |
15 |
17 |
0 |
2017 |
2015 |
|
Overige projecten |
||||||||||||
Amendement ligplaatsen (Lemmer-Delfzijl en ARK) |
6 |
6 |
2 |
2 |
2 |
divers |
divers |
|||||
Kleine/afgeronde projecten |
172 |
92 |
170 |
1 |
1 |
nvt |
nvt |
|||||
Afrondingen |
0 |
|||||||||||
Totaal uitvoeringsprogramma |
1.989 |
1.236 |
270 |
203 |
80 |
77 |
88 |
9 |
26 |
|||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten |
15 |
29 |
||||||||||
Programma Realisatie (IF 15.03.01) |
285 |
232 |
80 |
77 |
88 |
9 |
26 |
|||||
Budget Realisatie (IF 15.03.01) |
265 |
202 |
79 |
64 |
88 |
75 |
26 |
|||||
Overprogrammering (–) |
– 20 |
– 31 |
– 1 |
– 13 |
– 0 |
66 |
0 |
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding: Project is overgegaan naar realisatiefase.
– Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek: de kosten van het project zijn sterk gestegen door tegenvallers in bodemaanpassingen, bodemvervuiling en noodzakelijke aanpassingen van de kade.
– Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes: door inpassingsproblemen in het gebied is besloten om te zoeken naar een andere oplossing.
Bedrag x € 1 mln. |
Budget |
Planning |
||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
PB of TB |
Openstelling |
Verplicht |
||||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten |
– 44 |
– 10 |
nvt |
|
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||
Zeetoegang IJmond |
601 |
594 |
2015 |
2019 |
Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis |
216 |
216 |
2014 |
2020 |
Projecten Zuidwestelijke Delta |
||||
Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen |
176 |
174 |
2015 |
nnb |
Max. bijdr. aan Vlaanderen kanaalaanp. tbv zeesluis |
157 |
155 |
nvt |
nvt |
Projecten Limburg |
||||
Maasroute, modernisering fase 2, verbreding Julianakanaal |
33 |
32 |
2009 |
2018 |
Projecten Noord-Nederland |
||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 |
102 |
102 |
2014/2015 |
2023 |
Verruiming vaarweg Eemshaven -Noordzee |
42 |
42 |
2014 |
2017 |
Gebonden |
||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland |
||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer |
6 |
6 |
2025–2027 |
|
Lichteren buitenhaven IJmuiden |
65 |
65 |
2015 |
2018 |
Vaarweg IJsselmeer-Meppel |
36 |
36 |
2023 |
|
Projecten Zuidvleugel |
||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek |
12 |
3 |
2015 |
2016 |
Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes |
20 |
29 |
2016 |
2017 |
Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil |
10 |
10 |
2010 |
2025–2027 |
Projecten Zuidwestelijke Delta |
||||
Capaciteit Volkeraksluizen |
157 |
157 |
2024–2026 |
|
Projecten Oost-Nederland |
||||
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) |
36 |
36 |
2026–2028 |
|
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel |
28 |
28 |
2016 |
2018–2020 |
Toekomstvisie Waal |
131 |
131 |
2016 |
2019–2021 |
Verruiming Twentekanalen fase 2 |
27 |
27 |
2015 |
2018–2020 |
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde |
75 |
72 |
2014 |
2018–2020 |
Projecten Nationaal |
||||
Bijdrage aan agentschap tbv planuitwerkingen |
61 |
63 |
||
Bestemd |
508 |
343 |
||
Projecten in voorbereiding |
||||
Projecten Nationaal |
||||
Reservering consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud |
||||
Projecten Zuidwestelijke Delta |
||||
Kreekraksluizen |
2026–2028 |
|||
Projecten Noordwest-Nederland |
||||
Reservering BTW Zeetoegang IJmond |
2025–2028 (rijksd.) |
|||
Projecten Oost-Nederland |
||||
Verkenning IJssel fase 2 |
2028 |
|||
Reservering garantstelling Twentekanalen |
2018–2020 |
|||
Gesignaleerde risico's |
||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning |
2.455 |
|||
begroting 15.03.02 |
2.455 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.
Motivering
Bij infrastructuurprojecten waar sprake is van PPS hanteert RWS de contractvorm DBFM (Design, Build, Finance en Maintain), waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. DBFM garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten van veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren. De brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83, bijlage 3) bevat een lijst van in totaal 10 potentiële DBFM-projecten op het Hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiele meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op de langere termijn. Onderstaand een overzicht van de projecten waar beschikbaarheidsvergoedingen worden betaald binnen het tijdsbestek van de meerjarencijfers.
Producten
Op dit moment zijn nog geen DBFM projecten op het hoofdvaarwegennet gerealiseerd. In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld waar de volgende projecten in ondergebracht zijn: Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde, Zeetoegang IJmond en Kanaalzone Gent-Terneuzen.
De aanbesteding van Sluis Limmel als het eerste project uit het DBFM Sluizenprogramma, is in 2013 gestart. Het contract zal waarschijnlijk eind 2014 worden getekend waarna vanaf 2015 partiële beschikbaarheidsvergoedingen zullen worden betaald.
De aanbesteding van de Zeetoegang IJmond is in april 2014 gestart. Verwacht wordt dat het contract eind 2015 zal worden getekend. De aanbesteding van de 3e Kolk Beatrixsluis start in de tweede helft van 2014 en zal vermoedelijk begin 2016 worden afgerond. Bij beide projecten zal sprake zijn van partiële beschikbaarheidsvergoedingen tijdens de bouwfase. Overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg en onderhoud zal plaatsvinden na financial close van de contracten.
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen,het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
Rijksrederij
De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals EZ, Financiën (Douane), IenM en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:
– Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;
– Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;
– Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.
De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 223 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 128 miljoen.
De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreffen de volgende zaken:
– Dekking korting prijsbijstelling (naar aanleiding van begrotingsakkoord 2014) (€ 73 miljoen).
– Extra uitgaven voor de inzet van Search and Rescue helicopters.
– Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.
– Toevoeging van middelen ten behoeven van Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl aan de investeringsruimte vaarwegen. Deze ligplaatsen worden gefinancierd binnen het amendement ligplaatsen.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte |
0 |
– 1 |
0 |
– 0 |
– 0 |
1 |
0 |
0 |
Kaseffect verwerking index 2013 |
– 11.450 |
– 9.724 |
– 8.784 |
– 5.888 |
– 5.062 |
– 5.297 |
– 4.853 |
– 8.611 |
Kaseffect verwerking index 2014 |
– 7.663 |
– 6.930 |
– 5.552 |
– 4.120 |
– 3.223 |
– 6.146 |
– 2.946 |
– 6.944 |
Totaal |
– 19.113 |
– 16.655 |
– 14.336 |
– 10.008 |
– 8.285 |
– 11.442 |
– 7.799 |
– 15.555 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Totaal |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investeringsruimte |
– 0 |
0 |
68.540 |
41.808 |
18.755 |
92.970 |
– 93.638 |
128.435 |
Kaseffect verwerking index2013 |
– 4.743 |
– 4.735 |
– 4.734 |
– 7.718 |
– 7.703 |
– 19.865 |
109.168 |
0 |
Kaseffect verwerking index2014 |
– 3.073 |
– 3.064 |
– 3.312 |
– 2.894 |
– 2.874 |
– 10.027 |
68.767 |
0 |
Totaal |
– 7.816 |
– 7.799 |
60.494 |
31.196 |
8.179 |
63.078 |
84.296 |
128.435 |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:
– Westerscheldetunnel
– Betuweroute
– Hogesnelheidslijn-Zuid
– Project Mainportontwikkeling Rotterdam
– ERTMS
Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 16 Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
14.159 |
34.583 |
96.890 |
367.266 |
1.271.778 |
253.291 |
236.129 |
Uitgaven |
14.761 |
40.731 |
143.740 |
164.978 |
341.547 |
350.937 |
327.375 |
Waarvan juridisch verplicht: |
100% |
||||||
17.01 Westerscheldetunnel |
183 |
102 |
|||||
17.02 Betuweroute |
6.044 |
5.619 |
5.055 |
5.055 |
|||
17.03 Hoge snelheidslijn |
4.345 |
5.872 |
614 |
765 |
0 |
0 |
0 |
17.03.01 Realisatie HSL – Zuid |
4.345 |
5.872 |
614 |
765 |
|||
17.06 Project Mainportontwikkeling R'dam |
4.189 |
4.138 |
3.482 |
3.513 |
3.529 |
3.533 |
476 |
17.07 ERTMS Landelijke invoer |
25.000 |
40.000 |
30.000 |
221.162 |
242.153 |
230.473 |
|
17.08 ZuidasDok |
|
0 |
94.589 |
125.645 |
116.856 |
105.251 |
96.426 |
Van totale uitgaven |
|||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– Restant |
14.761 |
40.731 |
143.740 |
164.978 |
341.547 |
350.937 |
327.375 |
17.09 Ontvangsten |
2.346 |
2.000 |
40.347 |
24.877 |
35.279 |
32.363 |
55.924 |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
17 |
Megaprojecten |
uitgaven |
143.740 |
164.978 |
341.547 |
350.937 |
327.375 |
430.327 |
505.541 |
17.02 |
Betuweroute |
5.055 |
5.055 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
17.03 |
Hoge snelheidslijn HSL |
614 |
765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
17.06 |
PMR |
3.482 |
3.513 |
3.529 |
3.533 |
476 |
485 |
2.831 |
|
17.07 |
ERTMS Landelijke invoer |
40.000 |
30.000 |
221.162 |
242.153 |
230.473 |
274.148 |
323.000 |
|
17.08 |
ZuidasDok |
94.589 |
125.645 |
116.856 |
105.251 |
96.426 |
155.694 |
179.710 |
|
17.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
40.347 |
24.877 |
35.279 |
32.363 |
55.924 |
59.919 |
75.886 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
17 |
Megaprojecten |
uitgaven |
491.155 |
369.141 |
275.470 |
206.148 |
162.194 |
123.168 |
172.473 |
17.02 |
Betuweroute |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
17.03 |
Hoge snelheidslijn HSL |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
17.06 |
PMR |
2.831 |
2.831 |
2.836 |
2.836 |
2.836 |
2.836 |
73.821 |
|
17.07 |
ERTMS Landelijke invoer |
307.000 |
247.000 |
185.000 |
150.000 |
125.000 |
100.000 |
70.000 |
|
17.08 |
ZuidasDok |
181.324 |
119.310 |
87.634 |
53.312 |
34.358 |
20.332 |
28.652 |
|
17.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
44.700 |
25.875 |
12.401 |
8.641 |
6.230 |
0 |
0 |
Motivering
De Betuweroute is een 160 kilometer lange, tweesporige spoorlijn die exclusief bestemd is voor het goederenvervoer. De spoorlijn is aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar-Emmerich en is in gebruik sinds juni 2007. De status van Groot Project is formeel beëindigd op 28 april 2011.
Producten
De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen, te weten het nieuw aangelegde A15-tracé en de bestaande Havenspoorlijn. Het A15-tracé is per 16 juni 2007 officieel in gebruik genomen. Hier zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf. Op de Havenspoorlijn zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf sinds 13 december 2009. Hiermee is de Betuweroute als groot bouwproject klaar.
De restpunten worden sinds 2010 afgehandeld in het Project Nazorg Betuweroute waarin onder meer de gevelisolatie te Rozenburg, grondtransacties en een bodemsaneringsproject worden afgerond. De geschatte einddatum is 2017.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Nazorg Betuweroute |
5.619 |
5.055 |
5.055 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
5.619 |
5.055 |
5.055 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Betuweroute |
2007 |
2007 |
||||||||||
Reguliere SVV-middelen |
933 |
932 |
917 |
6 |
5 |
5 |
||||||
FES-middelen |
2.826 |
2.826 |
2.826 |
|||||||||
Privaat |
843 |
843 |
843 |
|||||||||
Financiering ProRail |
97 |
97 |
97 |
|||||||||
Bijdrage Gelderland |
8 |
8 |
8 |
|||||||||
Bijdrage VROM |
14 |
14 |
14 |
|||||||||
EU-ontvangsten |
175 |
175 |
175 |
|||||||||
Totaal |
4.896 |
|
4.880 |
6 |
5 |
5 |
0 |
Motivering
Met het vaststellen van de Planologische Kernbeslissing (PKB) HSL-Zuid is besloten tot aansluiting van Nederland op het Europese net van hogesnelheidslijnen. De HSL-Zuid bewerkstelligt een milieuvriendelijke verbinding tussen de Europese mainports en vormt daarmee een belangrijke schakel in het internationale en nationale lange afstandsverkeer.
Hogesnelheidslijn-Zuid
Producten
Op 29 april 1997 is de PKB HSL-Zuid (Kamerstukken II, 1996/97, 22 026, nr. 70) door het kabinet goedgekeurd en op 15 april 1998 is het Tracébesluit (Kamerstukken II, 1997/98, 25 981, nr. 2) genomen door de voormalige ministers van voorheen VenW en voorheen VROM. In 1999, 2000 en 2001 zijn belangrijkste civiele en spoortechnische contracten en de concessieovereenkomst voor het vervoer gegund. De bouwwerkzaamheden aan het tracé zijn inmiddels gereed, er resteren nog enkele restwerkzaamheden. In de halfjaarlijkse Voortgangsrapportage HSL-Zuid wordt de Tweede Kamer separaat en uitgebreid geïnformeerd over het gehele HSL-Zuid vervoersysteem.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Infrastructurele zaken |
1.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Planschades en nadeelcompensaties |
1.736 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Grondverwerving |
2.765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige zaken |
121 |
614 |
765 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
5.872 |
614 |
765 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
HSL-Zuid (IF 17.03.01) |
6.151 |
6.151 |
6.144 |
6 |
1 |
1 |
||||||
– Reguliere SVV middelen (incl. FES BOR) |
2.635 |
2.635 |
2.628 |
6 |
1 |
1 |
||||||
– Fes regulier |
1.710 |
1.710 |
1.710 |
|||||||||
– Privaat |
940 |
940 |
940 |
|||||||||
– EU-ontvangsten |
193 |
193 |
193 |
|||||||||
– Ontvangsten derden |
144 |
144 |
144 |
|||||||||
– Risicoreservering |
529 |
529 |
529 |
|||||||||
HSL-Zuid spoorwegen (17.03.02) |
115 |
115 |
115 |
|||||||||
HSL-Zuid hoofdwegen (17.03.03) |
1.012 |
1.012 |
1.012 |
|||||||||
Totaal (excl. reeks Infraprovider) |
7.278 |
7.271 |
6 |
1 |
1 |
0 |
0 |
0 |
||||
Begroting (IF 17.03) |
6 |
1 |
1 |
0 |
0 |
0 |
Motivering
Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft een tweeledige doelstelling:
• het versterken van de positie van de mainport Rotterdam en
• het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond.
In drie deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Dat zijn «Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)» (uitgevoerd door de gemeente Rotterdam), «750 hectare natuur- en recreatiegebied» (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en «Landaanwinning» (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)). In samenhang met de Landaanwinning dient voldoende natuurcompensatie te worden gerealiseerd.
IenM beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn belegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarvan RWS is belast met de uitvoering. EZ is het aan te spreken ministerie voor de 750 hectare en IenM is het ministerie voor de landaanwinning en het BRG.
IenM is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten (Kamerstukken II, 2006/07, 30 351, nr. 3) aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de Minister van IenM verantwoordelijk voor de overall-projectbeheersing. De projectbeheersing is zodanig ingericht dat zij adequaat kan rapporteren over de processen die leiden tot de realisatie van de deelprojecten en sturing kan geven aan de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder haar verantwoordelijkheid valt.
Producten
In 2006 heeft het parlement de herstelde PKB PMR vastgesteld en ingestemd met het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De PKB PMR (deel 4: de definitieve tekst na parlementaire instemming) is uitgebracht (Staatscourant nr. 247, 2006). De deelprojecten landaanwinning, natuurcompensatie en BRG zijn in uitvoering. Voor het deelproject 750 hectare zijn de bestemmingsplannen inmiddels onherroepelijk.
De volgende producten worden onderscheiden:
– Uitvoeringsorganisatie: betreft de kosten die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing;
– 750 hectare Natuur- en recreatiegebied: betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden. De deelbijdrage van IenM is in 2006 volledig betaald aan de Stichting Nationaal Groenfonds;
– Groene Verbinding: betreft de kosten voor een verbinding tussen Midden-IJsselmonde en het stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een gemaximeerde IenM-bijdrage;
– BRG: dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren;
– Natuurcompensatie: betreft de instelling van een Bodembeschermingsgebied, de aanleg van de Duincompensatie Delfland en het Monitorings- en Evaluatieprogramma. Voorts worden uit dit budget de Stimuleringsregelingen recreatie en toerisme en visserij en de eventuele planschade/ nadeelcompensatie gefinancierd;
– Landaanwinning: betreft de vaste bijdrage van de rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour;
– BTW Buitencontour: betreft de niet-compensabele BTW over de buitencontour naar rato van de overheidsbijdrage;
– Onvoorzien: dient onder voorwaarden ter bekostiging van onvoorziene uitgaven aan PMR.
Project Mainportontwikkeling Rotterdam
Meetbare gegevens
– 2009 Procedures met betrekking tot landaanwinning en natuurcompensatie afgerond;
– 2010 Uitvoering Duincompensatie Delfland gereed;
– 2011 Eerste terreinuitgifte Maasvlakte II;
– 2011 Afronding procedure bestemmingsplanprocedures 750 hectare;
– 2012 Bestemmingsplannen 750 hectareonherroepelijk;
– 2013 Landaanwinning eerste fase gereed; eerste overslag;
– 2021 Deelprojecten 750 hectarenatuur- en recreatieterrein en BRG afgerond;
– Voor 2040 Terreinen Tweede Maasvlakte volledig uitgegeven.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Project Mainportontwikkeling Rotterdam |
||||||||||||
Uitvoeringsorganisatie 1 |
24 |
24 |
17 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
4 |
pm |
pm |
|
750 ha |
30 |
30 |
pm |
pm |
||||||||
Groene verbinding |
31 |
31 |
2011 |
2011 |
||||||||
Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) |
2021 |
2021 |
||||||||||
Landaanwinning |
||||||||||||
Voorfinanciering FES monitoringsprogramma |
2 |
2 |
2 |
2007 |
2007 |
|||||||
Voorfinanciering FES natuurcompensatie |
114 |
113 |
79 |
3 |
2 |
2 |
2 |
2 |
24 |
pm |
pm |
|
Landaanwinning |
742 |
742 |
742 |
2013 |
2013 |
|||||||
BTW Buitencontour |
138 |
138 |
138 |
2013 |
2013 |
|||||||
Onvoorzien |
73 |
72 |
2 |
1 |
1 |
1 |
1 |
1 |
66 |
pm |
pm |
|
Totaal |
1.153 |
980 |
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
0 |
94 |
|||
Begroting (IF 17.06) |
4 |
4 |
4 |
4 |
4 |
0 |
94 |
Als gevolg van een uitspraak van de Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ heeft in 2005 en 2006 een hersteltraject gelopen. De kosten hiervan zijn opgenomen onder de uitvoeringsorganisatie.
Motivering
Het hoofddoel van het Rijk in de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) voor het spoorsysteem is de kwaliteit van het spoor als vervoersproduct te verbeteren zodat de reizigers en verladers de trein in toenemende mate als een aantrekkelijke vervoersoptie zien en gaan/blijven gebruiken. Om in Nederland een stap voorwaarts te kunnen zetten in de prestaties van het spoorsysteem, zal ERTMS ingezet kunnen worden als deel van het complete verkeersmanagement systeem. ERTMS is in de eerste plaats tevens bedoeld ter vervanging van het beveiligingssysteem en voor de verhoging van de spoorwegveiligheid. Daarnaast moet tijdig zijn voldaan aan de Europese eisen ten aanzien van de invoering van ERTMS voor de TEN corridors.
De bijdrage van ERTMS wordt afgemeten aan het op een hoger plan brengen van de
volgende doelstellingen:
– Verhogen van de veiligheid van het spoorsysteem;
– Verhogen van de interoperabiliteit van het spoorsysteem;
– Vergroten van de capaciteit van het spoorsysteem;
– Verhogen van de snelheid van de treinen;
– Verhogen van de betrouwbaarheid van het spoorsysteem.
Producten
Op 11 april 2014 is de Voorkeursbeslissing ERTMS genomen (Kamerstukken II, 2013/14, 33 652, nr. 14). Deze Voorkeursbeslissing vormt de start voor de Planuitwerkingsfase. In deze fase zal de komende 3 jaar stap-voor-stap met go/no-go-momenten toegewerkt worden naar de definitieve investeringsbeslissingen en de daarop volgende aanbesteding voor de invoering van ERTMS zoals dat vastgelegd is in het Voorkeursbesluit.
Het voorkeursscenario houdt in dat ERTMS met beproefde technologie van Level 2 in de periode tot en met 2028 wordt ingevoerd op het spoor in grote delen van de brede Randstad. In 2022 is ERTMS bovendien ingebouwd in al het bestaande materieel dat rijdt op het Nederlandse spoor. Bij de uitrol van ERTMS staat de klant voorop. Reizigers en verladers moeten vooral profiteren van de voordelen en idealiter niets van de overgang merken. Meer in detail betekent dit dat bij de nadere uitwerking in de komende Planuitwerkingsfase de volgende punten leidend zijn:
a) Ten minste voldoen aan de EU-verplichting om ERTMS in 2020 te hebben ingevoerd op de aangewezen lijnen (Amsterdam-Betuweroute en Kijfhoek-België).
b) Ten minste voldoen aan de EU-verplichtingen om ERTMS in 2030 te hebben ingevoerd op de aangewezen lijnen.
c) Voldoen aan de reeds genomen Voorkeursbeslissing over aanleg van ERTMS op de SAAL-corridor (Schiphol/Amsterdam/Almere/Lelystad; 2023).
d) Voorzien van ERTMS op zoveel mogelijk lijnen uit het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS).
e) Verbinden met de nu reeds met ERTMS uitgeruste lijnen.
f) De vervangingsopgave van de huidige treinbeveiliging, de met het oog op een aansluitend netwerk zoveel mogelijk corridorsgewijze uitrol en het tegengaan van transities tussen het huidige ATB en ERTMS om zodoende een tijdelijke lappendeken van beveiligingssystemen te voorkomen.
Hiertoe dient het in Nederland toegelaten materieel in 2022 van ERTMS te zijn voorzien.
De exacte omvang van de uitrol op de PHS-corridors bovenop de EU-TEN-corridors is afhankelijk van de uitkomsten van de Planuitwerkingsfase en de resultaten van de marktstrategie. Streven is om via een goede aanbestedingsstrategie zoveel mogelijk kilometers spoor van ERTMS te voorzien met het beschikbare budget. Hierbij wordt ingezet op een optimale uitrolplanning waarbij via een optimale aanbestedingsstrategie nadrukkelijk op de naadloze aansluiting tussen materieel en de baan wordt gestuurd. Door bovendien te streven naar een zoveel mogelijk aansluitend netwerk wordt het aantal interfaces tussen verschillende beveiligingssystemen beperkt.
Projectoverzicht 17.07 ERTMS
Voor de periode tot en met 2028 is in het Infrastructuurfonds een bedrag beschikbaar van € 2,57 miljard, dit budget is als volgt tot stand gekomen:
– € 2 miljard, reservering voor ERTMS zoals opgenomen in het regeerakkoord Rutte II;
– € 339 miljoen, een deel van het Mistral-budget voor vervanging van de bestaande
– beveiliging;
– € 225 miljoen, een deel van het OV-SAAL budget bestemd voor ERTMS; en
– € 6 miljoen, de planuitwerkingsbudgetten.
Totaal |
Budget in € mln |
Planning |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Realisatiefase (17.07.01) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Planuitwerkingsfase (17.07.02) |
2.570 |
2.570 |
0 |
25 |
40 |
30 |
221 |
242 |
230 |
1.782 |
||
Studiekosten |
95 |
95 |
25 |
40 |
30 |
|||||||
Pilotkosten |
0 |
0 |
||||||||||
Overige planuitwerking OV-SAAL |
225 |
225 |
1 |
1 |
1 |
222 |
||||||
Overige planuitwerking (excl. OV-SAAL) |
2.250 |
2.250 |
220 |
241 |
229 |
1.560 |
||||||
Totaal |
2.570 |
|
0 |
25 |
40 |
30 |
221 |
242 |
230 |
|||
Begroting (IF 17.03) |
25 |
40 |
30 |
221 |
242 |
230 |
Nadat (deel)projectbeslissingen genomen zijn zal het budget overgeboekt worden naar artikelonderdeel 17.07.01 Realisatiekosten.
Motivering
De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer-Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en OV-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam Zuid toe. De vergroting en kwalitatieve opwaardering van de stationscapaciteit is nodig om de groeiende reizigerstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de OV-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. De investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie.
Producten
In 2012 is de voorkeursbeslissing genomen voor het project Zuidasdok. In deze begroting zijn de uitgaven van het project volledig begroot op dit artikel van het Infrastructuurfonds. Hiertoe zijn de Rijksbudgetten overgeheveld vanuit artikel 12 Hoofdwegennet en artikel 13 Spoorwegen.
In de bestuursovereenkomst Zuidasdok is afgesproken dat het project A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel, dat voor rekening en risico van het Rijk is, in samenhang met het project Zuidasdok wordt uitgewerkt. Het project A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel wordt als afzonderlijk project verantwoord op artikel 12 Hoofdwegennet, maar voor de voorbereidingskosten voor het project A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel is vanuit het Wegenartikel een bijdrage van € 40 miljoen gedaan op artikel 17.08 planstudiekosten.
Het integrale project Zuidasdok is te onderscheiden in verschillende projectonderdelen. In de begroting zijn de volgende onderdelen onderscheiden:
– Projectorganisatie en voorbereiding;
– Uitbreiding van de OV-terminal (incl. keersporen, regionaal OV en ketenmobiliteit);
– Tunnel en uitbreiding van A10;
– Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.
Het onderscheid tussen de projectonderdelen is in deze begroting gemaakt op basis van een uitwerking van de afspraken uit de bestuursovereenkomst. In de verdere uitwerking van de scope richting het vaststellen van (O)TB en (O)BP is het aannemelijk dat binnen de kaders van het taakstellend budget de raming van de verschillende onderdelen nog wijzigt.
In de volgende begroting worden op basis van een nieuwe raming voorafgaand aan de aanbesteding, de verdeelsleutels herijkt. Op basis van deze verdeelsleutels wordt budget toegekend aan de verschillende projectonderdelen. Dit heeft geen effect op het totale budget voor het integrale project Zuidasdok.
De op dit begrotingsartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project en worden als volgt bijgedragen, conform de bestuursovereenkomst van juli 2012:
– Bijdrage uit Infrastructuurfonds (artikel 12 Hoofdwegennet);
– Bijdrage uit Infrastructuurfonds (artikel 13 Spoorwegen);
– Bijdrage gemeente Amsterdam;
– Bijdrage Provincie Noord-Holland;
– Bijdrage Stadsregio Amsterdam;
– Bijdrage van de EU.
De bijdrage van de derden zijn in deze begroting als ontvangst onder dit artikel opgenomen.
Extracomptabele verwijzingen
Project-omschrijving |
Begroting |
waarvan: |
|||
---|---|---|---|---|---|
Zuidasdok |
Totaal |
Project-organisatie en voorbereiding |
OVT incl. keer-sporen |
Tunnel en A10 |
Generiek en Ruimtelijke inrichting |
Totaal (17.08) |
1.459 |
191 |
260 |
780 |
229 |
Waarvan: |
|||||
– Bijdrage IenM 1 |
1.031 |
150 |
25 |
670 |
187 |
– Bijdrage Amsterdam 2 |
211 |
30 |
37 |
110 |
35 |
– Bijdrage provincie Noord-Holland |
79 |
79 |
|||
– Bijdrage stadsregio Amsterdam2 |
136 |
9 |
119 |
8 |
|
– EU-ontvangsten |
3 |
3 |
De bijdragen die vanuit het TEN-T programma in 2013 is ontvangen en wordt uitgegeven, is apart inzichtelijk gemaakt bij EU-ontvangsten.
De gemeente Amsterdam (€ 2,8 mln) en de stadregio Amsterdam (€ 3,8 mln) hebben tot en met 2013 reeds een bijdrage geleverd aan het project. Deze uitgaven zijn in dit overzicht meegenomen.
Toelichting:
Vanuit artikel 12 Hoofdwegen is € 694 miljoen overgeheveld naar Artikel 17 Zuidasdok (€ 111 miljoen voor projectorganisatie en voorbereiding en € 583 miljoen voor Tunnel en A10). Vanuit Artikel 13 Spoorwegen is € 338 miljoen overgeheveld naar Artikel 17 Zuidasdok (€ 40 miljoen voor projectorganisatie en voorbereiding, € 25 miljoen voor OVT inclusief keersporen, € 87 miljoen voor Tunnel en A10 en € 187 miljoen voor Generiek en ruimtelijke inrichting).
In bijgaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de financiering van het project. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds, maar in ieder geval na voltooiing van het project Zuidasdok, zal achteraf inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).
Projectomschrijving |
Totaal |
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ZuidasDok |
||||||||
– Bijdrage IenM 1 |
1.031 |
46 |
62 |
101 |
82 |
73 |
40 |
626 |
– Bijdrage provincie Noord-Holland |
79 |
26 |
52 |
|||||
– Bijdrage stadsregio Amsterdam 2 |
136 |
4 |
21 |
10 |
7 |
17 |
16 |
61 |
– Bijdrage Amsterdam2 |
211 |
9 |
11 |
13 |
28 |
15 |
14 |
121 |
– EU-ontvangsten1 |
3 |
1 |
1 |
|||||
1.459 |
De bijdragen die vanuit het TENT-programma in 2013 zijn ontvangen en worden uitgegeven, zijn apart inzichtelijk gemaakt bij EU-ontvangsten.
De gemeente Amsterdam (€ 2,8 mln) en de stadregio Amsterdam (€ 3,8 mln) hebben tot en en met 2013 reeds een bijdrage geleverd aan het project. Deze uitgaven zijn in dit overzicht meegenomen.
Projectomschrijving |
Totaal |
t/m 2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ZuidasDok |
1.459 |
|||||||
– Projectorganisatie en voorbereiding |
191 |
41 |
23 |
40 |
10 |
8 |
5 |
62 |
– OVT incl. keersporen |
260 |
1 |
23 |
14 |
12 |
21 |
45 |
144 |
– Tunnel en A10 |
780 |
7 |
10 |
50 |
72 |
62 |
38 |
541 |
– Generiek en ruimtelijke inrichting |
229 |
11 |
38 |
22 |
23 |
14 |
9 |
113 |
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde-partijen voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenM worden betaald, verantwoord.
HSL-Zuid
Producten
Dit betreft voornamelijk de opbrengsten uit de verkoop van restgronden en uitkeringen van verzekeringen of schadevergoedingen van aannemers.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Schadevergoedingen |
860 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Grondverkopen |
0 |
0 |
765 |
0 |
0 |
0 |
Totaal |
860 |
0 |
765 |
0 |
0 |
0 |
ZuidasDok
Zie hiervoor de verstrekte onderbouwing bij uitgavenartikel 17.08.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.
Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 18 Scheepvaart en havens (Intermodaal vervoer) en 22 Externe veiligheid en risico's (Externe veiligheid) van de Begroting hoofdstuk XII.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
276.524 |
231.906 |
271.880 |
330.722 |
307.792 |
157.402 |
173.278 |
Uitgaven |
287.566 |
242.089 |
272.602 |
330.151 |
307.243 |
157.290 |
172.969 |
Waarvan juridisch verplicht: |
100% |
||||||
18.02 Beter Benutten |
49.872 |
124.723 |
124.723 |
||||
18.03 Intermodaal vervoer |
795 |
7.484 |
852 |
||||
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR) |
842 |
2.027 |
|||||
18.05 Railinfrabeheer |
1 |
||||||
18.06 Externe veiligheid |
104 |
3.435 |
1.995 |
2.005 |
1.996 |
1.000 |
865 |
18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise |
0 |
306 |
42 |
42 |
42 |
42 |
36 |
18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. uitgaven. |
168 |
42 |
42 |
42 |
42 |
36 |
|
18.07.02 Subsidies algemeen |
138 |
||||||
18.08 Netwerkoverstijgende kosten |
285.824 |
228.836 |
219.841 |
203.381 |
180.482 |
156.248 |
153.727 |
18.08.01 Apparaatskosten RWS |
218.424 |
205.235 |
200.208 |
174.107 |
152.124 |
136.382 |
131.081 |
18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten |
67.400 |
23.601 |
19.633 |
29.274 |
28.358 |
19.866 |
22.646 |
18.11 Investeringsruimte |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.11.01 Programmaruimte |
|||||||
18.11.02 Beleidsruimte |
|||||||
18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.12.01 Beheer en onderhoud |
|||||||
18.12.02 Vervanging |
|||||||
18.13 Tol gefinancierde uitgaven |
18.341 |
||||||
18.14 Minregel: rentevrijval |
|||||||
Van totale uitgaven |
|||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS |
276.424 |
219.958 |
212.497 |
187.316 |
166.068 |
150.237 |
145.026 |
– Restant |
11.142 |
22.130 |
60.105 |
142.835 |
141.175 |
7.053 |
27.943 |
18.09 Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.09.01 Ontvangsten |
|||||||
18.09.02 Tolopgave |
18.341 |
||||||
18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen |
147.317 |
– 12.263 |
|
|
|
|
|
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
18 |
Overige uitgaven |
uitgaven |
272.602 |
330.151 |
307.243 |
157.290 |
172.969 |
172.862 |
374.576 |
18.01 |
Saldo afgesloten rekeningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.02 |
Beter Benutten |
49.872 |
124.723 |
124.723 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.03 |
Intermodaal vervoer |
852 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.06 |
Externe veiligheid |
1.995 |
2.005 |
1.996 |
1.000 |
865 |
763 |
0 |
|
18.07 |
Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise |
42 |
42 |
42 |
42 |
36 |
36 |
0 |
|
18.08 |
Netwerkoverstijgende kosten |
219.841 |
203.381 |
180.482 |
156.248 |
153.727 |
153.722 |
154.174 |
|
18.11 |
Investeringsruimte |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 1 |
|
18.12 |
Nader toe te wijzen BenO en Vervanging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
266.061 |
|
18.13 |
Tol gefinancierde uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.341 |
18.342 |
|
18.14 |
Minregel: rentevrijval |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 64.000 |
|
18.09 |
Tolopgave |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.341 |
18.342 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
18 |
Overige uitgaven |
uitgaven |
515.860 |
536.104 |
528.822 |
529.515 |
529.491 |
509.327 |
560.051 |
18.01 |
Saldo afgesloten rekeningen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.02 |
Beter Benutten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.03 |
Intermodaal vervoer |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.06 |
Externe veiligheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.07 |
Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.08 |
Netwerkoverstijgende kosten |
154.964 |
155.077 |
147.911 |
148.604 |
148.579 |
148.758 |
146.320 |
|
18.11 |
Investeringsruimte |
0 |
0 |
– 1 |
– 1 |
0 |
0 |
– 1 |
|
18.12 |
Nader toe te wijzen BenO en Vervanging |
406.554 |
406.554 |
406.439 |
406.439 |
406.439 |
386.096 |
439.259 |
|
18.13 |
Tol gefinancierde uitgaven |
18.342 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
|
18.14 |
Minregel: rentevrijval |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
|
18.09 |
Tolopgave |
Ontvangsten |
18.342 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
Motivering
In het nieuwe regeerakkoord is afgesproken dat het programma Beter Benutten wordt voortgezet. In de brief bezuinigingen Infrastructuurfonds van 13 februari 2013 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) wordt vermeld dat Bereikbaarheidsknelpunten niet alleen met grootschalige infrastructuurprojecten worden aangepakt maar dat breed en creatief gezocht wordt naar mogelijke oplossingen. Gedacht wordt aan de slimme aanpak gericht op gedragsverandering in het kader van het programma Beter Benutten.
Tussen Rijk en regio’s is op 6 maart 2014 bestuurlijk afgesproken om gezamenlijk in de jaren 2015 tot en met 2017 hiervoor € 600 miljoen beschikbaar te stellen. De invulling van dit pakket zal in ieder geval onder dezelfde voorwaarden als het eerste regiopakket vorm krijgen, waarbij de eerste ervaringen van het huidige programma mee worden genomen.
De focus van het vervolgprogramma Beter Benutten ligt op de 12 regio’s die de meeste spitsdrukte kennen. Voor het vervolg van beter Benutten is landelijk de volgende programma ambitie afgesproken: tenminste 10% vermindering van de reistijd van deur tot deur op de belangrijkste gesignaleerde knelpunten in de spits op de weg in de periode 2015 tot en met 2017. Dit ten opzichte van een situatie zonder het vervolgprogramma Beter Benutten. Over het vervolgprogramma is de Kamer per brief van 26 maart 2014 geïnformeerd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 67).
Op basis van Plannen van Aanpak die de regio’s opstellen en waarin afspraken worden gemaakt tussen Rijk en regio zijn en worden de financiële middelen aan de regio’s ter beschikking gesteld.
De werkwijze van Beter Benutten kenmerkt zich door:
• Het uitvoeren vooraf van een verkeerskundige analyse op resterende knelpunten in de Beter Benutten regio’s;
• Duidelijke doelstelling (zowel qua effect als betrokkenheid werkgever/werknemers);
• Samenwerking met de regio’s;
• Eisen cofinanciering als wel eisen aan de regionale uitvoeringsorganisatie;
• Zicht op doelgroepen en motieven voor gedragsverandering.
Motivering
Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken over het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.
RSC Maasvlakte
Producten
Uit het BCI-onderzoek Goederenvervoer per spoor, marktontwikkelingen en beleid (2009) komt naar voren dat spoorgoederenknooppunten in het achterland een belangrijke rol kunnen spelen voor het havennetwerk en voor binnenlandse verladers in het achterland. Als vervolg hierop is in
2010 een beleidskader spoorgoederenknooppunten ontwikkeld met een beleidsvisie op de ontwikkeling van spooraansluitingen, railterminals, openbare laad- en losplaatsen, greenports en dergelijke. In 2012–2013 is een stimuleringsprogramma voor railterminals tot uitvoering gekomen.
Container Transferium Alblasserdam
Het Container Transferium Alblasserdam is gelegen aan de belangrijkste Europese binnenvaartcorridor Rijn/Maas-Main-Donau. Om de veiligheid en de betrouwbaarheid van deze corridor te garanderen en de private investeringsbereidheid voor de totale projectkosten te behouden, heeft IenM zich bereid verklaard om (een deel van) de hieruit voortvloeiende extra investeringen te financieren.
Als gevolg van een aangepaste terminal lay-out zijn de taakstellende bijdragen van het Rijk en de provincie Zuid-Holland gereduceerd. Omdat het initiële bedrag is gefinancierd uit artikel 15 Hoofdvaarwegen wordt de vrijval (€ 2 miljoen) aan de investeringsruimte (15.07) van hoofdvaarwegen toegevoegd.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
later |
huidig |
vorig |
Multi- en modaalvervoer |
||||||||||||
Container Transferium Alblasserdam |
3 |
5 |
1 |
4 |
– 2 |
2015 |
2014 |
|||||
RSC Maasvlakte |
8 |
8 |
1 |
4 |
3 |
2014 |
2014 |
|||||
Totaal |
11 |
3 |
7 |
1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Begroting (IF 18.03.01) |
7 |
1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Motivering
Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS, Kamerstukken II, 2005/06, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma «aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet».
Producten
Saneringsopgave voor Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen tot en met 2035.
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de netwerkoverstijgende apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) en overige netwerkoverstijgende kosten van RWS verantwoord. Het gaat hierbij om zowel de kosten die met de overhead van RWS gemoeid zijn als bepaalde onderdelen van Landelijke taken die een netwerk overstijgend karakter kennen. Deze kosten hebben niet alleen betrekking op de activiteiten die verricht worden voor het Infrastructuurfonds, maar hebben tevens betrekking op de activiteiten voor het Deltafonds.
Motivering
Op dit artikel werd de voor het Infrastructuurfonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. In de brief bezuinigingen Infrastructuurfonds van 13 februari 2013 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) is per modaliteit de ruimte afgeleid voor nieuwe investeringen en risico’s. Bij Voorjaarsnota 2013 zijn hiertoe vervolgens per modaliteit aparte artikelonderdelen «Investeringsruimte» geïntroduceerd.
Motivering
Op dit artikelonderdeel zijn noodzakelijke middelen opgenomen voor Vervanging en Renovatie. Deze middelen kunnen nog niet worden toegewezen aan de afzonderlijke netwerken. Op een later moment worden deze middelen toegewezen aan het artikel 12 Hoofdwegennet, artikel 15 Hoofdvaarwegennet van het Infrastructuurfonds. Toewijzing van deze middelen zal geschieden op grond van een nadere onderbouwing van de onderhouds- en vervangingsbehoefte per netwerk. Om dit mogelijk te maken wordt door RWS onder meer een inventarisatie gemaakt van de ouderdom en de te verwachten restlevensduur van de infrastructurele objecten.
Motivering
Op dit artikel zijn de uitgaven opgenomen die uit tol gefinancierd worden bij de projecten ViA15 en NWO. Uit behoedzaamheid wordt deze uitgavenruimte pas als dekking ingezet op artikel 12 Hoofdwegennet na het afronden van de aanbesteding van de DBFM-contracten (Financial close). Dit artikelonderdeel is gekoppeld aan het ontvangstenartikel 18.09.02 Tolopgave.
Motivering
Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de Begroting hoofdstuk XII komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.
Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten |
5.722.871 |
5.842.231 |
5.329.360 |
5.606.372 |
6.040.426 |
5.594.213 |
5.742.309 |
19.09 Ten laste van begroting IenM |
5.722.871 |
5.842.231 |
5.329.360 |
5.606.372 |
6.040.426 |
5.594.213 |
5.742.309 |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
19 |
Bijdragen andere begrotingen Rijk |
||||||||
19.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
5.329.361 |
5.606.373 |
6.040.427 |
5.594.211 |
5.742.309 |
5.907.875 |
5.225.323 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
19 |
Bijdragen andere begrotingen Rijk |
||||||||
19.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
5.484.780 |
5.479.489 |
5.380.244 |
5.362.977 |
5.366.592 |
5.373.674 |
5.365.621 |
Motivering
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
INFRASTRUCTUURFONDS |
||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen x € 1 000 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
||
12 |
Hoofdwegen |
uitgaven |
2.293.979 |
1.935.634 |
2.421.527 |
2.152.256 |
2.745.942 |
3.291.954 |
2.316.420 |
2.633.602 |
2.421.370 |
2.382.186 |
2.205.849 |
2.085.084 |
2.024.863 |
2.122.256 |
12.01 |
Verkeersmanagement |
4.038 |
3.617 |
3.617 |
3.617 |
3.618 |
3.617 |
3.614 |
3.611 |
3.610 |
3.609 |
3.607 |
3.607 |
3.607 |
3.615 |
|
12.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
658.195 |
605.451 |
543.436 |
528.116 |
501.659 |
483.547 |
454.157 |
454.074 |
454.031 |
454.152 |
454.451 |
427.976 |
682.668 |
430.267 |
|
12.03 |
Aanleg |
723.322 |
440.657 |
935.060 |
862.100 |
1.548.085 |
2.163.221 |
1.082.928 |
1.512.989 |
1.362.607 |
1.290.724 |
1.095.693 |
931.751 |
395.032 |
350.524 |
|
12.04 |
GIV/PPS |
545.431 |
527.315 |
585.329 |
395.843 |
333.259 |
280.398 |
276.481 |
246.065 |
239.753 |
220.928 |
245.892 |
327.917 |
176.833 |
253.595 |
|
12.06 |
Netwerkgebonden kosten HWN |
424.674 |
419.242 |
414.248 |
411.795 |
411.554 |
411.479 |
411.342 |
411.863 |
412.072 |
412.768 |
413.173 |
413.163 |
413.199 |
411.927 |
|
12.07 |
Investeringsruimte |
– 61.681 |
– 60.648 |
– 60.163 |
– 49.215 |
– 52.233 |
– 50.308 |
87.898 |
5.000 |
– 50.703 |
5 |
– 6.967 |
– 19.330 |
353.524 |
672.328 |
|
12.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
533.670 |
87.200 |
66.346 |
28.414 |
38.276 |
226.716 |
719 |
64.019 |
719 |
719 |
719 |
719 |
0 |
0 |
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
1.760.309 |
1.848.434 |
2.355.181 |
2.123.842 |
2.707.666 |
3.065.238 |
2.315.701 |
2.569.583 |
2.420.651 |
2.381.467 |
2.205.130 |
2.084.365 |
2.024.863 |
2.122.256 |
||
13 |
Spoorwegen |
uitgaven |
2.387.881 |
2.464.491 |
2.238.605 |
2.207.053 |
1.933.701 |
1.790.138 |
1.469.637 |
1.359.403 |
1.613.478 |
1.783.930 |
1.787.309 |
1.853.443 |
1.906.176 |
2.008.502 |
13.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
1.240.257 |
1.319.800 |
1.167.051 |
1.110.815 |
1.185.320 |
1.162.653 |
1.169.571 |
1.174.223 |
1.177.245 |
1.197.156 |
1.196.858 |
1.197.926 |
1.165.259 |
1.147.811 |
|
13.03 |
Aanleg |
952.335 |
972.202 |
910.500 |
940.776 |
569.774 |
439.964 |
81.391 |
– 33.954 |
211.020 |
293.257 |
316.907 |
382.762 |
418.967 |
209.947 |
|
13.04 |
GIV/PPS |
147.026 |
146.980 |
146.983 |
153.491 |
156.679 |
163.889 |
164.821 |
166.200 |
167.591 |
169.444 |
170.408 |
170.479 |
169.667 |
159.427 |
|
13.07 |
Rente en aflossing |
48.397 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
|
13.08 |
Investeringsruimte |
– 134 |
8.912 |
– 2.526 |
– 14.626 |
5.331 |
7.035 |
37.257 |
36.337 |
41.025 |
107.476 |
86.539 |
85.679 |
135.686 |
474.720 |
|
13.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
232.720 |
177.161 |
193.583 |
192.830 |
204.490 |
202.884 |
207.681 |
210.507 |
213.240 |
215.862 |
177.953 |
177.953 |
177.953 |
177.953 |
Concessie HSL |
160.047 |
104.661 |
113.105 |
120.330 |
125.436 |
130.384 |
135.181 |
138.007 |
140.740 |
143.362 |
105.453 |
105.453 |
105.453 |
105.453 |
||
Overige ontv. |
72.673 |
72.500 |
80.478 |
72.500 |
79.054 |
72.500 |
72.500 |
72.500 |
72.500 |
72.500 |
72.500 |
72.500 |
72.500 |
72.500 |
||
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
2.155.161 |
2.287.330 |
2.045.022 |
2.014.223 |
1.729.211 |
1.587.254 |
1.261.956 |
1.148.896 |
1.400.238 |
1.568.068 |
1.609.356 |
1.675.490 |
1.728.223 |
1.830.549 |
||
14 |
Regionaal, lokale infrastructuur |
uitgaven |
181.447 |
273.935 |
348.376 |
341.694 |
248.418 |
218.512 |
82.518 |
135.853 |
120.885 |
10.228 |
43.935 |
74.529 |
99.201 |
132.200 |
14.01 |
Grote regionaal/lokale projecten |
118.082 |
107.330 |
198.914 |
211.842 |
113.400 |
168.629 |
73.269 |
135.853 |
120.885 |
10.228 |
43.935 |
74.529 |
99.201 |
132.200 |
|
14.02 |
Regionale mobiliteitsfondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
9.076 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
14.03 |
RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid |
63.365 |
166.605 |
149.462 |
129.852 |
135.018 |
40.807 |
9.249 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
181.447 |
273.935 |
348.376 |
341.694 |
248.418 |
218.512 |
82.518 |
135.853 |
120.885 |
10.228 |
43.935 |
74.529 |
99.201 |
132.200 |
||
15 |
Vaarwegen |
uitgaven |
883.428 |
741.836 |
692.846 |
638.590 |
630.935 |
511.941 |
779.258 |
686.475 |
696.818 |
667.063 |
816.006 |
885.226 |
927.365 |
586.565 |
15.01 |
Verkeersmanagement |
7.516 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
|
15.02 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
394.852 |
347.047 |
254.581 |
233.719 |
199.971 |
214.772 |
233.454 |
233.156 |
217.459 |
254.775 |
225.369 |
225.354 |
220.221 |
250.499 |
|
15.03 |
Aanleg |
251.126 |
156.212 |
197.165 |
163.631 |
193.027 |
55.501 |
309.918 |
209.457 |
235.378 |
99.489 |
306.882 |
399.141 |
391.494 |
0 |
|
15.06 |
Netwerkgebonden kosten HVWN |
246.589 |
244.533 |
242.728 |
241.145 |
240.999 |
241.087 |
243.061 |
243.298 |
243.400 |
243.925 |
244.179 |
244.172 |
244.192 |
243.390 |
|
15.07 |
Investeringsruimte |
– 16.655 |
– 14.336 |
– 10.008 |
– 8.285 |
– 11.442 |
– 7.799 |
– 15.555 |
– 7.816 |
– 7.799 |
60.494 |
31.196 |
8.179 |
63.078 |
84.296 |
|
15.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
26.980 |
15.415 |
14.510 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
856.448 |
726.421 |
678.336 |
638.590 |
630.935 |
511.941 |
779.258 |
686.475 |
696.818 |
667.063 |
816.006 |
885.226 |
927.365 |
586.565 |
||
17 |
Megaprojecten |
uitgaven |
143.740 |
164.978 |
341.547 |
350.937 |
327.375 |
430.327 |
505.541 |
491.155 |
369.141 |
275.470 |
206.148 |
162.194 |
123.168 |
172.473 |
17.02 |
Betuweroute |
5.055 |
5.055 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
17.03 |
Hoge snelheidslijn HSL |
614 |
765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
17.06 |
PMR |
3.482 |
3.513 |
3.529 |
3.533 |
476 |
485 |
2.831 |
2.831 |
2.831 |
2.836 |
2.836 |
2.836 |
2.836 |
73.821 |
|
17.07 |
ERTMS Landelijke invoer |
40.000 |
30.000 |
221.162 |
242.153 |
230.473 |
274.148 |
323.000 |
307.000 |
247.000 |
185.000 |
150.000 |
125.000 |
100.000 |
70.000 |
|
17.08 |
ZuidasDok |
94.589 |
125.645 |
116.856 |
105.251 |
96.426 |
155.694 |
179.710 |
181.324 |
119.310 |
87.634 |
53.312 |
34.358 |
20.332 |
28.652 |
|
17.09 |
Ontvangsten |
40.347 |
24.877 |
35.279 |
32.363 |
55.924 |
59.919 |
75.886 |
44.700 |
25.875 |
12.401 |
8.641 |
6.230 |
0 |
0 |
|
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
103.393 |
140.101 |
306.268 |
318.574 |
271.451 |
370.408 |
429.655 |
446.455 |
343.266 |
263.069 |
197.507 |
155.964 |
123.168 |
172.473 |
||
18 |
Overige uitgaven |
uitgaven |
272.602 |
330.151 |
307.243 |
157.290 |
172.969 |
172.862 |
374.576 |
515.860 |
536.104 |
528.822 |
529.515 |
529.491 |
509.327 |
560.051 |
18.01 |
Saldo afgesloten rekeningen |
|||||||||||||||
18.02 |
Beter Benutten |
49.872 |
124.723 |
124.723 |
0 |
|||||||||||
18.03 |
Intermodaal vervoer |
852 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.06 |
Externe veiligheid |
1.995 |
2.005 |
1.996 |
1.000 |
865 |
763 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.07 |
Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise |
42 |
42 |
42 |
42 |
36 |
36 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
18.08 |
Netwerkoverstijgende kosten |
219.841 |
203.381 |
180.482 |
156.248 |
153.727 |
153.722 |
154.174 |
154.964 |
155.077 |
147.911 |
148.604 |
148.579 |
148.758 |
146.320 |
|
18.11 |
Investeringsruimte |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 1 |
0 |
0 |
– 1 |
– 1 |
0 |
0 |
– 1 |
|
18.12 |
Nader toe te wijzen BenO en Vervanging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
266.061 |
406.554 |
406.554 |
406.439 |
406.439 |
406.439 |
386.096 |
439.259 |
|
18.13 |
Tol gefinancierde uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.341 |
18.342 |
18.342 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
|
18.14 |
Minregel: rentevrijval |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
|
18.09 |
Tolopgave |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.341 |
18.342 |
18.342 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
272.602 |
330.151 |
307.243 |
157.290 |
154.628 |
154.521 |
356.234 |
497.518 |
497.631 |
490.349 |
491.042 |
491.018 |
470.854 |
521.578 |
||
19 |
Bijdragen andere begrotingen Rijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
19.09 |
Ontvangsten |
Ontvangsten |
5.329.361 |
5.606.373 |
6.040.427 |
5.594.211 |
5.742.309 |
5.907.875 |
5.225.323 |
5.484.780 |
5.479.489 |
5.380.244 |
5.362.977 |
5.366.592 |
5.373.674 |
5.365.621 |
|
Totaal uitgaven |
|
6.163.077 |
5.911.025 |
6.350.144 |
5.847.820 |
6.059.340 |
6.415.734 |
5.527.950 |
5.822.348 |
5.757.796 |
5.647.699 |
5.588.762 |
5.589.967 |
5.590.100 |
5.582.047 |
|
Totaal ontvangsten |
|
6.163.077 |
5.911.026 |
6.350.144 |
5.847.817 |
6.059.340 |
6.415.735 |
5.527.951 |
5.822.348 |
5.757.796 |
5.647.699 |
5.588.762 |
5.589.966 |
5.590.100 |
5.582.047 |
|
Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
|
5.329.361 |
5.606.371 |
6.040.426 |
5.594.213 |
5.742.309 |
5.907.874 |
5.225.322 |
5.484.780 |
5.479.489 |
5.380.244 |
5.362.976 |
5.366.592 |
5.373.674 |
5.365.621 |
Categorie |
Totaal mutatie |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Toelichting |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt. |
19.189 |
20.674 |
20.258 |
20.257 |
20.257 |
20.259 |
20.257 |
20.301 |
20.275 |
20.261 |
20.247 |
20.220 |
20.221 |
20.218 |
20.303 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt. |
19.189 |
20.674 |
20.258 |
20.257 |
20.257 |
20.259 |
20.257 |
20.301 |
20.275 |
20.261 |
20.247 |
20.220 |
20.221 |
20.218 |
20.303 |
|||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
3.669 |
232 |
250 |
245 |
245 |
245 |
245 |
245 |
246 |
245 |
245 |
245 |
245 |
245 |
245 |
246 |
3 |
Landelijke taken RWS |
neutraal |
– 236.440 |
– 16.886 |
– 16.886 |
– 16.885 |
– 16.885 |
– 16.886 |
– 16.885 |
– 16.933 |
– 16.909 |
– 16.896 |
– 16.883 |
– 16.858 |
– 16.859 |
– 16.856 |
– 16.934 |
33 |
|
Mutaties Miljoenennota 2015 |
232 |
– 16.636 |
– 16.641 |
– 16.640 |
– 16.640 |
– 16.641 |
– 16.640 |
– 16.688 |
– 16.664 |
– 16.651 |
– 16.638 |
– 16.613 |
– 16.614 |
– 16.611 |
– 16.689 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt. |
19.421 |
4.038 |
3.617 |
3.617 |
3.617 |
3.618 |
3.617 |
3.613 |
3.611 |
3.610 |
3.609 |
3.607 |
3.607 |
3.607 |
3.614 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderh & verv. |
624.755 |
566.080 |
455.869 |
492.944 |
483.143 |
489.516 |
489.403 |
407.863 |
407.777 |
407.731 |
421.610 |
453.339 |
453.339 |
453.331 |
458.030 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
3.431 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderh & verv. |
628.186 |
566.080 |
455.869 |
492.944 |
483.143 |
489.516 |
489.403 |
407.864 |
407.778 |
407.732 |
421.610 |
453.340 |
453.340 |
453.332 |
458.031 |
|||
Overboekingen binnen wegen |
neutraal |
– 328 |
– 328 |
2 |
||||||||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
85.493 |
7.569 |
6.850 |
5.516 |
5.965 |
5.846 |
5.923 |
5.922 |
4.935 |
4.934 |
4.934 |
5.101 |
5.485 |
5.485 |
5.485 |
5.542 |
3 |
V+R, tranche 2, wegen |
Intens./extens. |
28.378 |
28.378 |
4 |
||||||||||||||
V+R, tranche 2, wegen |
Intens./extens. |
0 |
21.200 |
106.200 |
33.700 |
8.000 |
32.600 |
23.000 |
5.000 |
– 28.378 |
– 13.927 |
– 45.747 |
– 45.747 |
– 45.747 |
– 50.154 |
4 |
||
Overboekingen over artikelen (wegen) |
Intens./extens. |
35.000 |
35.000 |
5 |
||||||||||||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 73.754 |
– 35.447 |
67.596 |
53.306 |
23.299 |
– 35.000 |
6 |
|||||||||
SWUNG |
neutraal |
12.809 |
809 |
6.000 |
6.000 |
28 |
||||||||||||
Areaalgroei wegen |
neutraal |
799.500 |
77.300 |
25.400 |
53.600 |
58.245 |
58.245 |
58.245 |
58.245 |
58.245 |
31.770 |
286.470 |
33.735 |
29 |
||||
Cyber security |
Intens./extens. |
8.824 |
8.824 |
30 |
||||||||||||||
Landelijke taken RWS |
neutraal |
– 235.856 |
– 16.888 |
– 16.830 |
– 16.780 |
– 16.773 |
– 16.780 |
– 16.778 |
– 16.887 |
– 16.883 |
– 16.880 |
– 16.877 |
– 16.872 |
– 16.872 |
– 16.872 |
– 16.887 |
33 |
|
Mutaties Miljoenennota 2015 |
41.620 |
92.115 |
149.582 |
50.491 |
44.973 |
12.144 |
– 5.856 |
46.293 |
46.296 |
46.299 |
32.543 |
1.112 |
– 25.363 |
229.337 |
– 27.764 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderh & verv. |
669.807 |
658.195 |
605.451 |
543.435 |
528.116 |
501.659 |
483.547 |
454.157 |
454.074 |
454.030 |
454.152 |
454.451 |
427.976 |
682.668 |
430.267 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.03 Aanleg |
1.201.347 |
634.054 |
479.311 |
978.381 |
1.135.101 |
1.801.488 |
2.295.343 |
1.242.548 |
1.678.928 |
1.453.075 |
1.307.279 |
1.146.138 |
1.024.108 |
575.569 |
82.229 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 348.964 |
25.467 |
91.472 |
– 111.912 |
– 172.508 |
– 160.732 |
– 12.799 |
– 3.940 |
– 4.645 |
– 4.081 |
– 3.799 |
– 3.376 |
– 3.235 |
33.821 |
66.508 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.03 Aanleg |
852.383 |
659.521 |
570.783 |
866.469 |
962.593 |
1.640.756 |
2.282.544 |
1.238.608 |
1.674.283 |
1.448.994 |
1.303.480 |
1.142.762 |
1.020.873 |
609.390 |
148.737 |
|||
Desalderingen wegen |
desaldering |
110.114 |
141.814 |
– 60.000 |
28.300 |
1 |
||||||||||||
Overboekingen binnen wegen |
neutraal |
155.885 |
– 5.672 |
– 28.209 |
– 31.907 |
23.896 |
– 1.025 |
– 1.266 |
3.250 |
– 24.883 |
– 47.207 |
– 2.350 |
49.000 |
222.258 |
2 |
|||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
173.114 |
13.727 |
14.923 |
8.608 |
9.437 |
7.264 |
12.508 |
17.110 |
20.245 |
2.982 |
23.486 |
15.052 |
3.031 |
16.903 |
432 |
7.407 |
3 |
V+R, tranche 2, wegen |
Intens./extens. |
0 |
– 21.200 |
– 106.200 |
– 33.700 |
– 8.000 |
– 32.600 |
– 23.000 |
– 5.000 |
28.378 |
13.927 |
45.747 |
45.747 |
45.747 |
50.154 |
4 |
||
Overboekingen over artikelen (wegen) |
Intens./extens. |
24.582 |
5.233 |
3.281 |
16.068 |
5 |
||||||||||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
31.339 |
111.109 |
7.171 |
112.516 |
– 33.926 |
– 63.611 |
– 5.074 |
– 45.927 |
10.719 |
11.300 |
62.763 |
– 8.223 |
– 92.608 |
– 2.735 |
– 94.813 |
6 |
SWUNG |
neutraal |
64.391 |
– 809 |
– 6.000 |
– 6.000 |
77.200 |
28 |
|||||||||||
Areaalgroei wegen |
neutraal |
– 797.534 |
– 77.300 |
– 25.400 |
– 53.600 |
– 58.245 |
– 58.245 |
– 58.245 |
– 58.245 |
– 58.245 |
– 31.770 |
– 286.470 |
– 31.769 |
29 |
||||
Overboeking met HXII: wegen |
Intens./extens. |
– 8.835 |
– 8.835 |
31 |
||||||||||||||
Generale kasschuif |
Intens./extens. |
0 |
30.000 |
– 30.000 |
35 |
|||||||||||||
Conversie ZuidasDok |
Intens./extens. |
– 660.335 |
– 41.519 |
– 66.765 |
– 39.257 |
– 40.205 |
– 17.301 |
– 69.608 |
– 75.247 |
– 97.844 |
– 62.928 |
– 46.255 |
– 29.379 |
– 25.043 |
– 20.332 |
– 28.652 |
36 |
|
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 63.517 |
63.799 |
– 130.125 |
68.592 |
– 100.492 |
– 92.670 |
– 119.322 |
– 155.679 |
– 161.295 |
– 86.387 |
– 12.758 |
– 47.069 |
– 89.121 |
– 214.358 |
201.785 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.03 Aanleg |
788.866 |
723.320 |
440.658 |
935.061 |
862.101 |
1.548.086 |
2.163.222 |
1.082.929 |
1.512.988 |
1.362.607 |
1.290.723 |
1.095.692 |
931.752 |
395.032 |
350.522 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS |
590.390 |
556.301 |
458.852 |
460.817 |
258.875 |
259.639 |
260.541 |
255.108 |
233.669 |
238.877 |
303.735 |
234.828 |
232.496 |
172.017 |
171.267 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
30.727 |
38.104 |
59.381 |
186.311 |
123.209 |
61.626 |
6.463 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS |
621.117 |
594.405 |
518.233 |
647.128 |
382.084 |
321.265 |
267.004 |
255.108 |
233.669 |
238.877 |
303.735 |
234.828 |
232.496 |
172.017 |
171.267 |
|||
Overboekingen binnen wegen |
neutraal |
6.807 |
486 |
165 |
168 |
163 |
178 |
3.681 |
722 |
6.075 |
6.083 |
4.643 |
– 15.557 |
2 |
||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
56.718 |
7.144 |
6.731 |
5.552 |
5.576 |
3.132 |
3.142 |
3.153 |
3.087 |
2.827 |
2.890 |
3.675 |
2.841 |
2.813 |
2.081 |
2.072 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 27.030 |
– 55.870 |
3.362 |
– 67.538 |
10.449 |
5.171 |
9.519 |
12.211 |
3.486 |
– 6.657 |
– 86.482 |
8.223 |
92.608 |
2.735 |
95.813 |
6 |
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 19.400 |
– 48.974 |
9.082 |
– 61.799 |
13.759 |
11.994 |
13.394 |
21.373 |
12.396 |
876 |
– 82.807 |
11.064 |
95.421 |
4.816 |
82.328 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS |
601.717 |
545.431 |
527.315 |
585.329 |
395.843 |
333.258 |
280.397 |
276.480 |
246.065 |
239.753 |
220.928 |
245.892 |
327.917 |
176.833 |
253.595 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.07 Investeringsruimte |
– 42.732 |
– 38.043 |
– 41.956 |
– 39.817 |
– 32.936 |
– 31.268 |
– 14.979 |
28.432 |
– 11.494 |
– 10.350 |
– 124 |
4.218 |
3.396 |
448.199 |
1.044.824 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
|
|
137 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 37.766 |
– 70.737 |
|
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.07 Investeringsruimte |
|
|
– 42.595 |
– 38.043 |
– 41.956 |
– 39.817 |
– 32.936 |
– 31.268 |
– 14.979 |
28.432 |
– 11.494 |
– 10.350 |
– 124 |
4.218 |
3.396 |
410.433 |
974.087 |
|
Desalderingen wegen |
desaldering |
35.707 |
30.044 |
5.663 |
1 |
|||||||||||||
Overboekingen binnen wegen |
neutraal |
– 171.223 |
4.532 |
25.292 |
30.714 |
– 25.084 |
– 178 |
– 3.440 |
– 4.997 |
18.808 |
41.124 |
– 4.643 |
2.350 |
– 49.000 |
– 206.701 |
2 |
||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
– 303.218 |
– 25.667 |
– 23.638 |
– 18.692 |
– 20.345 |
– 16.281 |
– 20.964 |
– 25.424 |
– 28.058 |
– 10.425 |
– 31.068 |
– 23.590 |
– 11.186 |
– 25.076 |
– 7.910 |
– 14.892 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 34.713 |
– 30.955 |
– 30.714 |
25.084 |
178 |
3.440 |
– 4.907 |
68.716 |
– 14.205 |
– 4.643 |
23.719 |
– 1.000 |
6 |
|||
SWUNG |
neutraal |
– 77.200 |
– 77.200 |
28 |
||||||||||||||
Areaalgroei wegen |
neutraal |
– 1.966 |
– 1.966 |
29 |
||||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 25.804 |
– 23.638 |
– 18.692 |
– 20.345 |
– 16.281 |
– 20.964 |
– 35.328 |
59.466 |
16.494 |
– 40.354 |
129 |
– 11.186 |
– 22.726 |
– 56.910 |
– 301.759 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.07 Investeringsruimte |
– 68.399 |
– 61.681 |
– 60.648 |
– 60.162 |
– 49.217 |
– 52.232 |
– 50.307 |
87.898 |
5.000 |
– 50.704 |
5 |
– 6.968 |
– 19.330 |
353.523 |
672.328 |
|||
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 HWN |
2.800.084 |
2.128.843 |
1.756.604 |
2.291.915 |
2.241.330 |
2.916.274 |
3.427.133 |
2.331.691 |
2.707.002 |
2.487.666 |
2.431.671 |
2.238.102 |
2.112.908 |
2.048.721 |
2.154.676 |
|||
Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 HWN |
2.484.570 |
2.191.427 |
1.906.612 |
2.365.469 |
2.191.186 |
2.816.323 |
3.419.952 |
2.326.766 |
2.701.513 |
2.482.741 |
2.426.886 |
2.233.741 |
2.108.688 |
2.043.791 |
2.149.462 |
|||
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 HWN |
2.419.368 |
2.293.976 |
1.935.634 |
2.421.527 |
2.152.256 |
2.745.942 |
3.291.954 |
2.316.420 |
2.633.602 |
2.421.370 |
2.382.186 |
2.205.849 |
2.085.084 |
2.024.862 |
2.122.255 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten HWN |
133.839 |
302.892 |
139.647 |
62.084 |
22.918 |
31.358 |
286.076 |
0 |
35.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
11.553 |
67.657 |
– 76.920 |
4.767 |
5.210 |
6.530 |
710 |
710 |
710 |
710 |
710 |
710 |
710 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten HWN |
145.392 |
370.549 |
62.727 |
66.851 |
28.128 |
37.888 |
286.786 |
710 |
35.710 |
710 |
710 |
710 |
710 |
0 |
0 |
|||
Desalderingen wegen |
desaldering |
145.821 |
30.044 |
147.477 |
– 60.000 |
28.300 |
1 |
|||||||||||
Overboekingen binnen wegen |
neutraal |
– 1.684 |
43 |
– 1.727 |
2 |
|||||||||||||
Verwerking index 2104 |
Intens./extens. |
7.543 |
707 |
4.534 |
1.058 |
127 |
286 |
388 |
392 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
9 |
3 |
||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 35.158 |
12.837 |
23.415 |
– 632 |
– 462 |
6 |
||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 4.364 |
163.121 |
24.473 |
– 505 |
286 |
388 |
– 60.070 |
9 |
28.309 |
9 |
9 |
9 |
9 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten |
141.028 |
533.670 |
87.200 |
66.346 |
28.414 |
38.276 |
226.716 |
719 |
64.019 |
719 |
719 |
719 |
719 |
0 |
0 |
Artikel 12 Hoofdwegen
1. Desalderingen wegen
– A2 Holendrecht: In 2008 zijn bestuurskkoorden gesloten tussen Rijk en provincies. Hierbij is afgesproken dat de provincie Utrecht € 20 miljoen bijdraagt aan het project A2 Holendrecht – Oudenrijn. De rijksbijdrage aan het project is hiermee destijds niet verlaagd.
– Sluiskil: Conform het advies van de commissie van wijzen ontvangt IenM vanuit Vlaanderen € 15,7 miljoen. De bijdrage wordt door Vlaanderen aan de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) overgemaakt en dan door de VNSC aan IenM.
– A1 Apeldoorn – Azelo: Met de provincies Overijssel en Gelderland, en de regio Twente is afgesproken dat zij in een bijdrage leveren van € 142 miljoen aan dit project. Dit is vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Een bedrag van € 28,5 miljoen wordt in 2024 terugbetaald aan provincie Overijssel en Gelderland.
– SAA: Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten voor het deeltraject 5 Amstelveen (– € 60 miljoen).
– A28/A1 Knooppunt Hoevelaken: Dit betreft de bijdrage van de regio (€ 28,3 miljoen).
2. Overboekingen binnen wegen
Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 12 Wegen tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:
– Dekking korting prijsbijstelling (naar aanleiding van begrotingsakkoord 2014).
– Aanvullende dekking van de nalevingskosten SWUNG (€ 77 miljoen) voor de periode tot en met 2028.
– Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (onder andere Zuidelijke Ringweg Groningen, A2 Passage Maastricht, A27 Houten-Hooipolder, N35 Nijverdal – Wierden).
– Voor verschillende projecten is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd (Landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport en Eindhoven Airport, Aansluiting A58 Goes).
– Verlaging van de toltarieven bij de A12/A15 Ressen – Oudbroeken (€ 12 miljoen).
– Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.
– De verwachte opbrengsten door vermindering van de inhuur zal optreden bij de externe productkosten (EPK) bij aanlegprojecten. Dit leidt tot een jaarlijkse afname van het EPK planuitwerkingsbudget bij HWN van € 1,0 miljoen en bij HVWN van € 0,4 miljoen.
3. Prijsbijstelling tranche 2014
Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
4. Vervanging en Renovatie (V&R), tranche 2, wegen
In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd. Voor V&R, tranche 2 zijn na 2020 middelen gereserveerd op de begroting. Om deze reden wordt een kasschuif voorgesteld vanuit de periode na 2020 naar de periode 2014–2020.
5. Overboeking over artikelen (wegen)
– Voor een aanbestedingstegenvaller bij V&R project Velsertunnel wordt € 35 miljoen uit de reservering op artikel 18.12 van het IF voor het Programma Vervangingen en Renovaties toegevoegd aan het budget voor Tranche 1, waarvan project A22 Velsertunnel deel uitmaakt.
– Overboeking vanuit IF13 naar IF12 voor PUB Autoparkeergarage Zuidas Dok en A10 Zuidas (totaal € 22,5 miljoen).
– Overboeking van IF12 naar IF13 voor het Beter Benutten project Kort Volgen Utrecht Harderwijk (€ 2,1 miljoen).
6. Kasschuiven
Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.
28. SWUNG
Bij begroting 2014 is € 109 miljoen voor SWUNG aan BenO toegevoegd. Over de resterende budgetbehoefte was nog onzekerheid. De raming voor naleving SWUNG is geactualiseerd. Dit vergt € 77 miljoen voor de periode 2015–2028 ten laste van de Investeringsruimte Wegen. Hiervan wordt € 12 miljoen naar BOV overgeboekt (huidige SLA periode). Restant blijft gereserveerd binnen PUV.
29. Areaalgroei wegen
Voor de consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud van het hoofdwegennet is in de begroting 2014 binnen het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (IF 12.03.02) een reservering getroffen, zie hiertoe bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 799,5 miljoen worden in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 12.02.01). De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.
30. Cyber security
Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 noodzakelijk zijn.
31. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: wegen
Voor de IODS-kwaliteitsprojecten (Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam; Bestuurlijke Overeenkomst bij het Tracébesluit A4 Delft-Schiedam) «Sanering verspreid liggend glas» en «Groen ondernemen» wordt een bijdrage gedaan (2e tranche) aan de gemeente Midden-Delfland. Deze middelen worden via BZK in het Gemeentefonds gestort zoals ook bij de 1e tranche is gebeurd.
32. Loonbijstelling 2014
Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
33. Landelijke Taken RWS
In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij de begroting
34. Maatwerk KNMI
Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS waaronder gladheidbestrijding. Deze dienstverlening werd aanvankelijk tussen agentschappen gefactureerd maar conform sturingafspraken nu door middel van budgettaire overboeking toegevoegd aan het KNMI.
35. Generale kasschuif
Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.
36. Conversie ZuidasDok
De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan efficiënte projectadministratieve, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland een bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu tevens verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.
Artikel 13 Spoorwegen |
Categorie |
Totaal mutatie |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderh.& verv. |
1.264.028 |
1.239.246 |
1.147.798 |
1.244.635 |
1.319.480 |
1.145.680 |
1.291.516 |
1.188.875 |
1.184.382 |
1.179.647 |
1.234.730 |
1.226.341 |
1.237.905 |
1.239.094 |
1.198.353 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
29.967 |
– 34.400 |
– 5.758 |
– 125.088 |
– 122.132 |
– 72.073 |
– 22.703 |
1.444 |
1.444 |
– 6.056 |
– 6.056 |
– 6.056 |
– 6.056 |
– 6.056 |
– 6.052 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderh.& verv. |
1.293.995 |
1.204.846 |
1.142.040 |
1.119.547 |
1.197.348 |
1.073.607 |
1.268.813 |
1.190.319 |
1.185.826 |
1.173.591 |
1.228.674 |
1.220.285 |
1.231.849 |
1.233.038 |
1.192.301 |
|||
Overboekingen over artikelen (spoor) |
Intens./extens. |
468 |
468 |
10 |
||||||||||||||
Overboeking met HXII: spoor |
Intens./extens. |
1.173 |
1.173 |
11 |
||||||||||||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
38.038 |
35.411 |
177.760 |
47.504 |
– 80.533 |
117.813 |
– 106.159 |
– 20.748 |
– 11.603 |
3.654 |
– 31.518 |
– 23.427 |
– 33.923 |
– 67.779 |
– 44.490 |
6 |
Overboekingen binnen spoor |
neutraal |
– 12.100 |
– 6.000 |
– 6.100 |
9 |
|||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
39.679 |
35.411 |
177.760 |
47.504 |
– 86.533 |
111.713 |
– 106.159 |
– 20.748 |
– 11.603 |
3.654 |
– 31.518 |
– 23.427 |
– 33.923 |
– 67.779 |
– 44.490 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderh.& verv. |
1.333.674 |
1.240.257 |
1.319.800 |
1.167.051 |
1.110.815 |
1.185.320 |
1.162.654 |
1.169.571 |
1.174.223 |
1.177.245 |
1.197.156 |
1.196.858 |
1.197.926 |
1.165.259 |
1.147.811 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.03 Aanleg |
980.114 |
1.146.898 |
1.118.262 |
1.135.420 |
1.020.157 |
824.473 |
588.759 |
397.702 |
299.712 |
497.929 |
479.700 |
463.906 |
509.202 |
462.753 |
171.370 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 49.344 |
– 42.200 |
– 30.478 |
– 104.451 |
– 128.539 |
– 165.932 |
– 254.509 |
– 327.650 |
– 311.086 |
– 251.650 |
– 189.932 |
– 154.932 |
– 129.932 |
– 104.932 |
1.018 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.03 Aanleg |
930.770 |
1.104.698 |
1.087.784 |
1.030.969 |
891.618 |
658.541 |
334.250 |
70.052 |
– 11.374 |
246.279 |
289.768 |
308.974 |
379.270 |
357.821 |
172.388 |
|||
Desalderingen spoor |
desaldering |
3.067 |
3.067 |
8 |
||||||||||||||
Overboekingen over artikelen (spoor) |
Intens./extens. |
34.545 |
– 5.233 |
– 3.281 |
– 11.941 |
10.000 |
20.000 |
20.000 |
5.000 |
10 |
||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
9.125 |
521 |
521 |
4.815 |
695 |
1.391 |
1.182 |
3 |
|||||||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 25.926 |
– 132.899 |
– 72.537 |
– 77.190 |
74.786 |
– 89.333 |
108.334 |
18.525 |
10.018 |
– 4.752 |
32.467 |
25.094 |
31.577 |
64.277 |
37.559 |
6 |
Desalderingen spoor |
desaldering |
394 |
394 |
8 |
||||||||||||||
Overboekingen binnen spoor |
neutraal |
– 5.146 |
2.585 |
1.367 |
4.041 |
– 1.478 |
6.535 |
8.952 |
2.852 |
– 1.869 |
– 25.000 |
– 3.131 |
9 |
|||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 253 |
628 |
– 375 |
6 |
||||||||||||
Conversie ZuidasDok |
Intens./extens. |
– 318.536 |
– 14.178 |
– 34.768 |
– 42.320 |
– 32.683 |
– 23.201 |
– 26.167 |
– 28.577 |
– 38.780 |
– 30.507 |
– 28.978 |
– 15.292 |
– 3.085 |
0 |
0 |
36 |
|
Overboeking met HXII: spoor |
Intens./extens. |
0 |
4.000 |
– 4.000 |
11 |
|||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 21.366 |
– 152.363 |
– 115.580 |
– 120.467 |
49.159 |
– 88.767 |
105.714 |
11.339 |
– 22.580 |
– 35.259 |
3.489 |
7.933 |
3.492 |
61.146 |
37.559 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.03 Aanleg |
909.404 |
952.335 |
972.204 |
910.502 |
940.777 |
569.774 |
439.964 |
81.391 |
– 33.954 |
211.020 |
293.257 |
316.907 |
382.762 |
418.967 |
209.947 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS |
145.588 |
163.596 |
148.580 |
148.790 |
149.422 |
152.578 |
161.354 |
162.228 |
163.666 |
164.985 |
166.604 |
167.547 |
168.015 |
166.165 |
152.496 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
12.128 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS |
157.716 |
163.596 |
148.580 |
148.790 |
149.422 |
152.578 |
161.354 |
162.228 |
163.666 |
164.985 |
166.604 |
167.547 |
168.015 |
166.165 |
152.496 |
|||
Overboekingen over artikelen (spoor) |
Intens./extens. |
7.146 |
7.146 |
10 |
||||||||||||||
Loonbijstelling 2014 |
Intens./extens. |
26 |
– 5 |
31 |
32 |
|||||||||||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 17.027 |
– 16.601 |
– 1.600 |
– 1.807 |
4.068 |
4.101 |
2.535 |
2.593 |
2.534 |
2.606 |
2.840 |
2.861 |
2.464 |
3.502 |
6.931 |
6 |
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 9.886 |
– 16.570 |
– 1.600 |
– 1.807 |
4.068 |
4.101 |
2.535 |
2.593 |
2.534 |
2.606 |
2.840 |
2.861 |
2.464 |
3.502 |
6.931 |
, |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS |
147.830 |
147.026 |
146.980 |
146.983 |
153.490 |
156.679 |
163.889 |
164.821 |
166.200 |
167.591 |
169.444 |
170.408 |
170.479 |
169.667 |
159.427 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl. |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 19 |
31.800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl. |
16.578 |
48.397 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl. |
16.578 |
48.397 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
16.597 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.08 Investeringsruimte |
– 8.388 |
452 |
11.704 |
– 4.527 |
– 14.389 |
12.086 |
9.746 |
37.831 |
36.773 |
40.202 |
106.599 |
83.807 |
55.394 |
127.141 |
545.503 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 76.232 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.08 Investeringsruimte |
– 8.388 |
452 |
11.704 |
– 4.527 |
– 14.389 |
12.086 |
9.746 |
37.831 |
36.773 |
40.202 |
106.599 |
83.807 |
55.394 |
127.141 |
469.271 |
|||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
7.863 |
3.374 |
1.944 |
1.249 |
523 |
298 |
– 3.903 |
141 |
– 574 |
– 436 |
823 |
877 |
863 |
875 |
886 |
921 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 488 |
3.015 |
3.322 |
2.471 |
1.679 |
973 |
290 |
– 370 |
– 949 |
– 1.508 |
– 3.789 |
– 4.528 |
– 118 |
6 |
||
Desalderingen spoor |
desaldering |
2.749 |
– 9.306 |
– 3.936 |
– 3.322 |
– 2.471 |
– 1.679 |
– 973 |
– 290 |
370 |
949 |
1.508 |
3.789 |
4.528 |
4.528 |
4.528 |
4.528 |
8 |
Overboekingen binnen spoor |
neutraal |
17.246 |
– 2.585 |
– 1.367 |
– 4.041 |
1.478 |
– 535 |
– 2.852 |
– 2.852 |
1.869 |
25.000 |
3.131 |
9 |
|||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
242 |
– 242 |
6 |
|||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 8.763 |
– 586 |
– 2.791 |
2.000 |
– 237 |
– 6.755 |
– 2.711 |
– 574 |
– 436 |
824 |
877 |
2.732 |
30.285 |
8.544 |
5.449 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.08 Investeringsruimte |
– 17.151 |
– 134 |
8.913 |
– 2.527 |
– 14.626 |
5.331 |
7.035 |
37.257 |
36.337 |
41.026 |
107.476 |
86.539 |
85.679 |
135.685 |
474.719 |
|||
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Spoorwegen |
2.397.939 |
2.566.789 |
2.442.941 |
2.540.915 |
2.491.267 |
2.151.414 |
2.067.972 |
1.803.233 |
1.701.130 |
1.899.360 |
2.004.230 |
1.958.198 |
1.987.113 |
2.011.750 |
2.084.318 |
|||
Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Spoorwegen |
2.390.671 |
2.521.989 |
2.406.705 |
2.311.376 |
2.240.596 |
1.913.409 |
1.790.760 |
1.477.027 |
1.391.488 |
1.641.654 |
1.808.242 |
1.797.210 |
1.851.125 |
1.900.762 |
2.003.052 |
|||
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Spoorwegen |
2.390.335 |
2.387.881 |
2.464.494 |
2.238.606 |
2.207.053 |
1.933.701 |
1.790.139 |
1.469.637 |
1.359.403 |
1.613.479 |
1.783.930 |
1.787.309 |
1.853.443 |
1.906.175 |
2.008.501 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten spoorw. |
65.249 |
236.789 |
180.483 |
193.076 |
194.509 |
198.909 |
203.174 |
207.311 |
209.558 |
219.232 |
219.573 |
180.925 |
180.925 |
180.925 |
180.925 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
|
|
70.864 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
– 7.500 |
|
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten spoorw. |
136.113 |
236.789 |
180.483 |
193.076 |
194.509 |
198.909 |
203.174 |
207.311 |
209.558 |
211.732 |
212.073 |
173.425 |
173.425 |
173.425 |
173.425 |
|||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 9.399 |
– 133 |
2.978 |
6.554 |
6 |
|||||||||||
Desalderingen spoor |
desaldering |
6.210 |
– 5.845 |
– 3.936 |
– 3.322 |
– 2.471 |
– 1.679 |
– 973 |
– 290 |
370 |
949 |
1.508 |
3.789 |
4.528 |
4.528 |
4.528 |
4.528 |
8 |
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 15.244 |
– 4.069 |
– 3.322 |
507 |
– 1.679 |
5.581 |
– 290 |
370 |
949 |
1.508 |
3.789 |
4.528 |
4.528 |
4.528 |
4.528 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten spoorw. |
120.869 |
232.720 |
177.161 |
193.583 |
192.830 |
204.490 |
202.884 |
207.681 |
210.507 |
213.240 |
215.862 |
177.953 |
177.953 |
177.953 |
177.953 |
Artikel 13 Spoorwegen
3. Prijsbijstelling tranche 2014
Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
6. Kasschuiven
Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.
8. Desalderingen spoor
Deze desaldering (uitgaven/ontvangsten) betreft:
– Een afboeking op het saldo van de bijdragen van derden voor aanlegprojecten uit het verleden (€ 13,2 miljoen). Met uitzondering van de bijdragen van provincies voor de decentrale lijnen zijn alle bijdragen van derden tot en met 2013 ontvangen en resteert er feitelijk geen saldo meer.
– Verwerking van de opgelegde boete NS.
– Bijstelling naar aanleiding van afrekening 2012 voor HSA en indexering contract naar prijspeil 2014 (€ 13,5 miljoen).
– Diverse kleinere bijstellingen, met name de afrekening van aanlegprojecten.
9. Overboekingen binnen spoor
Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 13 Spoor tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:
– Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (onder andere Zwolle-Herfte, GSM-R, Externe Veiligheid Drechtsteden).
– Daarnaast is de investeringsruimte door per saldo meevallers binnen het realisatieprogramma toegenomen.
– De actualisatie en nadere uitwerking van OV SAAL naar aanleiding van de besluitvorming over de middellange termijn resulteert in een lager benodigd budget dan tot dusverre beschikbaar. Het projectbudget is met € 30 miljoen verlaagd. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).
10. Overboeking over artikelen (spoor)
– Bij Najaarsnota 2013 is de eerste fase van de pilot geluid overgeheveld van IF 17 Megaprojecten naar IF 13 Spoorwegen. Nu wordt ook de tweede fase pilot geluid overgeheveld alsmede een aantal andere maatregelen die infraspeed zal uitvoeren (€ 7,1 miljoen).
– De overdracht beheer HSL-Zuid van IF17 naar IF13 voor de door RWS aan ProRail overgedragen werkzaamheden (€ 0,5 miljoen).
– Overboeking vanuit IF13 naar IF12 voor PUB Autoparkeergarage Zuidas Dok en A10 Zuidas (totaal € 22,5 miljoen).
– Overboeking van IF12 naar IF13 voor het Beter Benutten project Kort Volgen Utrecht Harderwijk (€ 2,1 miljoen).
– Voor het project Zwolle – Herfte is € 55 miljoen dit alternatief is € 170 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is gekozen taakstellend € 55 miljoen beschikbaar te stellen voor het faciliteren van de (toekomstige) behoefte aan opstel- en servicecapaciteit. De totale investering ad. € 225 miljoen wordt voor € 70 miljoen gedekt vanuit het projectbudget Sporendriehoek Noord Nederland (middelen Motie Koopmans), voor € 55 miljoen uit de investeringsruimte van Artikel 14 Regionaal /Lokaal.
11. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: spoor
Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:
– Actieplan groei op het spoor (€ 1,2 miljoen).
32. Loonbijstelling 2014
Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
36. Conversie ZuidasDok
De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan efficiënte projectadministratieve, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland een bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu tevens verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.
Artikel 14 Regionaal/lokale infra. |
Categorie |
Totaal mutatie |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.01 Grote reg./lok.proj. |
81.566 |
64.920 |
123.828 |
274.627 |
203.174 |
111.980 |
203.096 |
102.757 |
141.218 |
121.259 |
10.365 |
44.199 |
74.780 |
99.443 |
132.427 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
28.471 |
– 282 |
– 845 |
– 845 |
– 845 |
– 564 |
– 141 |
– 282 |
– 423 |
– 423 |
– 141 |
– 282 |
– 282 |
– 282 |
– 282 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.01 Grote reg./lok.proj. |
110.037 |
64.638 |
122.983 |
273.782 |
202.329 |
111.416 |
202.955 |
102.475 |
140.796 |
120.837 |
10.224 |
43.917 |
74.498 |
99.161 |
132.145 |
|||
Overboeking over artikelen (Reglok) |
Intens./extens. |
– 55.000 |
– 10.000 |
– 20.000 |
– 20.000 |
– 5.000 |
13 |
|||||||||||
Overboeking met HXII: Reglok |
Intens./extens. |
– 9.000 |
– 9.000 |
14 |
||||||||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
278 |
295 |
89 |
162 |
– 847 |
101 |
91 |
91 |
43 |
58 |
49 |
4 |
18 |
31 |
40 |
55 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
38.842 |
53.355 |
– 15.815 |
– 74.021 |
9.412 |
11.893 |
– 14.417 |
– 9.249 |
6 |
|||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
30.137 |
53.444 |
– 15.653 |
– 74.868 |
9.513 |
1.984 |
– 34.326 |
– 29.206 |
– 4.942 |
49 |
4 |
18 |
31 |
40 |
55 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.01 Grote reg./lok.proj. |
140.174 |
118.082 |
107.329 |
198.913 |
211.842 |
113.400 |
168.629 |
73.269 |
135.853 |
120.886 |
10.228 |
43.935 |
74.528 |
99.201 |
132.200 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds. |
12.992 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
5.418 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds. |
18.410 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 9.076 |
9.076 |
6 |
|||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 9.076 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
9.076 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds. |
9.334 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
9.076 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL |
147.411 |
55.106 |
216.542 |
166.424 |
139.264 |
118.911 |
40.466 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 71.715 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL |
75.696 |
55.106 |
216.542 |
166.424 |
139.264 |
118.911 |
40.466 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Overboeking over artikelen (Reglok) |
Intens./extens. |
– 4.127 |
– 4.127 |
13 |
||||||||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
1.017 |
1.017 |
3 |
||||||||||||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
39.245 |
8.259 |
– 45.810 |
– 17.979 |
– 9.412 |
16.107 |
341 |
9.249 |
6 |
|||||||
Overboeking met HXII: Reglok |
Intens./extens. |
– 92.287 |
– 92.287 |
14 |
||||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 53.042 |
8.259 |
– 49.937 |
– 16.962 |
– 9.412 |
16.107 |
341 |
9.249 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL |
22.654 |
63.365 |
166.605 |
149.462 |
129.852 |
135.018 |
40.807 |
9.249 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Reg./Lok.infra. |
241.969 |
120.026 |
340.370 |
441.051 |
342.438 |
230.891 |
243.562 |
102.757 |
141.218 |
121.259 |
10.365 |
44.199 |
74.780 |
99.443 |
132.427 |
|||
Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Reg./Lok.infra. |
204.143 |
119.744 |
339.525 |
440.206 |
341.593 |
230.327 |
243.421 |
102.475 |
140.796 |
120.837 |
10.224 |
43.917 |
74.498 |
99.161 |
132.145 |
|||
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Reg./Lok.infra. |
172.162 |
181.447 |
273.934 |
348.375 |
341.694 |
248.418 |
218.512 |
82.518 |
135.853 |
120.885 |
10.228 |
43.935 |
74.529 |
99.201 |
132.200 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten Reg./lok.infra |
600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
|
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten Reg./lok.infra |
|
600 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur
2. Prijsbijstelling tranche 2014
Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
2. Kasschuiven
Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.
13. Overboeking over artikelen (Reglok)
Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 14 Reglok tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:
– uitvoeringsbesluit Knooppunt A6/A7 Joure. Hiervoor vindt een budgetoverheveling plaats van IF14 RSP naar IF12.
14. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: Reglok
Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:
– Een betaling aan de Waddenveren (€ 9 miljoen). De jarenlange concurrentiestrijd tussen TSM Doeksen en Eigen Veerdienst Terschelling (EVT) is beslecht. Doeksen neemt de veerdienst over van Eigen Veerdienst Terschelling. EVT stopt met varen. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld.
– Voor het project FlorijnAs, een concreet project binnen het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, vervult de gemeente Assen de rol van contracterende partij. Om deze rol te kunnen vervullen stort IenM, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van het taakstellende budget in het Gemeentefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog de uitkering over 2014 zal zijn. Er wordt € 2,8 miljoen afgedragen aan het BTW Compensatiefonds.
– Het regiodeel van het Ruimtelijk Economisch Programma, onderdeel binnen het RSP, is indertijd geparkeerd op de begroting van IenM. IenM stort, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van dit budget in het Provinciefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog over 2014 de uitkering aan de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Flevoland zal zijn.
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet |
Categorie |
Totaal mutatie |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt. |
13.819 |
12.263 |
13.122 |
13.122 |
13.122 |
13.122 |
13.122 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt. |
13.819 |
12.263 |
13.122 |
13.122 |
13.122 |
13.122 |
13.122 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
13.133 |
|||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
2.381 |
167 |
148 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
159 |
3 |
Landelijke taken RWS |
neutraal |
– 68.691 |
– 4.895 |
– 4.901 |
– 4.901 |
– 4.901 |
– 4.901 |
– 4.901 |
– 4.912 |
– 4.912 |
– 4.912 |
– 4.912 |
– 4.912 |
– 4.912 |
– 4.912 |
– 4.912 |
33 |
|
Mutaties Miljoenennota 2015 |
167 |
– 4.746 |
– 4.742 |
– 4.742 |
– 4.742 |
– 4.742 |
– 4.742 |
– 4.753 |
– 4.753 |
– 4.753 |
– 4.753 |
– 4.753 |
– 4.753 |
– 4.753 |
– 4.753 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt. |
13.986 |
7.517 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.02 Beheer, onderh.& verv. |
402.465 |
413.012 |
324.217 |
256.929 |
218.659 |
216.384 |
224.685 |
242.618 |
247.356 |
247.155 |
267.144 |
238.085 |
238.070 |
235.964 |
230.329 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 8.721 |
– 12.907 |
– 1.500 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
– 9.000 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.02 Beheer, onderh.& verv. |
393.744 |
400.105 |
322.717 |
247.929 |
209.659 |
207.384 |
215.685 |
233.618 |
238.356 |
238.155 |
258.144 |
229.085 |
229.070 |
226.964 |
221.329 |
|||
Overboekingen binnen vaarwegen |
neutraal |
208 |
– 57 |
– 19.235 |
19.500 |
16 |
||||||||||||
Overboeking over artikelen (vaarwegen) |
Intens./extens. |
25.013 |
25.013 |
17 |
||||||||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
48.437 |
4.870 |
4.997 |
3.923 |
3.109 |
2.646 |
2.618 |
2.719 |
2.936 |
2.993 |
2.991 |
3.232 |
2.881 |
2.881 |
2.855 |
2.787 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 32.789 |
14.223 |
25.631 |
8.758 |
26.620 |
– 4.814 |
1.577 |
2.329 |
– 2.769 |
– 18.294 |
– 1.187 |
– 1.187 |
– 1.187 |
– 29.205 |
12.294 |
6 |
Cyber security |
Intens./extens. |
6.430 |
6.430 |
30 |
||||||||||||||
Landelijke taken RWS |
neutraal |
– 74.606 |
– 5.238 |
– 5.224 |
– 5.215 |
– 5.206 |
– 5.217 |
– 5.209 |
– 5.429 |
– 5.424 |
– 5.393 |
– 5.414 |
– 5.410 |
– 5.410 |
– 5.406 |
– 5.411 |
33 |
|
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 21.546 |
– 5.252 |
24.330 |
6.651 |
24.060 |
– 7.413 |
– 914 |
– 164 |
– 5.200 |
– 20.697 |
– 3.368 |
– 3.716 |
– 3.716 |
– 6.742 |
29.170 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.02 Beheer, onderh.& verv. |
372.198 |
394.853 |
347.047 |
254.580 |
233.719 |
199.971 |
214.771 |
233.454 |
233.156 |
217.458 |
254.776 |
225.369 |
225.354 |
220.222 |
250.499 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.03 Aanleg |
251.537 |
134.210 |
184.817 |
178.691 |
192.048 |
184.556 |
56.469 |
285.973 |
196.473 |
206.852 |
90.785 |
298.518 |
360.314 |
320.335 |
45.851 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 38.709 |
697 |
46.398 |
25.014 |
– 986 |
– 986 |
– 563 |
– 1.127 |
– 1.127 |
– 1.127 |
– 1.127 |
– 1.409 |
– 1.550 |
27.626 |
– 986 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.03 Aanleg |
212.828 |
134.907 |
231.215 |
203.705 |
191.062 |
183.570 |
55.906 |
284.846 |
195.346 |
205.725 |
89.658 |
297.109 |
358.764 |
347.961 |
44.865 |
|||
Overboekingen binnen vaarwegen |
neutraal |
7.213 |
– 527 |
15.105 |
– 375 |
– 375 |
– 375 |
– 375 |
– 375 |
– 2.700 |
– 2.790 |
16 |
||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
23.345 |
3.343 |
1.906 |
1.492 |
936 |
372 |
3.487 |
118 |
4.048 |
65 |
65 |
65 |
65 |
65 |
7.250 |
65 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
54.296 |
99.208 |
– 86.120 |
2.899 |
– 27.428 |
6.345 |
– 147 |
7.024 |
46 |
15.588 |
– 1.534 |
– 1.502 |
– 1.503 |
– 7.703 |
– 59.469 |
6 |
Areaalgroei vaarwegen |
Intens./extens. |
170.335 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
14.000 |
41.815 |
43.982 |
14.539 |
26 |
|||||||
Generale kasschuif |
Intens./extens. |
0 |
10.000 |
– 10.000 |
35 |
|||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
57.112 |
116.219 |
– 75.003 |
– 6.540 |
– 27.431 |
9.457 |
– 404 |
25.072 |
14.111 |
29.653 |
9.831 |
9.773 |
40.377 |
43.529 |
– 44.865 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.03 Aanleg |
269.940 |
251.126 |
156.212 |
197.166 |
163.631 |
193.027 |
55.502 |
309.918 |
209.457 |
235.378 |
99.489 |
306.882 |
399.141 |
391.490 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN |
238.793 |
227.191 |
225.146 |
223.351 |
221.780 |
221.623 |
221.578 |
223.836 |
224.078 |
224.211 |
224.716 |
224.974 |
224.967 |
224.991 |
224.183 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
8.577 |
8.437 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
8.577 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
8.436 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN |
247.370 |
235.628 |
233.582 |
231.787 |
230.216 |
230.059 |
230.155 |
232.272 |
232.514 |
232.647 |
233.152 |
233.410 |
233.403 |
233.427 |
232.619 |
|||
Overboekingen binnen vaarwegen |
neutraal |
2.625 |
375 |
375 |
375 |
375 |
375 |
375 |
375 |
16 |
||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
2.561 |
177 |
169 |
169 |
170 |
170 |
170 |
170 |
171 |
171 |
171 |
171 |
171 |
171 |
171 |
171 |
3 |
Loonbijstelling 2014 |
Intens./extens. |
4.194 |
300 |
285 |
282 |
280 |
277 |
277 |
277 |
277 |
277 |
277 |
277 |
277 |
277 |
277 |
277 |
32 |
Landelijke taken RWS |
neutraal |
143.297 |
10.132 |
10.125 |
10.116 |
10.107 |
10.118 |
10.110 |
10.341 |
10.336 |
10.305 |
10.325 |
10.321 |
10.321 |
10.317 |
10.323 |
33 |
|
Maatwerk KNMI |
Intens./extens. |
– 946 |
– 946 |
34 |
||||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 94 |
10.961 |
10.951 |
10.941 |
10.929 |
10.940 |
10.932 |
10.788 |
10.783 |
10.753 |
10.773 |
10.769 |
10.769 |
10.765 |
10.771 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN |
247.276 |
246.589 |
244.533 |
242.728 |
241.145 |
240.999 |
241.087 |
243.060 |
243.297 |
243.400 |
243.925 |
244.179 |
244.172 |
244.192 |
243.390 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.07 Investeringsruimte HVWN |
– 11.451 |
– 9.724 |
– 8.784 |
– 5.888 |
– 5.062 |
– 5.297 |
– 4.853 |
– 8.611 |
– 4.743 |
– 4.735 |
61.105 |
31.300 |
11.052 |
68.065 |
133.257 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 29.180 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.07 Investeringsruimte HVWN |
– 11.451 |
– 9.724 |
– 8.784 |
– 5.888 |
– 5.062 |
– 5.297 |
– 4.853 |
– 8.611 |
– 4.743 |
– 4.735 |
61.105 |
31.300 |
11.052 |
38.885 |
133.257 |
|||
Overboekingen binnen vaarwegen |
neutraal |
– 7.191 |
3.064 |
3.755 |
2.700 |
2.790 |
– 19.500 |
16 |
||||||||||
Overboeking over artikelen (vaarwegen) |
Intens./extens. |
2.197 |
2.197 |
17 |
||||||||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
– 73.022 |
– 7.663 |
– 6.930 |
– 5.552 |
– 4.120 |
– 3.223 |
– 6.146 |
– 2.946 |
– 6.944 |
– 3.073 |
– 3.064 |
– 3.312 |
– 2.893 |
– 2.874 |
– 10.027 |
– 4.256 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 3.064 |
– 5.952 |
34.221 |
– 25.205 |
6 |
|||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 7.663 |
– 6.930 |
– 5.552 |
– 4.120 |
– 3.223 |
– 6.146 |
– 2.946 |
– 6.944 |
– 3.073 |
– 3.064 |
– 612 |
– 103 |
– 2.874 |
24.194 |
– 48.961 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.07 Investeringsruimte HVWN |
– 19.114 |
– 16.654 |
– 14.336 |
– 10.008 |
– 8.285 |
– 11.443 |
– 7.799 |
– 15.555 |
– 7.816 |
– 7.799 |
60.493 |
31.197 |
8.178 |
63.079 |
84.296 |
|||
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 HVWN |
895.163 |
776.952 |
738.518 |
666.205 |
640.547 |
630.388 |
511.001 |
756.949 |
676.297 |
686.616 |
656.883 |
806.010 |
847.536 |
862.488 |
646.753 |
|||
Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 HVWN |
856.310 |
773.179 |
791.852 |
690.655 |
638.997 |
628.838 |
510.015 |
755.258 |
674.606 |
684.925 |
655.192 |
804.037 |
845.422 |
860.370 |
645.203 |
|||
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 HVWN |
884.286 |
883.431 |
741.835 |
692.847 |
638.590 |
630.934 |
511.941 |
779.258 |
686.475 |
696.818 |
667.063 |
816.006 |
885.226 |
927.362 |
586.566 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten HVWN |
32.113 |
6.676 |
7.530 |
14.510 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
38.739 |
1.965 |
7.025 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten HVWN |
70.852 |
8.641 |
14.555 |
14.510 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Overboekingen binnen vaarwegen |
neutraal |
2.855 |
2.855 |
16 |
||||||||||||||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 19.199 |
18.339 |
860 |
6 |
||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
|
– 16.344 |
18.339 |
860 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten HVWN |
|
54.508 |
26.980 |
15.415 |
14.510 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet
2. Prijsbijstelling tranche 2014
Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
2. Kasschuiven
Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.
16. Overboekingen binnen vaarwegen
Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 15 Vaarwegen tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:
– Defensie heeft de Tweede Kamer schriftelijk (11 maart 2014, kamerstuk 25 928, nr. 57) geïnformeerd over verdere vertraging van de komst van de NH90 helikopter. Tot en met 1 juli 2020 wordt de helikoptercapaciteit voor zoek en reddingsacties op zee (SAR: search and rescue) uitbesteed.
– De verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.
– De verwachte opbrengsten door vermindering van de inhuur zal optreden bij de externe productkosten (EPK) bij aanlegprojecten. Dit leidt tot een jaarlijkse afname van het EPK planuitwerkingsbudget bij HWN van € 1,025 miljoen en bij HVWN van € 0,375 miljoen.
– Maasroute, modernisering fase 2: In het verleden zijn door project Maasroute werken uitgevoerd in het kader van Beheer en Onderhoud; Maasroute heeft deze werken voorgefinancierd. Middelen komen weer terug.
17. Overboeking over artikelen (vaarwegen)
– Eind 2011 is een convenant gesloten met de provincies Friesland en Groningen waarbij RWS de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer en eigendom krijgt en de zijtakken bij de provincies blijven. Voor de afkoop van de zijtakken is aan de provincies destijds 186 miljoen betaald. Met betrekking tot het achterstallig onderhoud Harinxmakanaal is in dit kader destijds afgesproken om hier de RINK/RIO systematiek toe te passen zodat het achterstallig onderhoud conform RWS normen kan worden berekend. RWS en provincie Friesland hebben op basis van de uit deze systematiek voortkomende inspectieresultaten inmiddels een voorstel uitgewerkt. De totale omvang van het uitgewerkte voorstel ten behoeve van de afkoop van het achterstallig onderhoud bedraagt € 27,75 miljoen waarvan reeds € 6 miljoen betaald is in 2011 als onderdeel van de afkoop van de zijtakken. Het resterende te betalen deel aan de provincie Friesland bedraagt derhalve € 21,75 miljoen (alle bedragen exclusief 15% BTW).
– Container Transferium Alblasserdam (CTA): Als gevolg van een aangepaste terminal lay-out zijn de taakstellende bijdragen van Rijk en provincie Zuid-Holland gereduceerd. Omdat het initiële bedrag (€ 6 miljoen) van de Container Terminal Alblasserdam is gefinancierd uit HVWN wordt de vrijval aan de investeringsruimte HVWN toegevoegd.
26. Areaalgroei vaarwegen
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofvaarwegennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028.
Deze reservering op het artikelonderdeel Verkenningen en Planuitwerkingen (IF 15.03.02) is afkomstig uit de eerder getroffen reservering op artikelonderdeel 18.12 van het Infrastructuurfonds. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 15.02.01).
30. Cyber security
Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 noodzakelijk zijn.
32. Loonbijstelling 2014
Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
33. Landelijke Taken RWS
In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervaging en renovatie bij deze begroting.
34. Maatwerk KNMI
Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS waaronder gladheidbestrijding. Deze dienstverlening werd aanvankelijk tussen agentschappen gefactureerd maar conform sturingafspraken nu door middel van budgettaire overboeking toegevoegd aan het KNMI.
35. Generale kasschuif
Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.
Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer |
Categorie |
Totaal mutatie |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
102 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel |
102 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel |
102 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute |
6.114 |
6.114 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
3.501 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute |
9.615 |
6.114 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 3.996 |
– 1.059 |
5.055 |
6 |
||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 3.996 |
– 1.059 |
5.055 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute |
5.619 |
5.055 |
5.055 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.03 HSL |
159 |
159 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
13.327 |
455 |
765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.03 HSL |
13.486 |
614 |
765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Overboeking over artikelen (mega's) |
Intens./extens. |
– 7.614 |
– 7.614 |
19 |
||||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 7.614 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.03 HSL |
5.872 |
614 |
765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.06 PMR |
18.095 |
17.562 |
16.104 |
15.126 |
2.665 |
2.006 |
1.914 |
12.137 |
61 |
78 |
68 |
100 |
99 |
102 |
2 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
24.609 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.06 PMR |
42.704 |
17.562 |
16.104 |
15.126 |
2.665 |
2.006 |
1.914 |
12.137 |
61 |
78 |
68 |
100 |
99 |
102 |
2 |
|||
Verwerking index 2104 |
Intens./extens. |
2.086 |
76 |
60 |
60 |
60 |
60 |
1 |
1 |
47 |
47 |
47 |
47 |
47 |
47 |
47 |
1.439 |
3 |
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 38.642 |
– 14.140 |
– 12.651 |
– 11.657 |
808 |
– 1.531 |
– 1.430 |
– 9.353 |
2.723 |
2.706 |
2.721 |
2.689 |
2.690 |
2.687 |
72.380 |
6 |
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 38.566 |
– 14.080 |
– 12.591 |
– 11.597 |
868 |
– 1.530 |
– 1.429 |
– 9.306 |
2.770 |
2.753 |
2.768 |
2.736 |
2.737 |
2.734 |
73.819 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.06 PMR |
4.138 |
3.482 |
3.513 |
3.529 |
3.533 |
476 |
485 |
2.831 |
2.831 |
2.831 |
2.836 |
2.836 |
2.836 |
2.836 |
73.821 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.07 ERTMS Landelijke invoer |
||||||||||||||||||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
25.000 |
40.000 |
30.000 |
221.162 |
242.153 |
230.473 |
274.148 |
323.000 |
307.000 |
247.000 |
185.000 |
150.000 |
125.000 |
100.000 |
70.000 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.07 ERTMS Landelijke invoer |
25.000 |
40.000 |
30.000 |
221.162 |
242.153 |
230.473 |
274.148 |
323.000 |
307.000 |
247.000 |
185.000 |
150.000 |
125.000 |
100.000 |
70.000 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.07 ERTMS Landelijke invoer |
25.000 |
40.000 |
30.000 |
221.162 |
242.153 |
230.473 |
274.148 |
323.000 |
307.000 |
247.000 |
185.000 |
150.000 |
125.000 |
100.000 |
70.000 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Conversie ZuidasDok |
1.399.090 |
94.588 |
125.644 |
116.856 |
105.251 |
96.426 |
155.695 |
179.710 |
181.323 |
119.311 |
87.634 |
53.311 |
34.357 |
20.332 |
28.652 |
36 |
||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
94.588 |
125.644 |
116.856 |
105.251 |
96.426 |
155.695 |
179.710 |
181.323 |
119.311 |
87.634 |
53.311 |
34.357 |
20.332 |
28.652 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok |
0 |
94.588 |
125.644 |
116.856 |
105.251 |
96.426 |
155.695 |
179.710 |
181.323 |
119.311 |
87.634 |
53.311 |
34.357 |
20.332 |
28.652 |
|||
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Mega VenV |
24.368 |
23.835 |
16.104 |
15.126 |
2.665 |
2.006 |
1.914 |
12.137 |
61 |
78 |
68 |
100 |
99 |
102 |
2 |
|||
Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Mega VenV |
90.907 |
64.290 |
46.869 |
236.288 |
244.818 |
232.479 |
276.062 |
335.137 |
307.061 |
247.078 |
185.068 |
150.100 |
125.099 |
100.102 |
70.002 |
|||
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Mega VenV |
40.731 |
143.740 |
164.978 |
341.547 |
350.937 |
327.375 |
430.327 |
505.541 |
491.155 |
369.141 |
275.470 |
206.148 |
162.194 |
123.168 |
172.473 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten Mega VenV |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
3.000 |
455 |
765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten Mega VenV |
3.000 |
455 |
765 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Kasschuiven |
Intens./extens. |
0 |
– 1.000 |
1.000 |
6 |
|||||||||||||
Conversie ZuidasDok |
Intens./extens. |
420.222 |
38.892 |
24.112 |
35.279 |
32.363 |
55.924 |
59.919 |
75.886 |
44.700 |
25.875 |
12.401 |
8.641 |
6.230 |
||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 1.000 |
39.892 |
24.112 |
35.279 |
32.363 |
55.924 |
59.919 |
75.886 |
44.700 |
25.875 |
12.401 |
8.641 |
6.230 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten Mega VenV |
2.000 |
40.347 |
24.877 |
35.279 |
32.363 |
55.924 |
59.919 |
75.886 |
44.700 |
25.875 |
12.401 |
8.641 |
6.230 |
0 |
0 |
Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer
2. Prijsbijstelling tranche 2014
Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
2. Kasschuiven
Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.
19. Overboeking over artikelen (mega’s)
– Bij Najaarsnota 2013 is de eerste fase van de pilot geluid overgeheveld van IF 17 naar IF 13. Nu wordt ook de tweede fase pilot geluid overgeheveld alsmede een aantal andere maatregelen die infraspeed zal uitvoeren (€ 7,1 miljoen).
– De overdracht beheer HSL-Zuid van IF17 naar IF13 voor de door RWS aan ProRail overgedragen werkzaamheden (€ 0,5 miljoen).
36. Conversie ZuidasDok
De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan efficiënte projectadministratieve, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland een bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu tevens verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.
Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten |
Categorie |
Totaal mutatie |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg. |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg. |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg. |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.02 Beter Benutten |
0 |
50.000 |
125.000 |
125.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
– 128 |
– 277 |
– 277 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.02 Beter Benutten |
0 |
49.872 |
124.723 |
124.723 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.02 Beter Benutten |
0 |
49.872 |
124.723 |
124.723 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv. |
5.965 |
3.057 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
1.519 |
– 8 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv. |
7.484 |
3.049 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Overboeking over artikelen (overig) |
Intens./extens. |
– 2.197 |
– 2.197 |
22 |
||||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
– 2.197 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv. |
7.484 |
852 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
2.027 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak |
2.027 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak |
2.027 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid |
2.526 |
2.000 |
2.009 |
2.000 |
1.000 |
1.000 |
898 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
909 |
– 5 |
– 4 |
– 4 |
0 |
– 135 |
– 135 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid |
3.435 |
1.995 |
2.005 |
1.996 |
1.000 |
865 |
763 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid |
3.435 |
1.995 |
2.005 |
1.996 |
1.000 |
865 |
763 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp. |
42 |
42 |
42 |
42 |
42 |
42 |
42 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
264 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 6 |
– 6 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp. |
306 |
42 |
42 |
42 |
42 |
36 |
36 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp. |
306 |
42 |
42 |
42 |
42 |
36 |
36 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten |
226.499 |
216.996 |
199.892 |
179.884 |
155.677 |
153.169 |
153.050 |
153.749 |
154.303 |
154.664 |
147.383 |
148.082 |
148.063 |
148.127 |
145.937 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
620 |
1.994 |
2.665 |
– 210 |
– 216 |
– 222 |
– 228 |
– 234 |
– 240 |
– 246 |
– 252 |
– 258 |
– 264 |
– 270 |
– 276 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten |
227.119 |
218.990 |
202.557 |
179.674 |
155.461 |
152.947 |
152.822 |
153.515 |
154.063 |
154.418 |
147.131 |
147.824 |
147.799 |
147.857 |
145.661 |
|||
Overboeking met HXII: overig |
Intens./extens. |
710 |
710 |
23 |
||||||||||||||
Verwerking index 2104 |
Intens./extens. |
9.065 |
610 |
587 |
596 |
606 |
605 |
606 |
726 |
485 |
727 |
485 |
606 |
606 |
606 |
727 |
485 |
3 |
Overboeking met HXII: overig |
Intens./extens. |
125 |
23 |
|||||||||||||||
Loonbijstelling 2014 |
Intens./extens. |
2.890 |
272 |
265 |
228 |
203 |
182 |
174 |
174 |
174 |
174 |
174 |
174 |
174 |
174 |
174 |
174 |
32 |
Mutaties Miljoenennota 2015 |
1.717 |
852 |
824 |
809 |
787 |
780 |
900 |
659 |
901 |
659 |
780 |
780 |
780 |
901 |
659 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten |
228.837 |
219.842 |
203.381 |
180.483 |
156.248 |
153.727 |
153.722 |
154.174 |
154.964 |
155.077 |
147.911 |
148.604 |
148.579 |
148.758 |
146.320 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
355.729 |
432.729 |
438.859 |
438.859 |
438.859 |
465.334 |
465.334 |
465.334 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 1.409 |
– 1.268 |
– 1.268 |
– 1.409 |
– 1.409 |
– 1.409 |
– 1.409 |
– 1.409 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
354.320 |
431.461 |
437.591 |
437.450 |
437.450 |
463.925 |
463.925 |
463.925 |
|||
V+R, tranche 2, wegen |
Intens./extens. |
– 28.378 |
– 28.378 |
4 |
||||||||||||||
Overboeking over artikelen (overig) |
Intens./extens. |
– 60.013 |
– 35.000 |
– 25.013 |
22 |
|||||||||||||
Areaalgroei vaarwegen |
Intens./extens. |
– 170.335 |
– 14.000 |
– 14.000 |
– 14.000 |
– 14.000 |
– 14.000 |
– 41.815 |
– 43.982 |
– 14.539 |
26 |
|||||||
Areaalgroei DF |
Intens./extens. |
– 107.479 |
– 10.881 |
– 10.907 |
– 17.037 |
– 17.011 |
– 17.011 |
– 15.671 |
– 8.834 |
– 10.127 |
25 |
|||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 88.259 |
– 24.907 |
– 31.037 |
– 31.011 |
– 31.011 |
– 57.486 |
– 77.829 |
– 24.666 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
266.061 |
406.554 |
406.554 |
406.439 |
406.439 |
406.439 |
386.096 |
439.259 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.732 |
18.732 |
31.555 |
31.555 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.732 |
18.732 |
31.555 |
31.555 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
|||
Desalderingen overig |
desaldering |
– 105.043 |
– 391 |
– 391 |
– 13.213 |
– 13.213 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
21 |
|||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 391 |
– 391 |
– 13.213 |
– 13.213 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.341 |
18.342 |
18.342 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.14 Minregel mandje spoor |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.14 Minregel mandje spoor |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Correctie rentevrijval |
Intens./extens. |
– 512.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
27 |
|||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.14 Minregel mandje spoor |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
|||
Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Overige uitg.en ontv. |
235.032 |
272.095 |
326.943 |
306.926 |
156.719 |
172.943 |
172.722 |
541.033 |
618.587 |
644.969 |
637.688 |
638.387 |
664.843 |
664.907 |
662.717 |
|||
Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Overige uitg.en ontv. |
240.372 |
273.948 |
329.327 |
306.435 |
156.503 |
172.580 |
172.354 |
539.390 |
617.079 |
643.455 |
636.027 |
636.720 |
663.170 |
663.228 |
661.032 |
|||
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Overige uitg.en ontv. |
242.089 |
272.602 |
330.151 |
307.243 |
157.290 |
172.969 |
172.862 |
374.576 |
515.860 |
536.104 |
528.822 |
529.515 |
529.491 |
509.328 |
560.053 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.732 |
18.732 |
31.555 |
31.555 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten Overige uitg.en ontv. |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.732 |
18.732 |
31.555 |
31.555 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
|||
Desalderingen overig |
desaldering |
– 105.043 |
– 391 |
– 391 |
– 13.213 |
– 13.213 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
21 |
|||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 391 |
– 391 |
– 13.213 |
– 13.213 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
– 12.972 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten Overige uitg.en ontv. |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.341 |
18.342 |
18.342 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
38.474 |
|||
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 12.263 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo |
– 12.263 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo |
– 12.263 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Totaal ontvangsten stand ontwerpbegroting 2014 Overige uitg.en ontv. |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.732 |
18.732 |
31.555 |
31.555 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
|||
Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2014 Overige uitg.en ontv. |
– 12.263 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.732 |
18.732 |
31.555 |
31.555 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
51.446 |
|||
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2015 Overige uitg.en ontv. |
– 12.263 |
0 |
0 |
0 |
0 |
18.341 |
18.341 |
18.342 |
18.342 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.473 |
38.474 |
38.474 |
Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten
2. Prijsbijstelling tranche 2014
Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
2. V+R, tranche 2, wegen
Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurd in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd. Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019.
21. Desalderingen overig
Deze desaldering (uitgaven/ontvangsten) betreft:
– Afschaffen van tol op de A13/A16: Door de tol op de A13/16 wordt deze nieuwe schakel niet optimaal benut. Er is daarom besloten om af te zien van tol op de A13/16. Hiermee wordt deze nieuwe verbinding maximaal benut, zodat de bereikbaarheid en leefbaarheid in deze regio op peil gehouden kan worden.
– De indexering van de tolopgave naar prijspeil 2014.
22. Overboeking over artikelen (overig)
– Eind 2011 is een convenant gesloten met de provincies Friesland en Groningen waarbij RWS de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer en eigendom krijgt en de zijtakken bij de provincies blijven. Voor de afkoop van de zijtakken is aan de provincies destijds € 186 miljoen betaald. Met betrekking tot het achterstallig onderhoud Harinxmakanaal is in dit kader destijds afgesproken om hier de RINK/RIO systematiek toe te passen zodat het achterstallig onderhoud conform RWS normen kan worden berekend. RWS en provincie Friesland hebben op basis van de uit deze systematiek voortkomende inspectieresultaten inmiddels een voorstel uitgewerkt. De totale omvang van het uitgewerkte voorstel ten behoeve van de afkoop van het achterstallig onderhoud bedraagt € 27,75 miljoen waarvan reeds € 6 miljoen betaald is in 2011 als onderdeel van de afkoop van de zijtakken. Het resterende te betalen deel aan de provincie Friesland bedraagt derhalve € 21,75 miljoen (alle bedragen exclusief 15% BTW).
– Container Transferium Alblasserdam: Als gevolg van een aangepaste terminal lay-out zijn de taakstellende bijdragen van Rijk en provincie Zuid-Holland gereduceerd. Omdat het initiële bedrag (€ 6 miljoen) van de Container Terminal Alblasserdam is gefinancierd uit HVWN wordt de vrijval aan de investeringsruimte HVWN toegevoegd.
– Voor een aanbestedingstegenvaller bij V&R project Velsertunnel wordt € 35 miljoen uit de reservering op artikel 18.12 van het IF voor het Programma Vervangingen en Renovaties toegevoegd aan het budget voor Tranche 1, waarvan project A22 Velsertunnel deel uitmaakt.
23. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: overig
Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:
– Deltares voor onderzoek naar de aardbevingsbestendigheid van kades bij de noordzijde van het Eemskanaal (€ 0,2 miljoen).
– Voor de bekostiging van de afspraken baangarantie uit het sociaal akkoord wordt € 0,5 miljoen overgeboekt uit het Transitiebudget naar de RWS.
– Overboeking aan RWS voor van AnaarBeter.nl.
25. Areaalgroei Deltafonds
Op artikelonderdeel 18.12 zijn in de periode 2020–2028 middelen gereserveerd ten behoeve van de areaalgroei (BenO) van het Deltafonds. In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, de areaalgroei op het Deltafonds in kaart gebracht. De middelen die hiervoor nog op het IF gereserveerd waren worden met deze mutatie overgeboekt naar het Deltafonds. Hiermee wordt een reservering op het Deltafonds getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie ook mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds.
26. Areaalgroei vaarwegen
Op artikelonderdeel 18.12 zijn in de periode 2020–2028 zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de areaalgroei (BenO) van het Hoofdvaarwegennet. In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofvaarwegennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028. Toewijzing en overboeken van de reservering voor HVWN naar het PUV-budget van artikel 15 Hoofdvaarwegennet vindt nu plaats in deze begroting. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF15.02.01).
27. Correctie rentevrijval
Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.
32. Loonbijstelling 2014
Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk |
Categorie |
Totaal mutatie |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 19.09 |
6.363.354 |
5.342.183 |
5.293.820 |
5.992.468 |
5.657.539 |
5.854.917 |
5.916.322 |
5.308.933 |
5.568.182 |
5.569.271 |
5.469.885 |
5.452.624 |
5.454.908 |
5.455.040 |
5.448.522 |
|||
Mutaties voorjaarsnota 2014 |
– 440.074 |
– 14.040 |
268.538 |
83.522 |
– 66.484 |
– 116.490 |
– 12.452 |
– 12.458 |
– 12.464 |
– 12.470 |
– 12.476 |
– 12.482 |
– 12.488 |
– 12.494 |
– 12.496 |
|||
Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 19.09 |
5.923.280 |
5.328.143 |
5.562.358 |
6.075.990 |
5.591.055 |
5.738.427 |
5.903.870 |
5.296.475 |
5.555.718 |
5.556.801 |
5.457.409 |
5.440.142 |
5.442.420 |
5.442.546 |
5.436.026 |
|||
Overboeking met HXII: spoor |
Intens./extens. |
1.173 |
5.173 |
– 4.000 |
11 |
|||||||||||||
Overboeking met HXII: Reglok |
Intens./extens. |
– 101.287 |
– 101.287 |
14 |
||||||||||||||
Overboeking met HXII: overig |
Intens./extens. |
835 |
835 |
23 |
||||||||||||||
Verwerking index 2014 |
Intens./extens. |
50.905 |
8.187 |
4.186 |
3.062 |
3.519 |
2.265 |
2.998 |
3.121 |
2.844 |
3.085 |
2.841 |
2.962 |
2.961 |
2.959 |
3.078 |
2.838 |
3 |
Areaalgroei DF |
Intens./extens. |
– 107.478 |
– 10.881 |
– 10.907 |
– 17.037 |
– 17.011 |
– 17.011 |
– 15.671 |
– 8.834 |
– 10.127 |
25 |
|||||||
Correctie rentevrijval |
Intens./extens. |
– 512.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
– 64.000 |
27 |
|||||||
Cyber security |
Intens./extens. |
15.254 |
15.254 |
30 |
||||||||||||||
Overboeking met HXII: wegen |
Intens./extens. |
– 8.835 |
– 8.835 |
31 |
||||||||||||||
Loonbijstelling 2014 |
Intens./extens. |
13.674 |
1.040 |
1.032 |
953 |
918 |
891 |
884 |
884 |
884 |
884 |
884 |
884 |
884 |
884 |
884 |
884 |
32 |
Maatwerk KNMI |
Intens./extens. |
– 1.416 |
– 1.416 |
34 |
||||||||||||||
Generale kasschuif |
Intens./extens. |
0 |
40.000 |
– 40.000 |
35 |
|||||||||||||
Mutaties Miljoenennota 2015 |
– 81.049 |
1.218 |
44.015 |
– 35.563 |
3.156 |
3.882 |
4.005 |
– 71.152 |
– 70.938 |
– 77.312 |
– 77.165 |
– 77.165 |
– 75.828 |
– 68.872 |
– 70.405 |
|||
Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 19.09 |
5.842.231 |
5.329.360 |
5.606.372 |
6.040.426 |
5.594.213 |
5.742.309 |
5.907.874 |
5.225.322 |
5.484.780 |
5.479.489 |
5.380.244 |
5.362.976 |
5.366.592 |
5.373.674 |
5.365.621 |
|||
Totaal ontvangsten stand ontwerpbegroting 2014 |
6.363.354 |
5.342.183 |
5.293.820 |
5.992.468 |
5.657.539 |
5.854.917 |
5.916.322 |
5.308.933 |
5.568.182 |
5.569.271 |
5.469.885 |
5.452.624 |
5.454.908 |
5.455.040 |
5.448.522 |
|||
Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2014 |
5.923.280 |
5.328.143 |
5.562.358 |
6.075.990 |
5.591.055 |
5.738.427 |
5.903.870 |
5.296.475 |
5.555.718 |
5.556.801 |
5.457.409 |
5.440.142 |
5.442.420 |
5.442.546 |
5.436.026 |
Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
2. Prijsbijstelling tranche 2014
Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.
11. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: spoor
Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:
– Actieplan groei op het spoor (€ 1,2 miljoen).
14. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: Reglok
Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:
– Een betaling aan de Waddenveren (€ 9 miljoen). De jarenlange concurrentiestrijd tussen TSM Doeksen en Eigen Veerdienst Terschelling (EVT) is beslecht. Doeksen neemt de veerdienst over van Eigen Veerdienst Terschelling. EVT stopt met varen. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld.
– Voor het project FlorijnAs, een concreet project binnen het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, vervult de gemeente Assen de rol van contracterende partij. Om deze rol te kunnen vervullen stort IenM, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van het taakstellende budget in het Gemeentefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog de uitkering over 2014 zal zijn. Er wordt € 2,8 miljoen afgedragen aan het BTW Compensatiefonds.
– Het regiodeel van het Ruimtelijk Economisch Programma, onderdeel binnen het RSP, is indertijd geparkeerd op de begroting van IenM. IenM stort, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van dit budget in het Provinciefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog over 2014 de uitkering aan de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Flevoland zal zijn.
23. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: overig
Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:
– Deltares voor onderzoek naar de aardbevingsbestendigheid van kades bij de noordzijde van het Eemskanaal (€ 0,2 miljoen).
– Voor de bekostiging van de afspraken baangarantie uit het sociaal akkoord wordt € 0,5 miljoen overgeboekt uit het Transitiebudget naar de RWS.
– Overboeking aan RWS voor van AnaarBeter.nl.
25. Areaalgroei Deltafonds
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 78 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (DF 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.
27. Correctie rentevrijval
Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.
30. Cyber security
Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 noodzakelijk zijn.
31. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: wegen
Voor de IODS-kwaliteitsprojecten (Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam; Bestuurlijke Overeenkomst bij het Tracébesluit A4 Delft-Schiedam) «Sanering verspreid liggend glas» en «Groen ondernemen» wordt een bijdrage gedaan (2e tranche) aan de gemeente Midden-Delfland. Deze middelen worden via BZK in het Gemeentefonds gestort zoals ook bij de 1e tranche is gebeurd.
32. Loonbijstelling 2014
Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.
34. Maatwerk KNMI
Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS waaronder gladheidbestrijding. Deze dienstverlening werd aanvankelijk tussen agentschappen gefactureerd maar conform sturingafspraken nu door middel van budgettaire overboeking toegevoegd aan het KNMI.
35. Generale kasschuif
Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.
De Kustwacht Nederland nieuwe stijl is sinds 1 januari 2007 actief. De Minister van IenM is als coördinerend Minister voor Noordzeelandgelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en begroting voor de Noordzee. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht, wat betekent dat deze verantwoordelijk is voor het opstellen van het activiteitenplan en begroting Kustwacht NL alsmede de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht betrokken ministeries behouden hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het integrale beleid en daarvan afgeleide activiteitenplan en begroting waarover de ministerraad beslist, worden zodanig concreet dat elke Minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende departementen en de Kustwacht NL.
De overzichtsconstructie is gebaseerd op het door het Ministerie van Defensie opgestelde activiteitenplan en begroting 2014 (APB-2014) en wordt door het Ministerie van IenM gepubliceerd in de rol van coördinerend ministerie. In de overzichtsconstructie wordt een onderscheid gemaakt in de uitgaven/kosten van de Kustwacht zelf en de uitgaven/kosten die de deelnemende departementen ten behoeve van de Kustwacht verrichten.
Defensie/kustwacht:
– Betreft het budget van de Kustwacht NL.
– Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum (KWC), nagenoeg de gehele personele bezetting is Defensiepersoneel. Het KWC is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.
Bijdragen andere departementen:
Veiligheid en Justitie:
– De inzet van politiehelikopters geschiedt op planning of afroep voor luchtwaarneming of spoedeisende zoekvluchten.
– De inzet van de politie (personeel), bestaande uit opstappers voor de schepen, luchtwaarnemers, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.
Financiën:
– De inzet van de Douane (personeel), bestaande uit opstappers voor de schepen, luchtwaarnemers, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.
Defensie:
– De inzet van de Koninklijke Marechaussee (personeel), bestaande uit opstappers voor de schepen, luchtwaarnemers, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.
– De inzet van de Koninklijke Marine (personeel) voor het Maritiem Informatie Knooppunt.
– De salarissen van de vliegers ten behoeve van de Kustwachtvliegtuigen.
– De beheerskosten van Defensie.
Infrastructuur en Milieu:
– De inzet van vaarwegmarkering, loodsen, luchtwaarnemers en liaison.
Economische zaken:
– De inzet van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit/Algemene Inspectiedienst (personeel) voor visserijcontrole op het NCP en in internationaal verband, bestaande uit opstappers voor de schepen, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.
– De inzet van Staatstoezicht op Mijnen (personeel), bestaande uit opstappers en liaison.
Departement |
Begroting |
Activiteit |
Doel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Defensie / Kustwacht: |
||||||||||
Defensie / kustwacht |
X |
Uitvoering Kustwachttaken |
Centrale coördinatie kustwachttaken |
20.828 |
21.977 |
21.971 |
21.422 |
21.422 |
16.837 |
16.837 |
Defensie / kustwacht |
X |
Salarissen (MP en BP) |
3.573 |
3.675 |
3.675 |
3.675 |
3.675 |
3.675 |
3.675 |
|
Defensie / kustwacht |
X |
Uitvoering Kustwachttaken |
Tijdelijke extra financiering noodsleephulp |
3.728 |
3.907 |
|||||
Subtotaal uitgaven kustwacht |
24.401 |
29.380 |
29.553 |
25.097 |
25.097 |
20.512 |
20.512 |
|||
Bijdragen andere departementen: |
||||||||||
Veiligheid en Justitie |
VI |
Inzet KLPD-personeel & helikopter |
Algemene handhaving / wetgeving scheepvaartverkeer / bemanningcontrole |
1.061 |
1.261 |
1.261 |
1.261 |
1.261 |
1.261 |
1.261 |
Financiën |
IX |
Inzet Douane personeel |
Fraudecontrole |
1.987 |
1.926 |
1.926 |
1.926 |
1.926 |
1.926 |
1.926 |
Defensie |
X |
Inzet Kmar-personeel voor grensbewaking, luchtwaarneming, liaison & HH-desk / inzet vliegers Dornier en beheerskosten |
Uitvoering grensbewaking / luchtsurveillances / beheerskosten Defensie |
4.916 |
5.880 |
5.880 |
5.880 |
5.880 |
5.880 |
5.880 |
Infrastructuur en Milieu |
XII |
Inzet vaarwegmarkering, loodsen, liaison, luchtwaarnemers |
Bijdragen aan veilig vaarwater, handhaving via luchtsurveillance |
3.114 |
3.390 |
3.390 |
3.390 |
3.390 |
3.390 |
3.390 |
Economische zaken |
XIII |
Inzet NVWA- en Sodm-personeel |
Visserijcontrole en Staatstoezicht op de Mijnen |
986 |
969 |
969 |
969 |
969 |
969 |
969 |
Subtotaal kosten/uitgaven andere departementen |
12.064 |
13.426 |
13.426 |
13.426 |
13.426 |
13.426 |
13.426 |
|||
Totale uitgaven ten behoeve van de Kustwacht |
36.465 |
42.806 |
42.979 |
38.523 |
38.523 |
33.938 |
33.938 |
Realisatie conform Jaarverslag 2013
Begroting 2014 – 2019 conform APB 2014 Kustwacht NL
In deze bijlage wordt, in aanvulling op de eerdere bijlagen, een beeld gegeven van de budgettaire ontwikkelingen bij beheer, onderhoud, vervanging en renovatie. Ingegaan wordt op de wijzigingen ten opzichte van het in de begroting 2013 gepresenteerde beeld over de efficiency en versobering van beheer en onderhoud (BenO). Bij de budgettaire aspecten per netwerk wordt aandacht besteed aan de wijze waarop met de groei van het netwerk (areaalgroei) rekening wordt gehouden. Tot slot is een overzicht opgenomen van de middelen en werkwijze voor vervanging en renovatie.
In bijlage 4.2 van de Infrastructuurbegroting 2012 heb ik u geïnformeerd over de niet gedekte onderhoudsproblematiek tot en met 2020 en over de mix van maatregelen om deze problematiek te beheersen.
Programma Versobering en Efficiency
Een van de maatregelen betreft een pakket aan efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. De afspraken over deze te realiseren maatregelen zijn opgenomen in het Programma Versobering en Efficiency. De versoberingen en efficiencymaatregelen worden stapsgewijs geïmplementeerd, omdat dit de mogelijkheid biedt om binnen het afgesproken budgettaire kader door een verstandige mix van maatregelen passend bij de lokale situatie optimalisaties aan te brengen. Hierdoor kunnen eventuele negatieve gevolgen voor doorstroming en veiligheid worden beperkt.
In bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2013 is de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingmaatregelen van € 1,64 miljard naar netwerk gepresenteerd. Hiervan is tot en met 2013 € 385 miljoen reeds gerealiseerd. Tevens is een inschatting opgenomen van de effecten op de veiligheid en doorstroming.
In aanvulling hierop wordt onderstaand ingegaan op de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingsmaatregelen a € 1,64 miljard naar netwerk. Hierbij worden zowel de initiële verwachting als de verwachte bandbreedte op basis van de verdere uitwerking en implementatie van de maatregelen in beeld gebracht. Daarnaast wordt ingegaan op de opgetreden effecten met betrekking tot veiligheid en doorstroming en de gewijzigde invulling van de post bijzondere baten. Wanneer het totaalpakket aan maatregelen bij de onderkant van de bandbreedte dreigt uit te komen, zal worden bijgestuurd door nieuwe maatregelen te treffen. Op basis van het huidige beeld is de inschatting dat het realiseren van het totale pakket van € 1,64 miljard aan versobering- en efficiencymaatregelen mogelijk is.
Netwerk |
Maatregel |
Initiële bedrag in mln. tot en met 2020 |
Bandbreedte bedragen in mln. tot en met 2020 |
---|---|---|---|
HWN |
Verminderen communicatie bij onderhoud |
30 |
30 |
HWN |
Versoberen bermbeheer |
40 |
30–40 |
HWN |
Onderhoud kunstwerken uiterste jaar |
50 |
45–50 |
HWN |
Versoberen verlichting |
35 |
35–40 |
HWN |
Verruimen werkvensters en op delen van het netwerk overdag werken met minder flankerende maatregelen |
75 |
75–80 |
HWN |
Versoberen Dynamisch VerkeersManagement (DVM) |
165 |
145–150 |
HVWN |
Minder maaien taluds |
10 |
10–15 |
HVWN |
Minder baggeren hoeken zeetoegangen |
35 |
40 |
HVWN |
Verminderen (wal)voorzieningen schippers |
10 |
10 |
HVWN |
Minder baggeren vaarwegen |
45 |
55 |
Subtotaal versoberingen |
495 |
475–510 |
|
Alle |
Efficiencymaatregelen |
800 |
720 – 840 |
Subtotaal efficiencymaatregelen |
800 |
720–840 |
|
Alle |
Besparing Landelijke Taken |
200 |
200 |
Alle |
Bijzondere baten ten behoeve van beheer en onderhoud 1 |
100 |
100 |
HWN |
Verhoging BenO budget |
45 |
45 |
Subtotaal overige maatregelen |
345 |
345 |
|
Totaal |
1.640 |
1.540 – 1.695 |
de invulling van de post bijzondere baten wordt gewijzigd. De voorbereidingen hiertoe zijn in gang gezet.
Effecten
De maatregel waarover vooraf ten aanzien van verkeersveiligheid de meeste zorgen bestonden, het doven van de verlichting, heeft tot eind 2013 geen aantoonbare effecten gehad op het aantal incidenten. Ook effecten van de versoberingen op de doorstroming zijn beperkt. De totale jaarlijkse hinder van werkzaamheden wijkt niet af van het patroon sinds 2009 van rond de vijf á zes procent van de totale filezwaarte. Hierbij past de nuancering dat de verruimende werkvensters nog niet optimaal worden benut. De Tweede Kamer is in de publieksrapportage rijkswegennet van juni 2014 geïnformeerd over deze effecten (Kamerstukken II, 33 750 A, nr. 72).
Bijzondere Baten ten behoeve van het Beheer en Onderhoud
Een deel van de oplossing van de BenO problematiek was gevonden in het inzetten van bijzondere baten. De verwachting was een bijdrage van € 10 miljoen per jaar, in totaal € 100 miljoen tot en met 2020. Deze bijzondere baten (zoals terugontvangen BTW) zijn in hun aard niet goed voorspelbaar. De daadwerkelijke realisatie loopt achter bij de verwachting. Daarom wordt de dekking uit deze bron in het kader van de mix aan maatregelen ter oplossing van de tekorten beheer en onderhoud, langs onderstaande lijnen ingevuld, waarmee de totale beoogde opbrengsten hetzelfde blijven.
1. De opbrengsten voor Beheer en Onderhoud HVWN liggen structureel € 3 miljoen per jaar hoger dan geraamd.
2. In het IBO rapport naar BenO is vermeld dat het heffen van leges voor de vergunningen die worden verleend op grond van de Waterwet gemiddeld € 4 miljoen per jaar kan opleveren.
3. Hiermee resteert een dekking uit bijzondere baten van € 3 miljoen per jaar.
In deze begroting is deze wijziging in financiële termen nog niet verwerkt omdat de regelgeving waarin de leges worden uitgewerkt nog niet gereed is.
Onderstaand is per netwerk het budget tot en met 2028 gepresenteerd, uitgesplitst naar de budgetten voor het reguliere verkeers- en watermanagement, het reguliere beheer en onderhoud, de direct toewijsbare landelijke taken en de areaalgroei.
De weergegeven budgetten voor areaalgroei betreffen uitsluitend projecten waarvoor in de ontwerpbegroting 2011 nog geen BenO middelen waren voorzien. Voor nieuwe projecten, waarvan de planuitwerking is gestart na de ontwerpbegroting 2011, worden bij het voorkeursbesluit naast de middelen voor aanleg ook middelen voor BenO gereserveerd op het artikelonderdeel voor planuitwerking en verkenningen. Op het moment dat wordt besloten daadwerkelijk met de realisatie te starten worden deze middelen vanuit het artikelonderdeel voor Planuitwerking en verkenningen aan het BenO budget toegevoegd.
Artikel 12 Hoofdwegen
Hoofdwegen |
Artikel onderdeel |
2014 1 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12.01 |
Verkeersmanagement |
2.592 |
4.038 |
3.617 |
3.617 |
3.617 |
3.618 |
3.617 |
3.613 |
12.06.02 |
Verkeersmanagement Landelijke Taken |
16.829 |
16.886 |
16.886 |
16.885 |
16.885 |
16.886 |
16.885 |
16.933 |
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken |
19.421 |
20.924 |
20.503 |
20.502 |
20.502 |
20.504 |
20.502 |
20.547 |
|
12.02.01 |
Beheer en Onderhoud |
517.948 |
427.979 |
486.602 |
478.751 |
472.217 |
478.659 |
478.547 |
454.157 |
12.06.02 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken |
13.038 |
16.888 |
16.830 |
16.780 |
16.773 |
16.780 |
16.778 |
16.887 |
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken |
530.986 |
444.867 |
503.432 |
495.531 |
488.989 |
495.439 |
495.325 |
471.043 |
|
|
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud |
550.407 |
465.791 |
523.935 |
516.033 |
509.491 |
515.943 |
515.827 |
491.590 |
de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 12.01 en 12.02
Hoofdwegen |
Artikel onderdeel |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2014–2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12.01 |
Verkeersmanagement |
3.611 |
3.610 |
3.609 |
3.607 |
3.607 |
3.607 |
3.614 |
53.597 |
12.06.02 |
Verkeersmanagement Landelijke Taken |
16.909 |
16.896 |
16.883 |
16.858 |
16.859 |
16.856 |
16.934 |
253.269 |
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken |
20.520 |
20.506 |
20.492 |
20.465 |
20.466 |
20.463 |
20.549 |
306.865 |
|
12.02.01 |
Beheer en Onderhoud |
454.073 |
454.030 |
453.984 |
453.898 |
427.423 |
682.115 |
429.660 |
7.150.042 |
12.06.02 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken |
16.883 |
16.880 |
16.877 |
16.872 |
16.872 |
16.872 |
16.887 |
248.894 |
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken |
470.956 |
470.910 |
470.861 |
470.769 |
444.294 |
698.986 |
446.547 |
7.398.936 |
|
|
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud |
491.477 |
491.416 |
491.353 |
491.234 |
464.760 |
719.449 |
467.096 |
7.705.801 |
Toelichting
Tot en met 2028 is circa € 7,7 miljard beschikbaar voor beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de gerelateerde landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwegennet op artikel 12 van het Infrastructuurfonds (IF). Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014–2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.
Voor de consequenties van areaaluitbreiding door aanleg op de budgetbehoefte voor het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet is in de begroting 2014 binnen het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (IF 12.03.02) een reservering getroffen, zie hiertoe bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van als gevolg van aanleg (areaalgroei) voor projecten met openstelling voor 2016 inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 799,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 12.02.01), zie tevens mutatie 29 in de verdiepingsbijlage bij artikel 12 IF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.
Artikel 15 Hoofdvaarwegen
Hoofdvaarwegen |
Artikel onderdeel |
2014 1 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15.01 |
Verkeersmanagement |
9.070 |
7.517 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
15.06.02 |
Verkeersmanagement Landelijke Taken |
4.916 |
4.895 |
4.901 |
4.901 |
4.901 |
4.901 |
4.901 |
4.912 |
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken |
13.986 |
12.411 |
13.281 |
13.281 |
13.281 |
13.281 |
13.281 |
13.292 |
|
15.02.01 |
Beheer en Onderhoud |
193.041 |
170.683 |
259.987 |
199.882 |
200.585 |
193.811 |
201.348 |
227.038 |
15.06.02 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken |
4.671 |
5.238 |
5.224 |
5.215 |
5.206 |
5.217 |
5.209 |
5.429 |
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken |
197.712 |
175.921 |
265.211 |
205.098 |
205.791 |
199.028 |
206.557 |
232.467 |
|
|
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud |
211.699 |
188.332 |
278.492 |
218.378 |
219.072 |
212.309 |
219.838 |
245.759 |
de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 15.01 en 15.02.
Hoofdvaarwegen |
Artikel onderdeel |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2014–2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
15.01 |
Verkeersmanagement |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
8.380 |
125.530 |
15.06.02 |
Verkeersmanagement Landelijke Taken |
4.912 |
4.912 |
4.912 |
4.912 |
4.912 |
4.912 |
4.912 |
73.608 |
Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken |
13.292 |
13.292 |
13.292 |
13.292 |
13.292 |
13.292 |
13.292 |
199.137 |
|
15.02.01 |
Beheer en Onderhoud |
226.679 |
201.537 |
220.455 |
220.401 |
220.404 |
217.637 |
230.711 |
3.184.199 |
15.06.02 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken |
5.424 |
5.393 |
5.414 |
5.410 |
5.410 |
5.406 |
5.411 |
79.277 |
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken |
232.102 |
206.930 |
225.869 |
225.811 |
225.813 |
223.043 |
236.122 |
3.263.476 |
|
|
Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud |
245.394 |
220.222 |
239.161 |
239.103 |
239.105 |
236.334 |
249.414 |
3.462.613 |
Toelichting
Tot en met 2028 is circa € 3,5 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken en de geoormerkte gelden ten behoeve van Overdracht Brokx-Nat en de Fries-Groningse kanalen op artikel 15 van het Infrastructuurfonds. Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd. Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014–2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdvaarwegennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028. Deze reservering op het artikelonderdeel Verkenningen en Planuitwerkingen (IF 15.03.02) is afkomstig uit de eerder getroffen reservering op artikelonderdeel 18.12 van het Infrastructuurfonds, zie tevens mutatie 26 in de verdiepingsbijlage bij artikel 15 IF en artikel 18 IF. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 15.02.01).
Artikel 3 Deltafonds watersystemen
Watersystemen |
Artikel onderdeel |
2014 1 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3.01 |
Watermanagement |
7.245 |
7.734 |
6.964 |
6.962 |
6.962 |
6.962 |
6.962 |
6.962 |
5.02.01 |
Watermanagement Landelijke Taken |
4.032 |
3.882 |
3.878 |
3.880 |
3.880 |
3.880 |
3.880 |
3.891 |
Totaal Watermanagement inclusief Landelijke taken |
11.277 |
11.616 |
10.842 |
10.842 |
10.842 |
10.842 |
10.842 |
10.853 |
|
Beheer en Onderhoud Waterveiligheid |
127.101 |
119.654 |
122.786 |
101.742 |
101.711 |
93.758 |
62.786 |
98.824 |
|
Beheer en Onderhoud Zoetwatervoorziening |
22.816 |
17.379 |
17.349 |
17.348 |
17.343 |
17.350 |
17.343 |
17.343 |
|
3.02.01 |
Beheer en Onderhoud |
149.917 |
137.033 |
140.134 |
119.090 |
119.054 |
111.108 |
80.129 |
116.167 |
5.02.01 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Waterveiligheid |
6.795 |
6.795 |
6.794 |
6.794 |
6.794 |
6.794 |
6.794 |
6.806 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Zoetwatervoorziening |
1.878 |
1.967 |
2.128 |
2.301 |
2.301 |
2.301 |
2.301 |
2.308 |
|
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken |
158.590 |
145.795 |
149.056 |
128.185 |
128.149 |
120.203 |
89.224 |
125.281 |
|
Totaal Watermanagement en Beheer en Onderhoud |
169.867 |
157.411 |
159.898 |
139.027 |
138.991 |
131.045 |
100.066 |
136.134 |
de middelen voor de landelijke taken watermanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 3.01 en 3.02.
Watersysteem |
Artikel onderdeel |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2014–2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3.01 |
Watermanagement |
6.962 |
6.962 |
6.987 |
6.987 |
6.987 |
7.183 |
6.790 |
105.609 |
5.02.01 |
Watermanagement Landelijke Taken |
3.891 |
3.891 |
3.866 |
3.866 |
3.866 |
3.974 |
3.758 |
58.317 |
Totaal Watermanagement inclusief Landelijke taken |
10.853 |
10.853 |
10.853 |
10.853 |
10.853 |
11.157 |
10.548 |
163.926 |
|
Beheer en Onderhoud Waterveiligheid |
98.379 |
138.098 |
114.177 |
151.072 |
108.019 |
100.684 |
102.012 |
1.640.802 |
|
Beheer en Onderhoud Zoetwatervoorziening |
17.233 |
17.454 |
17.343 |
17.343 |
17.343 |
17.831 |
16.856 |
265.678 |
|
3.02.01 |
Beheer en Onderhoud |
115.612 |
155.552 |
131.520 |
168.415 |
125.362 |
118.515 |
118.868 |
1.906.479 |
5.02.01 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Waterveiligheid |
6.806 |
6.806 |
6.806 |
6.806 |
6.806 |
7.000 |
6.615 |
102.014 |
Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Zoetwatervoorziening |
2.308 |
2.308 |
2.308 |
2.308 |
2.308 |
2.373 |
2.242 |
33.636 |
|
Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken |
124.726 |
164.666 |
140.634 |
177.529 |
134.476 |
127.888 |
127.725 |
2.042.129 |
|
Totaal Watermanagement en Beheer en Onderhoud |
135.579 |
175.519 |
151.487 |
188.382 |
145.329 |
139.045 |
138.273 |
2.206.055 |
Toelichting
Tot en met 2028 is circa € 2,2 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en watermanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwatersysteem op artikel 3 van het Deltafonds (DF). Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd.
In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de areaalgroei van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen voor het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (DF 01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (DF 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3 DF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.
De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken en andere infrastructurele objecten. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren »60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat de omvang van de te vervangen of renoveren objecten toeneemt.
In de onderstaande tabel staan de in de begroting beschikbare middelen voor het hoofdwegennet, de hoofdvaarwegen en het hoofdwatersysteem ten behoeve van Vervanging en Renovatie voor de projecten waartoe reeds is besloten en de gereserveerde budgetten voor vervangingen en renovaties. Deze projecten zijn ondergebracht in het programma vervangingen en renovaties.
Vervanging |
Artikel |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Wegen |
12 |
138.820 |
230.216 |
118.849 |
64.684 |
55.899 |
23.000 |
5.000 |
0 |
Vaarwegen |
15 |
168.159 |
219.311 |
82.186 |
49.806 |
28.229 |
1.185 |
7.305 |
337 |
reservering wegen/vaarwegen |
18 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
266.061 |
Watersysteem |
3 |
16.807 |
45.254 |
61.731 |
20.690 |
10.538 |
2.076 |
129 |
3.661 |
Totaal |
323.787 |
494.780 |
262.766 |
135.180 |
94.666 |
26.261 |
12.434 |
270.059 |
Vervanging |
Artikel |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2014–2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Wegen |
12 |
0 |
0 |
169 |
553 |
553 |
553 |
606 |
638.902 |
Vaarwegen |
15 |
337 |
9.594 |
29.855 |
503 |
486 |
335 |
– 2.326 1 |
595.302 |
reservering wegen/vaarwegen |
18 |
406.553 |
406.553 |
406.439 |
406.439 |
406.439 |
381.426 |
406.439 |
3.086.352 |
Watersysteem |
3 |
70.699 |
70.818 |
160.832 |
141.296 |
106.936 |
108.694 |
105.892 |
926.053 |
Totaal |
477.589 |
486.965 |
597.295 |
548.792 |
514.414 |
491.009 |
510.612 |
5.246.610 |
Het minbedrag in dit jaar zal bij het eerstvolgende begrotingsmoment kasmatig worden rechtgetrokken. Op het volume heeft dit geen invloed.
Toelichting
Hoofdwegennet
Op artikel 12 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen in het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd.
Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HWN 2014–2019 (inclusief programma Stalen Bruggen) bedraagt daarmee circa € 631 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Hoofdvaarwegen
Op artikel 15 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is geen extra tranche aan het programma voor Vervanging en renovaties HVWN toegevoegd. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HVWN 2014–2019 (inclusief NoMo AOV) bedraagt circa € 549 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Hoofdwatersysteem
Op artikel 3 van het Deltafonds staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten. Op dit artikel staat ook een reservering opgenomen in afwachting van onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. De opdrachtverlening hiervoor gebeurt in tranches.
In deze begroting is € 30 miljoen toegevoegd aan het budget voor de renovatie van de Sluis en Stuwcomplexen in de Neder-Rijn en de Lek. Hiermee is het budget in overeenstemming gebracht met de scope. Het totale Programma Vervanging en Renovatie voor het hoofdwatersysteem in de periode 2014–2019 bedraagt circa € 157 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.
Reservering wegen, vaarwegen en water
Het in beeld brengen van de benodigde investeringen in vervanging of renovatie van kunstwerken op de Rijksinfrastructuur, is een continu proces. De behoefte aan vervanging en renovatie van kunstwerken en andere objecten van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem wordt langs twee lijnen in beeld gebracht.
In de eerste plaats wordt op basis van ouderdom en ontwerplevensduur van kunstwerken globaal ingeschat in welk decennium vervanging of renovatie naar verwachting aan de orde zal zijn. Deze meer theoretische benadering wordt naast de resultaten van de uitgevoerde inspecties en nader onderzoek naar de toestand van de kunstwerken en andere objecten gelegd. Op basis van deze gegevens wordt het theoretische beeld verder verfijnd doordat een duidelijker beeld wordt verkregen waar op een termijn van ca. 5 tot 15 jaar vervanging of renovatie aan de orde zal zijn.
Vanuit het steeds scherper wordende beeld wordt dan vervolgens een concrete planning opgesteld van de objecten die naar verwachting binnen een termijn van 5 tot 8 jaar aan vervanging of renovatie toe zijn. Voor de vervanging of renovatie van deze objecten wordt dan de voorbereiding concreet ter hand genomen. Deze planning wordt elke 2 tot 3 jaar herijkt op basis van inspecties en onderzoeksresultaten.
Zoals toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 930 A, nr. 5) zal in de ontwerpbegroting 2016 een nadere onderbouwing opgenomen worden van de vervangingsopgave langs de hierboven geschetste lijn.
In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/12, 32 707, nr. 16) is een pakket maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening naar de Tweede Kamer beter en transparanter te maken (aanbevelingen 14 en 15). Een deel van deze maatregelen is verwerkt in de artikelsgewijze toelichtingen en de verdiepingsbijlagen. In deze bijlage wordt met name de informatie verstrekt die de aansluiting tussen de middelen op het Infrastructuurfonds en de bestedingen door ProRail betreft. In deze bijlage zijn de volgende onderdelen opgenomen:
A. Specificatie inkomsten en uitgaven ProRail: Aansluiting tussen de verwachte inkomsten en uitgaven voor de periode 2014–2019.
B. Specificatie apparaatskosten ProRail: Een specificatie van de apparaatsuitgaven van ProRail en de aansluiting op de bedragen in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 13.02
C. Aansluiting tussen Infrastructuurfonds en ProRail: Een schematische weergave van de financiële stromen van de spoorinfrastructuur in 2015.
Onderdeel A – Specificatie inkomsten en uitgaven ProRail
Naast de rijksbijdragen voor beheer, onderhoud en vervanging, aanlegprojecten (MIRT) en rente en aflossing ontvangt ProRail ook gebruiksvergoeding van vervoerders en bijdragen van derden voor omgevingswerken (zowel aanleg als onderhoud). In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte inkomsten en uitgaven van ProRail voor de periode 2014–2019.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Rijksbijdrage aanlegprojecten (artikel 13) |
905 |
956 |
972 |
911 |
941 |
570 |
Rijksbijdrage aanlegprojecten (artikel 14/17) |
12 |
15 |
12 |
0 |
0 |
0 |
Bijdragen aanlegprojecten derden |
320 |
230 |
190 |
170 |
180 |
185 |
Rijksbijdrage beheer, onderhoud en vervanging |
1.326 |
1.230 |
1.317 |
1.164 |
1.111 |
1.185 |
Onderhoudsbijdragen derden |
52 |
43 |
42 |
42 |
42 |
42 |
Gebruiksvergoeding vervoerders |
259 |
344 |
347 |
351 |
356 |
361 |
Rijksbijdrage rente en aflossing |
17 |
48 |
17 |
17 |
17 |
17 |
Totaal inkomsten ProRail |
2.891 |
2.886 |
2.897 |
2.655 |
2.647 |
2.360 |
Uitbesteed werk nieuwbouw |
998 |
952 |
923 |
843 |
878 |
576 |
Uitbesteed werk vervangingen |
368 |
401 |
490 |
375 |
355 |
431 |
Uitbesteed werk beheer en onderhoud |
664 |
623 |
622 |
621 |
607 |
596 |
Apparaatskosten |
409 |
399 |
386 |
380 |
373 |
372 |
Rente en aflossing |
14 |
45 |
14 |
14 |
14 |
14 |
Totaal uitgaven ProRail excl. BTW |
2.453 |
2.433 |
2.464 |
2.268 |
2.253 |
2.008 |
Afdracht BTW (Belastingdienst) |
438 |
448 |
468 |
429 |
426 |
375 |
Totaal uitgaven ProRail incl. BTW |
2.891 |
2.886 |
2.897 |
2.655 |
2.647 |
2.360 |
Voor het jaar 2015 is in onderdeel C een schematische weergave van de financiële stromen spoorinfrastructuur opgenomen.
Onderdeel B – Specificatie apparaatskosten ProRail
In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de apparaatsuitgaven van ProRail en de aansluiting op de bedragen in de artikelgewijze toelichting bij artikel 13.02.
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten niveau 2012 |
397 |
390 |
382 |
382 |
382 |
382 |
Taakstelling Regeerakkoord Rutte II 1 |
0 |
0 |
– 5 |
– 11 |
– 17 |
– 17 |
Apparaatskosten niveau 2013 |
397 |
390 |
377 |
371 |
365 |
365 |
Overheveling Betuweroute 2 |
12 |
9 |
9 |
9 |
8 |
7 |
Apparaatskosten niveau 2014 (zie onderdeel A) |
409 |
399 |
386 |
380 |
373 |
372 |
Totaal apparaatsuitgaven ProRail (zie onderdeel A) |
409 |
399 |
386 |
380 |
373 |
372 |
Waarvan door te belasten aan investeringsprojecten |
– 110 |
– 110 |
– 110 |
– 110 |
– 110 |
– 110 |
Waarvan door te belasten aan Keyrail |
– 10 |
– 10 |
– 10 |
– 10 |
– 10 |
– 10 |
Beheer en onderhoud (incl. verkeersleiding) |
289 |
279 |
266 |
260 |
253 |
252 |
Compensatie BTW |
61 |
59 |
56 |
54 |
53 |
53 |
Apparaatskosten t.l.v. artikel 13.02 |
350 |
338 |
322 |
314 |
306 |
305 |
Prognose FTE's |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
---|---|---|---|---|
FTE's niveau begin jaar |
4.191 |
4.146 |
4.016 |
3.816 |
FTE-reductie |
– 45 |
– 130 |
– 200 |
– 225 |
FTE's niveau eind jaar |
4.146 |
4.016 |
3.816 |
3.591 |
Onderdeel C – Aansluiting tussen Infrastructuurfonds en ProRail
AIS |
Automatic Identification System |
AKI |
Automatische Knipperlichtinstallaties |
AOV |
Achterstallig Onderhoud Vaarwegen |
APB |
Activiteitenplan en Begroting |
ATB-Vv |
Automatische Treinbeïnvloeding – Verbeterde versie |
BDU |
Brede Doeluitkering |
BenO |
Beheer en Onderhoud |
BRG |
Bestaand Rotterdams Gebied |
BZK |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
DBFM |
Design, build, finance and maintain |
DF |
Deltafonds |
DSSU |
Doorstroommaatregelen station Utrecht |
DVM |
Dynamisch Verkeersmanagement |
ERMTS |
European Rail Traffic Management System |
EU |
Europese Unie |
EVT |
Eigen Veerdienst Terschelling |
EZ |
Ministerie van Economische Zaken |
G3 |
de drie stadsregio’s Amsterdam, Rotterdam en Haaglanden |
GIV |
Geïntegreerde contractvormen |
GSM-R |
GSM-Rail |
HRN |
Hoofdrailnet |
HSA |
High Speed Alliance |
HSL |
Hogesnelheidslijn |
HVWN |
Hoofdvaarwegennet |
HWN |
Hoofdwegennet |
IenM |
Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
IBOI |
Index voor de Bruto Overheidsinvesteringen |
IF |
Infrastructuurfonds |
IMPULS |
Plan van aanpak Beheer en Onderhoud |
IODS |
Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam |
KLPD |
Korps Landelijke Politiediensten |
KPI |
Kernprestatie indicatoren |
LTSa |
Lange Termijn Spooragenda |
LVO |
Landelijk Verbeterprogramma Overwegen |
MIRT |
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport |
MJPO |
Meerjarenprogramma Ontsnippering |
MKS |
Missiekritieke Systemen |
MOBZ |
Modernisering Object Bediening Zeeland |
NDW |
Nationale Databank Wegverkeergegevens |
NoMo |
Nota Mobiliteit |
NS |
Nederlandse Spoorwegen |
NSP |
Nieuwe Sleutelprojecten |
OTB |
Ontwerp Tracébesluit |
OV |
Openbaar Vervoer |
OVS |
Openbaar Vervoer en Spoor |
OV SAAL |
Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad |
OVT |
Openbaar Vervoer Terminal |
PHS |
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer |
PKB |
Planologische Kernbeslissing |
PMR |
Project Mainportontwikkeling Rotterdam |
PPS |
Publiek-Private Samenwerking |
PUB |
Partieel Uitvoeringsbesluit |
PVVO |
Programma Verbeteren Veiligheid Overwegen |
REP |
Ruimtelijk Economisch Programma |
RINK |
Risico inventarisatie natte kunstwerken |
RMf |
Regionale Mobiliteitsfondsen |
RSP |
Regiospecifiek Pakket |
RWS |
Rijkswaterstaat |
SAA |
Schiphol-Amsterdam-Almere |
SVIR |
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte |
SWUNG |
Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid |
TB |
Tracébesluit |
TEN-T |
Trans Europese Transport Netwerken |
TVP’n |
Treinvrije perioden |
V&R |
Vervanging en Renovatie |
VNSC |
Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie |
ZZL |
Zuiderzeelijn |
Vanuit de LTSa is de Herijking van de spoorbudgetten aangekondigd. In lijn hiermee worden in 2014/2015 de financiële reeksen van Prorail voor beheer, onderhoud en vervanging onderzocht mede in het licht van de door Prorail gesignaleerde druk op de meerjarige budgetten. Uiterlijk in de begroting 2016 worden de uitkomsten van het onderzoek opgenomen. In afwachting van de uitkomsten daarvan is ervoor gekozen de besluitvorming over de prijsbijstelling naar prijspeil 2014 van de budgetten voor beheer, onderhoud en vervanging aan te houden tot de begroting 2016. Dit impliceert dat het budget ten behoeve van beheer, onderhoud en vervanging in prijspeil 2013 is uitgedrukt.
RWS beheert en onderhoudt zowel het Hoofdvaarwegennet, Hoofdwegennet als het Hoofdwaterssysteem en voert bepaalde taken vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiëntie centraal uit. Vanuit transparantieoogpunt is ervoor gekozen de tekst van deze bijlage volledig in zowel Infrastructuurfonds als Deltafonds op te nemen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34000-A-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.