33 964 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht houdende regels met betrekking tot het beloningsbeleid van financiële ondernemingen (Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen)

Nr. 44 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2017

Op dit moment wordt gewerkt aan de evaluatie van de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo). Het doel van de evaluatie is vast te stellen of de beoogde effecten zijn behaald, te weten het wegnemen van perverse prikkels in het beloningsbeleid, leidend tot het nemen van onverantwoorde risico’s voor de onderneming of ten koste van het klantbelang. Daarnaast zullen de gevolgen van de Wbfo voor de concurrentiepositie van Nederlandse financiële ondernemingen en het vestigingsklimaat van Nederland, en de uitvoerbaarheid van de wet worden onderzocht. Op verzoek van het parlement zal ook specifiek worden gekeken naar gebruik van uitzonderingen op het bonusplafond en naleving van het bonusverbod door staatsgesteunde ondernemingen. Ik informeer uw Kamer met deze brief over de voortgang.

De Nederlandse Vereniging van Banken en het Verbond van Verzekeraars verzamelen door middel van uitvragen cijfers over de hoogte van variabele beloningen van bestuur en senior management van grootbanken en grote verzekeraars. Toezichthouders DNB en AFM verzamelen middels uitvragen informatie over het gebruik van uitzonderingsmogelijkheden bij het bonusplafond door banken, verzekeraars, beleggingsondernemingen en financieel dienstverleners. Daarnaast wordt informatie verzameld over naleving van het bonusverbod voor staatsgesteunde ondernemingen. De uitkomsten hiervan zal ik uiterlijk 1 december 2017 aan het parlement sturen. De inhoud van deze rapportage zal qua opzet lijken op de Kamerbrief over de eerste effecten van de wet die ik vorig jaar september naar de Tweede Kamer stuurde.1

Om de effecten van het bonusplafond empirisch vast te stellen zullen externe onderzoekers worden ingeschakeld. Zij kunnen bijvoorbeeld middels experimenten en internationale vergelijking in kaart brengen of perverse prikkels zijn verminderd en de concurrentiepositie door het bonusplafond is verslechterd. Een eerste offerteaanvraag heeft echter nog geen passend en afdoende plan van aanpak opgeleverd. Uit navraag bij onderzoekers blijkt dat het tijdpad te krap is om een gedegen onderzoek op te zetten met bijvoorbeeld internationale vergelijkingen. Daartoe is een tweede offerteaanvraag gestart. Het deel van de evaluatie dat ingaat op de effecten van de Wbfo op perverse prikkels en concurrentiepositie en vestigingsklimaat kan hierdoor in het eerste kwartaal van 2018 aan het parlement worden verstrekt. De uitkomsten komen voort uit het externe onderzoek en daarnaast uit interviews en bredere dataverzameling.

Hierdoor zal de evaluatie worden opgeknipt in twee delen. Een deel zal als bedoeld worden gedeeld op 1 december 2017, een tweede deel met daarin ondermeer uitkomsten van het externe onderzoek in het eerste kwartaal van 2018.

Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstuk 33 964, nr. 43

Naar boven