33 783 Nucleaire ontwapening en non-proliferatie

Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2014

Tijdens het overleg over de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 18 en 19 november jl. (Handelingen II 2014/15, nrs. 25 en 26, behandeling begroting Buitenlandse Zaken) heb ik toegezegd Uw Kamer te informeren over de inzet van het kabinet voor de «Vienna Conference on the Humanitarian Impact of Nuclear Weapons» die op 8 en 9 december 2014 gehouden zal worden en waaraan Nederland zal deelnemen.

De aandacht voor de humanitaire consequenties van een kernwapenexplosie is de laatste jaren sterk toegenomen. De conferentie is de derde in een reeks van bijeenkomsten over dit onderwerp in Oslo (4–5 maart 2013) en Nayarit (Mexico, 14–15 februari 2014). Daarnaast zijn in de afgelopen jaren op internationale bijeenkomsten in het kader van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en van de voorbereiding op de Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag (NPV) verschillende keren verklaringen over het onderwerp afgelegd waarvoor de steun steeds verder is toegenomen. Nederland heeft aan de bijeenkomsten in Noorwegen en Mexico deelgenomen en was tevens medeondertekenaar van enkele van de genoemde verklaringen.

De doelstelling van de drie conferenties is het vergroten van het begrip en kennis van de korte en lange termijn effecten van nucleaire wapenexplosies op een veelheid van terreinen, waaronder publieke gezondheid, milieu, klimaat, voedselzekerheid, ontwikkeling en infrastructuur. In Wenen zal er ook aandacht zijn voor de risico’s verbonden aan kernwapens en risicorespons en -mitigatie. De uitkomsten van de conferentie zullen worden vastgelegd in een feitelijke samenvatting van de Oostenrijkse voorzitter. De organisatoren hopen met de bijeenkomst het humanitaire argument te verankeren in discussies over kernwapens en ontwapening en het gevoel van urgentie voor de uitbanning van kernwapens te versterken.

Nederland onderschrijft, zoals eerder aan uw Kamer gemeld, het belang van aandacht voor de humanitaire impact. Het Nederlandse kernwapenbeleid is gericht op bevordering van ontwapening en non-proliferatie met als uiteindeijk doel een wereld zonder kernwapens. Het besef dat de gevolgen van een kernwapenexplosie voor mens, natuur en milieu desastreus zijn, is mede de basis voor dit beleid. Tegelijkertijd dienen bij ontwapening ook overwegingen van veiligheid en stabiliteit, mede in bondgenootschappelijk verband, het juiste gewicht te krijgen. Nederland kan en wil ook daar niet aan voorbij gaan.

Aan de bijeenkomsten in het verleden hebben niet alle staten deelgenomen, met name de in het NPV erkende kernwapenstaten ontbraken tot nog toe. Nederland heeft, samen met de partners van het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI) deze landen steeds tot deelname opgeroepen. Het is dan ook verheugend dat in ieder geval de VS onlangs besloten heeft wel in Wenen aanwezig te zijn. De aarzelingen bij de niet-deelnemers lagen onder meer bij de twijfel over het doel dat de organisatoren van de reeks van conferenties en verklaringen voor ogen hadden, over de vraag waartoe het humanitaire argument zou moeten leiden en bij de delegitimering van kernwapens die het humanitaire argument zou impliceren. Sommige (ook statelijke) deelnemers aan het debat stelden immers dat het humanitaire argument zou moeten leiden tot een spoedig verbod op kernwapens en de onmiddellijke start van onderhandelingen over een kernwapenverdrag. De conclusies die het Mexicaanse voorzitterschap trok na de bijeenkomst in Nayarit wakkerden dit wantrouwen verder aan.

Nederland onderschrijft zoals hierboven gesteld het doel van een kernwapenvrije wereld. Het is cruciaal dat alle staten voldoen aan hun verplichtingen op het terrein van ontwapening en non-proliferatie en er voor zorgen dat deze wapens niet meer worden gebruikt. In de ogen van het kabinet kan duurzame ontwapening alleen het resultaat zijn van een onderhandelingsproces met betrokkenheid van kernwapenstaten, gebaseerd op wederzijds begrip en onderling vertrouwen met concrete stappen. Daarbij mogen veiligheid en stabiliteit niet uit het oog worden verloren. Een verdrag dat kernwapens verbiedt zonder betrokkenheid van de kernwapenstaten kan bovendien niet effectief zijn. Van de kernwapenstaten is echter bekend dat zij een traject van spoedige onderhandelingen over een verbod op kernwapens niet steunen wegens de delegitimering van kernwapens en het risico van ondermijning van het NPV.

Voor Nederland ligt de waarde van de aandacht voor de humanitaire consequenties in de impuls die het kan geven aan de politieke wil tot ontwapening en aan het gevoel van urgentie. Daarbij is ook de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de bredere samenleving bij dit onderwerp van belang. «Civil society» is een van de drijvende krachten geweest achter de conferenties en heeft een eigen rol te spelen. Zij kan bijvoorbeeld het maatschappelijk debat hierover bevorderen, hetgeen vooral relevant is in die landen waar een dergelijk debat niet plaatsvindt. Het kabinet heeft dan ook financieel bijgedragen om NGO-vertegenwoordigers in staat te stellen deel te nemen aan de bijeenkomst in Wenen.

Zoals hierboven gesteld, kent het humanitaire initiatief elementen die de NPV-gemeenschap kunnen verdelen, maar het heeft ook juist de potentie die gemeenschap te verenigen. Hoewel er op elementen verschillen waren tussen de verklaringen die tijdens de laatste Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over dit onderwerp werden uitgesproken, hebben 173 staten tijdens die bijeenkomst het belang van het humanitaire aspect onderschreven.

Met de NPV Toetsingsconferentie voor de boeg, vindt Nederland het van belang in Wenen juist de bindende, gemeenschappelijke elementen te onderstrepen. De impuls die hiervan uit kan gaan dient wat Nederland betreft gericht te zijn op het versterken van het NPV en bij te dragen aan een succesvolle Toetsingsconferentie in 2015. Het gaat daarbij om het formuleren van realistische maatregelen die een concrete en praktische bijdrage kunnen leveren aan ontwapening waarbij alle relevante aspecten in ogenschouw worden genomen. Het is met die insteek dat Nederland zal deelnemen aan de conferentie in Wenen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven