Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag,12 maart 2015
Per brief van 5 maart jongstleden heeft de vaste commissie voor Economische Zaken
mij verzocht uw kamer te informeren wanneer de algemene maatregel van bestuur (AMvB)
grondgebonden groei melkveehouderij aan uw Kamer aangeboden zal worden alsmede aan
te geven wanneer ik mijn reactie op de kritiek van het Centrum voor Landbouw en Milieu
(CLM) op de verkenning van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) aan uw Kamer zal
sturen. Daarnaast is tijdens het ordedebat van 3 maart jongstleden door het lid Smaling
verzocht om een brief over de Wet verantwoorde groei melkveehouderij (Handelingen
II 2014/15, nr. 58, Regeling van Werkzaamheden). Met deze brief geef ik invulling
aan beide verzoeken.
Wet verantwoorde groei melkveehouderij
Op 1 april aanstaande vervalt het Europese stelsel van melkquota. De Wet verantwoorde
groei melkveehouderij, die op 1 januari 2015 van kracht is geworden, borgt dat de
groei van de melkveehouderij als gevolg van de (aanstaande) afschaffing van de melkquotering
plaatsvindt binnen de milieurandvoorwaarden van de Nitraatrichtlijn en dat een toename
in de mestproductie geen extra druk geeft op de nationale mestmarkt. Hiermee wordt
ongebreidelde groei van de melkveestapel voorkomen. De door het lid Smaling geuite
vrees voor een «koeienexplosie» deel ik dan ook niet.
De Meststoffenwet, zoals deze door de Wet verantwoorde groei melkveehouderij is gewijzigd,
stelt dat bedrijven met melkvee uitsluitend kunnen groeien als de toename in fosfaatproductie
wordt verantwoord. Als een bedrijf met melkvee in een kalenderjaar meer fosfaat produceert
dan in het referentiejaar 2013, moet de extra fosfaat óf worden geplaatst op grond
die bij het bedrijf hoort óf in zijn geheel worden verwerkt (of een combinatie van
die twee mogelijkheden). Deze verplichting geldt sinds 1 januari 2015.
Algemene maatregel van bestuur
In de Meststoffenwet is opgenomen dat bij amvb beperkingen worden gesteld aan de mogelijkheid
voor ondernemers om de toename in fosfaatproductie uitsluitend te verantwoorden met
mestverwerking. Het doel van de AMvB is te voorkomen dat de melkveehouderij volledig
grondloos kan groeien.
Daarom zullen in de AMvB nadere regels worden gesteld die borgen dat uitbreiding in
de melkveehouderij op zijn minst gedeeltelijk grondgebonden plaatsvindt.
Voor de periode tot de AMvB van kracht is, zijn bedrijven met melkvee die uitbreiden
vanzelfsprekend gehouden aan de bepalingen uit de wet waardoor zij moeten verantwoorden
dat de productie van extra fosfaat plaatsvindt binnen milieurandvoorwaarden. Na de
inwerkingtreding van de AMvB moeten bedrijven met melkvee verantwoorden dat een eventuele
toename van de fosfaatproductie voldoet aan de nadere bepalingen die in de AMvB zijn
gesteld. Elk jaar wordt beoordeeld of een bedrijf over voldoende grond beschikt om
de groei van zijn fosfaatproductie conform de regelgeving te verantwoorden. De verantwoording
via grond geschiedt dan door de opgave van grondgebruik in de GDI, die jaarlijks voor
15 mei moet worden gedaan. Tijdens de behandeling van de Wet verantwoorde groei melkveehouderij
heb ik aangegeven een voorziening te zullen treffen voor ondernemers die, vóór zij
konden weten dat nadere voorwaarden gesteld zullen worden om grondloze groei te voorkomen,
financiële verplichtingen zijn aangegaan om de toename van fosfaatproductie in zijn
geheel te verwerken. De in de wet voorgeschreven procedure bepaalt dat de AMvB eerst
in een voorhangprocedure aan beide Kamers der Staten-Generaal wordt voorgelegd alvorens
de AMvB aan de Koning kan worden voorgedragen voor advies door de Raad van State.
Ik verwacht op zeer korte termijn op bestuurlijk niveau met betrokken sector en maatschappelijke
organisaties te kunnen overleggen over de invulling van de AMvB. Daarna zal ik de
AMvB in het kader van de voorhangprocedure zo snel mogelijk aan uw Kamer aanbieden.
Tot slot
Ik zal mijn reactie op de kritiek van het CLM op de verkenning door het LEI gelijk
met de AMvB aan uw Kamer sturen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma