Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2013
Hierbij reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 25 september
2013 om uiterlijk 2 oktober nadere informatie te ontvangen over het defensievastgoed
in relatie tot de nota over de toekomst van de krijgsmacht. Daarbij wordt specifiek
gevraagd naar nadere informatie over de stuurgroep zoals genoemd in het rapport van
de Algemene Rekenkamer getiteld Validering nota «In het Belang van Nederland» (Kamerstuk
33 763, nr. 1) en naar de gevolgen van het uitstellen van het algemeen overleg Vastgoed dat op
1 oktober was gepland.
De stuurgroep Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie
In de bestuurlijke reactie op de validering door de Algemene Rekenkamer, die de minister
van Financiën en ik op 13 september hebben verstuurd (opgenomen in het validatierapport),
stellen wij dat Defensie inmiddels een stuurgroep heeft ingesteld om een beter inzicht
in de vastgoedportfolio te krijgen. Het betreft de stuurgroep Herbelegging Vastgoed
Defensie (HVD) waarover de Kamer eerder is geïnformeerd in de antwoorden van 31 januari
2013 (Kamerstuk 32 733, nr. 109) op schriftelijke vragen over de brief van de Algemene Rekenkamer van 18 december
2012 inzake het vastgoedplan van Defensie.
De stuurgroep bewaakt de uitvoering van het HVD, stelt maatregelen ter verbetering
voor en is binnen Defensie verantwoordelijk voor het opstellen van de voortgangsrapportages.
Als uitvloeisel hiervan ontvangt de Kamer elk half jaar een rapport over de voortgang
van het HVD. Het eerste halfjaarrapport ontving u op 15 mei jl. (Kamerstuk 32 733, nr. 129). Het volgende halfjaarrapport is voorzien omstreeks 1 november a.s., voor het notaoverleg.
Defensie stelt verder een taskforce «Normering Vastgoed» in. De komende twee jaar onderzoekt deze taskforce de vastgoedportfolio
en rapporteert daarover aan de stuurgroep. De grootste defensielocaties worden als
eerste geïnspecteerd. De taskforce beoordeelt het gebruik van het vastgoed en komt
zo nodig met voorstellen om de bezetting ervan te verbeteren. De vastgoednormen van
Defensie zijn daarbij het uitgangspunt.
Dit initiatief is een van de vastgoedmaatregelen uit mijn nota over de toekomst van
de krijgsmacht en de ontwerpbegroting 2014. Zie ook mijn brief van 30 september jl.
(Kamerstuk 33 763, nr. 4) met nadere informatie over het vastgoed. De resultaten van de taskforce worden opgenomen
in de halfjaarlijkse voortgangsrapportage vastgoed.
Gevolgen van het uitstel van het algemeen overleg Vastgoed
Het uitstel van het algemeen overleg Vastgoed heeft vooral gevolgen voor de uitvoering
van de maatregelen uit de fase 2b brief van het HVD van 14 mei jl. (Kamerstuk 32 733, nr. 128). Daarin worden maatregelen voorgesteld waarmee Defensie jaarlijks € 5,1 miljoen
kan besparen. In mijn brief van 12 juni jl. over de planning van het algemeen overleg
Vastgoed (Kamerstuk 32 733, nr. 132) informeerde ik u dat een algemeen overleg na de zomer van belang is om die opbrengsten
tijdig te kunnen behalen. In die brief heb ik tevens toegezegd tot het algemeen overleg
geen onomkeerbare stappen te zetten. Het uitstel maakt het moeilijker voor Defensie
om de geraamde exploitatiebesparingen van fase 2b op de geplande tijdstippen te halen.
Het uitstel van het algemeen overleg heeft op dit moment geen gevolgen voor de vastgoedmaatregelen
uit de nota over de toekomst van de krijgsmacht. Over die maatregelen en de afwegingen
die ik daarbij heb gemaakt, kom ik te spreken met uw Kamer tijdens het komende notaoverleg
en de begrotingsbehandeling.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert