Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2014
Naar aanleiding van het verzoek van uw vaste commissie voor Economische Zaken geef
ik graag een voorlopige reactie op de door Social Enterprise NL gepresenteerde beleidsagenda
«Iedereen Winst: samen met de overheid naar een bloeiende social enterprise sector».
Het kabinet is om verschillende redenen betrokken bij sociaal ondernemerschap in Nederland
en moedigt de verdere ontwikkeling daarvan aan. Sociale ondernemingen dragen bij aan
maatschappelijke vernieuwing en bieden innovatieve oplossingen voor complexe vraagstukken
rond gezondheid(szorg), veiligheid en leefbaarheid, arbeidsparticipatie, voedsel-
en energievoorziening etc.
In de Kabinetsnota ter stimulering van een vitale samenleving, de doe-democratie (Kamerstuk
33 400-VII, nr. 79) is een versnellingsagenda opgenomen die zich o.a. richt op:
-
• het vergroten van kennis van en over sociaal ondernemerschap;
-
• het vergemakkelijken van toegang voor sociaal ondernemers tot financiering, o.a. via
(maatschappelijke) aanbestedingen;
-
• en (extra) aandacht voor burgerschap en sociaal ondernemerschap in het onderwijs.
Zo inventariseert SE.LAB in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) hoe kennisontwikkeling voor en over sociaal ondernemers
kan worden versterkt, en in het bijzonder de betekenis van onderwijs daarbij.
Om te onderzoeken hoe de toegang tot kapitaal voor sociaal ondernemers kan worden
verbeterd is met steun van de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
en BZK het Platform Society Impact opgericht. Het doel van het platform is de inzet
van sociaal ondernemers en privaat kapitaal in de aanpak van maatschappelijke problemen
te versterken. Het platform brengt hiertoe sociaal ondernemers, banken, filantropen,
private equity funds en overheden bij elkaar en sluit innovatieve financieringsarrangementen
zoals Social Impact Bonds.
De overheid kan als klant op verschillende niveaus een belangrijke rol spelen in de
startfase van een sociale onderneming. De nieuwe aanbestedingsregels gaan uit van
gunning op prijs/kwaliteit en niet op basis van de laagste prijs. De concurrentiegerichte
dialoog biedt kansen om mee te denken over de formulering van de opdracht zelf. Voorafgaand
aan de aanbesteding kan meer dialoog en uitwisseling tussen ondernemers en overheid
plaatsvinden. Dit zal ook sociaal ondernemers nieuwe mogelijkheden bieden en betere
toegang om aan inkooptrajecten bij de overheid deel te nemen. Bovendien kan het ook
nieuwe kansen bieden om als toeleverancier toegang te krijgen tot grote(re) opdrachtnemers.
BZK ondersteunt momenteel een aantal gemeenten bij experimenten met maatschappelijk
aanbesteden.
Met deze voorlopige reactie wil ik aangeven dat de overheid in open dialoog staat
met verschillende vertegenwoordigers en initiatieven rond sociaal ondernemerschap
in Nederland en dat die dialoog zal worden voortgezet.
Het kabinet zal de SER om een advies vragen over sociaal ondernemen en sociaal ondernemerschap.
Het in opdracht van mijn ministerie uitgevoerde onderzoek naar mogelijke stimulerende
maatregelen ter ondersteuning van de sector, het AWT-advies «De kracht van Sociale
Innovatie» en de beleidsagenda «Iedereen Winst: samen met de overheid naar een bloeiende
social enterprise sector» zullen hiervoor aanknopingspunten kunnen bieden. In de kabinetsreactie
op het SER-advies zal worden ingegaan op mogelijke beleidsaanpassingen die volgen
uit het advies.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp