33 763 Toekomst van de krijgsmacht

26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 96 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2016

In vervolg op motie-Eijsink (Kamerstuk 33 763, nr. 22) heeft Defensie overleg gevoerd met vertegenwoordigers van omwonenden van de vliegbases Leeuwarden en Volkel evenals van de meest betrokken overheden, te weten de provincies Friesland en Noord-Brabant en de gemeentes Leeuwarden en Uden. De stuurgroep waarin dit overleg is gevoerd, wordt voorgezeten door een Friese gedeputeerde (aanvankelijk mevrouw Poepjes en vervolgens de heer Schrier).

Vandaag heeft de heer Schrier mij het advies van de stuurgroep aangeboden samen met twee rapporten van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), waartoe de stuurgroep opdracht had gegeven. Het advies en de twee rapporten bied ik u hierbij aan2.

De stuurgroep adviseert mij:

«Besluit tot het realiseren van permanente geluidsmeetnetten rondom de vliegvelden Leeuwarden en Volkel. Hiermee dienen de volgende doelen te worden gerealiseerd:

  • a) Monitoren van de bestaande geluidscontouren op een nader te bepalen aantal locaties in de directe nabijheid van het vliegveld; dit zegt iets over de geluidscontour op die specifieke locatie.

  • b) In een nader te bepalen aantal woonkernen microfoons installeren, waarmee de piekgeluidniveaus op die locaties inzichtelijk kunnen worden gemaakt voor de omwonenden.

  • c) Invulling geven aan de mogelijkheid van een mobiele meetpost, waarmee incidenteel, op andere locaties, ook buiten de regio, piekgeluidniveaus kunnen worden gemeten.»

Reactie op het advies

Een goed toegeruste krijgsmacht moet niet alleen over goed materieel beschikken, maar moet daarmee ook alle activiteiten kunnen uitvoeren die nodig zijn om de taken van Defensie te kunnen vervullen, in eigen land en daarbuiten. Voor vliegtuigen en helikopters vergt dat geluidsruimte. Defensie claimt daarvoor niet meer ruimte dan nodig is, met inachtneming van een zekere reserve. Die ruimte moet worden ingepast in tal van andere ruimtelijke reserveringen voor werken, wonen en recreatie. Rondom de vliegbases Leeuwarden en Volkel vergt dat passen en meten. Ik ben me hiervan terdege bewust. Dit onderstreept de noodzaak tot openheid over de gevolgen van onze activiteiten voor de omgeving.

De stuurgroep komt, op grond van de rapporten van het NLR en het RIVM, tot een aantal conclusies die ik onderschrijf. De stuurgroep concludeert onder meer dat het berekenen van de geluidscontour leidend blijft. Metingen kunnen het berekenen van geluid niet vervangen. Wel kunnen metingen worden gebruikt om berekende contouren op een aantal punten te controleren. Ook kunnen metingen inzicht verschaffen in de feitelijke geluidsniveau op bepaalde locaties.

Tegen deze achtergrond neem ik het advies van de stuurgroep over en gaat Defensie over tot geluidsmetingen rondom de vliegbases Leeuwarden en Volkel. Die metingen hebben een tweeledig doel:

  • metingen op een aantal locaties kunnen een beeld geven van de betrouwbaarheid van de geluidsberekeningen die resulteren in een geluidscontour;

  • op een aantal goed gekozen locaties in de omgeving van beide vliegbases kan het geluid worden geregistreerd om beter inzicht te krijgen in de piekniveaus.

Voor beide vliegbases kan een mobiele meetpost beschikbaar worden gesteld, zodat ook op grotere afstand van de vliegbases binnen de geluidszone metingen kunnen worden verricht. Met het oog op zo betrouwbaar mogelijke resultaten zullen de metingen permanent worden uitgevoerd.

Het is van belang dat de uitvoering samen met de omwonenden ter hand wordt genomen. Defensie wil de stuurgroep hier actief bij betrekken. Dat geldt in ieder geval voor de keuze van de meetlocaties, de middelen waarmee de metingen worden uitgevoerd, de wijze waarop de meetresultaten openbaar worden gemaakt en de beoordeling van de meetresultaten. Ik wil de omwonenden ook betrekken bij de keuze van de meetmethode en van de marktpartij die de metingen gaat uitvoeren. Ik heb de voorzitter van de stuurgroep daarom verzocht zijn werkzaamheden voorlopig voort te zetten om een en ander verder te begeleiden.

Als de voorbereidingen goed verlopen, moet het mogelijk zijn in de loop van 2017 met de metingen te beginnen. Op die manier kan al voorafgaande aan de komst van de F-35 ervaring met metingen worden opgedaan.

Om de meetgegevens te kunnen publiceren, zal ik via de daartoe voorgeschreven procedure artikel 34 van het Besluit militaire luchtvaart wijzigen. Op deze manier kan Defensie ook gevolg geven aan de oproep van de Alderstafel Eindhoven om ook het militaire luchtverkeer zichtbaar te maken op de website www.samenopdehoogte.nl.

De stuurgroep merkt op dat het aspect van de geluidsisolatie in het onderzoek buiten beschouwing is gebleven. De motie-Eijsink vraagt nader onderzoek «of de vereiste geluidsdemping wel gehaald wordt bij de hogere geluidsniveaus van de JSF en aan te geven welke mogelijkheden tot geluidwerende maatregelen er zijn dan wel welke maatregelen genomen gaan worden om de vereiste geluidsdemping te behouden dan wel te behalen». De komende tijd zal Defensie deze vragen beantwoorden. Daarover kan de stuurgroep zich vervolgens een oordeel vormen.

Een onderwerp dat hiermee verband houdt, is de komst van een F-35 naar Nederland voor wat inmiddels bekend staat als «een belevingsvlucht». De planning is er nog steeds op gericht dat eind mei/begin juni 2016 een F-35 naar de vliegbasis Leeuwarden komt. Dit toestel zal, vergezeld door een F-16, een aantal starts en landingen uitvoeren en enkele oefencircuits vliegen. Zo kunnen omwonenden het geluid van beide toestellen ervaren en vergelijken. Anders dan op vliegbasis Leeuwarden, zijn de starts en landingen op vliegbasis Volkel zogenaamde touch and go’s. Een werkelijke landing op Volkel zou ook voor deze vliegbasis een voorbereidingsprogramma vergen en tot dubbele inspanningen leiden, met zeer hoge kosten tot gevolg. Defensie zal, in overleg met vertegenwoordigers van de omwonenden, het NLR opdracht geven tot metingen rondom beide vliegbases en tot een eerste onderzoek naar de ervaringen van omwonenden.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

In verband met het toekennen van een tweede Kamerstukdossier

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven