33 805 Najaarsnota 2013

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2013

1. Inleiding

Deze Najaarsnota actualiseert de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven in het begrotingsjaar 2013. De stand Miljoenennota 2014 is daarbij het uitgangspunt en mutaties worden ten opzichte hiervan gepresenteerd. Gelijktijdig met de Najaarsnota worden de hiermee samenhangende suppletoire begrotingswetten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden. De tweede suppletoire wetten zijn de laatste reguliere mogelijkheid voor het kabinet om voor het lopende begrotingsjaar nog mutaties van beleidsmatige aard aan uw Kamer voor te leggen. Mocht na de Najaarsnota nog sprake zijn van een voorstel tot een beleidsmatige wijziging van de begroting, dan zal dit door de betreffende Minister door middel van een aparte brief aan uw Kamer gemeld worden.

Tevens treft u bijgevoegd de (meerjarige) gevolgen van de begrotingsafspraken 2014 voor het uitgaven- en inkomstenkader en de daaraan gekoppelde herijking van de kaders, zoals aangekondigd in de brief over de begrotingsafspraken 2014 (Kamerstuk 33 750, nr. 19).

Uitgaven

Aan de uitgavenzijde van de begroting doen zich onder de deelkaders verschillende mee- en tegenvallers voor. Daarnaast zijn de gevolgen van de begrotingsafspraken voor 2013 verwerkt in deze Najaarsnota. Het totale uitgavenkader sluit, net als in de Miljoenennota 2014. Wel resteert als gevolg van het verwerken van de begrotingsafspraken nog een relatief groot deel van de in=uit taakstelling. Dit wordt toegelicht in paragraaf 2.

Inkomsten

De raming van de belasting- en premieontvangsten is ongewijzigd gebleven ten opzichte van de stand Miljoenennota 2014. Onderliggend doen zich enkele mee- en tegenvallers voor. Deze worden toegelicht in paragraaf 3.

EMU-saldo en EMU-schuld

Het sluiten van het uitgavenkader en de ongewijzigde belasting- en premieontvangsten leiden tot een EMU-saldo in 2013 van – 3,2 procent bbp. Dit is gelijk aan de raming ten tijde van Miljoenennota 2014. De EMU-schuld bedraagt naar verwachting 74,8 procent bbp voor 2013. De EMU-schuld komt naar verwachting 0,2 procentpunt lager uit dan waar in de Miljoenennota 2014 rekening mee is gehouden. Het gemiddelde EMU-saldo van de eurozone voor 2013 wordt geraamd op 3,1 procent bbp; de gemiddelde EMU-schuld op 95,5 procent bbp. Paragraaf 4 gaat hier verder op in.

Bijlage 1 geeft een overzicht van de budgettaire kerngegevens. Bijlage 2 geeft het budgettair overzicht interventies ten behoeve van de financiële sector. Bijlage 3 bevat de verwerking van de begrotingsafspraken 2014 en de vaststelling van de kaders. Bijlage 4 bevat de Verticale Toelichting.

2. Het uitgavenbeeld

Na verwerking van alle uitgavenmutaties sluit het totaalkader; dit is weergegeven in tabel 2.1.

Naar aanleiding van de aanvullende begrotingsafspraken wordt 650 miljoen euro in 2013 onder het uitgavenkader verwerkt voor de intensivering in onderwijs. Daarnaast resteert uit het voorjaar een in=uittaakstelling van 1,0 miljard euro, die nog dit jaar moet worden ingevuld. Na de onderuitputting bij Najaarsnota resteert nog een in=uit taakstelling van 0,6 miljard euro voor 2013. Indien deze niet volledig kan worden ingevuld met onderuitputting bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk zal een kaderoverschrijding voor 2013 resulteren.

De mutaties onder de verschillende deelkaders worden toegelicht bij de respectievelijke kadertoetsen.

Tabel 2.1 Kadertoetsing (in miljarden euro; «-» is onderschrijding)
 

20131

Totaalkader Miljoenennota 2014

0,0

Totaalkader Najaarsnota 2013

0,0

   

Rijksbegroting in enge zin Miljoenennota 2014

– 0,8

Rijksbegroting in enge zin mutatie Najaarsnota 2013

0,3

Rijksbegroting in enge zin Najaarsnota 2013

– 0,5

   

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Miljoenennota 2014

1,0

Sociale Zekerheid mutatie Najaarsnota 2013

– 0,3

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt Najaarsnota 2013

0,8

   

Budgettair Kader Zorg Miljoenennota 2014

– 0,3

Budgettair Kader Zorg mutatie Najaarsnota 2013

0,0

Budgettair Kader Zorg Najaarsnota 2013

– 0,2

X Noot
1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

Rijksbegroting in enge zin

Tabel 2.2 geeft de uitgavenontwikkeling onder het kader RBG-eng weer sinds Miljoenennota 2014. Onder het kader RBG-eng is de onderschrijding met 0,3 miljard euro afgenomen. Het totaal aan uitgaven ligt 0,5 miljard lager dan de vastgestelde hoogte van het uitgavenkader.

Tabel 2.2 Kadertoetsing RBG-eng (in miljarden euro; «-» is onderschrijding)
 

20131

Miljoenennota 2014

– 0,8

EU-afdrachten

– 0,2

Intensivering onderwijs

0,7

Onderuitputting diverse begrotingen (inclusief HGIS)

– 0,5

Gemeente- en Provinciefonds

0,1

Invullen in=uittaakstelling

0,3

Overig

– 0,1

Najaarsnota 2013

– 0,5

X Noot
1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal.

De Nederlandse afdrachten van douaneontvangsten vallen dit jaar 0,3 miljard euro lager uit dan eerder geraamd. Dit komt door zowel een lagere volumegroei van importen van buiten de EU als door een lager gemiddeld invoertarief dan voorzien. De lagere douaneontvangsten aan de EU worden in principe gecompenseerd door hogere bni-afdrachten van de lidstaten aangezien de EU-begroting altijd in evenwicht moet zijn. Tegenover dit compensatie-effect staat een lagere bni-afdracht omdat het Nederlandse bni achterblijft bij de rest van de EU. Hierdoor daalt het Nederlandse aandeel in de bni-afdrachten aan de EU. Doordat de afdracht van douaneontvangsten neerwaarts zijn bijgesteld, zijn ook de perceptiekostenvergoedingen met 0,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld. Per saldo resteert een meevaller ter grootte van 0,2 miljard euro.

Zoals afgesproken in de begrotingsafspraken 2014 wordt 650 miljoen euro toegevoegd aan de uitgaven aan onderwijs in 2013. De middelen worden ingezet voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, volwasseneneducatie en hoger onderwijs.

Op diverse begrotingen vindt onderuitputting plaats. Tabel 2.3 geeft inzicht in de verdeling hiervan over de verschillende departementale begrotingen onder het kader RBG-eng. De Verticale Toelichting (VT) in bijlage 3 geeft verdere informatie over de mutaties bij Najaarsnota op de verschillende begrotingen.

Tabel 2.3 Specifieke onderuitputting Najaarsnota (in miljoenen euro)1

Begroting

Totaal

OCW

– 152

HGIS

– 107

Financien

– 93

Gemeentefonds2

– 75

SZW

– 32

I&M

– 26

Overig

– 13

Totaal

– 498

X Noot
1

Inclusief overlopende verplichtingen

X Noot
2

Het betreft hier een wijziging van het betalingsverloop conform de fondssystematiek, die geen materiële gevolgen heeft voor gemeenten. Het bedrag dat in 2013 niet wordt uitgekeerd aan de gemeenten wordt in 2014 en verder uitgekeerd.

De begrotingsafspraken 2014 leiden tot een opwaartse bijstelling van het accres 2013 voor het gemeente- en provinciefonds, als gevolg van de intensivering in onderwijs. Dit effect op het accres wordt enigszins gedempt door onderuitputting op departementale begrotingen en het invullen van de in=uittaakstelling. Per saldo resteert een positieve bijstelling van het accres 2013 van 0,1 miljard euro.

Over het algemeen geldt dat departementen onderuitputting tot maximaal 1 procent van hun gecorrigeerde begrotingstotaal in het volgende jaar tot besteding mogen laten komen (via de zogenoemde eindejaarsmarge). Daarbij wordt de technische veronderstelling gehanteerd dat in dat volgende jaar een gelijk bedrag aan onderuitputting zal optreden. Deze technische veronderstelling wordt geboekt als in=uittaakstelling. Hiermee leidt de systematiek van de eindejaarsmarge niet tot een belasting van het EMU-saldo. Aan het einde van het jaar blijkt of de veronderstelde onderuitputting daadwerkelijk is opgetreden. Indien dit niet het geval is, leidt dit tot een kaderoverschrijding en verslechtering van het EMU-saldo. De eindejaarsmarge over 2012 en de corresponderende in=uittaakstelling zijn bij Voorjaarnota 2013 geboekt.

Na verwerking van alle bij Najaarsnota aangeboden mutaties kan op RBG-eng 0,3 miljard euro van de in=uittaakstelling worden ingevuld. Met deze invulling sluit het totaalkader. De resterende in=uittaakstelling ter grootte van 0,6 miljard euro moet nog worden ingevuld.

Tenslotte vindt een aantal overige mutaties plaats. Het betreft enkele kasschuiven en mee- en tegenvallers op diverse begrotingen. Het totaal aan overige mutaties leidt tot een meevaller van 0,1 miljard euro onder het kader RBG-eng.

Sociale zekerheid en arbeidsmarkt

Tabel 2.4 geeft de uitgavenontwikkeling onder het SZA-kader weer sinds Miljoenennota 2014. De overschrijding van het SZA-kader is met 0,3 miljard euro teruggelopen en bedraagt nu 0,8 miljard euro.

Tabel 2.4 Kadertoetsing SZA (in miljarden euro; «-» is onderschrijding)1
 

2013

Miljoenennota 2014

1,0

Vrijval reservering kindregelingen

– 0,2

Overig

– 0,1

Najaarsnota 2013

0,8

X Noot
1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal

De lagere overschrijding van het SZA-kader wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het vrijvallen van de reservering ten behoeve van de kindregelingen. Voor 2014 en verder zijn deze middelen ingezet voor een intensivering in de kinderopvangtoeslag conform de begrotingsafspraken 2014.

De post «overig» bevat verscheidene kleine bijstellingen waaronder een meevaller op re-integratie van arbeidsongeschikten (van net geen 50 miljoen euro) en een aantal kleinere meevallers op onder andere de WW, ZW en WAO. Verder is de in=uittaakstelling van het SZA-kader grotendeels ingevuld.

Budgettair Kader Zorg

Tabel 2.5 laat de uitgavenontwikkeling onder het kader Zorg zien sinds Miljoenennota 2014. De onderschrijding van het kader Zorg bedraagt bij Najaarsnota 0,2 miljard euro.

Tabel 2.5 Kadertoetsing BKZ (in miljarden euro; «-» is onderschrijding)1
 

2013

Miljoenennota 2014

– 0,3

Mutaties

0,0

Najaarsnota 2013

– 0,2

X Noot
1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal

Ten opzichte van de stand bij Miljoenennota 2014 is de onderschrijding van het Budgettair Kader Zorg 2013 met 40 miljoen euro bijgesteld. Deze bijstelling wordt met name veroorzaakt door mutaties bij subsidies zorgopleidingen.

Mutaties niet relevant voor het kader

Tabel 2.6 geeft een overzicht van de mutaties die niet relevant zijn voor het uitgavenkader.

Tabel 2.6 Netto uitgaven niet relevant voor het uitgavenkader (in miljarden euro)
 

2013

Ontvangsten IJsland

– 0,1

Dividend ABN AMRO

– 0,1

Uit de boedel van de failliete Landsbanki heeft Nederland de vierde boedeluitkering ontvangen. Het aandeel van de Staat in de meest recente uitkering bedraagt circa 77 miljoen euro.

De dividenduitkering van ABN Amro valt 94 miljoen euro mee ten opzichte van de raming (stand Miljoenennota 2014). Deze meevaller wordt als interim-dividend over boekjaar 2013 uitgekeerd. In totaal ontvangt de Staat in 2013 voor 400 miljoen euro aan dividend van ABN Amro.

3. Inkomsten

Ten opzichte van de Miljoenennota 2014 is de raming van de totale belasting en premieontvangsten 2013 per saldo ongewijzigd.

Tabel 3.1 Mutatie van de belasting- en premieontvangsten 2013 op EMU-basis (in miljarden euro)
   

Stand MN 2014

Stand NJN 2013

Mutatie

Totaal belastingen en premies op EMU-basis

225,8

225,8

0,0

 

w.v. belastingen en premies volksverzekeringen

173,4

173,4

0,0

 

w.v. premies werknemersverzekeringen

52,3

52,3

0,0

De Najaarsnotaraming is voornamelijk gebaseerd op de gerealiseerde ontvangsten over 2013 tot en met de maand oktober. Deze realisaties passen in de raming van de economische groei uit de Miljoenennota, die wordt bevestigd door de jongste cijfers van het CBS over de economische groei in het derde kwartaal 2013.

Hoewel de stand van de totale belasting- en premieontvangsten 2013 niet is gewijzigd, is onderliggend wel sprake van enkele mutaties ten opzichte van de stand Miljoenennota 2014. Meevallers doen zich respectievelijk voor bij de loon- en inkomensheffing (0,3 miljard euro), de belastingen van rechtsverkeer (0,2 miljard euro), de belastingen op milieugrondslag (0,2 miljard euro) en de schenk- en erfbelasting (0,2 miljard euro).

Tegenvallers doen zich voor bij de omzetbelasting (– 0,4 miljard euro), de accijnzen (– 0,2 miljard euro) en de invoerrechten (– 0,1 miljard euro). De verwachtingen over de overige belastingen en premies werknemersverzekeringen zijn niet gewijzigd ten opzichte van de Miljoenennota 2014.

De meevaller bij de loon- en inkomensheffing (0,3 miljard euro) betreft met name lagere teruggaven in 2013 op de aangifte inkomstenbelasting 2012. De tegenvaller bij de omzetbelasting (– 0,4 miljard euro) volgt uit de gerealiseerde kasontvangsten tot en met het derde kwartaal van 2013. De meevaller bij de belastingen van rechtsverkeer van 0,2 miljard euro betreft respectievelijk een meevaller van 0,1 miljard euro bij de assurantiebelasting en 0,1 miljard euro bij de overdrachtsbelasting. De tegenvaller bij de accijnzen van 0,2 miljard euro betreft met name de accijns op brandstoffen. Ten slotte betreft de meevaller bij de belastingen op milieugrondslag van 0,2 miljard euro met name de energiebelasting.

Tabel 3.2 Mutatie belasting- en premieontvangsten 2013 EMU-basis uitgesplitst (in miljarden euro)
 

Mutatie

Kostprijsverhogende belastingen

– 0,5

Invoerrechten

– 0,1

Omzetbelasting

– 0,4

Accijnzen

– 0,2

Belastingen van rechtsverkeer (overdrachtsbelasting en assurantiebelasting)

0,2

Belastingen op milieugrondslag (w.o. energiebelasting)

0,2

BPM/MRB

0,0

Bankbelasting

0,0

Overige belastingen

0,0

   

Belastingen en premies volksverzekeringen op inkomen, winst en vermogen

0,5

Loon- en inkomstenheffing

0,3

Dividendbelasting

0,0

Vennootschapsbelasting

0,0

Schenk- en erfbelasting

0,2

Overige belastingen

0,0

   

Totaal belastingen en premies volkverzekeringen

0,0

   

Premies werknemersverzekeringen

0,0

   

Totaal belastingen en premies

0,0

4. EMU-saldo en EMU-schuld

Naar huidige inzichten komt het EMU-saldo uit op een tekort van 3,2 procent bbp voor 2013.

Tabel 4.1 Ontwikkeling EMU-saldo sinds Miljoenennota 2013 (in procenten bbp)
 

2013

EMU-saldo Miljoenennota 2014

– 3,2

Onderwijs

– 0,1

Overige uitgaven

0,1

Najaarsnota 2013

– 3,2

Het EMU-saldo is gelijk aan de raming ten tijde van de Miljoenennota 2014. De lumpsum toevoeging aan het onderwijs zorgt voor 0,1 procent bbp hogere uitgaven. De post overige uitgaven bestaat onder meer uit meevallers bij de EU-afdrachten en het dividend ABN AMRO en een tegenvaller bij de IABF als gevolg van het afboeken van in de toekomst te ontvangen premies (zie Kamerstuk 31 371, nr. 377.)

De EMU-schuld bedraagt naar verwachting 74,8 procent bbp voor 2013. Onderstaande tabel geeft de mutatie in de EMU-schuld ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2014 weer.

Tabel 4.2 Ontwikkeling EMU-schuld sinds Miljoenennota 2013 (in procenten bbp)1
 

2013

EMU-schuld Miljoenennota 2014

75,0

IABF

– 0,1

Najaarsnota 2013

74,8

X Noot
1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal

Door de eenmalige uitkering van ING aan de Staat in het kader van de beëindiging van de IABF daalt de schuld in 2013 met 0,1 procentpunt. Zie voor de verdere verwerking van de afwikkeling van de IABF bijlage 2.

EMU-saldo en EMU-schuld op Europees niveau

Grafiek 4.1 geeft het EMU-saldo en de EMU-schuld 2013 weer voor de landen van de eurozone op basis van de Najaarsvoorspellingen van de Europese Commissie.

Grafiek 4.1: EMU-saldo en EMU-schuld in de eurozone (exclusief Griekenland)

Bron: European Economic Forecast - Autumn 2013 (Europese Commissie), met uitzondering van Nederland, waarvoor de ramingen uit de Najaarsnota zijn gebruikt.

Het EMU-tekort van de eurozone is naar verwachting gemiddeld 3,1 procent bbp in 2013. Dit is een lichte verslechtering ten opzichte van de voorjaarsramingen (– 2,9 procent bbp). De overheidstekorten in de eurozone dalen ongeveer 0,6 procentpunt ten opzichte van 2012. Een groot aantal EU-lidstaten bevindt zich momenteel nog in de buitensporigtekortprocedure.

De EMU-schuld in de eurozone is gemiddeld 95,5 procent bbp in 2013. Dit is gelijk aan de voorjaarsraming. De Nederlandse schuld ligt ongeveer 20 procentpunt lager dan gemiddeld in de eurozone. Dit neemt niet weg dat de Nederlandse schuld momenteel hoger is dan de Europese grenswaarde van 60 procent bbp.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Bijlage 1: Budgettaire kerngegevens

Tabel 1: Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
 

2013

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

225,8

   

Netto uitgaven onder de kaders

242,5

Rijksbegroting in enge zin

103,1

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

73,8

Budgettair Kader Zorg

65,5

Overige netto uitgaven

– 0,1

Gasbaten

– 13,3

Rentelasten

9,2

Zorgtoeslag

4,8

Overig

– 0,8

Totale netto uitgaven

242,4

   

EMU-saldo centrale overheid

– 16,6

   

EMU-saldo decentrale overheden

– 2,5

   

Feitelijk EMU-saldo

– 19,1

Feitelijk EMU-saldo (in % bbp)

– 3,2%

   

EMU-schuld

450

EMU-schuld (in % bbp)

74,8%

   

bbp

602

Bijlage 2: Budgettair overzicht interventies financiële sector

Sinds het najaar van 2008 heeft het kabinet interventies gepleegd om het financiële stelsel gezond te houden en de rust te helpen herstellen in de financiële wereld. Vanaf 2010 heeft de overheid ook aan Europese faciliteiten bijgedragen, in het bijzonder door het verstrekken van garanties. Deze gebruikelijke bijlage geeft middels een aantal tabellen een overzicht van de verschillende interventies.

Tabel 1 geeft de kasstromen en de garanties die met de interventies gepaard gaan en de vindplaatsen ervan in de begroting IX integraal weer. Daarnaast zijn de effecten van de maatregelen op achtereenvolgens: het EMU saldo, de EMU schuld en de staatsschuld per thema becijferd. De kolom «telling» geeft hierbij aan welke posten bij elkaar moeten worden opgeteld. Onderaan de tabel worden de totalen van alle maatregelen geconsolideerd.

Tabel 1a. Budgettair overzicht interventies kredietcrisis (in miljoenen euro)

#

Stand: Najaarsnota

Telling

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Som:

Bron:

 

A. Fortis/RFS/AA

                 
                     

1

Aanschaf ABN AMRO Group – ASR Verzekeringen – RFS Holdings (incl. Z-share en residual N-share)

 

23.340

3.600

1.031

 

– 16

0

27.955

art.3

2

waarvan relevant voor het EMU saldo

   

2.200

900

       

CBS

Eurostat

3

Overbruggingskrediet (voormalig) Fortis

 

44.341

– 36.516

– 3.250

– 825

0

0

3.750

art. 11

                     

4

Renteontvangsten

overbruggingskrediet

(voormalig) Fortis

 

– 502

– 705

– 167

– 169

– 152

– 103

– 1.798

art. 11

5

Dividend ABN Amro Group

 

0

0

0

– 200

– 50

– 400

– 650

art.3

6

Dividend ASR Verzekeringen

 

0

0

0

0

– 71

– 88

– 159

art.3

7

Dividend RFS Holdings

 

0

0

– 6

0

0

0

– 6

art.3

8

Dividend financiële instellingen

 

0

0

0

0

0

0

0

art.3

9

Premieontvangsten capital relief instrument

 

0

– 28

– 165

0

0

0

– 193

art.3

10

Premieontvangsten counter indemnity

 

0

0

– 26

– 26

– 26

– 26

– 102

art.3

                     
 

Verleende garanties

                 

11

Capital Relief Instrument ABN-AMRO (CRI)

 

0

32.611

0

     

32.611

art.3

12

waarvan vervallen

 

0

0

– 32.611

     

– 32.611

art.3

13

Counter Indemnity ABN-AMRO

 

0

0

950

     

950

art.3

                     
 

Totale uitgaven minus ontvangsten

1, 3 t/m 10

67.179

– 33.649

– 2.583

– 1.220

– 315

– 617

28.795

 
 

Effect op EMU saldo

2, 4 t/m 10

502

– 1.427

– 564

395

299

617

– 178

 
 

Effect op EMU schuld

1, 3 t/m 10

67.179

– 33.649

– 2.686

– 1.220

– 315

– 617

28.692

 
 

Effect op staatsschuld

1, 3 t/m 10

67.179

– 33.649

– 2.686

– 1.220

– 315

– 617

28.692

 
                     
 

B. SNS Reaal

                 
                     

14

Kapitalisatie holding en bank

 

0

0

0

0

0

2.200

2.200

art.3

15

Overbruggingskrediet

 

0

0

0

0

0

1.100

1.100

art.3

16

Vastgoedbeheerorganisatie (VBO)

 

0

0

0

0

0

500

500

art.3

                     

17

Renteontvangsten overbruggingskrediet

 

0

0

0

0

0

– 7

– 7

art.3

18

Dividend SNS Reaal N.V.

 

0

0

0

0

0

0

0

art.3

19

Premieontvangsten garantie

 

0

0

0

0

0

0

0

art.3

20

Heffing in het kader van de nationalisatie

               

art.1

                     
 

Verleende garanties

                 

21

Garantieverlening VBO

 

0

0

0

0

0

5.000

5.000

art.3

                     
 

Totale uitgaven minus ontvangsten

14 t/m 20

0

0

0

0

0

3.793

3.793

 
 

Effect op EMU saldo

16 t/m 20

0

0

0

0

0

– 493

– 493

 
 

Effect op EMU schuld

14, 15, 17 t/m 21

0

0

0

0

0

8.293

8.293

 
 

Effect op staatsschuld

14 t/m 20

0

0

0

0

0

3.793

3.793

 
                     
 

C. Kapitaalverstrekkingsfaciliteit (20 miljard euro)

                 
                     

22

Verstrekt kapitaal ING

 

10.000

– 5.000

0

– 2.000

– 750

– 750

1.500

art.3

23

Verstrekt kapitaal Aegon

 

3.000

– 1.000

– 500

– 1.500

0

0

0

art.3

24

Verstrekt kapitaal SNS Reaal

 

750

– 185

0

0

0

0

565

art.3

 

waarvan afgeboekt

         

– 565

 

– 565

art.3

                     

25

Couponrente ING

 

0

– 645

– 39

0

– 34

0

– 718

art.3

26

Couponrente Aegon

 

0

– 166

– 11

0

0

0

– 177

art.3

27

Couponrente SNS Reaal

 

0

– 38

0

0

0

0

– 38

art.3

28

Repurchase fee ING

 

0

– 295

– 52

– 1.000

– 341

– 375

– 2.063

art.3

29

Repurchase fee Aegon

 

0

– 108

– 52

– 750

0

0

– 910

art.3

30

Repurchase fee SNS Reaal

 

0

0

0

0

0

0

0

art.3

                     
 

Totale uitgaven minus ontvangsten

22 t/m 30

13.750

– 7.437

– 654

– 5.250

– 1.125

– 1.125

– 1.841

 
 

Effect op EMU saldo

25 t/m 27

0

849

50

0

34

0

933

 
 

Effect op EMU schuld

22 t/m 30

13.750

– 7.437

– 654

– 5.250

– 1.125

– 1.125

– 1.841

 
 

Effect op staatsschuld

22 t/m 30

13.750

– 7.437

– 654

– 5.250

– 1.125

– 1.125

– 1.841

 
                     
 

D. Back-up faciliteit ING

(1)

               
                     

31

Meerjarenverplichting ING

 

0

15.857

– 2.773

– 2.820

– 2.609

– 2.293

5.362

art.3

32

Alt-A portefeuille

 

0

18.352

– 1.976

– 2.442

– 2.794

– 2.300

8.840

art.3

33

relevant voor de EMU schuld

   

15.546

– 2.784

– 2.207

– 3.054

– 2.139

5.362

CBS

Eurostat

 

                 

34

Back-up faciliteit ING totaal:

 

0

0

0

0

0

0

0

art.3

a

waarvan funding fee (rente + aflossing)

 

0

3.903

4.029

3.018

2.644

2.334

15.928

art.3

b

waarvan management fee

 

0

59

47

39

33

26

204

art.3

c

waarvan portefeuille ontvangsten (rente + aflossing)

 

0

– 3.819

– 3.741

– 2.788

– 2.434

– 1.764

– 14.546

art.3

d

waarvan garantiefee

 

0

– 129

– 103

– 85

– 73

– 58

– 448

art.3

e

waarvan additionele garantiefee

 

0

0

– 154

– 128

– 110

– 88

– 480

art.3

f

waarvan additionele fee

 

0

– 14

– 77

– 56

– 46

– 37

– 230

art.3

g

waarvan verhandelbaarheidsfee

 

0

0

0

0

– 15

– 18

– 33

art.3

h

waarvan eenmalige uitkering

           

– 395

 

TK 31 371 Nr. 377

                     
 

Totale uitgaven minus ontvangsten

34

0

0

0

0

0

0

0

 
 

Effect op EMU saldo

34b, f, g

0

– 45

30

17

28

29

59

 
 

Effect op EMU saldo inclusief afwikkeling

           

– 223

 

TK 31 371 Nr. 377

 

Effect op EMU schuld

33

0

15.546

– 2.784

– 2.207

– 3.054

– 1.594

5.362

 
 

Effect op staatsschuld

34

0

0

0

0

0

0

0

 
                     
 

E. Garantiefaciliteit bancaire leningen

         
                     

35

Premieontvangsten garanties bancaire leningen

 

0

– 116

– 407

– 361

– 230

– 165

– 1.279

art.2

36

Schade-uitkeringen

 

0

0

0

0

0

0

0

art.2

                     

37

Garanties bancaire leningen

 

2.740

47.535

       

50.275

art.2

38

waarvan vervallen

   

– 3.424

– 7.853

– 5.823

– 15.933

– 6.147

– 39.180

art.2

                     

Totale uitgaven minus ontvangsten

35, 36

0

– 116

– 407

– 361

– 230

– 165

– 1.279

 

Effect op EMU saldo

35, 36

30

86

407

361

230

165

1.279

 

Effect op EMU schuld

35, 36

0

– 116

– 407

– 361

– 230

– 165

– 1.279

 

Effect op staatsschuld

35, 36

0

– 116

– 407

– 361

– 230

– 165

– 1.279

 
                     
 

F. IJsland

                 

39

Vordering op IJsland

 

1.322

7

51

– 368

– 243

– 48

721

art.2

40

Tussenrekening «recovery oude topping up'

 

0

0

0

33

21

6

60

art.2

41

Uitkeringen depositogarantiestelsel Icesave

 

1.236

192

0

0

0

0

1.428

art.2

42

Uitvoeringskosten IJslandse DGS door DNB

 

0

7

0

0

0

0

7

art.2

43

Renteontvangsten lening IJsland

 

0

0

0

0

0

0

0

art.2

44

Aflossing hoofdsom lening IJsland

 

0

0

0

– 443

– 291

– 77

– 811

art.3

                     
 

Totale uitgaven minus ontvangsten

41, 42, 43, 44

1.236

199

0

– 443

– 291

– 77

624

 
 

Effect op EMU saldo

42, 43

0

– 7

0

0

0

0

– 7

 
 

Effect op EMU schuld

41, 42, 43, 44

1.236

199

0

– 443

– 291

– 77

624

 
 

Effect op staatsschuld

41, 42, 43, 44

1.236

199

0

– 443

– 291

– 77

624

 
                     
 

Totaal maatregelen «kredietcrisis»:

       
 

Toerekenbare rentelasten

 

450

2.036

1.474

1.213

1.040

1.061

7.274

 
 

Effect op EMU saldo

 

82

– 2.280

– 1.151

– 140

– 149

– 995

– 4.633

 
 

Effect op EMU schuld

 

82.165

– 25.457

– 6.531

– 9.481

– 5.015

4.170

39.851

 
 

Effect op staatsschuld

 

82.165

– 41.003

– 3.747

– 7.274

– 1.961

1.809

29.989

 

Verwijzing:

(1) De Back-up faciliteit noteert in US dollar. Ten behoeve van de begroting en dit overzicht wordt de faciliteit omgerekend naar euro met de per 31/12 geldende wisselkoers of (voor 2013 en 2014) rekenkoers.

Toelichting op mutaties:

Dividendontvangst ABN Amro

ABN Amro heeft aangekondigd 150 miljoen euro aan interim-dividend over boekjaar 2013 uit te zullen keren. In totaal ontvangt de Staat in 2013 voor 400 miljoen euro aan dividend van ABN Amro (regel 5)

Beëindiging ING IABF

De Staat en ING zijn overeengekomen om de faciliteit voortijds te beëindigen. De beëindiging zal plaatsvinden door de portefeuille waaruit de IABF bestaat te verkopen. De opbrengsten zullen worden gebruikt om de lening van ING aan de Staat af te lossen. Overeengekomen is dat ING de Staat een eenmalige uitkering doet ter waarde van 395 miljoen euro (zie 34 h.) Als gevolg van het afboeken van de in de toekomst te ontvangen premies ontstaat een negatief EMU saldo effect in 2013 van ongeveer 223 miljoen euro (zie ook Kamerstuk 31 371, nr. 377).

Ontvangsten IJsland

Uit de boedel van de failliete Landsbanki heeft Nederland de vierde boedeluitkering ontvangen. Het aandeel van de Staat in de meest recente uitkering bedraagt ongeveer 77 miljoen euro. Dit brengt de stand van de totale ontvangst op circa 811 miljoen euro (zie regel 44.) van het totale in 2008/2009 uitgekeerde bedrag van 1,428 miljard euro.

Tabel 1b. Budgettair overzicht interventies europa (in miljoenen euro)

#

Stand: Najaarsnota

Telling

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Som:

Bron:

 

G. Griekenland

                 
                     

45

Vordering op Griekenland

     

1.248

1.946

5

0

3.199

art.4

                     

46

Rente lening Griekenland

     

– 30

– 115

– 41

– 26

– 212

art.4

47

Rentevergoeding Griekenland (ANFA)

         

13

13

26

art.4

48

Teruggave winsten SMP

           

126

126

art.4

                 

49

Verstrekt kapitaal EFSF

     

1

1

   

2

art.4

50

Verstrekt kapitaal ESM

         

1.829

1.829

3.658

art.4

                     

51

Crisisgerelateerde winst DNB

           

– 905

– 905

art.3

52

waarvan relevant voor het EMU saldo

           

807

807

art.3

                     
 

Garanties

                 

53

Garantieplafond Nederland EFSF

     

25.872

71.910

 

– 48.142

49.640

art.4

54

effect verstrekte garantie op EMU schuld:

       

993

7.600

2.296

10.889

CBSEurostat

 

voor Ierland

       

495

279

306

1.080

CBSEurostat

 

voor Portugal

       

498

695

282

1.474

CBSEurostat

 

voor Griekenland

       

0

6.627

1.708

8.335

CBSEurostat

                     

54

Garantieverlening NL-aandeel ESM

         

35.445

 

35.445

art.4

55

Garantieverlening DNB i.v.m. ophoging middelen IMF

       

13.610

   

13.610

art.4

56

Garantieverlening DNB i.v.m. SMP

           

5.700

5.700

art.3

57

Garantieverlening NL-aandeel EU-begroting

     

2.946

– 120

6

 

2.832

art.4

                     
 

Totale uitgaven minus ontvangsten

45 t/m 51

   

1.219

1.832

1.806

1.037

5.894

 
 

Effect op EMU saldo

46 t/m 48, 52

   

30

115

28

694

867

 
 

Effect op EMU schuld

45 t/m 51, 54

   

1.219

2.825

9.406

3.333

16.783

 
 

Effect op staatsschuld

45 t/m 51

   

1.219

1.832

1.806

1.037

5.894

 
                     
 

Toerekenbare rentelasten

 

0

0

19

67

120

173

379

 
 

Effect op EMU saldo

 

0

0

11

48

– 92

521

488

 
 

Effect op EMU schuld

 

0

0

1.219

2.825

9.406

3.333

16.783

 
 

Effect op staatsschuld

 

0

0

1.219

1.832

1.806

1.037

5.894

 

Tabel 2. Balans interventies (in miljoenen euro)

In onderstaande tabel staan de bezittingen en schulden die vanwege de interventies (kredietcrisis en europa) zijn ontstaan. Balansonderdelen zijn hierbij opgenomen tegen historische aankoopprijs, conform de bepalingen van de RBV die van toepassing zijn op het onderliggende departementale jaarverslag IX. De bezittingen zijn grotendeels gefinancierd met staatsschuld (zichtbaar in tabel 1). Verder is er het cumulatief saldo van kosten en opbrengsten («het resultaat») dat een deel van de bezittingen financiert» (vanuit tabel 3)

Bezittingen

ultimo 2013

Bron:

Schulden

ultimo 2013

Bron:

Fortis/RFS/AA

         
           

Aanschaf ABN AMRO Group – ASR Verzekeringen – RFS Holdings (incl. Z-share en residual N-share)

27.955

art. 3

staatsschuld

35.883

tabel 1

Overbruggingskrediet (voormalig) Fortis

3.750

art. 11

cumulatief resultaat

892

tabel 3

           

SNS Reaal

         
     

cumulatieve rente

7.653

tabel 3

Kapitalisatie holding en bank

2.200

art. 3

cumulatieve uitvoeringskosten

54

 

Overbruggingskrediet

1.100

art. 3

     

Vastgoedbeheerorganisatie

500

art. 3

     
           

ING

   

ING

   
           

Core-tier-1 securities

1.500

art. 3

     
           

Back up facility:

   

Back up facility:

   

vordering

8.840

art. 3

verplichting

5.362

art. 3

     

voorziening en onverdeeld resultaat

3.478

art. 3

           

IJsland

         
           

Lening (incl. rente)

721

art. 2

     
           

Griekenland

         
           

Lening

3.199

art. 4

     
           

EFSF

         
           

Deelneming

2

art. 4

     
           

ESM

         
           

Deelneming

3.658

art. 4

Technische aansluiting

103

 
           

Totaal:

53.425

 

Totaal:

53.425

 

Tabel 3. Overzicht toerekenbare kosten en opbrengsten (in miljoenen euro)

Deze tabel geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten van interventies. Eventuele afwaarderingen van activa (tabel 2) worden eveneens in het resultaat meegenomen maar dan pas op het moment dat deze daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Deze behandeling wijkt af van de systematiek van het EMU saldo.

Kosten en opbrengsten

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Cumulatief

Fortis/RFS/AA

             
               

dividend

0

0

6

200

121

488

815

premie counter indemnity

0

0

26

26

26

26

104

rente overbruggingskrediet

(voormalig) Fortis

502

705

167

169

152

103

1.798

premieontvangsten CRI

0

28

165

0

0

0

193

dividend financiële instellingen

0

0

0

0

0

0

0

               

SNS Reaal

             
               

couponrente SNS Reaal

0

38

0

0

0

0

38

repurchase fee SNS Reaal

0

0

0

0

0

0

0

afboeking core-tier-1 securities

       

– 565

 

– 565

dividend

0

0

0

0

0

0

0

rente overbruggingskrediet

0

0

0

0

0

7

7

bankenheffing in het kader van de nationalisatie

0

0

0

0

0

0

0

               

Aegon

             
               

couponrente Aegon

0

166

11

0

0

0

177

repurchase fee Aegon

0

108

52

750

0

0

910

               

ING

             
               

couponrente ING

0

645

39

0

34

0

718

repurchase fee ING

0

295

52

1.000

341

375

2.063

back up faciliteit

 

0

0

0

0

0

0

               

Griekenland

             
               

rente en servicefee

0

0

30

115

41

26

212

rentevergoeding Griekenland (ANFA)

0

0

0

0

– 13

– 13

– 26

teruggave winsten SMP

0

0

0

0

0

– 126

– 126

               

IJsland

             
               

topping up

 

– 106

       

– 106

recovery topping up

 

0

0

33

21

6

60

aangegroeide rente

 

74

– 23

42

27

23

143

               

Europese instrumenten

             
               

crisisgerelateerde winst DNB

0

0

0

0

0

905

905

               

Overige

             
               

premieontvangsten garanties bancaire leningen

0

116

407

361

230

165

1.279

uitvoeringskosten crisismaatregelen

– 9

– 31

– 3

2

– 1

– 12

– 54

toerekenbare rentelasten op staatsschuld

– 450

– 2.036

– 1.493

– 1.280

– 1.160

– 1.234

– 7.653

               

Resultaat

43

2

– 564

1.418

– 746

739

892

Tabel 4. Garantieoverzicht (in miljoenen euro)

In onderstaand overzicht staan de uitstaande garanties die in het kader van de kredietcrisis en europa verstrekt zijn. Het cumulatief saldo geeft de stand van de uitstaande garanties per einde 2013 weer.

Garanties kredietcrisis en europa

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Som:

Bron:

A. Fortis/RFS/AA

               
                 

Capital Relief Instrument ABN-AMRO (CRI)

0

32.611

0

0

0

0

32.611

IX art.3

waarvan vervallen

0

0

– 32.611

0

0

0

– 32.611

IX art.3

                 

Counter Indemnity ABN-AMRO

0

0

950

0

0

0

950

IX art.3

                 

B. SNS Reaal

               
                 

Garantieverlening VBO

0

0

0

0

0

5.000

5.000

IX art.3

                 

E. Garantiefaciliteit bancaire leningen

               
                 

Garanties bancaire leningen

2.740

47.535

0

0

0

0

50.275

IX art.2

waarvan vervallen

0

– 3.424

– 7.853

– 5.823

– 15.933

– 6.147

– 39.180

IX art.2

                 

H. Europese instrumenten

               
                 

Garantieplafond Nederland EFSF

0

0

25.872

71.910

0

– 48.142

49.640

IX art.4

effect verstrekte garantie op EMU schuld

     

993

7.600

2.296

10.889

CBS

Eurostat

voor Ierland

     

495

279

306

1.080

CBS Eurostat

voor Portugal

     

498

695

282

1.474

CBS Eurostat

voor Griekenland

     

0

6.627

1.708

8.335

CBS Eurostat

                 

Garantieverlening NL-aandeel ESM

0

0

0

0

35.445

0

35.445

IX art.4

Garantieverlening DNB i.v.m. ophoging middelen IMF

0

0

0

13.610

0

0

13.610

IX art.4

Garantieverlening DNB i.v.m. SMP

0

0

0

0

0

5.700

5.700

IX art.3

Garantieverlening NL-aandeel EU-begroting

0

0

2.946

– 120

6

0

2.832

IX art.4

                 

Totaal

2.740

76.722

– 10.696

79.577

19.518

– 43.589

124.272

 

Bijlage 3: Vaststellen kaders

Het uitgavenkader en het inkomstenkader worden na verwerking van de begrotingsafspraken 2014 herijkt. Deze werkwijze is aangekondigd in de brief voor het aanbieden van de begrotingsafspraken 20141 aan de Tweede Kamer en bevestigd tijdens het debat hierover in de Tweede kamer.

Onderstaand worden de nieuwe standen voor het uitgavenkader en de deelkaders gepresenteerd. Ook de aansluiting met de in de Miljoenennota 2014 gepresenteerde kaders wordt toegelicht. Hetzelfde geldt voor het inkomstenkader.

Uitgavenkader

Tabel 1 geeft een overzicht van de aansluiting van de deelkaders bij Miljoenennota 2014 en de stand van de kaders na verwerking van de begrotingsafspraken 2014.

Tabel 1: Verwerking begrotingsafspraken 2014 (in miljoenen euro)1
 

2014

2015

2016

2017

Rijksbegroting in enge zin

       

Stand Miljoenennota 2014

105.545

106.596

107.865

108.875

Maatregelen begrotingsafspraken 2014

– 532

708

689

734

Stand begrotingsafspraken 2014

105.013

107.304

108.554

109.610

         

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt

       

Stand Miljoenennota 2014

77.842

83.278

84.281

84.614

Maatregelen begrotingsafspraken 2014

39

– 126

– 30

123

Stand begrotingsafspraken 2014

77.880

83.152

84.251

84.737

         

Budgettair Kader Zorg

       

Stand Miljoenennota 2014

67.826

69.018

70.960

72.917

Maatregelen begrotingsafspraken 2014

0

– 824

– 855

– 888

Stand begrotingsafspraken 2014

67.826

68.194

70.105

72.029

X Noot
1

Vanwege afronding wijkt de som der delen af van het totaal

Tabel 2 geeft een overzicht van de maatregelen uit de begrotingsafspraken 2014, die onder het deelkader RBG-eng zijn verwerkt. Hetzelfde geldt voor de tabellen 3 en 4 voor de deelkaders SZA en Zorg. Maatregelen met een omvang kleiner dan 50 miljoen euro in 2017 zijn samengevoegd in «overige maatregelen». Verschillende maatregelen zijn relevant voor de ontwikkeling van het accres voor het Gemeente- en Provinciefonds; het budgettaire effect van deze maatregelen op het accres is eveneens opgenomen in «overige maatregelen». Voor een toelichting bij de verschillende maatregelen wordt verwezen naar de Begrotingsafspraken 2014.

Tabel 2: Begrotingsafspraken onder Rijksbegroting in enge zin (in miljoenen euro)
 

2014

2015

2016

2017

Onderwijs

0

650

600

600

Behoud gratis schoolboeken

0

277

277

277

Publieke omroep

0

0

50

50

Defensie

50

90

90

90

Regionale werkgelegenheid

0

50

50

50

Herschikking subsidies

0

– 55

– 110

– 110

Korting prijsbijstelling 2014

– 477

– 477

– 477

– 477

Overig (inclusief doorwerking accres)

– 105

173

209

254

Totale mutatie

– 532

708

689

734

Tabel 3: Begrotingsafspraken onder Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (in miljoenen euro)
 

2014

2015

2016

2017

Kinderbijslag (handhaven leeftijdsdifferentiatie)

47

236

422

560

Kindgebonden budget (halveren voorgenomen verhoging eerste en tweede kind)

– 18

– 149

– 150

– 149

Kindgebonden budget (behoud gratis schoolboeken)

0

– 30

– 90

– 90

Steiler afbouwen huishoudentoeslag (overige opbrengsten onder zorgtoeslag)

0

– 45

– 48

– 50

Prikkelwerking inkomensdeel WWB/aanscherpen alimentatie

0

– 140

– 180

– 180

Overig

10

2

16

32

Totaal

39

– 126

– 30

123

Tabel 4: Begrotingsafspraken onder Budgettair Kader Zorg (in miljoenen euro)
 

2014

2015

2016

2017

Beperken maatwerkvoorziening

0

– 438

– 438

– 438

Ramingsbijstelling geneesmiddelen

0

– 75

– 75

– 75

Plafond academische component

0

– 36

– 57

– 80

Tariefstelling hulpmiddelen

0

– 145

– 145

– 145

Transitie hervorming Langdurige Zorg

0

– 75

– 85

– 95

Overig

0

– 55

– 55

– 55

Totaal

0

– 824

– 855

– 888

Onderstaande tabellen 5 tot en met 8 geven een overzicht van de nieuwe uitgavenkaders. Deze tabellen komen overeen met de tabellen uit bijlage 3 van de Miljoenennota 2014 (of met de tabellen uit de Startnota 2012).

Tabel 5: Kader Rijksbegroting in enge zin (in miljoenen euro)
 

2014

2015

2016

2017

1. Raming uitgaven bij begrotingsafspraken 2014

105.013

107.304

108.554

109.610

2. pNB ten tijde van Miljoenennota 2014

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

3. Reëele ijklijn

101.465

101.877

101.642

101.385

4. Actuele raming NB-deflator

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

5. Overboekingen

0

0

0

0

6. Statistisch

0

0

0

0

7. Uitgavenkader RBG-eng in lopende prijzen

105.013

107.304

108.554

109.610

8. Actuele raming uitgaven

105.013

107.304

108.554

109.610

9. Over/onderschrijding kader RBG-eng (9=8–7)

0

0

0

0

Tabel 6: Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (in miljoenen euro)
 

2014

2015

2016

2017

1. Raming uitgaven bij begrotingsafspraken 2014

77.880

83.152

84.251

84.737

2. pNB ten tijde van Miljoenennota 2014

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

3. Reëele ijklijn

75.249

78.947

78.886

78.379

4. Actuele raming NB-deflator

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

5. Overboekingen

0

0

0

0

6. Statistisch

0

0

0

0

7. Uitgavenkader SZA in lopende prijzen

77.880

83.152

84.251

84.737

8. Actuele raming uitgaven

77.880

83.152

84.251

84.737

wv. begrotingsgefinancierd

21.357

21.087

21.246

21.385

wv. premiegefinancierd

56.523

62.066

63.005

63.352

9. Over/onderschrijding kader SZA (9=8–7)

0

0

0

0

Tabel 7: Budgettair Kader Zorg (in miljoenen euro)
 

2014

2015

2016

2017

1. Raming uitgaven bij Begrotingsafspraken 2014

67.826

68.194

70.105

72.029

2. pNB ten tijde van Miljoenennota 2014

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

3. Reëele ijklijn

65.534

64.745

65.641

66.624

4. Actuele raming NB-deflator

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

5. Overboekingen

0

0

0

0

6. Statistisch

0

0

0

0

7. Uitgavenkader BKZ in lopende prijzen

67.826

68.194

70.105

72.029

8. Actuele raming uitgaven

67.826

68.194

70.105

72.029

wv. begrotingsgefinancierd

2.222

1.776

1.725

2.016

wv. premiegefinancierd

65.605

66.418

68.380

70.012

9. Over/onderschrijding kader BKZ (9=8–7)

0

0

0

0

Tabel 8: Uitgavenkader totaal (in miljoenen euro)
 

2014

2015

2016

2017

1. Raming uitgaven bij begrotingsafspraken 2014

250.720

258.650

262.911

266.375

2. pNB ten tijde van Miljoenennota 2014

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

3. Reëele ijklijn

242.247

245.569

246.170

246.389

4. Actuele raming NB-deflator

1,0350

1,0533

1,0680

1,0811

5. Overboekingen

0

0

0

0

6. Statistisch

0

0

0

0

7. Uitgavenkader in lopende prijzen

250.720

258.650

262.911

266.375

8. Actuele raming uitgaven

250.720

258.650

262.911

266.375

9. Over/onderschrijding uitgavenkader (9=8–7)

0

0

0

0

Inkomstenkader

Tabel geeft de herijking van het inkomstenkader weer.

Tabel 9: Vaststellen inkomstenkader (in miljoenen euro, + is lastenverzwaring)
 

2014

2015

2016

2017

cumulatief 2013–2017

Stand Miljoenennota 2014

6.888

5.538

1.399

544

21.290

Maatregelen begrotingsafspraken 2014

– 1.954

1.496

238

320

100

Stand Begrotingsafspraken 2014

4.934

7.034

1.637

864

21.390

De herijking van het inkomstenkader als gevolg van de maatregelen uit de begrotingsafspraken 2014 is weergegeven in tabel 9. Voor de verwerking van de lastenmaatregelen wordt uitgegaan van de definities voor het inkomstenkader. Dit zorgt voor een aantal afwijkingen ten opzichte van de lasten zoals gepresenteerd bij de begrotingsafspraken.2

Het steiler afbouwen van de huishoudentoeslag slaat voor een deel neer bij de zorgtoeslag. Dit wordt geboekt onder het inkomstenkader vanwege de directe samenhang met de zorgpremies.

Bij de verlaging van het tarief in de box 2 is bij de presentatie van de begrotingsafspraken uitgegaan van de effecten op het EMU-saldo van deze maatregel. Voor de boeking in het inkomstenkader is alleen de incidentele derving van de tijdelijke verlaging van het tarief relevant.

Tot slot was de koopkrachtenvelop technisch geboekt aan de lastenkant en de inzet ervan in de begrotingafspraken 2014 wordt daarom verwerkt in het inkomstenkader.

Bijlage 4: Verticale Toelichting Najaarsnota 2013

De Verticale Toelichting geeft voor alle begrotingen een overzicht van en een toelichting op de belangrijkste mutaties. Voor een meer gedetailleerde toelichting op wordt verwezen naar de suppletoire begrotingswetten.

Leeswijzer

De mutaties zijn gesplitst in drie categorieën:

  • 1) Mee- en tegenvallers;

  • 2) Beleidsmatige mutaties;

  • 3) Technische mutaties.

De laatste categorie omvat alle overboekingen, desalderingen, statistische correcties en mutaties die niet onder een ijklijn vallen. Mutaties worden toegelicht indien ze een bepaalde ondergrens overschrijden. De ondergrens is afhankelijk van de omvang van de begroting en verschilt voor de verschillende categorieën mutaties. De post diversen bevat de mutaties die onder de ondergrens vallen en wordt in principe alleen toegelicht indien zich bijzonderheden voordoen.

De totalen per begroting worden in eerste instantie gepresenteerd exclusief de bedragen die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. Door middel van een aansluitregel wordt het deel van de begroting dat onder de HGIS valt zichtbaar gemaakt. De laatste regel geeft per begroting de totaalstand inclusief HGIS aan. De mutaties die optreden binnen het HGIS-deel van de begroting worden gepresenteerd en toegelicht in de Verticale Toelichting van alle HGIS uitgaven.

De bedragen in de tabellen zijn in miljoenen euro’s. Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som der onderdelen.

Samenvattend overzicht mutaties per Najaarsnota 2013
 

Bedragen in miljoenen euro’s

Mutaties uitgaven

Mutaties ontvangsten

Departementale begrotingen

I

De koning

0,2

0,0

IIA

Staten Generaal

– 0,9

0,0

IIB

Hoge Colleges van Staat

– 1,8

0,5

III

Algemene Zaken

– 3,5

0,2

IV

Koninkrijksrelaties

0,0

0,0

V

Buitenlandse Zaken

– 296,6

– 74,1

VI

Veiligheid en Justitie

148,3

13,7

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

– 29,5

17,9

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

671,6

80,0

IXA

Nationale Schuld

– 3.645,1

114,9

IXB

Financiën

190,6

520,9

X

Defensie

– 43,1

– 24,8

XII

Infrastructuur en Milieu

– 42,3

– 2,4

XIII

Economische Zaken

20,6

– 4,5

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

– 290,6

29,1

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

– 76,5

– 93,4

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

0,0

0,0

XVIII

Wonen en Rijksdienst

4,0

5,1

Overig

 

Sociale Zekerheid

– 328,7

– 22,2

 

Budgettair kader Zorg

– 98,9

– 127,0

 

Gemeentefonds

109,7

0,1

 

Provinciefonds

23,3

0,0

 

Infrastructuurfonds

7,6

3,3

 

Diergezondheidsfonds

– 2,9

– 2,9

 

Accres Gemeentefonds

0,0

0,0

 

Accres Provinciefonds

0,0

0,0

 

BES fonds

0,3

0,0

 

Deltafonds

– 26,0

– 5,9

 

Prijsbijstelling

0,0

0,0

 

Arbeidsvoorwaarden

0,0

0,0

 

Koppeling Uitkeringen

0,0

0,0

 

Wet Indexering Studiefinanciering

0,0

0,0

 

Aanvullende Post Algemeen

245,1

0,0

 

Homogene Groep Internationale Samenwerking

– 101,8

33,7

De Koning

I DE KONING: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

40,2

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,2

     

0,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,2

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

40,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

40,4

I DE KONING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,4

Staten-Generaal

IIA STATEN-GENERAAL: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

142,5

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 1,4

     

– 1,4

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,5

     

0,5

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 0,9

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

141,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

141,6

IIA STATEN-GENERAAL: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

5,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

5,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

5,2

Diversen – technische mutaties (uitgaven)

Meerdere projecten van de Tweede Kamer zijn vertraagd. Het externe advies over de inrichting van de netwerkbeveiliging van de Tweede Kamer wordt later opgeleverd en geplande werkzaamheden aan de commissiezalen zijn uitgesteld. De budgetten voor deze posten worden daarom meegenomen naar 2014.

Diversen – beleidsmatige mutaties (uitgaven)

De Tweede Kamer doet in 2013 onvoorziene uitgaven ter voorbereiding op de parlementaire enquêtes naar Woningcorporaties en de Fyra in 2014.

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

120,0

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 3,0

     

– 3,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,6

     

0,6

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,5

     

0,5

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 1,8

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

118,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

118,2

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

6,0

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,5

     

0,5

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,5

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

6,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

6,6

Diversen – mee- en tegenvallers (uitgaven)

De Vreemdelingenkamer van de Raad van State doet in 2013 minder dan geraamde hoger beroepszaken af dan in het voorjaar voorzien.

Diversen – beleidsmatige mutaties (uitgaven)

Periodiek wordt de bekostigingssystematiek van de Vreemdelingenkamer van de Raad van State herijkt. Stijgingen in de instroom, productie en complexiteit van de hoger beroepszaken leiden tot een intensivering in de personele capaciteit.

Algemene Zaken

III ALGEMENE ZAKEN: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

63,7

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 3,5

     

– 3,5

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 3,5

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

60,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

60,2

III ALGEMENE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

8,8

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,2

     

0,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,2

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

9,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

9,0

Koninkrijksrelaties

IV KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

291,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

291,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

291,1

IV KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

38,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

38,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

38,0

Buitenlandse Zaken

V BUITENLANDSE ZAKEN: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

7.700,6

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Eu-afdrachten

– 296,6

     

– 296,6

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 296,6

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

7.404,0

Totaal Internationale samenwerking

1.339,1

Stand Najaarsnota 2013

8.743,1

V BUITENLANDSE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

647,6

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Perceptiekostenvergoedingen

– 74,1

     

– 74,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 74,1

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

573,5

Totaal Internationale samenwerking

111,5

Stand Najaarsnota 2013

685,0

EU-afdrachten

De Nederlandse afdrachten van douaneontvangsten vallen dit jaar 297 mln. lager uit dan eerder geraamd. Dit komt door zowel een lagere volumegroei van importen van buiten de EU als door een lager gemiddeld invoertarief dan voorzien. De lagere douaneontvangsten aan de EU worden in principe gecompenseerd door hogere bni-afdrachten aangezien de EU-begroting altijd in evenwicht moet zijn. Tegenover dit compensatie-effect staat het feit dat de bni-ontwikkeling van Nederland achterblijft bij de rest van de EU. Hierdoor daalt het Nederlandse aandeel in de bni-afdrachten aan de EU en blijven de Nederlandse bni-afdrachten gelijk aan eerdere ramingen. Per saldo leiden de lagere afdracht van douaneontvangsten en gelijke bni-afdracht tot een lagere afdracht aan de EU van 297 mln. in 2013.

Perceptiekostenvergoedingen

Nederland ontvangt 25 procent van de afgedragen douaneontvangsten als perceptiekostenvergoeding. Doordat de afdracht van douaneontvangsten neerwaarts is bijgesteld, zijn ook de perceptiekostenvergoedingen met 74 mln. neerwaarts bijgesteld.

Veiligheid en Justitie

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

12.114,2

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

5,2

     

5,2

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Frictiekosten door sluiting justitiële inrichtingen

106,0

   

Hogere oda-toerekening door stijgende asielinstroom

29,2

   

Diversen

1,4

     

136,6

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

6,4

     

6,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

148,3

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

12.262,5

Totaal Internationale samenwerking

39,7

Stand Najaarsnota 2013

12.302,2

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

1.296,9

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

3,9

     

3,9

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

3,4

     

3,4

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

6,4

     

6,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

13,7

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

1.310,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

1.310,6

Diversen – mee- en tegenvallers (uitgaven)

De post diversen bestaat uit het saldo van verschillende mee- en tegenvallers. Het betreft onder andere een meevaller bij de nieuwbouw van het departement VenJ in Den Haag van circa 6 mln. vanwege lagere kosten voor de ICT. Daarnaast doet zich bij de jeugdbescherming een stijging van het aantal voogdijzaken voor, wat resulteert in een tegenvaller van circa 8 mln. Tevens is er bij de Raad voor de Kinderbescherming een tegenvaller te zien van circa 8 mln. als gevolg van onjuist gebleken aannames in de raming.

Frictiekosten door sluiting justitiële inrichtingen

In het Masterplan DJI zijn middelen gereserveerd voor incidentele frictiekosten huisvesting. Deze frictiekosten hebben betrekking op het afstoten van leegstaand vastgoed. Deze middelen worden ter beschikking gesteld aan het Ministerie van VenJ en in latere jaren door datzelfde ministerie terugbetaald. De benodigde middelen zijn in afwachting van de exacte uitwerking van het Masterplan DJI toegevoegd aan de aanvullende post. De middelen voor 2013 ter grootte van 106 mln. worden nu vrijgegeven aan het Ministerie van VenJ.

Hogere ODA-toerekening door stijgende asielinstroom

De verwachte asielinstroom 2013 is naar boven bijgesteld: er is met name sprake van een verhoogde instroom van asielzoekers met de Syrische en Somalische nationaliteit. De verwachte hogere instroom leidt tot een hogere ODA-toerekening: De kosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers van circa 29 mln. uit de zogenaamde DAC-landen worden toegerekend aan het budget voor ontwikkelingssamenwerking (ODA-budget).

Binnenlandse Zaken

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

850,8

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,9

     

0,9

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 8,0

     

– 8,0

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

17,6

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Vut fonds

– 40,0

     

– 22,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 29,5

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

821,3

Totaal Internationale samenwerking

0,7

Stand Najaarsnota 2013

822,0

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

122,0

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

2,5

     

2,5

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

15,4

     

15,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

17,9

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

140,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

140,0

Diversen – mee- en tegenvallers (uitgaven)

De Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) loopt vertraging op in het regelgevingtraject en in de in gebruik name door gemeenten, dit leidt tot hogere uitgaven in 2013. De invoering is nu voorzien op 1 december 2013.

Diversen – beleidsmatige mutaties (uitgaven)

De voortgang van het programma modernisering Gemeentelijke Basisadministratie (mGBA) ondervindt vertraging in de planning en een overschrijding van het budget door problemen in de bouw van het stelsel Basisregistratie Personen (BRP). Na overleg met afnemers en op basis van onderzoek wordt de koers richting de realisatie van de BRP voortgezet met nieuwe keuzes in het programma mGBA (zie Kamerstuk 27 859, nr. 68). De realisatie van BRP is voorzien in 2018 en de aanvullende kosten voor ontwikkeling worden volledig gedekt binnen de BZK-begroting.

Diversen – technische mutaties (uitgaven)

De Rijksgebouwendienst is per 2013 ingetrokken in het pand aan het Korte Voorhout. De huurkosten zijn bij Najaarsnota opgenomen in de uitgavenramingen.

VUT fonds

Steeds meer mensen besluiten later gebruik te maken van de regeling Flexibel Pensioen en Uittreden, waardoor de leenbehoefte van het VUT-fonds wijzigt. Dit leidt tot lagere uitgaven in 2013.

Onderwijs, Cultuur en wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

34.436,0

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen bijstelling autonome raming

– 69,0

   

Diversen

– 27,3

     

– 96,3

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Begrotingsakkoord 2014 lumpsum

650,0

   

Noa aanvullende middelen po

85,0

   

Noa aanvullende middelen vo

65,0

   

Noa inzet eindejaarsmarge

– 112,1

   

Diversen

– 9,1

     

678,8

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 1,0

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Niet relevant bijstelling autonome raming

90,0

     

89,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

671,6

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

35.107,6

Totaal Internationale samenwerking

69,1

Stand Najaarsnota 2013

35.176,7

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

1.159,3

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Afrekeningen diversen

40,0

   

Diversen

4,4

     

44,4

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

19,7

     

19,7

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

15,8

     

15,8

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

80,0

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

1.239,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

1.239,3

Diversen bijstelling autonome raming

Dit is het saldo van verschillende mee- en tegenvallers bij studiefinanciering ten opzichte van de raming. Realisatiecijfers laten een lager aantal deelnemers in het mbo (beroepsopleidende leerweg) met studiefinanciering zien en een hoger aantal deelnemers aan het ho met recht op aanvullende beurs. Daarnaast ontvangen minder studenten dan geraamd de ov-studentenkaart als gift.

Begrotingsakkoord 2014 lumpsum

Zoals afgesproken in de Begrotingsafspraken 2014 wordt dit bedrag toegevoegd aan de lumpsum in 2013 voor het po, vo, bve en ho.

Noa aanvullende middelen po

Zoals afgesproken in het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) wordt dit bedrag eenmalig beschikbaar gesteld voor het behoud van werkgelegenheid in het primair onderwijs. Hiermee worden instellingen in de gelegenheid gesteld om jonge leraren in dienst te nemen en te houden.

Noa aanvullende middelen vo

Zoals afgesproken in het NOA wordt dit bedrag eenmalig beschikbaar gesteld voor het behoud van werkgelegenheid in het voortgezet onderwijs. Hiermee worden instellingen in de gelegenheid gesteld om jonge leraren in dienst te nemen en te houden.

Noa inzet eindejaarsmarge

Dit deel van de eindejaarsmarge is ingezet als dekking voor de incidentele middelen uit het NOA.

Niet relevant bijstelling autonome raming

Hogere uitgaven worden onder andere veroorzaakt door een hoger aantal studenten met prestatiebeurs. Voor de ov-studentenkaart waren er minder omzettingen in het ho maar wel meer toekenningen van de ov-studentenkaart door een hoger aantal studenten. Daarnaast is er een (procentueel beperkte) stijging van het aantal studenten dat leent en ligt het gemiddelde leenbedrag hoger dan geraamd.

Afrekeningen diversen

De budgetten van verschillende regelingen en subsidies zijn niet volledig uitgegeven. OCW heeft 5 mln. van de Regeling Brede School en 12 mln. van de Regeling Binnenmilieu van de gemeenten teruggevorderd. Door de scholen is 13 mln. van de prestatiesubsidie uit het vroegtijdigschoolverlatersconvenant (vsv) terugbetaald. Ook is er 10 mln. over na de afrekening van verschillende projecten en subsidies.

Nationale Schuld

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

21.451,7

Technische mutaties

 
 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Mutatie in rekening-courant en deposito

– 3.659,5

   

Rente vaste schuld

– 103,7

   

Verstrekte leningen

111,7

   

Diversen

6,4

     

– 3.645,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 3.645,1

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

17.806,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

17.806,6

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

2.185,5

Technische mutaties

 
 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Rentebaten

120,7

   

Diversen

– 5,8

     

114,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

114,9

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

2.300,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

2.300,4

Mutatie in rekening-courant en deposito

Deze mutatie wordt grotendeels veroorzaakt doordat in de raming is meegenomen dat decentrale overheden vanaf december gaan schatkistbankieren. De inleg van de sociale fondsen is gewijzigd als gevolg van mutaties in de premieontvangsten en de premiegefinancierde uitgaven.

Rente vaste schuld

De raming van de rentelasten vaste schuld wijzigt als gevolg van bijstellingen van de rentetarieven en de financieringsbehoefte.

Verstrekte leningen

Gewijzigde inzichten in het leengedrag van baten-lastendiensten en RWT’s (rechtspersonen met een wettelijke taak) leiden tot een aanpassing van de voorziene uitgaven.

Rentebaten

Er zijn hogere rentebaten, voornamelijk vanwege vervroegde aflossingen op leningen door de RGD voor een leasecontract.

Financiën

IXB FINANCIEN: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

14.665,5

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Belasting- en invorderingsrente

– 175,0

   

Bijstelling intensivering toezicht en invordering

– 20,0

   

Diversen

– 18,6

     

– 213,6

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

5,8

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Iabf

395,0

   

Diversen

3,4

     

404,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

190,6

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

14.856,1

Totaal Internationale samenwerking

185,6

Stand Najaarsnota 2013

15.041,7

IXB FINANCIEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

7.813,6

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Belasting- en invorderingsrente

– 175,0

   

Dividend staatdeelnemingen

45,1

   

Premies ekv

45,0

   

Schaderestituties ekv

27,7

   

Diversen

1,4

     

– 55,8

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

6,6

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Dividend abn amro

94,4

   

Iabf

395,0

   

Ontvangsten ijsland

77,1

   

Diversen

3,6

     

576,7

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

520,9

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

8.334,5

Totaal Internationale samenwerking

7,8

Stand Najaarsnota 2013

8.342,3

Belasting- en invorderingsrente (uitgaven en ontvangsten)

De raming van de belasting- en invorderingsrente is zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenkant met 175 mln. naar beneden bijgesteld. Deze mutatie ziet voor het grootste deel (circa 150 mln.) op een technische verdeling van een in het verleden gesaldeerde mutatie naar respectievelijk de uitgaven- en ontvangstenkant. In het voorjaar van 2014 wordt de raming meerjarig herzien.

Bijstelling Intensivering Toezicht en Invordering

De toegekende middelen in het kader van de intensivering toezicht en invordering bij de Belastingdienst (ITI) worden dit jaar naar verwachting niet geheel uitgeput vanwege vertragingen in het werven en aannemen van personeel.

IABF (uitgaven en ontvangsten)

De overeenkomst met ING over de beëindiging van de IABF leidt tot extra te ontvangen fees in het jaar 2013. Het betreft de claw back fee, afkoop van de additionele garantie fee (EC) en afkoop van de garantie fee (in totaal 395 mln.) Met deze extra ontvangsten wordt de lening van ING versneld afgebouwd wat leidt tot even hoge uitgaven.

Dividend Staatsdeelnemingen

De mutatie bij het dividend staatsdeelnemingen doet zich voor bij de aandelen URENCO die gedeeltelijk in handen zijn van staatsdeelneming UCN. Bij URENCO is eind 2012 een nieuw dividendbeleid vastgesteld. In 2013 wordt daardoor een groter gedeelte van het nettoresultaat uitgekeerd als dividend, wat leidt tot een opwaartse bijstelling van 45 mln.

Premies EKV en schaderestituties EKV

De raming van premieontvangsten en provenuen is naar boven bijgesteld. Reden hiervoor is respectievelijk een aantal relatief grote verzekeringstransacties en hogere dan verwachte schaderestituties.

Dividend ABN Amro

In 2013 is er van ABN AMRO in totaal 400 mln. dividend ontvangen, 250 mln. als slotdividend over boekjaar 2012 en 150 mln. als interimdividend over 2013. ASR heeft 88,4 mln. uitgekeerd als slotdividend over boekjaar 2012. Hierdoor is een meevaller ontstaan van 94,4 mln.

Ontvangsten IJsland

Betreft de vierde boedeluitkering uit de failliete IJslandse bank Landsbanki.

Defensie

X DEFENSIE: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

7.539,9

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Doorwerking verkoopopbrengsten

– 17,0

   

Diversen

– 7,8

     

– 24,8

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

4,9

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

– 23,2

     

– 18,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 43,1

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

7.496,8

Totaal Internationale samenwerking

213,4

Stand Najaarsnota 2013

7.710,2

X DEFENSIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

348,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Bijstelling verkoopopbrengsten

– 17,0

   

Diversen

– 7,8

     

– 24,8

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 24,8

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

323,2

Totaal Internationale samenwerking

1,4

Stand Najaarsnota 2013

324,6

Bijstelling verkoopopbrengsten

De wijzigingen in de ontvangsten betreffen een andere fasering van de opbrengsten uit verkoop van materieel en onroerende zaken (totaal 17,0 mln.). Voor de onroerende zaken (10 mln.) zijn dit diverse kleine verkoopopbrengsten zoals reservedelen van de Lynxhelikopter en van de geplande afstoting van een aantal kazernecomplexen wordt naar verwachting de verkoop niet meer in 2013 gerealiseerd.

Infrastructuur en Milieu

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

9.870,1

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diverse lagere uitgaven

– 18,2

   

Diversen

– 9,9

     

– 28,1

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 14,1

     

– 14,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 42,3

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

9.827,8

Totaal Internationale samenwerking

52,4

Stand Najaarsnota 2013

9.880,3

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

216,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 2,0

     

– 2,0

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 0,2

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

– 0,2

     

– 0,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 2,4

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

213,5

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

213,5

Diverse lagere uitgaven

Deze mutatie bestaat uit lagere apparaatsuitgaven. De onderuitputting wordt voor een deel veroorzaakt door een versnelde invulling van de taakstelling en lagere uitgaven voor postactieven. Daarnaast is er sprake van onderuitputting door de efficiencyvoordelen van de samenvoeging van het Ministerie van VROM en het Ministerie van VenW en het achterblijven van uitgaven voor het Nieuwe Werken.

Diversen – Beleidsmatige mutaties (uitgaven)

De post Diversen is het saldo van verschillende mutaties. Diverse lagere uitgaven worden veroorzaakt door vertraging in de voortgang van projecten zoals die van de Nota Ruimte en door de wijziging van projectplannen. Ook is er sprake van onderuitputting door minder onderzoeken door het Planbureau voor de Leefomgeving (die in latere jaren alsnog zullen worden uitgevoerd). De lagere uitgaven worden gedeeltelijk gecompenseerd door een versnelling in te zetten voor de bodemprojecten Kempen (5 mln.) en Amsterdam Diemerzeedijk (10,3 mln.).

Diversen – Technische mutaties (uitgaven)

De post Diversen bestaat onder andere uit overboekingen naar het Gemeente- en provinciefonds. De provincie Noord-Brabant ontvangt in 2013 5 mln. via de decentralisatie-uitkering bodemsanering voor actief bodembeheer in Kempen. De gemeente Amsterdam ontvangt in 2013 10,3 mln. via de decentralisatie-uitkering bodemsanering voor de zogenaamde nazorgkosten, de beheerskosten van de sanering van de Diemerzeedijk. Daarnaast is er sprake van een saldo van overboekingen tussen verschillende departementen. Zo heeft IenM een bijdrage ontvangen voor de marker Wadden van EZ van 15 mln. en heeft IenM 4,8 mln. overgeboekt naar EZ voor de Kernfysische dienst.

Economische Zaken

XIII ECONOMISCHE ZAKEN: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

5.105,7

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Agentschap dlg

15,0

   

Overig

– 36,8

   

Diversen

8,4

     

– 13,4

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Aw: subsidies overige

– 45,8

   

Kapitaalverstrekking rom's

17,0

   

Diversen

18,4

     

– 10,4

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

44,3

     

44,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

20,6

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

5.126,3

Totaal Internationale samenwerking

71,1

Stand Najaarsnota 2013

5.197,4

XIII ECONOMISCHE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

17.916,8

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Lagere verkoopopbrengsten natuurgronden

– 20,0

   

Diversen

– 15,2

     

– 35,2

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Kapitaalverstrekking rom's

17,0

   

Diversen

– 5,1

     

11,9

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

37,8

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

– 10,0

     

27,8

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

4,5

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

17.921,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

17.921,3

Baten-lastendiensten dlg

De Dienst Landelijk Gebied (DLG) wordt opgesplitst waarbij in 2015 400 fte’s naar de provincies zullen overgaan. Om de te verwachten reorganisatiekosten in de komende periode te kunnen financieren, wordt een reorganisatievoorziening getroffen. Bij de 2e suppletoire begroting 2013 vindt een eerste storting in deze reorganisatievoorziening plaats van 15 mln.

Overige

De post bestaat uit verschillende mutaties. Het geraamde budget voor het Technologisch Top Instituut (TTI) Water valt vrij. Vanwege de tragere uitbetalingen op de aangegane verplichtingen TKI-toeslag valt er in 2013 17 mln. kas vrij. Dit budget is in latere jaren nodig voor de reeds aangegane verplichtingen.

Diversen- mee en tegenvallers (uitgaven)

Deze post bestaat uit meerdere mutaties waaronder het niet onttrekken aan de interne begrotingsreserve van de BMKB. Op deze manier blijft de BMKB-reserve op niveau voor eventuele toekomstige tegenvallende schades op de BMKB.

Aw: Subsidie overig

De onderuitputting doet zich met name voor op de Green Deals (9,3 mln.) en het Rotterdam Opvang en Afvang Demonstratieproject (ROAD) (37,5 mln.), omdat de finale investeringsbeslissing nog niet genomen is. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat dit project later alsnog wordt gestart.

Kapitaalverstrekking rom's (uitgaven & niet-belastingontvangsten)

Met deze mutatie worden de middelen voor de Regionale ontwikkelingsmaatschappijen herschikt.

Diversen – beleidsmatige mutaties (uitgaven)

Deze post bestaat uit meerdere mutaties, waaronder de betaling aan ESA voor ESA-General budget en Kourou. Verder wordt er minder budget aan de COVA besteed, door de mindere inkomsten van de COVA.

Diversen – technische mutaties (uitgaven)

Deze post bestaat voornamelijk uit overboekingen met andere departementen, zoals de bijdragen aan IenM voor de Markerwadden, en de bijdrage van VWS in de voorziening voor afkoop huurcontracten van niet langer benodigde huisvesting van de NVWA.

Lagere verkoopopbrengsten natuurgronden

Van de geraamde verkoopopbrengsten van natuurgronden wordt 20 mln. niet in 2013 gerealiseerd. Dit bedrag zal in latere jaren worden ontvangen.

Diversen – mee en tegenvallers (ontvangsten)

Deze post bestaat uit meerdere ontvangsten mutaties, waaronder lagere premie-ontvangsten voor de BMKB omdat de benutting achter is gebleven bij de raming.

Diversen – beleidsmatige mutaties (ontvangsten)

Op de ontvangsten met betrekking tot het High Trust boetebeleid doet zich een tegenvaller voor.

Dit wordt veroorzaakt doordat het College van Beroep in een aantal gevallen de in het verleden opgelegde en reeds ontvangen boetes heeft verlaagd. Hierdoor heeft in 2013 een terugbetaling plaatsgevonden van 6,1 mln. Daarnaast verlopen de (hoger) beroepsprocedures en overeengekomen betalingsregelingen trager dan verwacht.

Diversen – technische mutaties – Rijksbegroting in enge zin (ontvangsten)

Ten behoeve van de hoger dan geraamde schades op de Garantie Ondernemingsfinanciering wordt er 12 mln. aan de interne begrotingsreserve GO onttrokken.

Diversen – technische mutaties – Niet tot een ijklijn behorend (ontvangsten)

De tariefsverhoging COVA is ingegaan op 1 april in plaats van 1 januari. Dit heeft voor 2013 lagere opbrengsten ten gevolg.

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

29.773,4

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 5,0

 

Sociale zekerheid

 
   

Re-integratie ao

– 31,2

   

Reservering kindregelingen

– 150,0

   

Diversen

0,9

     

– 185,3

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 2,1

 

Sociale zekerheid

 
   

Neutrale schuif uwv uitvoeringskosten

– 21,7

   

Diversen

6,5

     

– 17,3

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 18,8

 

Sociale zekerheid

 
   

Diversen

– 43,1

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

– 26,1

     

– 88,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 290,6

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

29.482,8

Totaal Internationale samenwerking

0,5

Stand Najaarsnota 2013

29.483,3

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

1.995,3

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,2

 

Sociale zekerheid

 
   

Diversen

– 2,2

     

– 2,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Afsluiten rbb's oud esf

24,9

 

Sociale zekerheid

 
   

Diversen

– 3,9

     

21,0

Technische mutaties

 
 

Sociale zekerheid

 
   

Diversen

10,0

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

0,1

     

10,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

29,1

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

2.024,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

2.024,4

Re-integratie Arbeidsongeschiktheid

De meevaller op de re-integratiemiddelen wordt veroorzaakt doordat er zowel bij de trajecten als voorzieningen sprake is van dalende volumes en prijzen. Bovendien houdt het UWV met de inzet van trajecten en voorzieningen rekening met de realiseren taakstelling in 2014/2015. Trajecten en voorzieningen lopen meerjarig door, waardoor in 2013 reeds rekening gehouden moet worden met het lagere budget in 2014.

Reservering kindregelingen

Dit betreft een vrijval van de reservering kindregelingen. Voor 2014 en verder zijn deze middelen ingezet voor een intensivering in de kinderopvangtoeslag met de Begrotingsafspraken 2014.

Neutrale schuif UWV uitvoeringskosten

Dit betreft een budgettair neutrale herschikking met betrekking tot de uitvoeringskosten van de verschillende regelingen die het UWV uitvoert. Tegenover deze daling van 21,7 mln. staat een zelfde stijging in de premiegefinancierde uitvoeringskosten bij het UWV.

Afsluiten rekeningen buiten begrotingsverband (RBB’s) oud Europees Sociaal Fonds (ESF)

De ESF-programmaperiodes 1994–1999 en 2000–2006 zijn dit jaar administratief volledig afgerond. De einddeclaraties leveren een voordelig saldo op van in totaal 24,9 mln. Dit valt vrij van de desbetreffende rekeningen buiten begrotingsverband. Met deze vrijval van het saldo op de beide RBB’s wordt voor 14,4 mln. aan ESF gerelateerde kosten betaald, zoals de afwikkeling van de problematiek bij de Stichting Opleidingsfonds Groothandel (SOG).

Sociale Zekerheid

SOCIALE ZEKERHEID: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014

75.373,4

Mee- en tegenvallers

 
 

Sociale zekerheid

 
   

Re-integratie ao

– 46,8

   

Reservering kindregelingen

– 150,0

   

Ww

– 54,4

   

Zw

– 29,3

   

Diversen

– 45,1

     

– 325,6

Beleidsmatige mutaties

 
 

Sociale zekerheid

 
   

Invulling in=uit-taakstelling

33,6

   

Diversen

6,4

     

40,0

Technische mutaties

 
 

Sociale zekerheid

 
   

Diversen

– 43,1

     

– 43,1

       

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 328,7

Stand Najaarsnota 2013

75.044,7

SOCIALE ZEKERHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014

1.257,0

Mee- en tegenvallers

 
 

Sociale zekerheid

 
   

Ww

– 26,1

   

Diversen

– 2,2

     

– 28,3

Beleidsmatige mutaties

 
 

Sociale zekerheid

 
   

Diversen

– 3,9

     

– 3,9

Technische mutaties

 
 

Sociale zekerheid

 
   

Diversen

10,0

     

10,0

       

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 22,2

Stand Najaarsnota 2013

1.234,8

Re-integratie Arbeidsongeschiktheid

De meevaller op de re-integratiemiddelen wordt veroorzaakt doordat er zowel bij de trajecten als voorzieningen sprake is van dalende volumes en prijzen. Bovendien houdt het UWV met de inzet van trajecten en voorzieningen rekening met de realiseren taakstelling in 2014/2015. Trajecten en voorzieningen lopen meerjarig door, waardoor in 2013 reeds rekening gehouden moet worden met het lagere budget in 2014.

Reservering kindregelingen

Dit betreft een vrijval van de reservering kindregelingen. Voor 2014 en verder zijn deze middelen ingezet voor een intensivering in de kinderopvangtoeslag met de Begrotingsafspraken 2014.

WW (uitgaven en ontvangsten)

Op basis van realisatiegegevens van het UWV worden de uitgaven aan de WW naar beneden bijgesteld. Zowel het aantal mensen met een WW-uitkering als de gemiddelde hoogte van de uitkering is lager dan eerder verwacht. Het aantal faillissementsuitkeringen ligt juist hoger dan verwacht.

ZW

De uitgaven aan de ZW worden op basis van realisatiecijfers van het UWV neerwaarts aangepast. Het aantal mensen dat ziek wordt tijdens zwangerschap en het aantal zieke werklozen is lager dan eerder gedacht.

Invulling in=uit-taakstelling

Departementen mogen onderuitputting tot maximaal 1 procent van hun gecorrigeerde begrotingstotaal meenemen naar volgend jaar (via de zogenoemde eindejaarsmarge). Daarbij wordt de technische veronderstelling gehanteerd dat in het volgende jaar een gelijk bedrag aan onderuitputting zal optreden (in=uit taakstelling). Hiermee leidt de systematiek van de eindejaarsmarge niet tot EMU-saldobelasting. Bij Najaarsnota is een deel van de in=uittaakstelling voor 2013 ingevuld.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

15.783,1

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Afwikkeling faillissement zonnehuizen

15,0

   

Lagere uitgaven antivirale middelen en hpv-vaccin

– 16,7

   

Reservering verkoop antonie van leeuwenhoek-terrein

50,0

   

Taakstellende onderuitputting

33,5

   

Transitie jeugdzorgplus-instellingen

– 17,0

   

Diversen

– 41,8

 

Zorg

 
   

Knelpunt subsidie vaststelling zorgopleidingen

15,0

   

Diversen

13,7

     

51,7

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 0,5

 

Zorg

 
   

Desaldering subsidie vaststelling zorgopleidingen

– 152,0

   

Diversen

24,4

     

– 128,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 76,5

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

15.706,6

Totaal Internationale samenwerking

5,9

Stand Najaarsnota 2013

15.712,5

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

300,2

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Ruimte ontvangsten wanbetalers

18,9

   

Diversen

3,7

     

22,6

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

16,4

 

Zorg

 
   

Desaldering subsidie vaststelling zorgopleidingen

– 152,0

   

Diversen

25,0

 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

– 5,4

     

– 116,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 93,4

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

206,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

206,8

Afwikkeling faillissement Zonnehuizen

Vanwege in het verleden verstrekte garanties op leningen aan zorginstellingen staat VWS garant voor een deel van de schuld van Stichting Zonnehuizen. VWS heeft middelen gereserveerd voor de afwikkeling van de financiële verplichtingen.

Lagere uitgaven antivirale middelen en HPV-vaccin

Het betreft lagere uitgaven doordat de voorraad antivirale middelen langer houdbaar is dan verwacht. De voor de vervanging gereserveerde middelen (15,8 mln.) komen hierdoor niet tot besteding. Verder zijn de uitvoeringskosten voor de HPV-vaccinatie lager dan verwacht (0,9 mln.) doordat de inkoop van HPV-vaccin voortaan vanuit de premiemiddelen (RVP) wordt gefinancierd.

Reservering verkoop Antonie van Leeuwenhoek-terrein

Er wordt een reservering gemaakt voor het VWS-aandeel in een verwacht boekwaardeverlies bij de verkoop van het Antonie van Leeuwenhoek-terrein in Bilthoven. De verkoop van dit terrein vindt naar verwachting in 2013 plaats.

Taakstellende onderuitputting

In de ontwerpbegroting was voor 2013 nog sprake van een oningevulde taakstelling op de begroting van VWS. Deze wordt nu ingevuld met de bij de 2e suppletoire begrotingswet gepresenteerde onderuitputting.

Transitie Jeugdzorgplus-instellingen

De voorgenomen privatisering van de Jeugdzorgplus-instellingen Almata en De Lindenhorst heeft vertraging opgelopen. Hierdoor worden de voor de transitie gereserveerde middelen niet besteed in 2013. De privatisering zal in 2014 tot stand komen.

Diversen – Beleidsmatige mutaties – Rijksbegroting in enge zin (uitgaven)

Het betreft het saldo van een aantal kleine mutaties waaronder ruimte binnen het budget voor opdrachtverlening aan ZonMw (6,9 mln.), een reservering voor een knelpunt op het gebied van huisvestingskosten bij de NVWA (10,0 mln.) en ruimte als gevolg van het niet doorgaan van diverse activiteiten op het gebied van paliatieve terminale zorg (8,4 mln.).

Knelpunt subsidie vaststelling zorgopleidingen

Bij het vaststellen van de subsidies voor zorgopleidingen over het subsidiejaar 2012 is een aantal subsidies lager vastgesteld dan het bedrag dat in 2012 is bevoorschot. Aan de betreffende instellingen zijn vorderingen opgelegd die tot ontvangsten leiden. Verder leidt de afrekening van de subsidieronde 2012 in 2013 tot nabetalingen bij de zorgopleidingen 1e en 2e tranche. Hierdoor ontstaat in 2013 eenmalig een knelpunt aangezien het budget voor deze opleidingen is overgeheveld naar de beschikbaarheidsbijdrage binnen het Budgettair Kader Zorg (BKZ). Per saldo is sprake van een knelpunt van 15,0 mln. bij de subsidies voor zorgopleidingen.

Desaldering subsidie vaststelling zorgopleidingen (uitgaven & niet-belastingontvangsten)

Deze desaldering is spiegelbeeldig aan de bij Miljoenennota 2014 verwerkte desaldering waarmee de afrekening van opleidingssubsidies 2012 mogelijk gemaakt is.

Ruimte ontvangsten wanbetalers

De ontvangsten in het kader van de wanbetalersregeling zijn hoger dan geraamd (18,9 mln.).

Budgettair Kader Zorg

ZORG: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014

70.231,6

Beleidsmatige mutaties

 
 

Zorg

 
   

Diversen

28,7

     

28,7

Technische mutaties

 
 

Zorg

 
   

Desaldering subsidie vaststelling zorgopleidingen

– 152,0

   

Diversen

24,4

     

– 127,6

       

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 98,9

Stand Najaarsnota 2013

70.132,7

ZORG: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014

4.717,4

Technische mutaties

 
 

Zorg

 
   

Desaldering subsidie vaststelling zorgopleidingen

– 152,0

   

Diversen

25,0

     

– 127,0

       

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 127,0

Stand Najaarsnota 2013

4.590,4

Desaldering subsidie vaststelling zorgopleidingen (uitgaven & niet-belastingontvangsten)

Deze desaldering is spiegelbeeldig aan de bij Miljoenennota 2014 verwerkte desaldering waarmee de afrekening van opleidingssubsidies 2012 mogelijk gemaakt is.

Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking

XVII BUITENLANDSE HANDEL & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING: UITGAVEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

2.941,3

Stand Najaarsnota 2013

2.941,3

XVII BUITENLANDSE HANDEL & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

33,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

33,2

Totaal Internationale samenwerking

62,6

Stand Najaarsnota 2013

95,8

Wonen & Rijksdienst

XVIII WONEN & RIJKSDIENST: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

3.162,1

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

3,2

     

3,2

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,7

     

0,7

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

4,0

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

3.166,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

3.166,1

XVIII WONEN & RIJKSDIENST: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

625,6

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

4,1

     

4,1

Technische mutaties

     
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

1,0

     

1,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

5,1

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

630,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

630,7

Diversen – mee- en tegenvallers (uitgaven)

De verkoop van het pand aan de Anna Paulownastraat leidt tot een meevaller voor de Rijksgebouwendienst (RGD). De meevaller is ingezet ter dekking van verschillende vertraagde projecten binnen de RGD.

Diversen – technische mutaties (uitgaven)

Beschikbare ruimte binnen de begroting van Wonen en Rijksdienst wordt ingezet om achterstanden op het gebied van huisvesting op Caribisch Nederland aan te pakken.

Gemeentefonds

B GEMEENTEFONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

17.836,2

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Wijziging betalingsverloop

– 75,0

     

– 75,0

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Accres tranche 2013

79,6

   

Diversen

91,4

 

Zorg

 
   

Diversen

13,7

     

184,7

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

109,7

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

17.945,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

17.945,9

B GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,1

     

0,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,1

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,1

Wijziging betalingsverloop

De uitbetalingen aan de gemeenten in 2013 zijn lager dan eerder geraamd. Volgens het huidige inzicht gaat het om een verschil van 75 mln. De oorzaak is gelegen in het feit dat nog niet voor alle verdeelmaatstaven de definitieve gegevens beschikbaar zijn. In dat geval worden bij de uitbetalingen aan gemeenten gegevens van het vorige jaar gebruikt. Op het moment dat de definitieve gegevens beschikbaar komen, wordt het verschil tussen begroting en uitbetalingen weggenomen. De algemene uitkering zal daartoe bij de eerste suppletoire begroting 2014 gemeentefonds met dit bedrag opwaarts worden bijgesteld.

Accres tranche 2013

Het begrotingsakkoord 2014 leidt als gevolg van de intensivering onderwijs tot een opwaartse bijstelling van het accres 2013. Dit effect wordt enigszins gedempt door onderuitputting op departementale begrotingen. Per saldo resteert een positieve bijstelling van het accres 2013 van circa 80 mln.

Diversen – Technische mutaties – Rijksbegroting in enge zin (uitgaven)

De post diversen bestaat uit een aantal overhevelingen van middelen uit departementale begrotingen, die via het gemeentefonds aan gemeenten worden uitgekeerd. Het betreft onder meer een tegemoetkoming aan gemeenten voor het overgangsrecht inburgering (20 mln.), middelen voor armoedebeleid (19 mln.), de regionale aanpak van de jeugdwerkloosheid in de 35 arbeidsmarktregio’s (24,5 mln.) en 10 mln. voor de gemeente Amsterdam voor de nazorg- en beheerskosten van de sanering van de Diemerzeedijk.

Provinciefonds

C PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

1.529,8

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Accres 2013

10,6

   

Diversen

12,7

     

23,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

23,3

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

1.553,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

1.553,1

C PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Accres 2013

Het begrotingsakkoord 2014 leidt als gevolg van de intensivering onderwijs tot een opwaartse bijstelling van het accres 2013. Dit effect wordt enigszins gedempt door onderuitputting op departementale begrotingen. Per saldo resteert een positieve bijstelling van het accres 2013 van circa 10 mln.

Infrastructuurfonds

A INFRASTRUCTUURFONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

6.275,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Saldo uitgaven hoofdvaarwegennet

– 30,3

   

Saldo uitgaven megaprojecten verkeer en vervoer

– 31,6

   

Saldo uitgaven regionaal, lokale infra

67,0

   

Saldo uitgaven spoorwegen

17,7

   

Diversen

– 9,2

     

13,6

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 6,1

     

– 6,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

7,6

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

6.282,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

6.282,6

A INFRASTRUCTUURFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

6.275,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Saldo ontvangsten hoofdvaarwegennet

– 18,3

   

Saldo ontvangsten hoofdwegennet

38,0

   

Diversen

– 10,4

     

9,3

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

   

Diversen

– 6,1

     

– 6,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

3,3

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

6.278,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

6.278,3

Saldo uitgaven hoofdvaarwegennet

Deze post bestaat uit verschillende mutaties. De belangrijkste worden hieronder toegelicht.

  • Er wordt een kasoverschot verwacht van 26 mln., met name doordat het project MOBZ (Modernisering Objectbediening Zeeland) is vertraagd als gevolg van de grote complexiteit van het te implementeren systeem zelf, de vele raakvlakken met onder andere het areaal en beveiligingsaspecten en de kwaliteit van de opdrachtnemer;

  • Er is sprake van onderuitputting van 35 mln. voor de projecten «Dynamische verkeersmanagement vaarwegen» (11 mln.), «Vaarweg Meppel-Ramspol» (keersluis Zwartsluis: 9 mln.) en de op het programma verwerkte onderprogrammering (14 mln.);

  • Hier tegenover staat verder het opheffen van de minregel op de investeringsruimte door het niet uitkeren van de prijsbijstelling 2013 (tekort: 12 mln.);

  • Eind 2011 is een convenant gesloten met de provincies Friesland en Groningen waarbij RWS de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer en eigendom krijgt en de zijtakken bij de provincies blijven. Voor de afkoop van de zijtakken is aan de provincies destijds 186 mln. betaald. Met betrekking tot het achterstallig onderhoud Harinxmakanaal is in dit kader destijds afgesproken om hier de RINK/RIO systematiek (Risico inventarisatie Natte Kunstwerken/Regionaal Indicatie Orgaan) toe te passen zodat het achterstallig onderhoud conform RWS normen kan worden berekend. RWS en provincie Friesland hebben op basis van de uit deze systematiek voortkomende inspectieresultaten inmiddels een voorstel uitgewerkt. De totale omvang van het uitgewerkte voorstel t.b.v. de afkoop van het achterstallig onderhoud bedraagt 21,75 mln. (exclusief 15% BTW).

Saldo uitgaven megaprojecten verkeer en vervoer

  • Op nazorg van de aanlegprojecten Betuweroute en HSL-Zuid zal naar verwachting ca. 10 mln. doorschuiven naar volgend jaar;

  • Op het Project Mainport Rotterdam worden voor 2013 geen onvoorziene uitgaven (22 mln.) meer verwacht.

  • Tussen eind 2012 en medio 2013 is de pilot Geluid Lansingerland (HSL-Zuid, fase 1) uitgevoerd. De kosten hiervoor bedragen 6,6 mln.;

  • Er is een reservering (2013: 16 mln. en 2014: 8 mln.) getroffen voor het niet binnenkomen van de Vlaamse bijdrage van 24 mln. aan het project Sluiskil. Het Rijk staat garant voor de Vlaamse bijdrage. De Provincie Zeeland voert het project uit en de betalingen lopen via het Regionaal Mobiliteitsfonds. Omdat de bijdrage aan Zeeland vaststaat, wordt de (gehele) bijdrage nog dit jaar overgemaakt aan de Provincie Zeeland. Er is een Commissie van Wijzen ingesteld om een bindende uitspraak over de hoogte van de bijdrage van Vlaanderen te doen. De commissie heeft op 20 september 2013 uitspraak gedaan. Deze uitkomst kent een lager bedrag dan eerder verwacht. Vlaanderen zal deze uitspraak nakomen.

Saldo uitgaven regionaal, lokale infra

  • Er is een overschot (37 mln.) op RSP/ZZL gelden (concrete bereikbaarheidsprojecten: 20 mln. en Ruimtelijk economisch programma: 17 mln.);

  • Eind 2009 is het Regionale Mobiliteitsfonds RSP (RMF) opgericht als uitvloeisel van het RSP Convenant van 23 juni 2008. De belangrijkste afspraak hierbij is dat zodra de regio Noord Nederland stort, het rijk zijn deel stort. De regio heeft de wens uitgesproken ook in 2013 en 2014 de in het convenant opgenomen jaartranche van 50 mln. (prijspeil 2007) te willen storten. Door dit nu in 1 keer te doen geeft dit voor zowel regio als rijk een behoorlijke besparing op administratieve lasten. Het gaat in totaal om 109 mln.;

  • Het restant van beperkt overschot wordt met name veroorzaakt door de actuele planning van HOV-NET Zuid-Holland Noord (voorheen Rijn-Gouwelijn).

Saldo uitgaven spoorwegen

  • Voor het jaar 2013 verwacht ProRail circa 35 mln. extra middelen nodig te hebben ten opzichte van het ingediende Beheerplan. Hiervan kan 25 mln. worden opgevangen binnen het budget vanwege het overschot op de voor het actieplan gereserveerde middelen voor 2013;

  • Er is sprake van het doorschuiven van de betaling van de zogenaamde «tax adjustments» (aanpassingen van de beschikbaarheidsvergoeding in verband met belastingwijzigingen) naar 2014. Van de geraamde ontvangsten voor 2013 met betrekking tot rekeningen en doorbelastingen van MIRT-projecten, wordt naar verwachting 10 mln. doorgeschoven naar 2014;

  • Daartegenover staan hogere uitgaven voor de projecten Spoortunnel Delft, het Programma Hoogfrequent Spoor, en de aanleg van het Spoor 2e Maasvlakte;

  • De uitgaven voor de Pilot ERTMS Amsterdam-Utrecht worden niet op Infrastructuurfonds maar op de Begroting van I&M verantwoord. Voor de voorziene uitgaven ERTMS wordt 10 mln. overgeboekt naar artikel 16 (Spoor).

Diversen – Beleidsmatige mutaties (uitgaven)

Dit betreft het saldo van uitgaven dat op artikel 12 Wegen wordt voorzien. De belangrijkste oorzaken zijn de volgende:

  • Op het aanlegprogramma is sprake van lagere uitgaven dan voorzien. Belangrijkste veroorzakers zijn: A4/9 Badhoevedorp, Beter Benutten, Programma 130 km/uur, ZSM Spoedwet Wegverbreding, N35 Combiplan Nijverdal, A15 Maasvlakte Vaanplein en GVO: Vervanging en renovatie;

  • Omdat wordt gewerkt met overprogrammering (63 mln.) en er sprake is van een minregel op de investeringsruimte door het niet-uitkeren van de prijsbijstelling 2013 (38 mln.), leidt dit tot een budgettair beperkt overschot op Aanleg (28 mln.).

  • De uitgaven voor de Pilot ERTMS Amsterdam-Utrecht worden op het artikel IF13.03 (Aanleg) geraamd, maar op de begroting van I&M verantwoord. Ten opzichte van het beschikbare budget is een budgetoverheveling nodig vanuit het IF. We hebben voor de uitgaven voor ERTMS 10 mln. overgeboekt naar de begroting van IenM op artikel 16 (spoor).

Diversen – Technische mutaties (uitgaven)

Deze mutatie bevat verschillende overboekingen, de belangrijkste betreft de verwerking van de regiobijdrage (provincie, gemeente Hellendoorn, SBNS vastgoed) aan de N35 Zwolle-Almelo voor de afgesproken scope en voor het Actieplan groei op het spoor.

Saldo ontvangsten hoofdvaarwegennet

Diverse ontvangsten – met name bij de Zuidwillemsvaart – schuiven door naar volgend jaar (18 mln.).

Saldo ontvangsten Hoofdwegennet

De hogere ontvangsten (12.09) ontstaan door het versneld verkrijgen van de bijdragen A4 Delft-Schiedam en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (totaal 35 mln.), door bijgestelde bestuursovereenkomsten.

Diversen – Technische mutaties (niet-belastingontvangsten)

Deze mutatie bevat verschillende overboekingen. De belangrijkste zijn de overboeking door EZ via de begroting van IenM, artikel 26.01 (bijdrage investeringsfondsen) naar het Infrafonds voor Deltaris (1,1 mln.), een overboeking van de Douane naar RWS van 1,5 mln. in 2013 ten behoeve van de samenwerking tussen de Douane en RWS waarbij wordt gewerkt aan de bouw van een Maritiem Single Window ter implementatie van de Richtlijn 2010/65/EU.

Daarnaast is er sprake van de Brede Doel Uitkering (BDU) uitgekeerde loonbijstelling voor het jaar 2013 (2,3 mln.). Dit is eerder dit jaar gecompenseerd vanuit het Infrafonds artikel 14 (Regionaal, lokale infrastructuur) wordt derhalve weer worden toegevoegd aan Infrafonds in 2014.

Diergezondheidsfonds

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

15,8

Technische mutaties

 
 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

– 2,9

     

– 2,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 2,9

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

12,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

12,9

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

15,8

Technische mutaties

 
 

Niet tot een ijklijn behorend

 
   

Diversen

– 2,9

     

– 2,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 2,9

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

12,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

12,9

Accres Gemeentefonds

ACCRES GEMEENTEFONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Accres tranche 2013

79,6

     

79,6

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Accres tranche 2013

– 79,6

     

– 79,6

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

ACCRES GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Accres tranche 2013

Het begrotingsakkoord 2014 leidt tot een opwaartse bijstelling van het accres 2013 voor het Gemeentefonds, als gevolg van de intensivering onderwijs. Dit effect wordt enigszins gedempt door onderuitputting op departementale begrotingen. Per saldo resteert een positieve bijstelling van het accres 2013 van ongeveer 80 mln. voor het Gemeentefonds. Dit bedrag is overgeboekt naar het Gemeentefonds.

Accres Provinciefonds

ACCRES PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

10,6

     

10,6

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 10,6

     

– 10,6

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

ACCRES PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Diversen – Beleidsmatige mutaties & Technische mutaties (uitgaven)

Het begrotingsakkoord 2014 leidt tot een opwaartse bijstelling van het accres 2013 voor het Provinciefonds, als gevolg van de intensivering onderwijs. Dit effect wordt enigszins gedempt door onderuitputting op departementale begrotingen. Per saldo resteert een positieve bijstelling van het accres 2013 van ongeveer 10 mln. voor het Provinciefonds. Dit bedrag is overgeboekt naar het Provinciefonds.

BES-fonds

H BES-FONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

33,8

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

0,3

     

0,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,3

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

34,1

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

34,1

H BES-FONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Deltafonds

J DELTAFONDS: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

1.065,8

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Hwbp-2/project ruimte voor de rivier

66,7

   

Marker wadden

– 15,0

   

O.a. ijsselsprong-zutphen/hoogheemraadschap delfland

– 94,3

   

Diversen

2,2

     

– 40,4

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

14,3

     

14,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 26,0

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

1.039,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

1.039,8

J DELTAFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

1.065,8

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 20,2

     

– 20,2

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

14,3

     

14,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 5,9

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

1.059,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

1.059,9

Hwbp-2/project ruimte voor de rivier

De verhoging met circa 67 mln. bestaat uit een versnelling van 28 mln. op Hoogwaterbeschermingsprogramma-2 als gevolg van versnelling van grondaankopen door de beheerder het deelproject Lekdijk Nieuw Lekkerland en de werkzaamheden ten behoeve van het project kustversterking Katwijk. Deze kunnen in 1 jaar worden gerealiseerd in plaats van de door de beheerder eerdere aangegeven meerjarige planning. Daarnaast treedt, zoals in de ontwerpbegroting 2014 is aangekondigd, een overschrijding van 45 mln. op ten laste van het project Ruimte voor de rivier. Ten aanzien van het project grensmaas wordt een onderuitputting van circa 6 mln. verwacht.

Marker wadden

Het project Marker wadden zal voor het eerst in 2014 tot betalingen leiden. Daarom wordt de bijdrage van EZ overgeboekt naar 2014.

O.a. ijsselsprong-zutphen/hoogheemraadschap Deflfland

Naast de in de ontwerpbegroting 2014 aangemelde onderuitputting van 65 mln., worden aanvullende overschotten verwacht op de projecten:

  • IJsselsprong Zutphen (– 17 mln.): Doordat de besluitvorming in gemeenteraad in 2014 plaats zal vinden, wordt 17 mln. doorgeschoven naar 2014;

  • Overige onderzoeken en kleine projecten (– 7 mln.): Door dat het opleveringsbesluit eerst in 2014 wordt genomen, wordt circa 7 mln. met betrekking tot het project werkzaamheden voor derden Hoogheemraadschap Delfland doorgeschoven naar 2014;

  • Nadere uitwerking rivierengebied (– 2 mln.): bestaat uit een aantal deelprojecten. Ten aanzien van het project «Hemelrijkse Waard» wordt minder uitgevoerd dan voorzien. De reden hiervoor is dat er meer voorbereidingstijd nodig is in het overleg met Natuurmonumenten. Bij het project «Heesseltsche Uiterwaarden» is in de voorbereidingsfase vertraging ontstaan in verband met nieuwe rivierkundige berekeningen. Bij het project «Afferdense en Deestse Waarden» veroorzaken bestuurlijke discussies over het bestemmingsplan vertraging;

  • Zandmotor (– 4 mln.): Het realisatie gedeelte van het project is aflopend. De aanvraag decharge van het project stagneert in verband met de bepaling van de afkoopsom met waterleidingbedrijf Dunea, waarbij RWS onderhandelt met Provincie en Hoogheemraadschap.

Diversen – Beleidsmatige mutaties (uitgaven en niet-belastingontvangsten)

  • Provincie Zeeland: Dit jaar worden geen ontvangsten van de Provincie Zeeland verwacht. De ontvangstenraming wordt verschoven naar latere jaren (– 10,3 mln.).

  • De geraamde ontvangst van het Hoogheemraadschap Delfland (– 9,9 mln.) ten behoeve van het project Versterking Delflandse Kunst wordt doorgeschoven naar 2014.

Diversen – Technische mutaties (uitgaven en niet-belastingontvangsten)

  • Marker wadden: Het project Marker wadden zal voor het eerst in 2014 tot betalingen leiden. Daarom wordt de bijdrage van EZ overgeboekt naar 2014.

  • «Pilot spuistroom en testfaciliteit Den Oever»: Ten behoeve van het project «Pilot spuistroom en testfaciliteit Den Oever» wordt een bedrag van 0,7 mln. overgeboekt naar het provinciefonds.

Prijsbijstelling

PRIJSBIJSTELLING: UITGAVEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

PRIJSBIJSTELLING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Arbeidsvoorwaarden

ARBEIDSVOORWAARDEN: UITGAVEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

ARBEIDSVOORWAARDEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Koppeling Uitkeringen

KOPPELING UITKERINGEN: UITGAVEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

KOPPELING UITKERINGEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Indexering Wet Studiefinanciering

INDEXERING WSF: UITGAVEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

INDEXERING WSF: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Aanvullende Post Algemeen

ALGEMEEN: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

– 885,1

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Invulling in=uit-taakstelling

326,4

   

Uitkering reservering vastgoed dji

– 106,0

   

Diversen

– 8,7

 

Sociale zekerheid

 
   

Invulling in=uit-taakstelling

33,6

   

Diversen

– 0,1

     

245,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

245,1

       

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

– 640,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

– 640,0

ALGEMEEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2013

Stand Miljoenennota 2014 (excl. IS)

0,0

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

0,0

   

Stand Najaarsnota 2013 (subtotaal)

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

Stand Najaarsnota 2013

0,0

Invulling in=uit-taakstelling (Rijksbegroting in enge zin & Sociale zekerheid)

Departementen mogen onderuitputting tot maximaal 1 procent van hun gecorrigeerde begrotingstotaal meenemen naar volgend jaar (via de zogenoemde eindejaarsmarge). Daarbij wordt de technische veronderstelling gehanteerd dat in het volgende jaar een gelijk bedrag aan onderuitputting zal optreden (in=uit taakstelling). Hiermee leidt de systematiek van de eindejaarsmarge niet tot EMU-saldobelasting. Bij Najaarsnota is een deel van de in=uittaakstelling voor 2013 ingevuld.

Uitkering reservering vastgoed DJI

In het kader van het Masterplan DJI is sprake van incidentele frictiekosten huisvesting. Deze frictiekosten hebben betrekking op het afstoten van leegstaand vastgoed. Deze kosten worden ter beschikking gesteld aan het Ministerie van V&J en in latere jaren door datzelfde ministerie terugbetaald. De benodigde middelen zijn in afwachting van de exacte uitwerking van het Masterplan DJI toegevoegd aan de aanvullende post. De middelen voor 2013 ter grootte van 106 mln. worden nu vrijgegeven aan het Ministerie van V&J.

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: UITGAVEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014

5.020,7

Mee- en tegenvallers

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

– 7,0

     

– 7,0

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Aantrekkelijk vestigingsklimaat voor int.org. in nl

17,6

   

Apparaat (ejm)

– 27,5

   

Asielzoekers

– 29,2

   

Duurzaam milieugebruik wereldwijd

– 30,0

   

Effectief armoedebeleid in ontwikkelingslanden

85,4

   

Eof

– 21,1

   

Humanitaire hulp

15,0

   

Nominaal en onvoorzien (ejm)

– 17,4

   

Private sector en investeringsklimaat

– 41,7

   

Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde

– 18,0

   

Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

– 17,8

   

Vrijval budget voorziening cbo

– 35,0

   

Diversen

5,9

     

– 113,8

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Koerswinsten

34,0

   

Diversen

– 15,1

     

18,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

– 101,8

Stand Najaarsnota 2013

4.918,9

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2013

Stand Miljoenennota 2014

149,5

Beleidsmatige mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Diversen

14,8

     

14,8

Technische mutaties

 
 

Rijksbegroting in enge zin

 
   

Koerswinsten

34,0

   

Diversen

– 15,1

     

18,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2014

33,7

Stand Najaarsnota 2013

183,2

Aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

Het budget voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland stijgt als gevolg van een éénmalige betaling aan het Internationaal Strafhof voor de opleverkosten van de Haagse Arc (de huidige locatie). Daarnaast wordt het budget verhoogd omdat de Nederlandse bijdrage aan de nieuwbouw van het ICC-gebouw in één keer wordt voldaan.

Apparaat (ejm)

De apparaatsuitgaven dalen per saldo als gevolg van een afname van het personeelsbestand op de posten waardoor de loonkosten dalen, lagere uitgaven voor planmatig onderhoud en investeringen in huisvesting in het buitenland. Een deel van de uitgaven (de hierboven opgenomen 27,5 mln.) zal worden doorgeschoven naar 2014 en worden aangemeld als eindejaarsmarge.

Asielzoekers

Als gevolg van een toename van het aantal asielzoekers uit Syrië, Somalië en Irak stijgen de uitgaven aan eerstejaarsopvangkosten asiel op de begroting van V&J met 29 mln. Deze uitgaven worden toegerekend aan ODA, met als gevolg dat het ODA-budget op de begroting van BH&OS met hetzelfde bedrag neerwaarts wordt bijgesteld.

Duurzaam milieugebruik wereldwijd

Het budget voor duurzaam milieugebruik wereldwijd daalt onder meer als gevolg van vertraging in de uitvoering van het Green Climate and Business Fund en het Access to Energy Fund.

Effectief armoedebeleid in ontwikkelingslanden

De stijging van de uitgaven is het gevolg van het gebruikelijke karakter van dit subartikel. Wijzigingen in het totale ODA-budget als gevolg van bijstellingen van de BNP-cijfers worden op dit artikel opgevangen.

Eof

De verlaging is het gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte op de totale EOF begroting voor 2013. Het Nederlands aandeel daalt daarmee evenredig.

Humanitaire hulp

De stijging van het budget voor effectieve humanitaire hulp stijgt omdat als gevolg van de humanitaire crisis in Syrië, door Nederland een extra bijdrage is toegezegd van 15 mln.

Nominaal en onvoorzien (ejm)

Het betreft ongebruikte middelen voor loon-, prijs- en koersontwikkelingen die worden aangemeld als eindejaarsmarge.

Private sector en investeringsklimaat

De lagere uitgaven voor private sector ontwikkeling bestaan uit een saldo van stijgingen en dalingen. De uitgaven voor marktontwikkeling stijgen vanwege de financiering van doorlopende (World Bank Trade Facility) en nieuwe verplichtingen (WTO en Trade Mark). Daarnaast stijgt het budget voor het bedrijfsleven instrumentarium omdat een aantal verwachte realisaties op programma’s hoger uitvalt (PSOM/PSI, FOM-OS en 2g@there). Ook is er een toevoeging ten behoeve van de contributies internationaal ondernemen en een storting in de begrotingsreserve voor de FOM en ten slotte stijgt het budget voor het CBI omdat zij activiteiten gaan ontplooien in Bangladesh en Myanmar. Hier staat een verlaging van het budget tegenover voor bijdragen aan de financiële sector, het programma ORET-ORIO, PUM en infrastructuur algemeen als gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte op de lopende programma’s. Ook wordt de uitgaven- en ontvangstenraming van het programma Finance for International Business (FIB) aangepast middels een desaldering. Het budget voor de FIB wordt in 2013 verlaagd. Bij voorjaarsnota 2014 wordt dit budget weer toegevoegd. Ten slotte wordt het budget voor innovatieve financiering geschrapt. Onderdelen hiervan worden in 2014 opgenomen in het Dutch Good Growth Fund.

Veiligheid, goed bestuur en rechtsorde

De daling van de uitgaven voor veiligheid, goed bestuur en rechtsorde in prioritaire gebieden wordt veroorzaakt doordat de uitgaven voor het Stabiliteitsfonds zijn verlaagd. Dit als gevolg van de daling van het BNP en het hieraan gekoppelde budget voor ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast is het budget voor VN-contributies voor crisisbeheersingsoperaties verlaagd omdat de VN tot op heden minder heeft uitgegeven voor crises en de liquiditeitsbehoefte daardoor minder is.

Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

Het budget daalt onder andere omdat het programma UNICEF Wash in Kenia vertraging heeft opgelopen nadat vermeende malversaties zijn gemeld. Deze malversaties zijn niet aangetoond maar beheersmatig worden er een aantal zaken aangepast waardoor de uitvoering vertraagd is. Daarnaast is bij de start van het WASH programma in Ghana een quality at entry exercitie uitgevoerd. Dit leidde tot de aanbeveling eerst een ex-ante evaluatie uit te voeren voordat het programma van start kon gaan. Hierdoor is het programma later van start gegaan.

Vrijval budget voorziening CBO

De uitgaven voor verschillende missies zijn neerwaarts bijgesteld. Het saldo op de voorziening voor crisisbeheersingsoperaties wordt vrijgegeven.

Koerswinsten (uitgaven & niet-belastingontvangsten)

Dit betreft een desaldering van meerontvangsten welke is ontstaan doordat voor betalingen in buitenlandse valuta om administratieve redenen het gehele jaar wordt gewerkt met een vaste wisselkoers. Deze wijkt af van de werkelijke dagkoers waardoor een koerswinst ontstaat.


X Noot
1

Kamerstuk 33 750, nr. 19

X Noot
2

Het inkomstenkader wordt EMU-saldoneutraal bijgesteld voor de resultaten van de besprekingen over Witteveen. Hierbij wordt uitgegaan van de definities van het inkomstenkader en worden maatregelen waar de omkeerregel van toepassing is geboekt op basis van de netto contante waarde.

Naar boven