De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Minister van Defensie besloten heeft het Financieel Service Centrum
(FSC) uit Eygelshoven te verplaatsen naar de Kromhoutkazerne in Utrecht;
constaterende dat de regering in 2006 bewust gekozen heeft voor Zuid-Limburg als locatie
voor het toenmalige Centraal Betaalkantoor van Defensie en bij de oprichting van het
Financieel Administratie en Beheerkantoor (FABK) in 2013 gekozen heeft voor een «natuurlijke
knip», waarbij met name de taken die geen fysieke klantcontacten vergen, in Eygelshoven
of in de nabije omgeving zouden blijven;
constaterende dat de financiële besparingen van de verplaatsing gering zijn en een
ondergeschikte rol spelen in de besluitvorming;
constaterende dat de regio in Limburg alternatieve kantoorlocaties heeft aangeboden
voor Eygelshoven;
constaterende dat de medezeggenschapscommissie van het FSC tegen de verhuizing is
en een petitie aangeboden heeft aan de Tweede Kamer namens vrijwel het voltallige
personeel;
constaterende dat Defensie sinds het aantreden van het kabinet Rutte II maar liefst
378 functies opgeheven heeft in of verplaatst heeft uit Limburg;
overwegende dat verplaatsing van het FSC uit Zuid-Limburg in strijd is met eerdere
toezeggingen aan de regio en aan de Kamer, alsmede met de motie Albert de Vries c.s.
(Kamerstuk 31 490, nr. 108);
verzoekt de regering, het besluit om het FSC te verplaatsen naar de Kromhoutkazerne
grondig te heroverwegen en in overleg te treden met de regio in Limburg over mogelijke
alternatieve locaties voor het FSC in Zuid-Limburg en geen onomkeerbare besluiten
te nemen alvorens de Kamer te informeren over de mogelijke alternatieven,
en gaat over tot de orde van de dag.