33 996 Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Nr. 26 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN WIJNGAARDEN EN MEI LI VOS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 16

Ontvangen 23 juni 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel VIII wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het verslag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval inzichtelijk gemaakt; de meeropbrengst van de kansspelbelasting van de landgebonden kansspelen en die van de kansspelen op afstand; de behaalde kanalisatiegraad; het succes van de verslavingszorg bij speelhallen en de horeca; de ontwikkeling van de afdrachten aan de sport.

Toelichting

Indieners achten het van belang dat de Eerste en Tweede Kamer uiterlijk bij de evaluatie inzicht krijgen in de vraag hoe deze wet uitwerkt op de kanalisatiegraad, op afdrachten aan de sport, op de verslavingszorg bij speelhallen en horeca en op belastinginkomsten uit kansspelen. Daarom is aan artikel VIII een lid toegevoegd dat in het evaluatieverslag, dat drie jaar na invoering van deze wet verschijnt, moet worden ingegaan op de meeropbrengst van de kansspelbelasting afkomstig van de landgebonden kansspelen en die van de kansspelen op afstand. Indieners stellen het op prijs indien de Tweede Kamer door de Staatssecretaris een half jaar na invoering van deze wet en daarna periodiek voor zover van belang worden geïnformeerd over de voortgang op de in het voorgestelde artikel genoemde aspecten.

Voorliggend wetsvoorstel maakt het meer dan nu mogelijk om te gokken op sportuitslagen. Daar waar de sport echter investeert en meer dan een miljoen vrijwilligers zorgen dat de sportsector functioneert, is het de kansspelsector die hiervan profiteert. Ondertussen neemt de onvoorspelbaarheid van de inkomsten voor de sport uit sportloterijen toe en nemen de inkomsten hieruit af. Indieners zijn ten principale van mening dat de meeropbrengsten uit de kansspelen, vergeleken met de in het oorspronkelijke wetsvoorstel opgenomen opbrengsten, ten goede dienen te komen aan de realisatie van de Nederlandse ambities voor de breedte- en de topsport. Dankzij een uniform tarief bedragen deze meeropbrengsten na drie jaar tussen ten minste € 24 en € 30 miljoen of meer, afhankelijk van de uiteindelijke omvang van de kansspelmarkt. Structureel gaat het om € 8 tot 10 mln.of meer extra voor de sport per jaar.

Van Wijngaarden Mei Li Vos

Naar boven